Het geslacht Bull Pompe (vervolg)

Heemkronijk jaar:1976, jaargang:15, nummer:3+4, blz.29 -47 

HET GESLACHT BULL- POMPE (Vervolg)

door: A.F.N. van Asten

 

Beeltenis van Walterus Pompe (1735)

Doordat in dit vervolg van de stamboom van het geslacht Bull-Pompe vooral de beeldhouwer Walter Pompe naar voren komt, plaatsen we hierbij een foto van de tot nu toe enig bekende beeltenis van hem. Het is een portret in reliëf, dat zich bevindt onder het beeld van Vrouwe Justitia dat de schoorsteenmantel van de burgemeesterskamer in het raadhuis van Culemborg siert. Deze schoorsteenmantel, die is uitgevoerd in terracotta, werd door de beeldhouwer in 1735 vervaardigd. Dit portret in reliëf heeft als opschrift : "Walterus Pompe" en mag beschouwd worden als een soort meesterteken.

VI-B.  WALTER POMPE, (zie V-A-3) is op 21 november 1703 te Lith bij de Maas gedoopt en op 6 februari 1777 te Antwerpen overleden. Hij huwde er in de St. Walburgiskerk met Christina Bammans, dochter van Wirick Bammans, afkomstig uit Zonhoven dicht bij Hasselt, alwaar zij in 1715 geboren was. Getuigen bij dit huwelijk te Antwerpen waren Jacob Roosenboom en Cornelis Dominet.

Uit dit huwelijk werden twaalf kinderen geboren en allen in de St. Walburgiskerk gedoopt, de meesten zijn jong overleden. Wanneer Walter uit Lith is weggetrokken, hebben we niet kunnen achterhalen, evenmin wat hem bewogen heeft om het beroep van beeldhouwer te kiezen, wel weten we vooral dankzij de levensbeschrijving die priester P. Visschers in 1858 over hem publiceerde dat Walter in 1729 lid was van het St. Lukasgilde te Antwerpen en er als meester-beeldhouwer was ingeschreven. (137) Waarom Walter zich te Antwerpen vestigde en onder welke meester hij zijn eerste beeldhouwstudies begon is eveneens onbekend.

P. Visschers schreef o.a.: "We twijfelen er niet aan dat de beroemde beeldhouwer Walther Pompe van eene oude en aanzienlijke familie Pompe, van Dordrecht afkomstig is". (sic!)

Behalve dat de schrijver geen verschil weet tussen de families Pompe en Bull, is het hem totaal onbekend dat die Dordtse familie Pompe, waarvan Michiel Pompe in 1637 door koning Karel I van Engeland in de adelstand werd verheven, afkomstig is uit Leende en aldaar reeds voor 1400 woonde en dat de familie Bull, waartoe onze beeldhouwer Walter Pompe behoort, vanuit Hamont via Leende pas op het einde van de 17de eeuw naar Lith en elders verhuisde.

Het vroegste werk dat van Walter bekend is, is een terracotta beeld dat hij in 1723 van zijn vader Engelbertus vervaardigde en dat zich in een museum te Brussel bevindt. (138)  Op het begijnhof in Turnhout is momenteel nog een kruisberg waarop sinds 1786 een hoog verheven kruis met Christusfiguur gestaan heeft dat door Walter Pompe in 1745 is gemaakt. Omdat het kunstwerk veel van weer en wind had te verduren werd het korpus in 1947 weggenomen, gerestaureerd door de heer Avonds en in het begijnhofmuseum midden op de muur van de toonzaal tentoongesteld. (139)

In de tegenwoordige raadszaal van Culemborg zien we op de schoorsteenmantel een beeld voorstellend Vrouwe Justitia met weegschaal en zwaard geplaatst op een voetstuk geflankeerd door twee engelfiguurtjes. Onder de voet van het beeld staat als naam en leeftijd: "W. Pompe 33", daaronder in het midden een tekst: Justum judicium judicate" of vrij vertaald "oordeel een rechtvaardig oordeel" en helemaal onderaan bij de voet prijkt in medaillon het portret van de beeldhouwer. Dit portret is tot nu toe het enige bekende conterfeitsel van Walter Pompe.

Dit beeld van Vrouwe Justitia heeft Walter in 1735 gemaakt voor de stad Culemborg. Of aan Walter "om redenen om niet pro memorie" in 1735 het burgerrecht der stad werd verleend of omdat hij dat "Justitie Beelt voor de schoorsteen op de Herencamer" voor 54 gld. maakte is niet duidelijk.  (140) Het is wel zeker dat Aldegundis, een zuster van Walter, zich in Culemborg had gevestigd en er in 1740 huwde; ook Willem Pompe, een neef van Walter, trok er heen en vestigde er zich in 1760.

Rond mei 1974 heeft men bij de verbouwing van het interieur in de kerk van Leende, nog een werkstukje van Walter Pompe ontdekt. Bij demontage van de preekstoel ontdekte men midden onder de op het klankbord bevestigde en nogal grof overgeschilderde duif, de volgende inscriptie:  "W. Pompe fecit 1729".  (141)         

 

Buste in terracotta van Engelbertus Pompe (V-A), geboren te Leende in 1694 en vandaar vertrokken naar Lith, waar zijn zoon Walter Pompe (VI-B) werd geboren, die dit beeld van zijn vader in 1723 in zijn atelier te Antwerpen heeft vervaard.

 

 

Volgens de lijst van Visschers zou er zich in die kerk van Leende o.a. ook nog een zeer fraai Christusbeeld van Pompe bevonden hebben. Helaas is daar niets meer van teruggevonden en moet Leende het nu alleen met die pas ontdekte duif stellen en aan te weten dat Walters vader nog in Leende was geboren en dat vooral in de laatste helft van de 18de eeuw onze Walter zeer beroemd was en dat zijn talrijke kunststukken erg gezocht waren en dat hij werkte met verscheidene technieken vooral in hout (palmhout); soms waren ook ivoor en terracotta het materiaal voor zijne kleine figuren zoals kinder- en engelenkopjes en allerlei kleine dierfiguren. Hij beoefende veelal het kerkelijke genre en zijn opdrachtgevers waren meestal kerkelijke instellingen en kloosters. Er moet in België nog veel werk van hem te vinden zijn. Men kan Walter Pompe als beeldhouwer een kunstenaar van de laat-barok noemen. Waarom zou er in Antwerpen niet eens een tentoonstelling met werk van deze Zuid-Nederlandse kunstenaar ingericht kunnen worden! De herdenking van de tweehonderdste sterfdag van de meester in 1977 zou er een zeer gerede aanleiding toe zijn!
Beelden, voorstellend St. Joris met de draak heeft Walter meermalen gemaakt. In de parochiekerk van Hilvarenbeek aan het Vrijthof gelegen is nu nog zo'n St. Joris van hem te bewonderen.
Als men de kerk binnenwandelt ziet men aan beide kanten van het priesterkoor zijaltaren met er hoog boven uit tronend een houten beeld; aan de linkerkant ziet men boven het altaar een St. Joris strijdend met de draak en aan de rechterzijde als men voor het koor staat een St. Sebastiaan.   
Ze staan er als patronen van de nog bestaande gilden van die naam in Hilvarenbeek en behoren bij die altaren. Deze beide beelden heeft Walter in 1729 gemaakt. Vooral het beeld van St. Joris is zeer kunstig uitgevoerd; dit hebben we een paar jaar geleden nog heel goed kunnen zien toen het op een tentoonstelling in het gemeentehuis van Heeze te bewonderen was. Jammer dat het beeld nu in de kerk veel te hoog staat, er zou een geschikter plaats voor gevonden moeten worden om het zodoende beter tot haar recht te Ia ten komen.

