Textielfabrikant Carl Raue

Heemkronijk jaar:2014, jaargang:53, nummer:1, pag:27 -31

Textielfabrikant Carl Raue

door: Gerard Steeghs

Voorgeschiedenis

Carl Raue is geboren op 19 december 1835 te Bommerholze in het koninkrijk Pruisen uit het gemengde huwelijk van de protestantse landmeter Johann Carl Raue en de rooms-katholieke Anna Catharina Muher.

Carle Raue 1905 

Carl kwam in Geldrop terecht na te hebben gesolliciteerd naar aanleiding van een advertentie in de Meierijsche Courant, waarin notaris Samuel van Hoven uit Son een bedrijfsleider vroeg voor een fabriek in Geldrop. Deze had hij in oktober 1857 van notaris Pieter van Galen gekocht.

De fabriek was in 1852 gesticht door Van Galen, Jacobus Broex en Carel Frantzen. De drie heren waren in september van dat jaar een vennootschap aangegaan onder de firmanaam ‘Frantzen & Compagnie’. Men bouwde op een perceel op de Helze een fabriek voor het mechanisch vollen, verven, scheren en appreteren (op glans brengen van laken). Hiervoor deden de heren in de zomer van dat jaar ook een aanvraag voor de plaatsing van een stoommachine, de tweede in Geldrop.

Fabriek op de Helze 1853. 

Een notaris vervulde op het platteland in die tijd een kassiersfunctie en beschikte vaak over financiële middelen, welke hij op basis van tijdelijkheid ook weer kon uitzetten, mits de risicofactor beperkt bleef. Mogelijk gebruikte een notaris ook eigen bezit om te investeren ten behoeve van de toekomst van zijn kinderen. Bij oprichting van bedrijven was hij daarom vaak betrokken als stille vennoot.

De firma ‘van Hoven en Raue’

In februari 1857 besloot men de vennootschap op te heffen en de liquidatie van de zaak aan vennoot en notaris  Pieter van Galen over te laten. Nadat hij inmiddels zelf teruggekeerd was naar Bergeijk en Jacobus Broex in Tjillatjap op Java zat, verkocht hij in oktober de fabriek aan notaris Samuel van Hoven uit Son, die de fabriek aankocht voor de toekomst van zijn zoon Anne. Het betrof een stoomvollerij, die samen met twee aangrenzende percelen en een perceel op Zesgehuchten voor het bedrag van ƒ 1.500,– (huidige waarde € 14.887,-) werd gekocht.

Eerste woning Carl Raue de Heuvel 6. 

Tegelijkertijd nam hij ook een lakenfabriekje op de Heuvel (B15) met woonhuis (B14), ooit eigendom van Godefridus van Stratum, voor ƒ 2.000,– (€ 19.849,-) over van Van Galen cs.

In het huis gingen zowel Anne van Hoven als Carl Raue wonen. Na zijn vestiging in Geldrop in oktober 1857, ging Carl Raue in november een vennootschap aan met notaris Samuel van Hoven (tevens burgemeester van Breugel) en zoon Anne onder de firmanaam ‘van Hoven en Raue’. De firma had als doel het fabriceren van en handeldrijven in laken, bukskin en andere wollen stoffen. Zij zorgden omstreeks 1864 voor de eerste uitbreiding van de fabriek op de Helze.

In oktober 1862 kocht Samuel van Hoven ten behoeve van de firma ‘van Hoven en Raue’ voor ƒ 3.000,– (€ 30.230,-) van fabrikant Petrus van Grinsven een aangrenzend lakenfabriekje (B12) met woning (B13) op de Heuvel. In het huis met wijknummer B421 (later Heuvel 6) ging Carl Raue met zijn jonge gezin wonen. Hij was namelijk op 3 oktober 1861 getrouwd met de nicht van zijn compagnon, Johanna Neiszen, en op 20 juli 1862 vader geworden van hun eerste dochter Arnolda.

Fabriek op de Helze 1873.  

Fabriek op de Helze omstreeks 1920. 

De overgang naar de firma ‘Raue en Bodde’

Ondanks de familierelatie werd de vennootschap van de firma ‘van Hoven en Raue’ per 31 december 1866 ontbonden, waarna Carl Raue in januari 1867 de fabriek inclusief de percelen weiland voor ƒ 12.750,– (€ 128.678,-) kocht van Samuel van Hoven. Hiervoor had Carl Raue zich per 1 januari 1867 geassocieerd met notaris Gerrit Bodde uit Meerkerk (Zuid-Holland), die de vennootschap aanging voor de toekomst van zijn zoon Cornelis. Dit alles resulteerde in de firma ‘Raue en Bodde’, die tot doel had het fabriceren van en handel drijven in lakens en andere wollen stoffen. Gerrit Bodde was weer de schoonvader van de broer van Carl’s vrouw Johanna Neiszen.

Anne van Hoven zette per 1 januari 1867 het wollenstoffenfabriekje op de Heuvel (B15) alleen voort in een vennootschap met zijn vader onder de firmanaam ‘van Hoven & Cie’. In die periode had Carl Raue het huis waarin hij op de Heuvel woonde  (B13) reeds aangekocht.

Fabriekjes op de Heuvel 1859, (B13, B14 en B15 in de cirkel).

