Interneringsgroep Geldrop

Heemkronijk jaar:2015, jaargang:54, nummer:3, pag:53 -59

Interneringsgroep Geldrop

door: Ton Steenbakkers

Een eerdere uitgave van de Heemkronyk was gewijd aan mijn verzameling, ‘De poststempels van Geldrop, 1851-1909’.[1] Ik schreef de bijdrage toen ik nog in het onderwijs werkzaam was. Hard werken, maar op tijd vakantie. Ik was voornemens om spoedig daarna een vervolg te schrijven op bovenstaande publicatie. Maar mijn persoonlijke omstandigheden zijn zodanig gewijzigd, dat mij de tijd ontbreekt om dat vervolg te schrijven.
De serie artikelen onder de titel De ‘Groote Oorlog’ in ons heemgebied, geschreven door Klaasje Douma, heeft mij echter verleid, tot het schrijven van een deel van mijn nog niet verwezenlijkte vervolg op mijn eerste bijdrage. Al enige jaren ben ik in het bezit van een paar (prent)briefkaarten, die een relatie hebben met wat er gebeurde in Geldrop gedurende de Eerste Wereldoorlog, zoals inkwartiering en internering. Ik denk dat Klaasje een voortreffelijk verhaal vertelt, dus bovengenoemde begrippen hoef ik niet uit te leggen. Ik wil u enige voorbeelden tonen van postale stukken die betrekking hebben op de genoemde begrippen.

Tot voor kort kon ik nergens bronnen vinden, noch fysiek, noch via internet, die mij iets konden vertellen over het stempel, dat ik aantrof op enige kaarten. Tot er een boek verscheen in het najaar van 2014 met als titel, ‘Internering van buitenlandse militairen in Nederland gedurende de Eerste Wereldoorlog’.[2]

Het boek werd uitgegeven door de Nederlandse Vereniging van Poststukken- en Poststempelverzamelaars. Veel van wat ik u vertel, ontleen ik aan deze uitgave. Op zijn beurt ontleent deze uitgave veel informatie aan het nooit uitgegeven verslag van meer dan 1700 pagina’s door J.T. Oosterman, ‘Geschiedenis der interneering’. Het originele, getypte exemplaar bevindt zich in het Legermuseum in Delft.
Het afgebeelde stempel hierboven is een violet stempel in een ovaal met de tekst: ‘Internerings ╬ groep 2 ╬ Geldrop’. We weten nu dat Interneringsgroep 2 werd opgericht op 21 februari 1916. Tot aan het opheffen van het kamp op 28 december 1918 verbleven er tussen 76 en 229 geïnterneerden. Ze werden bewaakt door 7 tot 8 man.

Geldrop, Langstraat
Een kaart, gestempeld Geldrop 22.IX 7 v 1916. Rechtsboven ‘Militair’. Verzonden door L.J. Helmer, 2-II-5 R I III divisie veldleger. Geadresseerd aan de familie W. Helmer, v Oldenb veldtkade 6 te Amsterdam.
Beste mensen, Tot mijn spijt kan ik 24ste niet komen. Hier is het einde van de aarde. De achterkant van dit dorp is dichtgeplakt met kranten. Van de plaats Zesgehuchten, waar we eigenlijk zitten, zijn geen kaarten. Is het bij jullie ook zoo ,n rotzooi. Vele groeten tot 30 Sept.

Geïnterneerden hechtten veel waarde aan hun correspondentie met de buitenwereld, met name met hun familie en vrienden. Dit werd door de autoriteiten onderkend en bevorderd, omdat hiermee het moreel werd verbeterd. Geïnterneerden genoten dan ook portvrijdom. De portvrijdom van krijgsgevangenen was geregeld in het Algemene Postverdrag van Rome van 1906. Ook geïnterneerden vielen hieronder.  Het ging echter alleen om het internationale, niet om het binnenlandse postverkeer. Binnen Nederland werd echter het verdrag ruim geïnterpreteerd. Ook in het binnenlandse postverkeer was er portvrijdom.  Waren aanvankelijk brieven tot 20 gram portvrij, na 20 september 1915 gold dit alleen nog voor briefkaarten van persoonlijke aard en gedrukte periodieken tot 100 gram.

De stukken welke afkomstig waren van geïnterneerden, moesten voorzien zijn van een stempel met de tekst: PORTVRIJ, Franc de PORT, Militaires étrangers internés dans les Pays-Bas. De afzender had handmatig reeds de mededeling moeten schrijven ‘Franchise postale’, wat ook ‘portvrijdom’ betekent.

