10 jaar later: Brabantsedag 60 jaar

Heemkronijk jaar:2018, jaargang:57, nummer:1, pag:14 -16

10 jaar later: Brabantsedag 60 jaar

door: Ad Maas; inleiding redactie

Inleiding

Als deze Heemkronyk bij u in de bus valt, is in Heeze de jaarlijkse theaterparade Brabantsedag net weer achter de rug, dit jaar voor de 61e keer. Vorig jaar is bij gelegenheid van het 60-jarig jubileum een boek uitgekomen: 60 jaar thema verbeeld. De auteur van het boek dat verscheen bij het gouden jubileum, Ad Maas, bespreekt dit boek in het volgende artikel. Hoewel deze bespreking opgevat kan worden als ‘mosterd na de maaltijd’, is het toch de moeite die op te nemen. Niet alleen omdat de Brabantsedag zelf hiermee in ons blad figureert en het goed is het jubileumboek nog eens onder de aandacht te brengen, maar vooral omdat in het stuk gefilosofeerd wordt over het nut van kennis van het verleden.

Bespreking

Het 60-jarig jubileum van de Brabantsedag is onder meer gevierd met een boek 60 jaar thema verbeeld. Wim van de Donk heeft als commissaris van de koning weinig woorden nodig om de Brabantsedag te typeren, burgermeester Paul Verhoeven wat meer, en hij noemt het boek een cadeautje, maar ik moest in ‘t Perron vijftien euro betalen, en dat deed ik natuurlijk met genoegen. Boukje van Ettro vindt dat een jubileum een moment is om kort terug te kijken, maar dat komt omdat ze een jubileum vooral een moment vindt om vooruit te kijken. Ze viert alvast de toekomst. Het één zal wel niet zonder het ander kunnen. En Ineke Strouken staat aandachtig stil bij een traditie van zestig jaren en dat is ook logisch bij iemand die immaterieel cultureel erfgoed behartigt.

Het boek gaat eigenlijk over de achtereenvolgende ontwerpers van het promotiemateriaal. Ze brachten elk thema zo aansprekend mogelijk in beeld. De mogelijkheden van internet waren een belangrijke vooruitgang voor wagenbouwers om een thema origineel uit te werken, maar minder voor de ontwerpers van het promotiematraai, lijkt mij. Klaasje Douma diepte de zestig thema’s op uit de bronnen; gelukkig stonden de eerste vijftig al in het boek 50 jaar Brabantse Dag 1958-2007. Een gouden Cultuurfestival. Om het geheel hanteerbaar te maken zijn de zestig jaren verdeeld in twaalf perioden van vijf jaren, een realistische boekhoudkundige benadering. Hier kom ik zo dadelijk even idealistisch op terug.

Het lezen en bekijken van 60 jaar thema verbeeld was voor mij een zekere zelfvaluatie, omdat ik het boek 50 jaar Brabantse Dag 1958-2007. Een gouden Cultuurfestival geschreven had (met de competente en creatieve ondersteuning van onder meer ontwerper Frank Schooleman). Ik besef dat ik de ontwerpers van het promotiemateriaal toen te weinig in het aandachtsveld had geplaatst. Dat had wel uitdrukkelijker en persoonlijker gekund. Een goede keuze dus om tien jaar later de ontwerpen en de ontwerpers van het promotiemateriaal centraal te stellen. Ik zet deze personen hier even in het gelid, iets wat niet zo erg in hun aard ligt:

Peter Peters: 1978 – 1987

Frank Schooleman: 1990 – 1992

Lambert van Lierop: 1993 – 1998

Frank Schooleman: 1999 – 2000

Miesjel van Gerwen: 2001 – 2007

Nick Vinck: 2008 – 2009

Stijn van Meerwijk: 2010 – 2013

Monne Tuinhout: 2014

Lucas van Hapert: 2015 – 2017

Een indeling van het boek kun je ook hierop baseren, namelijk: 1. geen met name genoemde ontwerper(s) 1958-1978, 2. Peter Peters, 3. geen met name genoemde ontwerper(s) 1988-1989, 4. Frank Schooleman, 5. Lambert van Lierop, 6. Frank Schooleman, 7. Miesjel van Gerwen, 8. Nick Vinck, 9. Stijn van Meerwijk, 10. Monne Tuinhout en 11. Lucas van Hapert. Voegen we de twee perioden van Frank Schooleman samen (dat kan, want zijn perioden worden met dezelfde tekst ingeluid) dan zouden we op tien kunstbeschouwingen / designbesprekingen uitkomen. Deel je het boek zo in, dat kan, maar dan dwing je jezelf in een bepaalde richting. Je moet het dan meer hebben over het in beeld brengen van een thema en wat daarbij komt kijken; ik denk aan zoiets als: inbeelden(inleven), verbeelden en uitbeelden. Deze benadering zou dwingen tot meer reflectie en meer daarbij passende taal. Als het boek niet te dik mag worden krijg je dan eerder tekst met illustraties dan illustraties met tekst.