'n Aangename ontdekking deed men in Grave nog niet zo lang geleden. Bij de in 1971 plaats hebbende restauratie der beelden in de St. Elisabethkerk aldaar, ontdekte men op een beeld de naam van Walter Pompe. (142)

P. Visschers heeft in zijn artikel een lijst opgenomen met ongeveer 70 werkstukken waarvan hij de bezitters weet en waar de stukken zich bevinden; dit zou dan nog maar een zeer klein deel zijn van het omvangrijke oeuvre dat Walter Pompe achtergelaten zou hebben. In deze lijst zijn voorstellingen van allerlei grootte en vorm, b.v. van een kindje vechtend met een hond of een leeuw worstelend met een serpent of een ivoren bas-reliëf voorstellend Mars en Venus tot een groot altaar in de kerk van Turnhout. Op die lijst komen o.a. voor:

-  In de kerk te Lith:

1. aan de ene zijde van het hoogaltaar een O.L. Vrouwenbeeld en aan de andere zijde een St. Josephbeeld dragend het teken W. Pompe 1737;

2. nog een O.L. Vrouw- en een St. Josephbeeld uitmuntend schoon en gemerkt 1761

3. een St. Lambertusbeeld, beschermheilige der parochie.

-  Bij de heer P. Visschers, pastoor van de St. Andrieskerk te Antwerpen:

1. twee bas-relieven in gebakken potaarde gemerkt W. Pompe 1737;

2. een zeer fraai palmhouten Christusbeeld, achter op het beeld staat: W. Pompe I3 sep. 1738;

3. een St. Sebastiaanbeeld, W. Pompe 1 mei 1739;

4. een verzameling schetsen en tekeningen voorstellende heiligen, altaren enz. dragend het handteken W. Pompe.

-  In de kerk te Turnhout:

de hooge altaar op de hooge choor getekend W. Pompe 22 october 1740. Dit altaar stelt de Zaligmaker voor, geven de sleutels van het Rijk der Hemelen aan St. Petrus. Beide beelden zijn zeer groot en zijn omringd met allerlei sieraden. Ook tegen de pilaren moeten allerlei beelden van Pompe gestaan hebben.

-  Op het stadhuis te Turnhout in de schepenkamer een fraai Christusbeeld.

-  Bij de zusters Apostelinen te Antwerpen een Christusbeeld, W. Pompe 1743.

-  In de kerk van Oostmalle, beelden van St. Anthonis-abt en Joannes Nepomucemus; dit laatste beeld van steen staat sinds 1836 in die kerk en is getekend, W. Pompe I760.

-  De beelden voor het stadhuis te Middelburg en voor de kerk van de H. Rosalia in de Leeuwestraat te Rotterdam zijn door W. Pompe en zijn zoon Engelbert vervaardigd.

-  In de kerk te Beveren in Vlaanderen stond eertijds een kunstig beeld van St. Sebastiaan met twee schutters door W. Pompe vervaardigd. Dit beeld werd verkocht aan iemand uit Londen.

- Te Leende in N-Brabant staat een zeer fraai Christusbeeld met andere kleine sieraden door W. Pompe gemaakt.

-  In een naburige kerk van Leende zijn van onze meester nog verschillende beelden, n.l. een Christusbeeld, een Mater Dolorosa, een St. Ambrosius en een fraai St.Antoniusbeeld, hiervan zijn er drie wezenlijk kunststukken.

-  In de kapel van O.L. Vrouw ter Sneeuw te Contich bij Antwerpen in hout een groep van Walter Pompe voorstellend de H. Familie.

-  Bij een veiling van P. Locquet werd een ivoren groep van W. Pompe voor 135 gld. verkocht, een zeer hoog bedrag voor die tijd in 1843.   

 

In de musea te Antwerpen, Brussel, het Louvre van Parijs enz., in vele voorname huizen, in het bijzonder in kerken te Antwerpen treft men nog snijwerk en beelden in palmhout en ivoor aan.

Op een tentoonstelling te Gent in 1913 trok een beeld van hem voorstellend de H. Brigitta zeer de aandacht.

In zijn atelier te Antwerpen had hij veel leerlingen, waarvan er velen zoals zijn zonen Jan Baptist en Paulus naam maakten.

In 1935 heeft de Antwerpse Oudheidkundige kring aldaar een "jubileumtentoonstelling ter ere van de beeldhouwer ingericht". (143)

Walter Pompe had verschillende leerlingen die bij hem als beeldhouwer werden onderwezen, behalve zijn twee zonen Pauw en Engelbert waren dat volgens de registers van de Akademie ook nog:

-           Jacobus Tobie van 1751-1752, meester op 13  1755-1756.

-           Petrus Remsdael van 1764-1765.

-           Petrus Eyckmans, 1764-1765.

-           Anthonis de Smet, 1765-1766.

-           François Coveliers, 1766-1767.

-           Joannes Franciscus Huybregts, 1770-1771.

-           Franciscus Sofflé, 1772-1773.

-           Joannes Josephus Feyen, 1772-1773.

Kinderen van Walter en Christina te Antwerpen gedoopt:

1.       Anna Maria Pompe, gedoopt 13.8.1737, de peter was Josephus Jacobus Haenenberg en de meter was Aldegundis Rovael (een nicht van Walter en wonend te Lith).

2.       Joanna Pompeia Pompe, gedoopt 30.12.1738, de peter was Joannes Brughmans en de meter Joanna van Swede, ze overleed te Antwerpen op 8.11.1804.

3.       Petrus Walther Pompe, gedoopt 19.4.1740, de peter was Petrus Franciscus Engels en de meter Maria de Groot.

4.       Paulus Martinus Pompe, gedoopt 24.4.1742, de peter was Paulus Martinus Looymans en de meter Anna Maria De Pré, hij overleed op 4.5.1822 te Antwerpen. (hij volgt VII-E)

5.       Joannes Baptista Engelbertus Pompe, gedoopt 18.12.1743, de peter was Joannes Ermelen en de meter Anna Maria Bahmans, hij overleed te Antwerpen op 1.11.1810. (hij volgt VII-F)

6.       Maria Christina Pompe, gedoopt 5.6.1746, de peter was Urbanus Gommers en de meter Maria Hermelyn.

7.       Petrus Josephus Pompe, gedoopt 24.9.1747, de peter en meter waren Joannes Wijns en Maria Borlet.

8.       Petrus Josephus Pompe, gedoopt 25.4.1749, de peter en meter waren Joannes van Essen en Maria de Groot.

9 + 10.Henricus Godefridus en Franciscus Engelbertus Pompe, een tweeling, gedoopt 9.7.1751. Als peter en meter fungeerden Petrus van den Bogaert, Maria van Woensel, Franciscus Sels en Anna Maria Pompe.

11.     Petrus Josephus Pompe, gedoopt 8.11.1753, het derde kind met deze naam en eveneens jong overleden.

12.     Maria Anna Petronella Pompe, gedoopt 26.7.1755, de peter was Petrus Prommen en de meter Anna Maria Pompe.

Walter Pompe, de vader, is overleden te Antwerpen op 6 februari 1777. We lezen in het doodsregister van de St. Walburgiskerk: "Borealis 6 februarii 1777 Walterus Pompe op den berg der P.P. Predikheeren, Keesstraet, 1-17.