Voorkant van de briefkaart met de Langstraat gezien vanaf het Bogaardeind. Op de achtergrond het Vincentiushuis. Uitgave Theod. Sweegers. 

Aan het postverkeer van de geïnterneerden is door de meeste oorlogvoerende en neutrale landen weinig of niets in de weg gelegd. Postadministraties werkten zelfs mee om ervoor te zorgen dat de portvrijdom werd gerespecteerd. Zo werden de poststukken bij aankomst in Engeland voorzien van een rode afdruk met de tekst LONDON F.S. / PAID, plus datum.

Ook de militairen die opgeroepen waren tijdens de mobilisatie en onder andere de rijksgrenzen bewaakten, genoten portvrijdom. Zij moesten hun poststuk rechtsboven voorzien van de letters ‘S.M.’, wat staat voor  ‘service militaire’. De regering had aanvankelijk bepaald, dat de correspondentie voor en van deze militairen niet gefrankeerd hoefde te worden. Van deze vrijgevige houding maakten zij van laag tot hoog een ‘buitengewoon groot’ misbruik. Er werden ‘zelfs circulaires betreffende het overlijden van personen portvrij (…) rond gezonden. (Vooral) zijn bij duizenden circulaires, prospectussen, reclamebiljetten in gesloten omslag als brief portvrij verzonden door handelaren aan militairen en door dezen aan particulieren.’ (Handelingen Tweede Kamer 1915-1916, p. 789.)
De minister zag zich daarom gedwongen de portvrijdom te beperken tot briefkaarten, ”mits niet over handelszaken”. Ook het verzenden van kranten bleef kosteloos.
De veldpost en het misbruik ervan beperkten de inkomsten van de post. Tussen augustus en december 1914 lag de opbrengst van de verkoop van postzegels ruim anderhalf miljoen gulden lager dan over dezelfde periode van het voorafgaande jaar. Dit betekende een teruggang van ongeveer 20 procent, terwijl het verkeer juist met een bijna even groot percentage toenam. Pas in het eerste halfjaar van 1916 zou de opbrengst van de verkoop van postzegels weer groter zijn dan die over de eerste helft van 1914.

 

Groeten uit Geldrop
Geldrop 6-9-1914
Lieve Lies,
Met deze laat ik u weten dat ik het nog goed maak en hoop dat van u ook. Ik hebt u ansichten ontvangen. Daarvoor mijn dank.Lies het spijt mij dat wij weer niet naar Weert toe komen wij gaan nu kamppeeren bij Breda en hoe lang dat weet ik niet maar ik hoop toch altijd nog naar Weert terug te keeren. Nu Lies hout maar moet dan komt alles weer goed.Lies ik zal eerst wel weer eens schrijven als ik daar ben. Nu Lies. Vriendelijk gekust van mij. P H J vd Beek. Geldrop. Tot ziens.
Links boven: P W J vd Beek 2Es3. Reg Huzaren
Links onder: oooo huzaren 2 Es3 Huzaren
Rechtsboven: Milliteer vervoer
Stempels: Geldrop *1* 6.IX.14. 11-12V.
Bestellersstempel van postbode in Weert A.6 in rechthoek.
Gestuurd aan: Mej E Saelmans, Stasionstraat, Weert Limburg.

 

 

Briefkaart
De 14 mei 1916
Beste Broeder
Ik heb uwen brief met die postkaart om weg te zenden naar uwe vrouw ontvangen. ik meende dat ik U als reeds geantwoord had om u te laten weten dat alles al weg was. ik heb ze gezonden die kaart van Maestricht naar uwe vrouw. zijt er gerust in alles is goed. ik ben nog in goede gezondheid gelijk ik ook verhoop van U. ik ontvang niets meer van mijne vrouw. het is reeds al tien maanden geleden. ik weet van niets meer. gij zijt dus nog beter dan ik. gij verneemt nog iets. tot nu toe gaat het nog geheel goed met mijn werk. ik geneer mij hier over van staat dat ik ben. Ontvangt mijne beste groeten van Uwen broeder C Stichelbout.

 

(Ik twijfelde aan de naam, maar zoeken op internet leverde een rouwkaart op met onder andere de naam Madame Astère STICHELBOUT-DEMUYNCK. De familie woont in Dottenijs (Frans: Dottignies ), vlak bij Moeskroen.)

De leestekens zijn van mijn hand. Leestekens en het gebruik van hoofdletters ontbreken.