De tekst van het hoofdstuk 60 jaar thema verbeeld (ook de titel van het boek) geeft eigenlijk al een mooie voorzet. Daarin staat namelijk de interessante opmerking dat je vanuit de historie kunt actualiseren of vanuit de actualiteit historiceren. Treffende formulering. Moet op een tegel. Achter deze opties zit het geloof dat je van het verleden kunt leren. Er zijn mensen die vinden dat je aan kennis van en inzicht in het verleden niets hebt, want alles is elke dag nieuw onder de zon. Sinds de zogenaamde oerknal is alles beweging en verandering. Ze hebben gelijk. Maar niet helemaal. In het verleden duiken biedt tal van situaties aan waarin mensen zich op bepaalde wijze gedragen, en dan blijkt er veel overeenkomst en herhaling te zijn. Daar valt wel wat te leren. Als de hertog een dom decreet uitvaardigt, spreken ondergeschikte machthebbers af dat bekend gemaakt moet worden dat hij op schandelijke wijze is misleid door adviseurs. Die dienen afgestraft te worden. De media van toen vonden dat ook. Vergelijk dat maar (zie internet) met wat we nu klokkenluiders noemen. Maar belangrijker is wellicht dat je verdiepen in een bepaald historisch onderwerp vooral belangrijk is om toch met enige distantie het hier en nu te ervaren. En dat je daardoor in staat bent een ecologische, economische, maatschappelijke en culturele verandering beter overwogen bij te sturen.

In 60 jaar thema verbeeld gedurende 28 jaar 9 ontwerpers: ieder met foto en de voorkaft van de posters en voorkaft van het programmaboekje en ieder met een uitspraak over het ontwerpen voor de Brabantsedag. Stijn van Meerwijk brak met de traditie van illustraties en koos voor fotografie, Monne Tuinhout gebruikte een foto van een schilderij (?) en Lucas van Hapert ging aan het zeefdrukken. Frans Schooleman noemt het belang van historisch inzicht in het thema om een goed ontwerp te maken. De uitspraak van Miesjel van Gerwen is wellicht illustratief voor de evolutie van de Brabantsedag: “Met mijn posterontwerpen wilde ik duidelijk maken dat de Brabantsedag een andere koers nam, maar ik wilde ook dat het de Brabantsedag bleef met het beeld dat de mensen daarvan hadden”. Herkenbare vernieuwing, zeg maar: Vind ik ook.

Het is natuurlijk wel belangrijk om aan te geven dat steeds meer professionele ontwerpers betrokken werden bij de optochtcreaties, ‘straattheater en historische optocht ineen’, zoals de commissaris van de koning schrijft of ’rollend theaterspektakel’, zoals Boukje van Ettro het formuleert. Dat werk heb ik in mijn boek beschreven in hoofdstuk 2.3 Vakvrouwschap en Vakmanschap. Daar zou bij het 70-jarig bestaan van de BD best een boek over kunnen verschijnen: welke rollen zijn er om het wagenspel van de grond te krijgen en overtuigend uit te voeren. De ontwerpers, de bouwers en de spelers kijken terug en vooruit. Bij elke groep is van belang het groepsproces. Wat zijn de factoren die bij betrokken vrijwilligers leiden tot een goed resultaat? Hierover doorfilosoferen is machtig mooi. Velen nemen deel, maar eigenlijk moet het zijn: velen geven deel. Houden zo!

Eerste Brabantse Dag, zondag 6 september 1958. Van links naar rechts: Ton Adriaans, Tiny van Eert, Ger Baars, Brok van der Zande, Frans Wijffelaars, Jose Berkers, Mia van Bree en Henk van Eert. (Bron: 60 jaar thema verbeeld)

Rectificatie uit Heemkronyk december 2018
In de vorige Heemkronyk is bij het artikel '10 jaar later:
Brabantsdag 60 jaar' een foto geplaatst van de eerste
Brabantse Dag op 6 september 1958. Bij deze foto, afkomstig
uit het boek 60 jaar thema verbeeld, is een verkeerd
bijschrift geplaatst. Het juiste bijschrift luidt: Van
links naar rechts: Ton Adriaens, Tonnie van Eert, Ger
Baars, Dick van der Zande, Frans Wijffelaars, José Berkers,
Mia van Bree en Henk van Eert.

Ga terug