‘Raue & Bodde’ was een fabriek van laken, bukskin, boezel en rokstrepen. Bukskin, ook wel wolleer genoemd, was een dikke, licht geruwde stof die heel of half geschoren was en gedeeltelijk uit wol vervaardigd werd. Men gebruikte de stof vooral voor sterke werkbroeken. Boezel was een grof weefsel van linnen en wol, dat men gebruikte voor boezelaars (voorschoten). Rokstrepen was een stof die men vervaardigde voor het maken van vrouwenrokken. Achtereenvolgens omstreeks 1869 en 1871 vonden respectievelijk een kleine en een aanzienlijke uitbreiding van de fabriek plaats.

Villa Nova

Vila Nova met Carl Raue 16-12-1887. 

Op 11 december 1877 was Carl Raue inmiddels genaturaliseerd tot Nederlander, waarna in april 1879 zijn vrouw Johanna Neiszen overleed. Intussen had hij als textielfabrikant in augustus 1878 bij openbare verkoop van de erfgenamen van Wouterina de Ruijter een perceel akkerland gekocht voor ƒ 1.520,– (€ 15.808,-). Tevens kocht hij in oktober van dat jaar van landbouwer Andries van Grootel voor ƒ 375,– (€ 3.900,-) een deel akkerland.

Op het nieuw ontstane perceel liet hij een villa (‘Villa Nova’) bouwen, welke hij in mei 1880 in gebruik nam. In de aanbouw ter linkerzijde woonde het personeel en de aanbouw aan de rechterkant fungeerde als koetshuis. Zijn voormalige woning op de Groote Heuvel had hij inmiddels in november 1879 verkocht aan fabrikant Martinus van der Heijden ten behoeve van diens moeder Helena van der Heijden-Verwaijen. Deze verkocht het pand in mei 1886 weer aan Anne van Hoven.

In september 1881 kocht Carl Raue voor ƒ 1.000,– (€ 10.793,-) het resterend deel akkerland van Andries van Grootel. Op dit deel en ter linkerzijde van ‘Villa Nova’ liet hij een lusttuin aanleggen, waarvoor hij de planten opgekocht had van een failliete tuinder. Het verhaal gaat dat het puin van de in 1887 afgebroken oude kerk in deze tuin gestort is. Hiervan zou de bult in de tuin van het later gebouwde landhuis op nummer 52 de stille getuige zijn.

Lusttuin van Vila Nova Pinksteren 1892. 

Carl trouwde op 9 oktober 1882 voor de tweede keer, nu met Catharina Neiszen. Zij was een nicht van zijn eerste vrouw Johanna. Zoals te lezen valt in het artikel van 14 oktober 1882 in het Nieuws van de Week, was het zilveren jubileum van Carl Raue aanleiding om dit met het werkvolk zeer uitgebreid te vieren. Hij was een technisch zeer vooruitstrevend man met een sterke sociale inslag. Hem werd een groot zilveren inktstel met inscriptie aangeboden, dat nu nog in het kasteel van Geldrop te bezichtigen is.

Artikel in Nieuws van de Week 14 - 1- 1882. 

Inktstel jubileum Carl Raue. 

Het einde van de fabriek

De fabriek was lange tijd één van de grote textielfabrieken in Geldrop met ongeveer 100 werknemers, maar dit aantal was in het jaar 1900 teruggelopen tot 40 en tot 18 aan het einde van haar bestaan. Uiteindelijk verklaarde de Rechtbank in Den Bosch op 3 april 1901 de firma ‘Raue en Bodde’ failliet, waarna de onroerende goederen op 29 april werden geveild. De fabrikant Petrus van den Heuvel kocht als belegging de stoomwolspinnerij met huis, pakhuis en een deel weiland op de Helze voor ƒ 850,– (€ 10.894,-).

Hierna begon Cornelis J. Bodde een nieuw fabriekje (een ververij) op een perceel grond tussen de Heuvel en de Mierloscheweg (D157) onder de naam ‘A & J Bodde’. In eerste instantie werd het bedrijf gefinancierd door zijn zussen Anna, weduwe van Johannes Neiszen, en Jacoba. In 1903 volgde voortzetting onder zijn eigen naam ‘CJ Bodde’.

Carl Raue overleed op 11 januari 1908 op 72-jarige leeftijd en werd bijgezet in het graf van zijn eerste vrouw Johanna Neiszen op het protestants kerkhof aan de Nuenenseweg. In augustus van dat jaar verkocht de weduwe vervolgens ‘Villa Nova’ met lusttuin voor ƒ 14.000,– (€ 160.692,-) aan de fabrikant Adrianus van Gerdinge, die tot dan woonachtig was op de Kerkstraat (D105). Hij was toen als directeur bezig met de nieuwbouw van zijn in juli dat jaar afgebrande weverij nabij de Endepoel.

Raue & Bodde kaart. 

Raue & Bodde briefhoofd.

Bronnen:

1  Carla Raue, kleindochter van Carl Raue.

2  Gerard Steeghs, de Nieuwendijk vroeger, een Geldropsche straat in de negentiende en twintigste eeuw (Eindhoven 2016).

3.  Omrekening van bedragen naar huidige waarde: www.iisg.nl/hpw/calculate-nl.php.

Ga terug