De meester van de heiligenbeelden uit Leende.

Heemkronijk jaar:1974, jaargang:13, nummer:1+2, blz.20 -21

DE MEESTER VAN DE HEILIGENBEELDEN UIT LEENDE

door: Jan Aerts 

Leende heeft niet alleen maar een mooie vijf eeuwen oude kerk, maar ook een rijke kerkschat. Drie heiligenbeelden uit de kerk van Leende worden toegeschreven aan een beeldhouwer waarvan wordt aangenomen dat hij zijn atelier in Eindhoven heeft gehad. De concentratie van drie beelden van zijn hand in de Leendse kerk, was in 1971 aanleiding om hem de noodnaam "Meester van de heiligenbeelden uit Leende" te geven. De werkgroep historie van de stichting Torenfeesten, die o.m. was belast met inrichten van een tentoonstelling in het kader van het kerkjubileum, had voor dit thema gekozen en daaraan een expositie gekoppeld van de overige kerkschatten van Leende. En verder werden ook nog documenten en archivalia betreffende de kerk en parochie geëxposeerd.

Al organiserend kwam de werkgroep tot de ontdekking dat de opgave niet eenvoudig was. Maar met grote volharding, persoonlijke inzet en een uitstekend incasseringsvermogen slaagde de groep er in om tenslotte alle tien de beelden op een aantrekkelijke wijze in de kerk van Leende ten toon te stellen. Voor het eerst stonden alle tot nu toe bekende beelden van deze oost-Brabantse beeldhouwer uit de laat-gotiek bij elkaar. Weliswaar worden enkele van deze beelden toegeschreven aan de omgeving van de meester zij het toch met een duidelijk herkenbare stijlovereenkomst. De tentoonstelling was een unicum, want voor het eerste maal en waarschijnlijk voor lange tijd ook voor het laatst stond het tot nu toe bekende oeuvre van de meester en zijn omgeving volledig geëxposeerd.

Dank zij de voortreffelijke medewerking van drs. Guido de Werd uit Nijmegen kon de tentoonstelling worden begeleid met een goed verzorgde catalogus. De heer De Werd schreef de inleiding voor de catalogus en leverde de gegevens voor de beschrijving van de beelden.

Wie kon beter dan hij, die de noodnaam Meester van de heiligenbeelden uit Leende heeft ontworpen, een signalement geven van de kunstenaar wiens artistieke persoonlijkheid we wel kennen maar die als persoon nog ongeïdentificeerd is. Een signalement waarmee we vooruit kunnen; waarin de grenzen van het opsporingsgebied zijn aangegeven: de streek waar we zijn heiligenbeelden vinden. Een catalogus die aan de toch eigenlijk bescheiden tentoonstelling een blijvende waarde geeft ook al omdat van alle beelden een foto is afgebeeld die belangeloos ter beschikking waren gesteld door H. Sibbelee, W. van Leeuwen en A. Jansen. 

De expositie was opgezet in samenwerking met drs. G. Lemmens, konservator van het Museum voor Religieuze Kunst te Uden, waar na afloop de beelden eveneens enkele weken zijn geëxposeerd.

Om het beeld van het Kasteel-museum te Gaasbeek (B) in bruikleen te kunnen krijgen was wat extra inspanning nodig geweest. De konservator van dit museum weigerde - op goede gronden - om het beeld in bruikleen te geven. Verschillende pogingen mislukten, totdat drs. T.J. Gerits O. Praem. van Averbode, u allen welbekend, er in slaagde om de juiste toon te vinden om ook dit beeld naar Leende te kunnen halen. Het is wel, ondoenlijk om allen te vermelden die op een of andere wijze hebben geholpen om deze tentoonstelling tot stand te brengen. Wel kunnen we zeggen dat het er veel waren en dat dank zij hen allen dit resultaat kon worden bereikt.

Van de enkelen die we moeten vermelden is de eerste pastoor A.C.M. van Loon van Leende die een wel haast ongelimiteerde medewerking verleende. En dan was er de werkgroep historie, geheel bestaande uit leden van de kring Heeze-Leende, die op een bijna ontzagwekkende manier alle hindernissen heeft genomen. Een paar van hen moeten we hier met naam noemen, omdat hun doorzetten tegen alle weerwil in tot het bekende resultaat heeft geleid. Datzijn Mary Verhagen-van Draanen en Steef Mulder. Vooral dank zij eerstgenoemde kon het tiende beeld en daardoor een complete tentoonstelling worden gepresenteerd. Steef Mulder ontpopte zich aldoende als de man die voor alle problemen twee oplossingen klaar had liggen, en als uit het niets vitrines, sokkels en wat al niet tevoorschijn toverde. Daarbij wist hij de financiële zorgen van de werkgroep steeds zo uit te leggen da ze tenslotte niet meer bestonden. En het mooie is, dat hij achteraf meer dan gelijk heeft gekregen.

Het leek ons nuttig om hier een paar aspekten van de tentoonstelling en het ontstaan er van in te gaan, zonder ook maar een ogenblik te denken aan een schijn van volledigheid.

Als lid van de werkgroep historie heb ook ik met plezier mijn steentje bijgedragen aan deze expositie die door ongeveer veertienhonderd personen werd bezocht. He is mogelijk, dat wij in een volgend nummer van de Heemkronyk nog een paar aanvullende gegevens over enkele tentoongestelde voorwerpen kunnen publiceren. Overigens vindt u een schat aan informatie in de catalogus, waarvan nog een beperkt aantal in voorraad is. 

Ga terug