Heemkronijk jaar:1965, jaargang:4, nummer:1, blz.7 -11
DE EERSTE KADASTRALE TAXATIES VAN HET BOUWLAND DER GEMEENTE HEEZE.
door: J.A. ten Cate
- - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - -
Toen de wet op de grondbelasting van 2 jan. 1832 het resultaat van de eerste kadastrale taxaties liet gelden, was in de 3878, 4414 ha. grote gemeente Heeze 722, 2546 ha. bouwland opgemeten, waarvan 19,9143 ha. als 1ste, 72,822 ha. als 2de, 256,6044 ha. als 3de, 241,0574 ha. als 4de, en 131,8583 ha. als 5de klasse bouwland werd beschouwd 10.
De bouwlanden van de 1ste klasse, die grotendeels in de Meibossen, Strabrecht en Eimerik lagen, bestonden uit goede zwarte zandgrond met een bouwlaag van 30 duim. 2) Volgens aan de tiendheffers ontleende eerste kadastrale berekeningen van de belastbare opbrengst werd hierop in het 1ste en 2de jaar van vier jaren gewoonlijk per ha 2 mud rogge van f. 5.78 per mud gezaaid, in het 3de jaar 6 mud aardappelen van f. 2.-- per mud, 1 mud haver van f. 2.91½ en 2/3 mud rogge en in het 4de jaar ½ mud boekweit van f. 4.68 per mud. Deze bezaaiingen en bepoting brachten het 1ste en 2de jaar gemiddeld 12 mud rogge, het 3de jaar 42 mud aardappelen, 9 mud haver en 4 mud rogge en het 4de jaar 9 mud boekweit op, zodat de onzuivere opbrengst in 4 jaren f . 314.91½ bedroeg. Hiervan werd f. 6.22 voor bescherming der percelen met hekken en sloten, f. 44.23½ voor zaaigoed, f. 45,-- voor ploegen, eggen, diepvaren en poten, f. 37.70 voor woeden, maaien, in bossen binden, laden, naar de schuur brengen en lossen, f. 16.11 voor dorsen en wannen en f. 75.40 voor bemesting en verder vervoer of 7l.524 % aan onkosten afgetrokken om de op f. 22.-- afgeronde jaarlijkse belastbare opbrengst te berekenen.
De bouwlanden van de 2de klasse bestonden doorgaans uit grijze zandgrond met een bouwlaag van 22 à 25 duim op een lichtbruin doorgaand zandbed, de meest hooggelegen bouwlanden van de 3de klasse uit grijze, veel mest vergende zandgrond op een klemmerig zandbed, die van de vierde klasse uit schrale, lichte zandgrond op een vlinzig of keiig zandbed en die van de 5de klasse uit schrale, van de heide afgegraven grond, sedert enige jaren door zware arbeid tet vruchtbaarheid gebraoht. Voor de taxatie van de jaarlijkse belastbare opbrengst dezer klasse per ha werden de in het volgende overzicht samengevatte vijfjarige bebouwingsschema's opgesteld:
2de klasse: 3de klasse:
1ste jaar rogge, 2:11 rogge 2:8
2de jaar: Aardappelen, 4½:27 aardappelen 3,6:18.
eve, 1:7 A spurrie, 4/5 ha (20)
rogge, 1:5½
3de jaar: rogge, 1½;8 1/4 rogge 1½:6.
spurrie, 1/4 ha (8,25) eve 1:5.
4de jaar: rogge: 2:11. rogge: 2:8
5de jaar: boekweit, ½:8. boekweit ½:7.
4de klasse: 5de klasse:
1ste jaar: rogge: 2:6 rogge, 2:4
2de jaar: rogge 2:6 spurrié, 1 ha (15).
3de jaar: spurrie: 1 ha (20) rogge, 2:4.
4de jaar: rogge; 2:6 boekweit, ½:4.
5de jaar: boekweit,½:5. braak. 3)
De onzuivere vijfjarige opbrengsten, die achtereenvolgens f. 319.90 – f. 225,62 – f. 147,44 – en f. 79.96 per ha bedroegen, werden respectievelijk met 75,74,73 en 72% aan niet gespecificeerde onkosten verminderd om de op 16,12,8 en 4 gulden afgeronden jaarlijkse belastbare opbrengsten te berekenen. Zo werden de opbrengsten der 5 klassen bouwland te Heeze op f 438.11 - f 1165.15 - f 3079.25, f 1928.46 en f 527,43 getaxeerd. De som van deze getaxeerde opbrengsten of f 7138,40 bedroeg meer dan de helft van die der grondeigendommen zonder gebouwen te Heeze.
