Heemkronijk jaar:1976, jaargang:15, nummer:3+4, blz.58 -59
UIT DE HEEMKRONYK VAN TOEN !
door: Redactie
De eerste gestencilde afleveringen van onze Heemkronyk verschenen zoals u zult begrijpen, in een zeer beperkte oplage. Toch zijn juist in die eerste jaargangen veel interessante artikeltjes en bijdragen gepubliceerd. Maar de kleine oplage is er oorzaak van, dat velen van u niet over die heemkundige wetenswaardigheden kunnen beschikken.
Daarom hebben wij besloten om een aantal publicaties uit die eerste jaargangen nogmaals in ons blad op te nemen. Bij het selecteren daarvan zullen we allereerst letten op de bruikbaarheid voor het historisch en heemkundig onderzoek binnen onze kring.
We gaan dat doen onder de titel "Uit de Heemkronyk van toen". Uw instemmende en afkeurende reakties zullen mede bepalend zijn voor de aard en de duur van deze herhalingen. Het ligt voor de hand, dat daaronder de bijdragen van de ons helaas te vroeg ontvallen heer F.W. Smulders (zie Heemkronyk XI, 3, blz. 36) een belangrijke plaats zullen innemen.
Redaktie .
ZESGEHUCHTEN door F.W. Smulders.
Daar men in het onzekere is, of Zesgehuchten reeds vóór 1440 bij de heerlijkheid Heze en Leende behoorde, kan ik wellicht die onzekerheid verhelpen met de volgende gegevens:
Als Zesgehuchten onder het gericht of rechtgebied van de schepenbank van Heze en Leende viel, zal dit dorp ook gehoord hebben onder de heerlijkheid van Heze en Leende.
Nu wordt de hoeve "tot ghenen Broeck“ in Huls in 1408 aangeduid als liggende in de parochie Geldrop en in het gericht van Heze en Leende (Den Bosch R.1185 fol.324).
In 1392 verkoopt Jan, zoon van wijlen Gheerlach Rover, aan Gielis van Nuwelant de visserij, strekkende van de molen van Colle tot Hulsenbrugge, en liggende deels in het gericht van de hertog van Brabant en deels in het gericht van Heze en Leende. (Den Bosch R. 1179 fol. 118). Het zuidelijke stuk van deze visserij (in de Rul) valt dus onder het rechtsgebied van Heze en Leende.
Verder vond ik nog deze akte:
Heer Jan, heer van Geldrop, ridder, en zijn zoon Philip verkopen aan Ghijb Herinc, zoon van wijlen Gerit Cnode, een korentiend en een smaltiend in Riel in de parochie Gheldorp en in het gericht van Heze en Leende.
Deze allodiale tienden zijn afkomstig van de voorouders van Jan. De verkopers kunnen deze tienden binnen tien jaar lossen met 200 brabants dobbel. (Den Bosch R.116 fol. 225v, 24 okt. 1381).
Dit is dus een verpanding: als zij de koopsom terugbetalen, krijgen ze die tienden terug. Zulk een verpanding is een manier om geld te lenen. Ook grote heren zaten nog al eens in geldnood!
‘t Lijkt me toch voor de hand liggend, dat het dorp "Zesgehuchten" vanouds bij de heerlijkheid Heze en Leende gehoord heeft. Het wordt er niet apart bij vermeld, omdat het geen eigen naam had; of het zou moeten zijn Hoog-Geldrop, hetgeen wel eens voorkomt in de middeleeuwen. De gehuchten van dit dorp liggen in de 14e en 15e eeuw in ieder geval in het gericht van Heze en Leende zoals blijkt uit de verschillende akten in ‘t Bossche protokol.
(Uit Heemkronyk 1, 6; blz. 11-12).
GENOENHUIS, Genoenes; door F.W. Smulders.
De verklaring van deze naam, verschenen in dit blad, is niet juist omdat deze buurt in de 14e en 15e eeuw aangeduid wordt als: tot gheen Nuwenhuys.
Als bewijsplaats heb ik op het ogenblik alleen een vermelding uit 1478 en 1488:
"ad locum dictum ghenen nuwenhuys in parochia de Geldrop in jurisdictiane de Heze et Leende".) Den Bosch R. 1247 fol. 335v en R.1218 fol. 243v).
En uit 1488; "tot ghenen nuwenhuys" (in Zesgehuchten) (Den Bosch R. 1258 fol. 136).
Ook Nuwenhuys alleen komt voor, welke naam men ook vindt in Haren bij Oisterwijk en in Zon in de middeleeuwen en die nu luidt: de noenens.
De oude oe-klank van nuw (=nieuw) is in deze namen bewaard, zoals ook in sommige dialekten. Het aanwijzend voornaamwoord "gene" wordt dikwijls gebruikt bij de aanduiding van buurten. Men woont op ‘t Loo of op Gheen Loo (ginder achter op ‘t Loo).
Wij zeggen ook nog: hij woont niet in dees huis maar in geen huis, d.i. in ginds huis.
In de verbinding " 't ghenen Nuwenhuys" staat de "t" voor "te". (Uit Heemkronyk 1, 6; blz. 1-2).