" Zijn vrouw Christina Bammens volgde hem in het graf twintig jaar later op 9 febr. 1799. We lezen in het overlijdensregister op het stadhuis: "nr. 842. Le 21 pluviose 7me année Républicaine à 11 heures du matin en la maison commune d'Anvers sont comparus Paul- Martin Pompe, agé de 49 ans, cabaretier, et Jean-Engelbert Pompe, agé de 48 ans, sculpteur, tous deux domiciliés a Anvers, et tous deux fils de la defunte, les quels m'ont declaré que Christine Bammans agée de 83 ans, native de Sonhoven, veuve de Gautier Pompe est decédée avant hier a 5 heures de relevée dans son domicile, rue dite Korte Gasthuysstraet . . . ."

VI-C. HENRICUS BULL, (zie V-B-1) gedoopt op 2 mei 1707 te Leende, zijn vader heette ook Henrick Bull. Hij huwde voor de pastoor te Leende op 19.9.1728 met Wilhelmina Bitters. (RA Leende 6) Getuigen waren Arnoldus Bull en Joannes Bitters. Wilhelmina Bitters is op 7.6. 1705 te Leende gedoopt, hierbij waren Daniel Bacx en Catharina Joosten Faessen doopheffers. Wilhelmina was de oudste dochter van Willem Bitters en Lucia Bacx, deze laatste was een dochter van Jan Dirck Bacx en Jenneke Daniels. Zij, Lucia Bacx, was op 20.7.1704 te Leende voor de pastoor gehuwd met Willem Willem Bitters (RA Leende 5). Deze Willem Bitters, de vader van Wilhelmina, was op 3.6.1682 te Leende gedoopt en geboren uit het op 11.9.1674 te Leende gesloten huwelijk tussen Willem Frans Bitters en Geertruy Peter Coppen. (RA Leende 4)

Willem Bitters en Lucia hadden ook nog een zoon Joannes, gedoopt 5.9.1708, hij was in 1728 getuige bij het huwelijk van zijn zuster Wilhelmina.

Hendrik was enige zoon. Bij de lijst der bewoners van het dorp Leende gemaakt voor het jaar 1721 stond; Hendrik Hendrik Bull, Maria de vrouw en Hendrik de zoon. (hij was toen I4 jaar) Hendrik Bull woonde op Oisterik. De deling van zijn goederen had op 11.3.1771 plaats door de twee kinderen Willem en Joanna. (144)

Kinderen van Hendrik en Wilhelmina te Leende gedoopt:

1. Wilhelmus Bull, gedoopt 28.8.1729 met als doopheffers Willem Bitters en Maria Engelen. (hij volgt VII-J)

2. Joanna Maria Bull, gedoopt 31.5.1731 (RA Leende 6) met als doopheffers Willem van Mierlo en Cecilia Bacx. Zij huwt voor de pastoor te Leende op 15.1.1764 met Joannes Didden. (RA Leende 7).

3. Gertrudis Bull, gedoopt 28.8.1734 met Jan Bitters als doopheffer.

4. Joannes Bull, gedoopt 3.7.1740 met als doopheffers Jan Bitters en Johanna van Mierlo.

VI-D.  HENRICUS BULL alias POMPE, (zie V-C-2) is op 23.7.1724 te Leende gedoopt als zoon van Jan Bull en Jacoba Maes. Hij overleed rond 1770 te Den Bosch.

Als Henricus Bull alias Pompen trouwde hij op 27 april 1749 voor de pastoor te Leende met Helena Erens, getuigen bij dit eerste huwelijk van Hendrik waren Joannes Bull en Wilhelmus Erens; (RA Leende 6) deze laatste is zeer waarschijnlijk een broer van de bruid. Helena is op 5.4.1714 te Leende gedoopt als dochter van Peter Erens en Joanna Raessens. (145)

Van Helena's moeder weten we dat ze op 12.9.1676 te Leende is gedoopt en geboren uit het op 27.6.1675 voor de pastoor te Leende gesloten huwelijk van Willem Frans Raessens (deze Willem is op 7.4.1643 gedoopt) met Anneke Joost Cox, beiden echte Leendenaren. Anneke Joost Cocx is op 29.5.1646 gedoopt als dochter van Joost Peter Cocx en Maria Jan Bluyssen dr. die op 10.4.1633 te Leende waren getrouwd. (RA Leende 2)

Helena had o.a. een broer Wilhelmus Erens, gedoopt te Leende op 17.6.1705 en een    zuster Wilhelmina Erens, gedoopt 24.12.1700 met Arnoldus Truyens secretaris van Achel als doopheffer. (RA Leende 5)

Hendrik woonde bij zijn ouders op Oisterik. Zijn vader was echter op 15.4.1746 overleden maar Hendrik bleef ook na zijn huwelijk bij zijn moeder Jacoba of  Jacomijn wonen. Als jongeman was Hendrik op 13 juni 1743 lid geworden van de schutterij of gilde van Sint           Catharina en Sint Barbara. Hij werd ingeschreven als Hendryck Jan Pompe en beloofde daarbij dat hij een ton bier zou geven als hij als jonkman zou sterven en een half ton bier als hij zou trouwen. Aangezien Hendrik in 1749 trouwde maar ook zijn verplichting om een half ton bier te geven is nagekomen, staat er in het aantekenboekje van de schut te lezen, dat hij op 30 juni 1750 die half ton bier betaald heeft. We geloven dat deze bepaling voor iedereen gold die lid werd. Ook Hendriks vader was lid van deze schut geweest. Hij schreef in 1726: -lck Jan Hendrick Bul of Pompen afgaende deken doen mijn rekeningen van de schutterije van S.C. en B. - (146)

Bij de perceeltjes grond die de Bulls bezaten was ook een stukje land geheten "den rosset" en te Heeze op de Ven gelegen. Dit perceel was afkomstig van zijn ouders en eertijds van Jonker Adr. van Gerwen, het had behoord bij de goederen van de hoeve Middegael en later Monnixhoeve geheten en waren gelegen te Heeze op de Ven bij de kerk en rond 1640 verkocht.

Op 4 dec. 1753 werd Hendrik Bul door deurwaarder Cleene, in opdracht van Heer Allard Jan Gansenep genaamd Tingnagel Raad en Rentmr. Generaal der Episcopale en andere Geestelijke goederen over de Stad en Meyerije van Den Bosch, gesommeerd tot voldoening van een rente van 12 gld ‘s jaars aan het voors. comptoir verschuldigd "ofte wel. van het voors. perceel handligtinge te doen". (anders gezegd: betalen of afstand doen)

Vier dagen later verscheen Hendrik voor de schepenen om te verklaren dat hij nooit geweten had dat er jaarlijks een rente van 12 gld uit dat perceel moest worden voldaan en dat hij comparant, het perceel niets waardig zijnde, daarom nu maar besloot het stuk grond "te verhant ligten, te abandonneren en te laten varen." (hij verklaarde er dus afstand van te doen) Aan wie die rente oorspronkelijk toebehoord heeft, hebben we niet kunnen achterhalen. (147)

Hendrik en Helena zijn slechts kort getrouwd geweest. Op 3.6.1749 werd er te Leende een zoon geboren en vrij spoedig hierna moet Helena overleden zijn terwijl ze nog steeds bij zijn moeder inwoonden en nog maar zeer weinige persoonlijke bezittingen hadden zoals: "een ticque bed, hooftpeluw en twee kussens met veeren, twee wolle dekens, een taeffel, ses houte stoelen, een damaste vrouwerock, dito een gestreepten."

