Heemkronijk jaar:2016, jaargang:55, nummer:3, pag:62 -63
Geschiedenis van het kasteel van Geldrop
door: Sjaak de Waal
Op zaterdag 11 juni 2016 werd bij Boek- en Kantoorboekhandel Van Grinsven in Geldrop en bij Boek- en Kantoorboekhandel Lektura in Heeze het boek van Andre Josiasssen, Kasteel Geldrop en zijn bewoners/eigenaren van 1350-1972, gepresenteerd. Het 252 bladzijden tellende werk is door de auteur in eigen beheer uitgegeven in het kader van het 400-jarig bestaan van het trapgevelgebouw als oudste deel van het kasteel van Geldrop, zoals dat er tegenwoordig uitziet. Het voorwoord in het boek is van de hand van mr. drs. Samuel (Sammy) Ernest baron van Tuyll van Serooskerken, deels woonachtig in het kasteel van Heeze en nakomeling van de laatste bewoonster van het kasteel van Geldrop. Hij kreeg in Heeze het eerste exemplaar van het boek uitgereikt.
Andre Josiassen heeft een degelijk werk afgeleverd. Hij heeft het verhaal verteld over een monumentaal, beeldbepalend gebouw in Geldrop met een bijzondere geschiedenis. Daarvoor is de auteur ver in de tijd moeten teruggaan, waarbij intensief onderzoek zal zijn verricht . De oorsprong van wat heden ten dage het kasteel van Geldrop heet, dateert van het midden van de veertiende eeuw. Na een verwoesting in 1512 werd in 1616 het trapgevelgebouw, het middenstuk van het huidige complex, gebouwd. Kasteel Geldrop heeft in de loop van de tijd een grote metamorfose ondergaan door verwoesting, verbouwing en/of toevoegingen. Wat anno 2016 rest is nauwelijks nog een echt kasteel in de zin van versterkte legerplaats, citadel of burcht te noemen; eerder een buitenplaats, landhuis of ‘fraye edelmanswoninghe’, welke laatste benaming historicus/genealoog Philips baron van Leefdael in de zeventiende eeuw aan de in 1616 gebouwde woning gaf. Het aantrekkelijkste zicht op het gebouw is de achterkant met de gracht ervoor. Van het Geldropse kasteel wordt veelal de zuidzijde afgebeeld, want de noordgevel met hoofdingang en het omstreeks 1930 gebouwde baldakijn ontbeert allure.
Zoals te begrijpen is zijn over het kasteel Geldrop of onderdelen en perioden van het kasteel in de loop van de tijd de nodige publicaties verschenen. Andre Josiassen vermeldt ze ook onder de bronnen achter in het boek, al had een aantal opgaven wel vollediger gekund en voorzien kunnen worden van een tijdsaanduiding. Niet iedere buitenstaander zal bijvoorbeeld onmiddellijk door hebben dat met Alles wat hier leeft, spint, twernt of weeft van Jean Coenen de titel bedoeld wordt van Jean Coenens bekende geschiedschrijving uit 1987 over Geldrop en Zesgehuchten. De laatste ‘bron’, • etc. etc., had natuurlijk beter weggelaten kunnen worden; in de plaats daarvan zou een toelichtende opmerking over de geraadpleegde informatie niet hebben misstaan.
Zo’n aaneengesloten uitvoerige, gedetailleerde behandeling van gebouw met bewoners of eigenaren te midden van een Engelse tuin en geïntegreerd in diverse uiteenlopende perioden van de geschiedenis ontbrak nog. De auteur heeft door onderzoek talrijke tot dusver voor velen onbekende gegevens over het gebouw gepubliceerd, met name uit de periode sinds de negentiende eeuw. De laatste bewoonster van het kasteel, C.H.F. barones van Tuyll van Serooskerken-Quarles van Ufford, is in 1972 overleden. Ze was de weduwe van J.M. baron van Tuyll van Serooskerken (1886-1938). Het kasteel is in 1974 door aankoop in het bezit van de gemeente Geldrop gekomen. Het maakt nu deel uit van het door een stichting bestuurd landgoed; de overdracht van het landgoed aan de stichting vond op 23 december 1996 plaats.
De relatie met Heeze komt in het boek natuurlijk aan de orde, niet alleen in het voorwoord door Sammy van Tuyll van Serooskerken. Al in de vijftiende eeuw waren de heerlijkheid Geldrop en de heerlijkheid Heeze, Leende en Zesgehuchten in handen van de familie Van Horne gekomen. Beide heerlijkheden kregen naderhand andere eigenaren/bewoners. Toen Arnaudina Hoevenaar, erfgename van het kasteel van Geldrop, in 1881 trouwde met Hendrik Nicolaas Cornelis (Henri) baron van Tuyll van Serooskerken ontstonden familiebanden tussen (latere) eigenaren/bewoners van het kasteel van Geldrop en het kasteel van Heeze.
Een groot deel van de inhoud van het boek, ongeveer de helft, gaat over de periode sinds de negentiende eeuw. Zoals over Hubertus Paulus Hoevenaar (1814-1886), de suikerfabrikant in Nederlands-Indië (het huidige Indonesië), die het kasteel van Geldrop erfde. Het verhaal over de suikerindustrie op Java is een onverwachte, interessante toevoeging aan de inhoud. Het boek bevat ook bijzondere illustraties. Veel van de afgebeelde portretten zijn vanwege de familiebanden tussen Geldrop en Heeze afkomstig uit de collectie of uit het archief van het kasteel van Heeze.
Het is voor de lezer een opgave om alle namen en bijzonderheden, waar de inhoud van dit boek van wemelt, uit elkaar te houden. Door een chronologische opbouw en een systematische behandeling van zijn onderwerp is de auteur erin geslaagd om inzicht in het geheel van zijn verhaal te verschaffen. De geschiedenis van het kasteel van Geldrop en zijn bewoners/eigenaren tot en met 1972 ligt nu vast dankzij het werk van Andre Josiassen. Het valt te hopen dat veel geïnteresseerden in de geschiedenis van Geldrop van de schat aan gegevens die hij in dit boek heeft verzameld en geordend zullen profiteren.