Op de grens van twee landen, op de grens van twee werelden.

Heemkronijk jaar:1966, jaargang:5, nummer:1,  blz.14 -16

OP DE GRENS VAN TWEE LANDEN

OP DE GRENS VAN TWEE WERELDEN

door: E.J.Th.A.M. van Emstede 

In de verlatenheid van de Kempen - achter Valkenswaard - tekenen zich in de avond-lucht tussen de sluiers van mist die als pluizige gordijnen uit de hemel in de avondwind deinen de donkere contouren af van de Achelse Kluis, oord van contemplatie, gebed, studie, werk en rust. We rijden er iedere maand éénmaal heen, een brabantse werkgroep van enthousiaste amateur-genealogen of zo ge wilt een aantal leden van de afdeling Kempen- en Peelland van de Nederlandse Genealogische Vereniging.

We rijden daar niet heen met het doel om daar in bezonken beschouwing een retraite te houden, doch uitsluitend om er te werken van Vrijdagavond tot in de vroege uren van de zaterdag en daarna - nadat geslapen is - dan nog eens van een uur of acht in de morgen tot het bescheiden Abdijklokje tonkelt voor de vespers.

De monniken gaan in zwijgende ingetogenheid naar de Abdijkerk.

Wij starten weer op huis aan.

Met z'n vieren of vijven hebben we dan 40 of 50 manuren gewerkt aan de realisatie van een grote affaire.

En nu zult ge vragen waarom deze inleiding.

Dat is een lang verhaal. Pater Domien de Jong, Cistercienser monnik van de Abdij De Achelse Kluis, gelegen op de grens van twee landen, hield onlangs voor de afd. Kempen- en Peelland van de N.G.V. te Eindhoven een boeiende lezing over zijn studie der iconografie en zijn verzameling doods-beeldekens of bidprentjes.

In deze lezing werd duidelijk, enerzijds dat deze verzameling bidprentjes belangrijk is voor de wetenschap der iconografie, anderzijds - en dit sprak ons als genealogen ofwel familiekundigen veel meer aan - als een nog ongekende bron van gegevens die belangrijk is voor het familieonderzoek.

Immers, war is een bidprentje? Het is een voorwerp van pieuse herinnering aan een ontslapen familielid, een testimonium ofwel getuigenis over een geliefde dode waarover niets kwaads (meer) te zeggen valt.

Het bidprentje - eens een statussymbool vóór 1850 - werd in de loop van de laatste eeuw een zo algemeen verschijnsel, dat het in onze samenleving zeer moeilijk is weg te denken.

Een bidprentje bevat naast de naam en voornamen van de dierbare overledene - waarvoor eenieder gevraagd wordt zijn of haar ziel in gebed te gedenken - gewoonlijk de plaats en de datum van geboorte naast de plaats en datum van overlijden. Is de overledene gehuwd dan wordt tevens de naam en voornamen vermeld van zijn of haar echtgenoot(e).

Was de overledene een priester of een religieuse dan worden saillante ofwel markante gegevens vermeld over zijn of haar klooster- of priesterstaat.

Daarnaast vermeldt een bidprentje dikwijls bijzonderheden over de overledene, die gewoonlijk met het in hert ongerede raken van zijn bidprentje de vergetelheid ingaan, omdat daarvan op geen andere plaats aantekening werd gehouden.

Onder de personalia van een bidprentje staan gewoonlijk voor het ogenblik van overlijden zeer lezenswaardige bijzonderheden over de geliefde dode vermeld, waarvan - gewoonlijk achteraf - verre nabestaanden met een kruimeltje zout kennis nemen, omdat de teneur deze: bijzonderheden er op gericht is de geliefde dode als een volmaakt mens in de herinnering te houden, zo goed zo edel en vroom dat de gelijkgerichte strekking van alle bidprentteksten gerede speling voor twijfels overlaat voor het tegendeel.

Het bidprentje is ons en ieder ander een testimonium humanum ofwel een menselijk getuigenis, dat door mensenhanden pieus werd gecreëerd op de grens van twee werelden, wanneer een geliefde ons verliet en waarbij zijn ziel die andere wereld van het onbekende inging. 