De rest van de meubilaire goederen was nog samen met de vaste goederen onder beheer van zijn moeder; deze werden eveneens opgegeven bij de staat en inventaris die Hendrik op 15.10.1755 te Leende voor de schepenen moest laten maken omdat hij het voornemen had te hertrouwen. (148)

Bij het opmaken van die inventaris waren mede aanwezig Jan Pompe en Godefridus Erens beiden wonend in Leende en respectievelijk oom paternel en oom maternel van het nog minderjarige kind; ze ondertekenden mede de staat en inventaris en verklaarden er genoegen mee te nemen. (145)

Op 4 nov. 1755 hertrouwde hij, als Hendrik Pompen weduwnaar van Helena Erens, voor de schepenen van Heeze-Leende met Adriana van Santen. (RA Heeze 12) Dezelfde dag werd het huwelijk tevens voor de pastoor gesloten. (RA Leende 6)

Adriana was op 6.10.1722 te Den Bosch gedoopt als dochter van Arnoldus van Santen en Gertrudis Evermans, dooph. waren Christianus Verschueren en Elisabeth van Zanten. Ze overleed te Den Bosch in okt. 1783 en is aldaar op 22.10.1783 in de Geertruikerk begraven.

Alhoewel Hendrik ook na zijn tweede huwelijk in Leende bleef wonen, - de eerste drie kinderen zijn er geboren - trok hij echter voor zijn zaken als factoor of handelaar en vertegenwoordiger, regelmatig naar Den Bosch; hij was dan ook van plan zich er te gaan vestigen en zich als poorter te laten inschrijven. Op 4 april 1756 vroeg Hendrik te Leende aan de schepenen een akte van cautie om in Den Bosch te kunnen gaan wonen. Hierdoor werd er uit de armenkas van Leende 300 gld. als borg voor hem gesteld indien hij onverhoopt in Den Bosch tot armoede zou komen te vervallen . (149)

Alhoewel Hendrik toch met zijn gezin te Leende blijft wonen, verwerft hij toch op 1.5.1756 het poorterschap van Den Bosch. Uiteindelijk zal hij toch wel rond 1760 naar Den Bosch zijn verhuisd, immers begin april 1760 wordt er zijn dochter Arnolda geboren. Hendrik aldaar wonend, verneemt dat er op 29.3.1769 te Leende een stukje grond verkocht was door Aldegonda Bakermans, koper was Jan Peeter Bacx voor de som van 26 gld met erbij nog 3 gld 2 st. 8 penn. als uitgaande lasten in kapitaal uitgedrukt makend totaal 29 gld 2 st. 8 penn. (150)

Deze Aldegonda was een dochter van Jan Bakermans die gehuwd was met Maria Bull

(zie IV-C-2) en zo een bloedverwante van Hendrik. Omdat hij dat land voor die prijs ook wel wilde kopen, gaf hij opdracht aan Theodorus Pompen, schepen te Leende, om voor hem als nader van den bloede die verkoop ongedaan te maken en te zorgen dat hij zelf in het bezit van dat stuk grond komt. Theodorus voert zijn opdracht uit en de koper Jan Peeter Bacx, verklaart de reeds door hem betaalde kooppenningen met alle onkosten terug ontvangen te hebben en tevens de vernadering aan te nemen, voor de naderman te wijken en deze in zijn recht te zullen laten. Aldus kwam Hendrik door dit vernaderingsrecht dat met de komst van de franse revolutie is afgeschaft, op 10.7.1769 in het bezit van een allodiaal perceel akkerland genaamd "dat land op den vrijdach van Joseph Heerings", groot 71 roeden en te Leende gelegen en wel voor dezelfde prijs als Jan Bacx er voor betaald had. (151)

Bij zijn huwelijk in 1755 bleek uit de toen gemaakte inventaris dat Hendrik slechts voor de een helft onbedeeld gerechtigd was in de goederen van zijn ouders, de andere helft was eigendom van zijn broer Jan, gedoopt 30.7.1727. Deze laatste Jan Jan Pompe is naar Meerum bij Roermond getrokken en had daarvoor te Leende op 23.1.1759 een akte van cautie gevraagd, waarin een borgsom van 300 gld mocht hij onverhoopt ten laste van de armen in Meerum komen. (152)  Op 1.8.1767 verkoopt hij, Jan, zijn helft in de goederen die zijn ouders in Leende bezeten hadden, door bemiddeling van schepen Theodorus Pompen aan zijn schoonzuster Adriana van Santen als vrouw van Hendrik Jan Pompe. Door deze verkoop voor de som van 500 gld werd Hendrik dus de alleenbezitter van de navolgende goederen:

-        ackerland, dat land in de langacker, 124 3/4 roeden.

-        groese, beemt in de craenset, 126 r.

-        d'een helft van de papenbraaken in de langhacker, 59½ r.

-        dat velt in de biesputten, 39½ r.

-        drievierde parten in de hulsbroeck langs Groot Raessen, 60 r.

-        het land van Martinus Engelen, 64 r.

-        een huys, hof en aangelach tot Leende, 35 r.

-        de rossende van Hendrik Willem Bull, 61 r.

-        het eenvierde part in de broeckacker van Jan Maes, 23 r.

-        de beemt in de schammert, 61 r.

-        dat land in de steenacker, 61½ r.

-        dat hulsbroeck van Cornelis Nelemans, 114½ r.

-        dat land in de steenacker van Willem Peeter Luycas, 39 r.

-        dat land agter Jan Bitters van Joost Maes, zijnde den bergh, 71½ r.

-        een erfenis den buckenshoff, onbegrepen maten,

-        de helft van het land agter Jan Bitters van W. v. Lieshout, 36 r.

-        dat half Daemsbeemtje van Adriaentje Thijs, maat onbegrepen,

Totaal rond 1000 roeden of 3⅓ ha voor de som van 500 gld. met 12 gld. 10st. als 40ste penning. (153)

Als weduwe van Hendrik Pompen draagt Adriana van Santen op 20.8.1771 aan Johannis Bull off Pompen, wonend in Den Bosch, haar voorzoon, een akker op, gelegen te Leende naast de erfenis van de kinderen Hendrick Hendrick Bull. (154)

Uit het eerste huwelijk van Henricus werd te Leende één zoon geboren:

1. Joannes Bull anders genaamt Pompen, gedoopt te Leende op 3.6.1749 (RA Leende 6) doopheffers Joannes Bull en Elisabeth Erens. (hij volgt VII-K)  

Uit het tweede huwelijk werden kinderen geboren te Leende en te Den Bosch:

2. Arnoldus Bull vulgo Pompe, gedoopt te Leende op 30.8.1756 (RA Leende 7) met als doopheffers Joannes van Santen en Helena Maas.

3. Jacoba Bull alias Pompe, gedoopt te Leende 8.11.1757 met Joannes Bull en Maria van Santen als doophetfers. Zij huwt te Den Bosch op 21.7.1787 met Joseph Huber, geboren in Tirol (Oostenrijk), ze wordt op 25.5.1792 te Den Bosch begraven als vrouw van Josepg Hoeber.

4. Gertrudis Bull vulgo Pompe, gedoopt te Leende op 17.2.1759 met Nicolaus van Santen en Joanna Bull als doopheffers. Gertrudis huwt te Den Bosch op 6.10.1787 met Wilhelmus Cordowener, geboren te Ubach.

5.  Arnolda Bull-Pompe, gedoopt te Den Bosch op 2.4.1760 (Den Bosch 24) met Joannes v.d. Hagen en Barbara Kersten als doopheffers.

6.  Petronella Bull-Pompe, gedoopt te Den Bosch 25.4.1761, doopheffers Henrica van Buul en Joannes van Santen.

7.  Johannes Pompen-Bull, gedoopt te Den Bosch op 3.9.1762 (Den Bosch 25, fol. 6) en aldaar overleden op 2.3.1809; doopheffers Henrica van Buul en Joannes van Santen. (hij volgt VII-M)

8. Petronella Bull-Pompe, gedoopt te Den Bosch op 9.2.1764; doophetfers waren Gerardus v.d. Biesheuvel en Cornelia Erens. 

