Heemkronijk jaar:1978, jaargang:17, nummer:2, blz.46 -48
H E T K E M P I S C H E H E I D E S C H A A P
door: E. Kolen
Eén van de romantische taferelen, die mensen anno 1978 plegen te noemen is een langzaam voorttrekkende kudde schapen, die even veilig als doeltreffend bij elkaar gehouden wordt door een voortdurend bluffende en cirkels rennende schapendoes. Als waardig sluitstuk loopt, nee schrijdt daarbij de herder, veelal getooid met een krullerige en enigszins woeste board, liefst met een kromme snorkende pijp en gewapend met een knoestige herdersstaf.
Inderdaad een (te) romantische voorstelling. Hoe anders is de werkelijkheid, ook op de Strabrechtse Heide waar sinds jaar en dag herder Theo Oomen "zijn" kudde schapen zes dagen per week - weer of geen weer - laat grazen. Maar voordat het zover was, werd heel wat werk verricht door de Stichting "het Kempisch Heideschaap", welke werd opgericht in 1967 en zich als doel stelde het terugfokken naar de oorspronkelijke vorm van het landras Kempisch heideschaap.
Dit vroeger alom bekende ras stierf a.h.w. uit doordat de heide ontgonnen werd en de natuurlijke taak van het schaap verviel. Een andere doelstelling was en is het doen beweiden van de Strabrechtse Heide en mogelijkerwijze later ook van andere heiden in Brabant en Noord en Midden Limburg door één of meer kuddes Kempische heideschapen.
Het fokmateriaal werd betrokken uit de Groot-Kempen. Middels een terugfoksysteem, gebaseerd op inteeltlijnen (door opeenhoping van eigenschappen kan men de goede gebruiken en de niet-goede afstoten) hoopt men over enkele jaren een uniform geheel te hebben van zuiver Kempische schapen. Door dit fokprocedé nauwkeurig aan te houden, is men er in geslaagd een kudde te vormen die momenteel bestaat uit ongeveer 300 oudere dieren en 200 lammeren. Indien een en ander zich bestendigt, wil men ook op andere plaatsen in "het zuiden des lands" kudden gaan vormen en "bevoorraden".
Men kan zich voorstellen dat voornoemde stichting het moeilijk had met de financiering van de kudde. Een gelukkige omstandigheid is het feit dat de Strabrechtse Heide a.h.w. ligt tussen vijf gemeenten: Heeze, Geldrop, Mierlo, Someren en Maarheeze. Deze gemeenten dragen elk jaar hun steentje bij. Een andere vorm van inkomsten heeft men vanwege een overeenkomst met Staatsbosbeheer.
Voor zowel de genoemde vijf gemeenten als laatstgenoemde instantie snijdt het mes aan twee kanten; men steunt een ideëel doel en de heide wordt, in tweeërlei betekenis, natuurlijk onderhouden: de schapen begrazen de heide en men voorkomt andere minder oorspronkelijke vormen van onderhoud, zoals afbranden van de heide. Nieuwe schapen hoeven ondertussen niet meer aangekocht te worden, integendeel, men verkoopt ze, zij het in bescheiden mate, aan bijvoorbeeld partikulieren en aan het Openluchtmuseum "Bokrijk" in het Vlaamse.
Zoals te zien is aan beide foto's, genomen van twee ongeveer 150 jaar oude tekeningen, heeft men het oude type Kempische heideschaap zo goed als benaderd. Over zo'n vijf jaar hoopt begeleidend veearts J. Wille het echte Kempische heideschaap weer te kunnen presenteren.
Het heeft de volgende raskenmerken; een klein, slank schaap, sluik haar niet gekroest, lange witte wol, dat niet te vinden is op hals en buik en een lange staart. Ook heeft het schaap, in tegenstelling tot andere rassen , geen horens .
Kortom een prachtig initiatief nadert zijn voltooiing en levert een belangrijk aandeel in de rekonstruktie van natuurlijke begroeiingen van door de landbouw weer verlaten gronden. In hoeverre men geslaagd is, adviseren wij u zélf te gaan onderzoeken op de Strabrechtse Heide bij "de Plaetse" in Heeze, waar de kudde gevestigd is.