De opbrengsten van de andere soorten dezer eigendommen bedroegen n.l.. f 6829,49 te weten:
f 4845,27 van 397,5323 ha weilanden, f 687,29 van 2386,3723 ha heidevelden en moerassen, f 466,57van 19,2101 ha moestuinen, f 437,22 van 129,1352 ha dennebossen, f 240,35 van 35,8123 ha hakhout, f 85,05 van 3,266 ha lustgrond, f 58,43 van 9,5872 ha opgaand geboomte, f 8,75 van 0,398 ha boomgaarden en f 0,36 van 1.4357 ha poelen en kolken 4).
De belastbare opbrengst van de 13,7849 ha grote oppervlakte der belastbare gebouwen, die gelijk werden gesteld aan die van eenzelfde oppervlakte bouwland van de 1ste klasse en dus f 303,27 bedroeg, wordt gewoonlijk ook bij de opbrengsten der ongebouwde eigendommen geteld. 5) .
De verhouding tussen de opbrengsten der gebouwde en ongebouwde eigendommen komt echter m.i. . beter tot haar recht, als men deze opbrengst bij de belastbare huurwaarde der gebouwen telt, die te H eeze f.3396,-- bedroeg. Ook zo blijkt immers, dat de ongebouwde eigendommen meer opbrachten dan de gebouwde, terwijl duidelijker aan het licht komt, dat de bouwlanden het merendeel van de opbrengst der ongebouwde eigendommen opbrachten
Dit is mede van belang, omdat
Heeze blijkens de uitslag van de volkstelling, die in oktober 1795 in de Bataafse Republiek werd gehouden, het volkrijkste dorp was van het volkrijkste schepenbanksgebied in het volkrijkste kwartier van de meierij van 's.Hertogenbosch, die het volkrijkste rechtgebied in voormalige Staats Brabant uitmaakte. 6).
Blijkens de uitslag van een volwassentelling, die in 1374 in het hertogdom Brabant werd gehouden om een hoofdgeld te kunnen heffen ter vermindering van de schade, die de de drie jaar te voren geleden Brabantse nederlaag bij Baésweiler werd berokkend, woonden er trouwens toen reeds in de heerlijkheid Heeze meer volwassenen dan in een ander Peellands schepenbanksgebied. 7).
Dit is vermoedelijk zo gebleven, totdat het inwonertal van de in de gemeenten Heeze, Leende en Zesgehuchten verdee1de heerlijkheid in 1840 door dat van Helmond werd ingehaald. 8).
Ik hoop derhalve, dat de lezers te Heeze, waar in 1945 het bouwland een oppervlakte had van 976 ha, door dit artikel nog meer zullen beseffen, dat gegevens over hun landbouwgeschiedenis van zeer groot belang zijn voor de kennis van de Noord-Brabantse economische geschiedenis. 9).BRONNEN:
1) L.van der Voordt Pieck en M.Buijs, Statistiek der Provincie Noord-Brabant volgens
de uitkomsten van het kadaster tijdens deszelfs invoering (Maastricht, 1845) en
Rijksarchiefdept in Noord-Brabant, archief der Provinciale griffie, inventarisnummer
3916.
2) idem, inventarisnummer 3384.
3) Achter de producten werd.de verhouding tussen zaad en oogst per mud opgegeven
behalve achter de spurrie, waarachter het bezaaiingsoppervlak en het bedrag der
opbrengst in guldens opgegeven werd. De marktprijs van de eve of lichte haver
bedroeg f 1.94 per mud.
4) Rijksarchiefdepot in Noord-Brabant , archief der provinciale griffie, 1gri£fie,
inventarisnummers 3916-3918.
5) L.van der Voordt en M.Buijs, liber citatus.
6) Volkstelling in de Nederlandsche Republiek ('S-Gravenhage, 1796).
7) J.Cuvelier, Les dénombrements de foyers en Brabant (Brussel, 1912), blz. 14.
8) Almanak voor Noord-Brabant, jaargangen 1840 en 1841.
9) Gegevens per gemeente in 1940 en 1945 betreffende de oppervlakte en de indeling
van den cultuurgrond, het aantal runderen en het aantal varkens (’s-Gravenhage,
1946).