Alhoewel al deze kinderen bij hun doop nog de naam "Bull" hadden werden ze voortaan uitsluitend Pompe genoemd.

VII-A. ENGELBERTUS POMPE, (zie VI-A-1) werd op een van de eerste dagen in maart 1724 te Lith geboren en vóór de 5de gedoopt. (RA Lith 3, fol. 115 verso); doopheffers waren Waltherus Pompen en Anna Cauenbergh. Hij overleed te Wassenaar op 28 sept. 1800 als Engel Pompe.

Op 26.4.1751 kreeg hij van de schepenen een akte van borgtocht omdat hij als jongeman het voornemen had naar Wassenaar te vertrekken en daar te gaan huwen. (155)

Inderdaad huwde Engel op 9 mei 1751 voor het gerecht te Wassenaar met Adriana Jansdr. Opdam (Obdam).

Adriana was te Wassenaar op 25.1.1730 gedoopt en overleed er op 14 nov. 1795 als dochter van Jan Lauwenszoon Opdam en Margrietje Jacobsdr. Hasebroek.

Engel Pompe vestigde zich te Wassenaar, of hij er evenals zijn zonen reeds het beroep van smid uitoefende is niet zeker. Niet alleen Engel was uit Lith weggetrokken ook al zijn broers volgden zijn voorbeeld, zelfs zijn oude vader Hendrik kwam na 1777 nog naar Wassenaar, hij is er dan ook in 1786 op 85-jarige leeftijd overleden.

 * Middel van begraven:

- 13 maart 1786 Adriana Opdam geeft het overlijden van haar schoon vader Hendrik Pompe aan, op dezelfde dag overleden, 4de klas, 3 gld.

- 14 nov. 1795 Engel Pompe meldt het overlijden van zijn vrouw Adriana, dezelfde dag overleden, 4de klas, 3 gld.

- 30 sept. 1800 Jan Pompe meldt het overlijden van zijn vader Engel die op 28 sept. overleden was, 4de klas, 3 gld.

Kinderen van Engel en Adriana te Wassenaar voor de pastoor R.K. gedoopt:

1.  Ester Pompe, gedoopt 1.7.1752, doophetfers Hendrik Pompe en Marie Pompe. Overleden en aangegeven pro deo 27 juli 1752.

2.  Ester Pompe, gedoopt 14.6.1753, doopheffers Hendrik Pompe en Maria Pompe. Ester huwt "in Face Eccl." op 18.2.1776 met Petrus van Hoek. Hun huwelijk niet te Wassenaar gevonden, op 19 sep. 1797 is hij in Wassenaar nog doopheffer, woonde blijkbaar elders.

3.  Margriet Pompe, gedoopt 13.12.1754, doopheffers Jan Lauwen (= Opdam) en Grietje Jacobs (= Hasebroek). Margriet overleed 31.1.1755.

4.  Margriet Pompe, gedoopt 29.4.1756, doopheffers Jan Opdam en Grietje Haesbroeks, ze overleed 29.8.1756.

5.  Johannes Pompe, gedoopt 27.6.1757, doopheffers Jan Lauwen Opdam en Pleuntje Jans Opdam. Hij volgt VIII-A) 

6.  Hendrik Pompe,  gedoopt 2.4.1759, doopheffers Willem Pompe en Anna Pompe. (hij volgt VIII-B)

7.  Margaretha Pompe, gedoopt 19.11.1760, doopheffers Jacob Opdam en Marytje van Berkel, ze overleed te Wassenaar op 16.12.1837. Zij huwde voor de schepenen te Wassenaar op 16.11.1788 met Willem Mefout, ged. Wassenaar 29.1.1752 "kruidenteeler" aldaar en te Wassenaar op 25 juni 1826 overleden    als zoon van Cornelis Reyerszn. Mefout en Marytien Cornelisdr. Gordijn.

8.  Anna Pompe, gedoopt 21.2.1763, doopheffers Jacobus Pompe en Maria Pompe; ze overleed op 1.4.1764.

9.  Anna Pompe, gedoopt 21.1.1765, doopheffers Joseph Pompe en Maria Pompe, ze overleed op 19.6.1787 te Wassenaar en was ongehuwd.

10. Agatha Pompe, gedoopt 19.11.1769 en overleden op 23.8.1771 te Wassenaar. 

VII-B.  WILHELMUS POMPE, (zie VI-A-3) gedoopt te Lith op 21.7.1728, trekt naar Culemborg en trouwt aldaar op 3.6.1760 voor de schepenen der stad met Anna Elisabeth van Stigt, gedoopt te Culemborg op 17.9.1738 met als doopgetuige Cornelia van Gemert voor Wilhelmina Duzar. Anna Elisabeth is een dochter van Peter Albertszoon van Stigt (Sticht) en van Anna Duzar. Uit dit huwelijk te Culemborg door de pastoor gedoopt:

1.  Hester Pompe, gedoopt 21.3.1761 met als doopheffers Anna van Stigt voor Henricus Pompe.

2.  Anna Pompe, gedoopt 7.9.1762, doopheffer Anna van Sticht.

3.  Henrica Pompe, gedoopt 9.11.1763, dooph. Anna van Sticht voor Engelbertus Pompen.

4.  Petronella Pompe, gedoopt 5.5.1767.

5.  Henrica Pompe, gedoopt 24.11.1768, dooph. Anna van Sticht voor Petrus Pompe.

6.  Petrus Pompe, gedoopt 15.2.1771, dooph. Maria de Bont.

7.  Henricus Pompe, gedoopt 14.4.1773, dooph. Maria de Bont voor Josephus Pompe. (hij   volgt VIII-C)

8.  Martinus Pompe, gedoopt 21.8.1776.   

VII-C.  JACOBUS POMPE,(zie Vl-A-5) gedoopt te Lith op 8.3.1732, ook hij trok naar Wassenaar evenals zijn broer Engel. Hij overleed te Wassenaar op 15.7.1796. (Willem Houtappel geeft op 19 juli 1796 het overlijden van Jacobus aan, pro deo).

Jacob Pompe huwde voor het gerecht te Wassenaar op 6 november 1768 met Anthonia Pietersdr. Hoogduyn, jongedochter geb. en wonend te Wassenaar en aldaar op 13.10.1805 overleden. Uit dit huwelijk te Wassenaar gedoopt:

1.  Hesther Pompe, gedoopt 12.9.1769, doophetfers Engel Pompe en Adriana Obdam. Ze overlijdt na 28.11.1807.

2.  Petrus Pompe, gedoopt 25.12.1770, doopheffers Huybert Hoogduyn en Pleuntje Hasebroek. (hij volgt VIII-D)

3.  Henricus Pompe, gedoopt 5.5.1773, dooph. Josephus Pompe en Johanna den Bregt. (hij volgt VIII-E)

4.  Maria Pompe, gedoopt 28.11.1775, dooph. Teunis de Winter en Neeltje Wensveen.

5.  Anna Pompe, gedoopt 17.12.1777, dooph. Pieter van Hoek en Esther Pompe.

6.  Wilhelmina Pompe, gedoopt 12.6.1781, dooph. Henricus van Ravesteyn en Gerarda Hoogduyn. Zij trouwt voor het gerecht te Wassenaar op 16.6.1805 met Damianus van Baaten, ged. Wassenaar 24.11.1779 als zoon van Mathias Baaten en Magdalena Duynstee. Damianus was "kruidenteeler".

