Datum : Donderdag 26 maart 2020 om 20.00 uur
Locatie: 't Perron te Heeze
Zoals veel van zijn rijke collega’s, was de Eindhovense textielfabrikant Anton Schellens (1887-1954) een gepassioneerde verzamelaar van moderne kunst, vooral van de Haagse School en Amsterdamse impressionisten. Wat Jongkind, Mauve, Willem Maris en Breitner met palet en penseel maakten, probeerde Schellens met zijn hobby, fotografie. Met zorg koos hij in zijn Eindhovense omgeving taferelen van het pure, onbedorven en pittoreske plattelandsleven, met eenvoudige optrekjes waar keuterboeren, thuiswerkende ambachtslieden en oude vrouwen hun dagen sleten zoals generaties voor hen dat deden.
Deze studie van Cor van der Heijden ontsluit de onbekende fotocollectie van Anton Schellens, wiens oeuvre in zijn tijd en in kunsthistorische context wordt geplaatst. De auteur was in 2010 de vierde (en tot nu toe laatste) laureaat aan wie de Historische Prijs Noord-Brabant werd toegekend. In het juryrapport werd Van der Heijden er uitvoerig om geprezen dat hij zich verre hield van een gemakkelijke nostalgische terugblik op de wereld van onze grootouders en overgrootouders, maar dat hij in zijn wetenschappelijke werk keer op keer de grauwe werkelijkheid achter idyllische plaatjes blootlegde.
Datzelfde recept beproeft Van der Heijden in zijn nieuwe boek over Anton Schellens en getuigt hij van zijn talent om beide kanten van het verleden – verbeelding en werkelijkheid – evenwichtig en vakbekwaam aan ons voor te leggen. Het boek opent met een selectie van honderd beelden, die nagenoeg pagina vullend op papier van uitstekende kwaliteit zijn afgedrukt. Indien deze nog beschikbaar waren, zijn de glasplaatnegatieven als vertrekpunt genomen. Dat de rafelranden van het negatief (en op sommige plaatsen de barsten in de glasplaat of afgebroken stukjes) nog zichtbaar zijn, verhoogt de charme en authenticiteit van de afdrukken.
Daarna gaat de auteur in drie delen uitvoerig in op het ‘wie’, het ‘waarom’ en ‘het wat’ van de fotocollectie, die tussen 1910 en 1925 tot stand kwam. In het hoofdstuk over ‘het wie’ krijgen drie families aandacht: behalve Schellens zijn dat Eijcken (familie van moederskant) en Van Wijck (schoonfamilie). In het hoofdstuk over ‘het waarom’ staat de beeldende kunst centraal (met aandacht voor onder andere Schellens’ favoriete de kunsthistorische stromingen, zijn rol als verzamelaar en zijn actieve betrokkenheid bij het culturele leven in Eindhoven). In het derde hoofdstuk (‘het wat’) wordt een duiding gegeven van het fotografische werk van Anton Schellens. Van der Heijden toont aan dat Schellens bewust op zoek was naar relicten van een Brabant dat al minstens een halve eeuw tot het verleden behoorde. Ergens schrijft hij zelfs: Schellens was op zoek naar een Brabant dat nooit in deze vorm bestaan had.
In de lezing, van twee keer drie kwartier komen al deze aspecten aan de orde. Aan de hand van ongeveer 250 beelden (familiefoto’s , afbeeldingen van kunstwerken en vooral veel foto’s uit de ‘Collectie Schellens’) wordt in deze lezing het ‘wie’, het ‘waarom’ en het ‘wat’ van deze recent ontdekte en bestudeerde kunstschat aan de vergetelheid ontrukt.
Cor van der Heijden (Hulsel, 1957) is historicus; promoveerde in 1995 op een onderzoek naar de omvang en oorzaken van de zuigelingen en kindersterfte in Tilburg in de negentiende en begin twintigste eeuw; is vanaf 1982 werkzaam als docent in het voortgezet onderwijs in Tilburg; is publicist en schrijft voor tal van bladen (onder andere voor NRC Handelsblad en G/Geschiedenis); schreef een honderdtal artikelen en boeken over diverse aspecten van de geschiedenis van Noord-Brabant, met een nadruk op sociaaleconomische en sociaal-culturele thema’s uit de negentiende en twintigste eeuw (de belangrijkste zijn: Het heeft niet willen groeien, Kleurloos, reukloos en smaakloos drinkwater, Schrandere boeren en schriele bestuurders, Kempische boeren en Vlaamse vissers (samen met Gerard Rooijakkers) en Rampen en plagen in Nederland); werkt vanaf 1995 als auteur en eindredacteur mee aan diverse geschiedenismethoden voor het voortgezet onderwijs (o.a. Pharos, Sfinx en Feniks); werkte als auteur en redacteur mee aan de serie Ach Lieve Tijd Tilburg; werkte als redacteur en auteur mee aan het seriewerk Geschiedenis van het Boerenleven in Nederland (Zwolle, 2006-2008) en aan Het alledaagse leven. Tradities en trends in Nederland (Zwolle, 2008-2010); was van 1983 tot 2009 lid van de redactie van het tijdschrift Brabants Heem; ontving in januari 2011 de Historische Prijs Noord-Brabant.