Gedenk in uw godvruchtige gebeden de ziel van zaliger die en die en de ziel zal moeten afwachten of aan dat indringende verzoek gevolg zal worden gegeven.

Daar steekt een morbide humor in, die in tijd gemeten tijdeloos wordt. Al met al dient opgemerkt re worden, dat in de praktijk een bidprentje in het algemeen een voorwerp van herinnering is, dat waardelozer wordt naarmate de datum van overlijden verder het verleden indringt.

Als het felle leed om het verlies van een geliefde - die weggerukt werd door de dood - door de tijd geheeld is, dan blijft nog slechts de weemoed en de herinnering omdat het leven nu eenmaal steeds weer zijn rechten blijft opeisen.

De dierbare overledene is als een gebroken dakpan, die vervangen werd door een andere, een steen die in een vijver viel waardoor de waterspiegel rimpelde tot kringen die weggolven en vervagen.

Het bidprentje is de laatste herinnering.

Naar mate deze bij de mens vervaagt is het normaal, dat bidprentjes mettertijd bij een schoonmaak of bij een verhuizing verdwijnen of in de kachel of in de vuilnisemmer.

En hier nu begint het boeiende verhaal van Pater Domien de Jong.

Sedert negen jaren beijvert hij zich om uit alle streken van Nederland en België de waardeloos geworden bidprentjes te verzamelen op de grens van twee landen in de Achelse Kluis.

Zijn wetenschappelijke belangstelling was er aanvankelijk op gericht om aan de hand van de door hem verzamelde en nog te verzamelen bidprentjes mettertijd een boek te schrijven over de iconografie, een werk waarmede nog jaren gemoeid zullen zijn. Zijn belangstelling gold niet alleen de gebedsteksten, doch evenzeer de gebruikte afbeeldingen en de gedrukte personalia.

Naarmate zijn verzameling bekend werd bij belangstellenden werden hem steeds meer bidprentjes toegezonden.

Op het tijdstip dat Pater Domien de Jong zijn lezing hield was deze verzameling reeds uitgegroeid tot een collectie die het half millioen dicht genaderd is.

De collectie is thans opgeborgen in een imposante batterij ladenkasten, die twee wanden vullen van het grote werkvertrek, dat hem door Pater Superieur grootmoedig ter beschikking werd gesteld.

Hoewel het verheugend was, dat de collectie bidprentjes zo goed was ondergebracht, toch bleef er een steeds vuriger wordende wens over n.l. de ordening en het toegankelijk maken van deze immense verzameling familiegegevens in lexicographisch alphabetische volgorde.

Aan de vervulling van deze wens is door de werkgroep van de afdeling Kempen en Peelland van de Nederlandse Genealogische Vereniging in de afgelopen vier maanden hard gewerkt. Daarnaast wordt door een tweetal vaste lekenmedewerkers van Pater Domien de Jong dagelijks de ordening van deze collectie steeds meer vervolmaakt.

Hierdoor zal het binnen zeer afzienbare tijd mogelijk zijn voor geinteresseerden uit deze collectie bidprentjes bepaalde bijzonderheden te weten te komen over reeds lang geleden gestorven familieleden.

Pater Domien de Jong is n.l. van oordeel, dat de gemeenschap die hem deze bidprentjes zo spontaan verschaft en nog dagelijks toezendt er ook recht op heeft daaruit desgewenst inlichtingen te krijgen.

Voor iedere geinteresseerde is het van belang te weten, dat hij of zij zich per brief wenden kan tot het Iconografisch-Genealogisch Bureau Achelse Kluis met vermelding van naam en voornamen van de overledene, uiteraard - en dit dient vanzelfsprekend te zijn bij een gemeenschap waarin de armoede spreekwoordelijk is - met insluiting van een postzegel voor antwoord.

De bij het Iconografisch-Genealogisch Bureau Achelse Kluis te volgen procedure bij het verstrekken van inlichtingen gaat als volgt in haar werk.

wordt vervolgd.

Ga terug