VII-D.  JOSEPHUS POMPE, (zie VI-A-8) gedoopt te Lith op 19.7.1736. (156) Hij trekt evenals zijn drie broers ook weg uit Lith en vestigt zich te Leiden. Hij overlijdt aldaar 27.11.1815 en trouwde er voor de schepenen op 29.2.1772 en mede op die datum aldaar in de R.K. kerk in de Kuipersteeg met Johanna van Bregt, geb. Zoeterwoude circa 1745, overleden te Leiden 25.10.1809 en aldaar begraven 28 okt. en was een dochter van Pieter van Bregt en Catharina van Royen. Bij hun huwelijk waren Engel Pompe en haar moeder Catharina van Royen getuigen. Uit dit huwelijk te Leiden gedoopt:

1.  Henricus Pompe, gedoopt 27.9.1772, dooph. Engelbertus Pompe en Adriana Opdam, is jong overleden.

2.  Henricus Pompe, gedoopt 30.4.1774, verder niets over hem te Leiden gevonden, mogelijk vestigde hij zich te Zoeterwoude alwaar een Hendrik Pompe woonde, gehuwd met Maria van der Raa, deze hadden een dochter Adriana Pompe, geb. ± 1799 en overleden te        Leiden op 13.8.1827, ze was gehuwd met Johannes Jacobus Olta.

3.  Petrus Pompe, gedoopt ?, echter niet te Leiden, wel is er tussen 1 en 8 nov. 1777 een kind van Pompe in de Pieterskerk begraven.

4.  Petrus Pompe, gedoopt 16.12.1777, begraven in jan. 1778.

5.  Catharina Pompe, gedoopt 16.12.1777, tweeling met de voorgaande, trouwt in de R.K. kerk in de Kuipersteeg te Leiden op 31.5.1800 met Gerardus Johs. Snijders.

6.  Hester Pompe, gedoopt 20.1.1780, dooph. Engelbertus van Beurden en Maria van Beers, begraven mei 1792.

7.  Joanna Pompe, gedoopt 17.12.1781, begraven maart 1782.

8.  Petrus Pompe, gedoopt 4.2.1783, dooph. Henricus Pompe en Joanna Pompe. Hij overlijdt te Leiden op 1.7.1826, hij trouwde er op 20.4.1820 met Christina van der Drift, ged. Leiden 30.1.1798 als dr. van Christiaen en van Christina Ratel. Peter Pompe was kleermaker, ze hadden een drietal kinderen die allen jong overleden zijn. 

VII-E.  PAULUS MARTINUS POMPE, (zie VI-B-4) gedoopt te Antwerpen op 24.4.1742 in de St. Walburgiskerk, overleed op 4 mei 1822 te zijnen huize in de Kaesstraat 's morgens om 10 uur, oud zijnde 80 jaren. Behalve herbergier en zijdewerker werd hij met de hulp van zijn vader ook beeldhouwer, al schijnt hij er wel wat laat mee begonnen te zijn.

Pauw Pompe huwde tweemaal en wel rond 1781 eerst met Maria Catharina van Bosschaert, dochter van Hieronymus en Catharina Jacobs, het huwelijk had plaats in de St. Joriskerk te Antwerpen. Zij overleed 23 oktober 1801 en werd op Stuivenberg begraven. Pauw Pompe is weduwnaar gebleven tot 1805, hij hertrouwt dan met Anna Catharina Josepha Houtendirck. Anna Catharina overleed op 27 mei 1850 in de ouderdom van 82 jaar, 10 maanden en 2 dagen ten huize van haar schoonzoon Joannes Baptista Sannes in de St. Antoniusstraat te Antwerpen. Uit het notitieboekje dat P. Visschers in handen heeft gehad blijkt dat Pauw Pompe als beeldhouwer, behalve enkele opdrachten uit Duinkerken waarheen hij vier beiden zond, veel reparatiewerk heeft gedaan aan beelden die tijdens de franse revolutie in 1796 te Antwerpen waren beschadigd en die in 1814 door hem werden hersteld met hulp van zijn vader.

Uit het eerste huwelijk van Pauw Pompe zijn volgens zijn eigenhandig gemaakte aantekeningen vier dochters geboren en wel:

1.  Maria Christina Pompe, dit oudste kind was op 14 juni 1782 's avonds om 7 uur geboren in de Kaesstraat in het huis geheten "Het Molenijzer“ en op 15 juni in de O.L. Vrouwekerk te Antwerpen gedoopt. Zij overleed reeds op 1.2.1800.

2.  Susanna Theresia Pompe, gedoopt 21.9.1784 en overleden 22 .7.1786, begraven op het kerkhof der Paters Minderbroeders.

3.  Joanna Apollina Pompe, gedoopt 9.2.1785 met als doopheffer G.E.P. Colin, schilder, ze overleed 11.1.1787.

4.  Maria Josepha Pompe, gedoopt 5.8.1786 en op 27.2.1839 overleden. Ze was gehuwd met Joannes Rens en hadden een kind.    

Uit het tweede huwelijk zijn geboren:

5+6    een tweeling op 4.2.1806 en overleden.

7.  Maria Catharina Pompe, gedoopt 22.12.1807 en vier dagen later overleden.

8.  Joanna Jacoba Pompe, gedoopt 20.5.1809, zij trouwde in 1838 met Joannes Baptista Sannes. Hij overleed op 23.3.1854 in de St. Andriesparochie in de ouderdom van 51 jaren. Uit dit huwe1ijk zes kinderen.

VIJ-F. JOANNES BAPTISTA ENGELBERTUS POMPE, (zie VI-B-5) op 18.12.1743 te Antwerpen gedoopt en er op 1.11.1810 overleden. Jan Engelbert huwde op 25.7.1780 in de O.L. Vrouwekerk te Antwerpen met Joanna Catharina Somers. Zij was op 28.11.1804 te Borsbeek bij Antwerpen overleden.

Jan Engelbert had meer aanleg tot beeldhouwer dan zijn broer Pauw, hij oefende zich onder leiding van zijn vader en ging op de Vlasmarkt wonen.

Vanaf 13 maart 1768 tot in 1776 treffen we zijn naam aan in het jaarboek der Gilde van Sinte Lucas als eervolle vermeldingen halend bij prijskampen. Hij maakte veel meer werk dan zijn broer, hij was een goed beeldhouwer en volgde zijn vader na. Er moet nog veel werk van hem bij Antwerpse families met ere bewaard worden, veel ervan is de aandacht waard, zo schrijft P. Visschers in 1858.

 

Hij geeft verder de volgende werken:

Bij de weduwe Dumercy-Pompe in de St. Antonisstraat bestaan de volgende kunststukken:

1. Christusbeeld zonder voet.   

2. Een kindje in wit marmer, getekend 1806.   

3. Een palmhouten groep voorstellend de H. Kerk.   

4. Een O.L. Vrouwbeeld in potaarde.    

5. Het zelfde in kleiner uitvoering.   

6. Een schets van een chineesche zangster (voor gebakken potaarde).

7. Twee ivoren ronde beeldwerken, portretten van Hein van der Noot en Kapitein Mens.    

8. Een borstbeeld in gebakken potaarde van Zijne Hoogw. Cornelius Franciscus de Nelis.

Naar het schijnt was Jan Engelbert bevriend met bisschop de Nelis die hem soms in zijn atelier kwam opzoeken.

Bij de heer J.Th. Giebens in de Wolstraat:

1. Een palmhouten Christusbeeld.

2. Een ivoren Christusbeeld zeer klein van formaat.

3. Een calvarie of kruisberg met een roepende Christus in palmhout, aan de voet knielt Magdalena, wat lager een engel en verder het serpent met appel enz.

4. Een groep in palmhout voorstellend een Nood Gods met wenende engel.

5. Een klein Mariabeeld met kindje Jezus in palmhout.

6.Een St. Joseph in palmhout.

