Heemkronijk jaar:1962, jaargang:1, nummer:3, blz.5 -8
De Benamingen van ons Heem (1)
door: J. Paans
Als men gaat zoeken naar de betekenis van plaatsnamen, vindt men dikwijls geheel iets anders, dan men op het eerste gezicht verwacht. Soms is het al heel gemakkelijk dikwijls echter zeer lastig te achterhalen. Men krijgt het gevoel, dat het volk, of de betrokkenen, vroeger zeer treffend een gebied een naam wist te geven. Ze kozen een benaming zoals ze het zagen liggen, of zoals het ondervonden, beleefd of gevoeld werd. In onze streek, de Heerlijkheid Heeze-Leende, Zesgehuchten en Sterksel, hebben de wijken of gebieden, veelal ook een naam, Men vindt er Bos — Akker - Maal - Dries - Loop - Kruis - Loo - Heem - Broek - Voort - Ven - Zegge namen, enz., enz.
In oude woordenboeken en in het Etymologisch woordenboek van Dr. J. de Vries komen de volgende uitleggingen voor:
Zes-Gehuchten: Zes = zes Gehuchten= Groepen van bij elkaar horende hoeven
Genoenhuis: Gemeenschappelijk genoten huis of woonplaats?
Gijzenrooij: Het gerooide land of bos van of door Gijs of Gijzen?
Hout: Afgeleid van Bos - woud - hout
Hulst: Afgeleid van hulst= stekelige plant
Papevoort: 1e lid: priester (Rooms), 2e lid: doorwaadbare plaats of overgang
Putten; kuilen of diepten in het land
Riel: kan een Loo naam zijn samen met riet Rietlo? Echter ook kans van Ril wat waterloop betekent?
‘t Zand: Zanderig stuk grond
Heeze: Hees of heesterbosch, struikgewas, misschien ook Huis of Huizen
de Beemden: laag gelegen weilanden
de Boelakkers: de akkers rond of nabij de Boedel (huis en hof )
Diepers: dammen of dijken in laag of diepgelegen land
Euvelwegen: weg aan of voerende naar de overkant van het water
Ginderover: over de "Gene" = Beek
Gooren: slijkerig, laag land
Hazenhurk: 1e lid: kan haas dan wel hazelaar betekenen, 2e lid: hoek of uitstekende landpunt
Heezerenbosch: zie Heeze
Heuren: slijkerige of drasserige akkers
Hoeven: omheinde ruimten (Hofsteden)
Homrekken: donker, vochtig, drassig land
‘t Kerkhof: ‘t gebied in de omgeving van "de omheinde plaats om of nabij het Huis des Heeren"
Koolakkers: omtuinde of omheinde kampplaats voor akkerbouw. Kool is stengel
Kreyl : met rijshout begroeide laag gelegen gronden
‘t Kruis: kruispunt-viersprong (heeft er misschien ooit een kruisbeeld gestaan)
Cruysland: dat door de gelovigen geschonken werd ter bestrijding van de onkosten van een kruistocht
Lambrekven: het met houtgewas omzoomde meertje in de Heide?
Mortelakkers: zie koolakkers; Mortel= drassige grond
Meelakkers: zie koolakkers. Meel= middelste. Kan ook maal zijn: de plaatsen waar vroeger de meningsverschillen beslecht werden
Muggenberg: 1e lid: mug of vlieg, 2e lid: heuvel(duin of zandverstuiving)
Nieuwe Erven: 2e lid: de tot harde, zware arbeid gedwongenen
de Polders: Het drooggemaakte land de Rul, genoemd naar de rivier
de Rul of Kleine Dommel Rietvelden: De met riet begroeide gronden
Sandemannen; 1e lid: Sandelboom of Canada populier, 2e lid: beschermers
Schaftse Driesen: 1e lid: bos weiland, 2e lid: vermoeid land
Steenbleekven: Het blinkend meertje op of in de landrug?
Soerakkers: zie koolakkers Soer kan zijn zuur, zuidelijke
Strabrecht: Stro+brecht (de met stro om heinde plaats)
Trumakkers: zie koolakkers. Trum: troef-triomph, de beste, de voornaamste
de Ven: meertje in de heide (veen)
de Waarden: het laag liggend land (langs de rivieren)
Sterksel: 1e lid: afgeleid van sterk, 2e lid: Sele= zaal of hui; het hechte huis of gebouw
Maarheeze: 1e lid: Mare= meer, 2e lid: Heesterbosch
Leende: Leengoed? Het geleende goed? Het in tijdelijk bezit overlaten aan?
Boshoven: de hoeven in het bosch
Dalinger Putten: Diepten, laagten in het dalende land?
Eykenschoor: 1e lid: boomnaam, 2e lid: steunpaal
Het Goo : de weg langs het water (oeverpad)
Groote- Kleine- speel: omheinde plaats voor de volksfeesten en Ding- of rechtsvergaderingen
Hemelrasten: de door dapperen beschermde plaats
Hulsbroeken: 1e lid: stekelige plant, 2e lid: moerassig land
Meneeuwsel: plaats der honderdjarigen
Noppen: de hoogst gelegen punten in de vlakte
Oosterik: de oostelijke wiel – waal - kalk in de rivier
De Putten: Kuilen of diepten in het lage land
Riesten: de bewoonbare plaatsen?
Roghorst: 1e lid: rogge?, 2e lid: nest van roofvogel (vlechtwerk)
Rondevlaas: de ronde vlaas, waterplas
Leender Strijp: 1e lid: zie Leende, 2e lid: strook of streep
Tuin akkers: omheinde gronden
de Voorden: de doorwaadbare plaatsen
Gastel: het woud met of van de geesten
Soerendonk: de Zuidelijke- of Zuider landrug
Voor verbeteringen en aanvullingen houden wij ons warm aanbevolen.