Afzender C. Stichelbout, 3de jagers te voet, interneeringsgroep te Geldrop, Holland.
Rechtsboven  S.M.
Linksboven staat met potlood de aantekening ‘reçu le 21/5/16’.
Stempels:
- violet: PORTVRIJ< FRANC DE PORT militaires étrangers dans les Pays-Bas.
- rood: LONDON.F.S. PAID May 19 16. Doorlopend stempel met 6 horizontale lijnen.
- violet:  Internerings ╬  groep 2 ╬  Geldrop  (erg onduidelijk).
- Geldrop ╬ 1916 ╬ 16.V. 7 v
Gestuurd aan: Den Heer Jules Demuynck, 22 union Street Southport, Engeland, L.C.S.

Foto zonder postale kenmerken. (De foto moet in een envelop zijn verzonden.) 

Geldrop le 1 Mai 1916
Cher beau frère
Je m’empresse de répondre à votre lettre. Je vous dirai que je suis quitté le camp depuis le 10 Mars et je travaille ici dans un tout petit village. Pour mon metier je suis rattacheur au (secteur) cardé. La fatigue n’est pas grande et je me plaits tres bien. Je gagne 24 fr par semaine mais je ne touche que 5 frs et la reste est versé à la caisse d’épargne et je le toucherai apres la guerre . Nous sommes à plusieurs de Mouscron et des environs. Voila la photographie de tout les amis. Esperons cher beau frère que la guerre est bientôt fini est que nous avions le plaisir de SE revoir à Mouscrons. Bien des amitiés ton beau frère Jaspêre
Geldrop 1 mei 1916
Beste schoonbroer,
Ik haast me om uw brief te beantwoorden. Ik zal je zeggen dat ik het kamp verlaten heb sinds 10 maart en ik werk hier in een erg klein plaatsje. Voor m’n vak ben ik ‘rattacheur au (secteur) cardé’. De vermoeidheid is niet groot en ik heb er veel plezier in. Ik verdien 24 francs per week, maar ik ontvang niet meer dan 5 francs en de rest is op de spaarbank gezet. En ik zal het na de oorlog ontvangen. We zijn met meerderen uit Moeskroen en omgeving. Zie hier de foto van alle vrienden. Laten we hopen beste schoonbroer dat de oorlog spoedig voorbij is. Dat wij het genoegen hebben ons terug te zien in Moeskroen. Vriendelijke groeten uw schoonbroer Jaspêre

 

 - Het lezen van de kaart leverde hier en daar problemen op. Maar enig speurwerk leverde het volgende op:

De meneer is “rattacheur au (secteur) cardé” Dit wil zeggen dat hij verantwoordelijk was voor het aan elkaar knopen van de draden die gebroken waren tijdens het spinnen. Er waren twee cycli voor het spinnen; een daarvan is cardé, de andere peigné. (Kijk voor meer informatie op fr.m.wikipedia.org, type filature textile.)

Meestal werd dit werk gedaan door vrouwen en kinderen, maar gezien het feit dat die meneer geïnterneerd was, is het zondermeer mogelijk dat hij dat deed.

- Overigens, hij kwam uit Mouscron (Moeskroen) en dat ligt weer naast Tourcoing. Moeskroen was de textielhoofdstad van Wallonië indertijd. Hij zal dus ervaring hebben gehad. Dit verklaart ook waarom velen op de foto uit de stad en de omgeving kwamen. Ze waren op basis van ervaring waarschijnlijk geselecteerd.

Tourcoing ligt aan de Franse zijde van de grens en is tegen Moeskroen aangebouwd. In die steden wordt een aan het Vlaams verwant dialect gesproken. Dus de schrijver kon zich vermoedelijk verstaanbaar maken en begreep het Nederlands.

- De foto toont dus geïnterneerden uit Moeskroen en omgeving. De foto is duidelijk bewerkt. De bovenste rij is toegevoegd. De persoon linksboven lijkt te zweven.

De schrijver heeft met een sterretje zijn positie op de kaart aangegeven. Links, tweede of derde rij van boven.

Voorgedrukte kaart met afbeelding en gedicht waarop later Geldrop is bijgedrukt. Het is de voorkant van de briefkaart op pagina 58.

De foto toont geïnterneerden uit Moeskroen en omgeving.

[1] Geldrop postaal, Heemkroniek Jaargang 49, nummer 4, december 2010.
[2] Zie afbeelding op pagina 53.
Ga terug