Bij de heer Lauwers-Giebens:

1. Christus op het kruis in palmhout, gemerkt J.E. Pompe.

In de St. Antoniuskerk een fraai ivoren Christusbeeld.

Behalve over nog enkele werkstukken vertelt P. Visschers ons dat Jan Engelbert in de winter van 1772 tussen 15 en 17 januari met zijn vader en broer Pauwel op de straten en openbare pleinen van Antwerpen sneeuwbeelden in allerlei grootte had gemaakt.

Uit dit huwelijk van Jan Engelbert zijn te Antwerpen geboren:

1.  Anna Christina Pompe, gedoopt 3.2.1781 in de O.L. Vrouwekerk.

2.  Anna Maria Petronilla Pompe, gedoopt 17.6.1782.

3.  Joanna Theresia Pompe, gedoopt 14.10.1783 thuis op de Vlasmarkt, doophefster was Joanna Pompeia Pompe.

4.  Elisabeth Rosalia Paulina Pompe, thuis gedoopt op 4.9.1785.

5.  Joannes Francis Emmanuel Pompe, thuis gedoopt op 25 nov. 1787. Hij werd militair en is volgens een certificaat van de krijgsdienst in 1811 of 1812 te Sevilla in Spanje overleden.

6.  Catharina Henrica Pompe, gedoopt 11.8.1790 thuis op de Vlasmarkt.

Bij het overlijden van zijn vrouw Joanna Somers schreef Jan Egbert aan Petrus Somers bij de kerk te Ranst:

- Seer geheerden Vader Broeder en Susters,

Naer Ul. alle gewenst te hebben allen hemelschen zegen en benedictie soo naer het geestelijck als naer het tijdelijk vervult met eene eerbiedinge soo het betaemt onder malkanderen te leven in vrede en een drachtigheid welck aengenaem is aen Godt, daerom want hier op de werelt niet en is voor ons om een eeuwige woonplaets te besitte, maer die te betrachte hierbove in het ander leven, soo als het den Heere behaegt heeft, ook over te haelen mijn beminde huysvrouw op desen morgen om 7 ueren naer dat aen alles is besorgt geweest soo wel van het geestelijk als het tijdelijk naer eene korte ziekte van noch geen acht daege dus recommandere haer in Ul. gebede en op Vrijdag 's morgens om 8 ueren sal sij begraeve worden dus gelieft iemand te kome op de begraevenisse het sal ons aengenaem sijn en versoeke het te laten weten tot Ommelegem aen monfreer en voordre vrinde en bekende .

Waermede blijve seer waerlijk seer geheerde vader, broeders en susters.

Antwerpen 28 9 bris 1804.                       Ul. dinaer J.E. Pompe.       

VII-J. WILHELMUS BULL, (zie VI-C-1) is op 28.8.1729 te Leende gedoopt als zoon van Hendrik Bull, hij overlijdt te Leende op

Willem huwt op 21.10.1764 voor de pastoor te Leende met Joanna Lathouwers. Zij is op 17.9.1727 te Leende gedoopt als dochter van Jan Lathouwers en Josina Jan Maes.  (157)

Op 18.3.1771 verkoopt Willem aan Maria Aldegonda Bull gehuwd met Jan Engelen een allodiaal huis en hof te Leende, gelegen naast het erf van Jan Engelen en de weduwe Hendrik Pompe, voor de som van 155 gld. met nog 1 gld. 8 st. 2 penn. als uitgaande lasten in kapitaal gerekend. (158)

Jan Engelen heeft nog geen jaar plezier van die koop gehad want op 19.2.1772 verschijnt Jan Pompe uit Meerum te Leende, hij vernadert de koop van dat huis zoals Maria Bull dat gekocht had. Doordat Jan nader in familie was van de verkoper dan Marie, moest zij voor de naderman wijken en moest ze voor de som van 156 gld. 8st. 2 penn. Jan Pompe in het bezit van dat huis laten. (159)

Ook Jan Pompe heeft het niet lang in bezit gehad want op 18.7.1776 is Peter Maes uit Leende voor de som van 150 gld. met nog 1 gld. 8 st. en 2 penn. aan lasten de nieuwe eigenaar. (160) Ondertussen had Willem op 1.10.1774 aan Corstiaen Reynier de Louw eveneens wonend in Leende een perceel groese "de helft van den heelen dijkbeemt en een beemptje aan de Oisterikerdijk", samen 164 roeden voor 140 gld. verkocht. (161)

Kinderen uit het huwelijk van Willem en Joanna:

1.  Judoca Maria Bull, gedoopt te Leende 15-10-1767 en aldaar als weduwe in de ouderdom van 78 jaar overleden. Zij trouwt op 19.4.1807 voor de pastoor te Leende met Petrus van Gael. (RA Leende 8)

2.  Henricus Bull, gedoopt te Leende op 2.1.1770. Hij bleef ongehuwd en overleed er op 5.6.1857 in de leeftijd van 87 jaar, (GA Leende akte 14) hij was landbouwer.

Op 23.12.1797 deelden hij en zijn zuster Josina Maria als kinderen van Willem Bull en Joanna Lathouwers mee bij de verdeling door Geertruy Renier Maes als weduwe van Godefridus Jan Lathouwers met twee onmondige kinderen n.l. Elisabeth en Renier Lathouwers, van de door Godefridus Lathouwers achtergelaten goederen. (162)

Met Hendrik Bull overleed in 1857 te Leende de laatste uit het geslacht Bull die rechtstreeks afstamde van Willem Bull en Elisabeth Pompen en die zich steeds Bull hadden blijven noemen terwijl alle andere geleidelijk op de naam Pompe waren overgegaan! Rond twee en een halve eeuw hadden er zodoende Bulls in Leende gewoond, ze waren er als handelaren in koper (teuten) gekomen, werden koperslager en landbouwer en waren er als handelaren (factoors) weer vertrokken. 

VII-K. JOANNES BULL of POMPE, (zie VI-D-1) is te Leende op 3.6.1749 gedoopt uit het eerste huwelijk van Hendrik en Helena en te Den Bosch overleden.

Hij huwt op 6.4.1771 te Den Bosch als Joannes Bull anders genaamt Pompen en geboren te "Heesch bij Leende" met Beatrix Min(n)er, jongedochter uit Den Bosch aldaar geboren als dochter van . . . . . . (Den Bosch 565)

Op 31.10.1794 is er in Den Bosch een Jan Pompen begraven. (DTB 193)

Jan vestigt zich evenals zijn vader te Den Bosch als factoor en verkrijgt daarvoor op 10.4.1771 te Leende een akte van cautie, hij heette alsdan Johannis Hendrik Pompen waarbij het woord "Bull" tussen en boven werd gevoegd. (163)  Op 25.11.1772 verklaart hij als schuldenaar principaal 600 gld. te zullen betalen en er borg voor te staan. (164)

Misschien was hij in geldnood want op 8 juni 1773 geeft hij aan schepen Theodorus Pompen opdracht om voor hem al zijn goederen te Leende maar te verkopen. (165)

Ook het land dat zijn vader in 1769 van Jan Peeter Bacx had vernaderd en dat toen heette "dat land op den vrijdach van Joseph Heerings" verkoopt hij op 29.12.1777 voor 55 gld. 10 st. aan Jeuris Heyligers te Leende. Nu heette het perceel "dat land op de vrijdag van Jan Peeter Bax", het was 71 roeden en hij tekende de akte mede als "Johannes Bull of Pompen".  (166)

Kinderen van Jan en Beatrix te Den Bosch gedoopt:

1.  Margaretha Pompe, gedoopt 8.4.1773, dooph. Franciscus Miner en Margaretha van Malderen. (D.B. 25 fol. 128, St. Jan)

2.  Christianus Henricus Pompe, gedoopt 27.9.1774, dooph. Christianus Miner en Maria Magdalena Miner; hij is op 8.6.1783 begraven.

3.  Henricus Franciscus Pompe, gedoopt 12.12.1775, dooph. Gerardus van Os en Jacoba Bul dicta Pompen. (hij volgt VIII-K)

4.  Jacobus Pompe, gedoopt 27.9.1777, dooph. Jacobus Lamboy en Maria Jacoba Miner. (hij volgt VIII-M)

5.  Helena Pompe, gedoopt 1.11.1782, dooph. Joannes Bull-Pompen en Theresia Miner.

6.  Henrica Pompe, gedoopt 2.2.1785, dooph. Joannes Bull-Pompen en Joanna Catharina Gheyssels; ze is op 26.3.1785 begraven.

7.  Wilhelmus Pompe, gedoopt 18.12.1786, dooph. Christianus Miner en Gertrudis Bull- Pompen. (D.B. 25, fol. 258.) 

VII-M.   JOHANNES POMPE, (zie VI-D-7) is op 3.9.1762 te Den Bosch geboren uit het tweede huwelijk van Hendrik en Adriana van Santen. Hij overleed aldaar op 2.3.1809.

Johannes huwde er op 18.2.1787 met Anna Barbara Bogaerts, ged. 11.5.1756 te Den Bosch en aldaar op 26.1.1833 overleden als dochter van Leonardus Bogaerts en Catharina Teulings. Ze had als weduwe van Joannes Pompe bijgenaamd Bull, gewoond in de Visstraat, Wijk G nr. 386. Ze hadden als kinderen:

1.  Theodorus Henricus Pompe, geb. Den Bosch 30.10.1788. (hij volgt VIII-P)

2.   Adriana Catharina Pompe, geb. te Den Bosch op 6.11.1790 met als dooph. Henricus Bogaerts en Jacoba Bull (Pompen) Adriana Catharina huwde op 9.7.1812 in Den Bosch met Nicolaes Peter Heymans, geb. Den Bosch 1.11.1788.

Hun zoon was: Henricus Engelbertus Heymans, geb. te Utrecht op 31.1.1817 en aldaar op 26.10. 1888   overleden. Hij huwde te Wijk bij Duurstede op 6.9.1849 met Johanna Banens, geb. Wijk bij Duurstede 11.10.1825. Uit hun huwelijk o.a.:

  Maria J.H.E. Heymans, geb. Utrecht 20.10.1869 en op 25.7.1934 te Helmond overleden. Deze Maria J.H.E. Heymans huwde te Amsterdam op 30.5.1899 met Franciscus Nic. Maria Raymakers geb. te Helmond 5.8.1867 en aldaar op 23.7.1945 overleden. Hij was de vader van Leonardus F.M.J.C. Raymakers, geb. Helmond 11.12.1911 en aldaar wonend Kanaaldijk NW 47 waar hij zijn praktijk als huisarts uitoefent. '

3.  Leonardus Wilhelmus Pompe, geb. Den Bosch 17.2.1792, dooph. Wilhelmus Cordewijner en Nicolaa Bogaerts.

4.  Catharina Joanna Pompe, geb. Den Bosch 13.5.1794, dooph. Arnoldus Bogaerts.

BRONNEN:

137    over dit artikel zie voetnoot 115.

138    Heemkronyk IV-blz. 87 een afbeelding er van.

139    Het Begijnhof van Turnhout; een boekje als gids voor de bezoekers, blz. 19.

140    De Bouwgeschiedenis van het Stadhuis te Culemborg; door o.a. Mr. L. Sillevis, zie blz. 50. Een uitgave van A.T. Verschoor v/h Blom en Olivierse, Culemborg 1939.

141    Heemkronyk XIII-blz. 19 een afbeelding van die duif.

142    Graafsche Courant; d.d. 25.5.1972.

143    In het Jaarboek XI-1935 van Antwerpens Oudheidk. Kring n.a.v. "Jubeltentoonstelling", een zeer rijk geïllustreerd artikel van Chr. van Herck.

Zie verder artikelen over Walter Pompe in:

- Het Nieuw Nederl. Biografisch Woordenboek, deel VI; blz. 1144-1145.

- Biographie Nat. Belg. XVII; 927-929.

- J. Cassier ef P. Bergmans; L'artancien dans Ies Flandres, tome I, 87-88; tome III, 151-152.        

- Histoire de I'art, tome VII; 361.

- J. Immerzeel jr.; De Ievens en werken der Hollandsche en Vlaamsche kunstschilders etc; deel II, blz. 318.

144    RA Heeze R175; d.d. 11.3.1771.

145    Op 24.8.1710 is er te Leende eveneens een Helena Erens gedoopt, zij is echter geboren uit het op 25.6.1707 voor de schepenen gesloten huwelijk van Jan Erens uit Everbeek en Jenneke Jan Hendricx uit Leende. (RA Heeze 9)

146    Gildeboek van het Gilde St. Catharina en St. Barbara te Leende van 1715-1763 dit moeilijk Ieesbaar notitieboekje bevindt zich in het archief van dit gilde te Leende.

147    RA Heeze R170;   folio 118 verso;   d.d.   8.12.1753.

148    RA Heeze R170;   folio's 248 t/m 251;   d.d.   15.10.1755.

149    RA Heeze R171;   fol. 52;   d.d.   4.4.1756.

150    RA Heeze R116;   fol. 150 bis;   d.d.   29.3.1769.

151    RA Heeze R116;   fol. 161, 161 verso;   d.d.  10.7.1769.

152    RA Heeze R171;   fol. 246;   d.d.   23.1.1759.  

153    RA Heeze R116;   fol. 58 verso;   d.d.   1.8.1767.

154    RA Heeze R117;   fol. 131;   d.d.   20.8.1771.

155    RA Lith R94;   fol. 69;   d.d.   26.4.1751.

156    Op blz. 23 van vorige Heemkronyk okt. 1975 staat;

"8 Josephus Pompe . . . . .. (hij volgt VII-C)" dit is fout en moet zijn: VII-D. Tevens moet er achter:   "5. Jacobus Pompe ....", staan: (hij volgt VII-C).

157    RA Heeze R164;   fol. 28 verso;   d.d.   8.1.1734.

158    RA Heeze R117;   fol. 93;   18.3.1771.

159    RA Heeze R117;   fol. 172 verso;   d.d.   19.2.1772 en RA Heeze R176;   fol. 17; d.d. 19.2.1772.

160    RA Heeze R119;   fol. 86;   d.d. 6.7.1776.

161    RA Heeze R118;   fol. 125  verso en 126;   d.d. 1.10.1774.

162    RA Heeze R193;  fol. 150  verso;   d.d. 23.12.1797.

163    RA Heeze R175;   fol. 246  verso;   d.d. 10.4.1771.

164    Den Bosch R1766;   fol. 360  verso;   d.d. 25.11.1772.

165    RA Heeze R176;   fol. 128;   d.d. 8.6.1773.

166    RA Heeze R119;   fol. 170  verso en 171;   d.d. 29.12.1777.

 

Verder: 

- "De Vlaemsche School", tijdschrift voor Kunsten, Letteren en Wetenschappen; 1858-1860, jaargang 4 t/m 6 te Antwerpen, Jaargang 4, blz. 122 ev.: Walter Pompe en zijn twee zonen. Het is onder nr. 296C12 in de Kon. Bibl. te Den Haag.

-  Catalogus "Oude kerkelijke kunst uit de zuidelijke nederlanden", Heeze (1971) blz. 16- 18. 

Ga terug