Uit de archiefkist. (=nr.2)

Heemkronijk jaar:1979, jaargang:18, nummer:2, blz.78 -79

U I T D E A R C H I E F K I S T.

door: C.S. Smit

De vorige keer hebben we de brief gepubliceerd, die de kerkeraad en de kerkvoogd op 22 november 1837 aan de koning schreven om aan de nodige gelden te komen om de pastorie van de burgerlijke gemeente over te nemen. We zagen dat de koning zelf op de overname van de pastorieën in den lande had aangedrongen. Het in de brief genoemde bedrag, benodigd voor de herstellingen, was begroot door de bouwkundige Adriaan van Gaal uit Geldrop.

Baron van Tuyll van Serooskerken was samen met Ds. Kremer in datzelfde jaar in onderhandeling getreden met het gemeentebestuur van Heeze, maar men kon het niet eens worden over de prijs. De gemeente Heeze had in november 1836 bij Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant om subsidie gevraagd "voor een nieuw te bouwen schoollocaal met het verzoek tevens bij Zijne Majesteit de noodige autorisatie te provoceren tot den publieken verkoop van het oude schoollocaal aan den kerkhof en de gemeentes pastorij tot woning van den predikant..."

Het verzoek werd om diverse redenen afgewezen. Deze aanhaling komt uit een brief van Gedeputeerden aan het gemeentebestuur van Heeze, d.d. 30 december 1836. Misschien dat dit schrijven de heer E.  Kolen op het spoor kan brengen, dat leidt naar de oplossingen van de vragen aangaande het schoollokaal, die hij stelde in zijn artikel in de Heemkronyk van september 1978. Omdat de afgevaardigden van de kerk en het gemeentebestuur het niet eens konden  worden, werd de hulp ingeroepen van de District Commissaris Jhr. Mr. C.F. Wesselman te Helmond. Op 23 juni is het zover dat de overeenkomst getekend kan worden; "dat het Gemeente Bestuur van Heeze, de Gemeentes Pastorie met stalling, tuin en aangelag zoo als de zelve is liggende en in het kadaster bekend onder Sectie F No 312 groot 4 R, 14 Ellen en No 313 groot 11 R, 20 Ellen aan de Hervormde Gemeente van Heeze in eigendom zal afstaan."

De ondertekenaars van het Gemeentebestuur waren; Adriaan Deelen, burgemeester; Arnoldus Adriaan Schepers en Gerrit Liebregts, assessoren; Antonie Deelen, Hendrik van den Berg en Jan van Dijk, allen leden van de raad. Het raadslid Jan van Riel, die verklaarde niet te kunnen schrijven, tekent niet. Verder is het stuk ondertekend door de secretaris H. G. van Moorsel.

Het antwoord van de koning op de "messive" van 22 november 1837 laat niet lang op zich wachten. Via de minister van Staat, belast met de Generale Directie voor de zaken der Hervormde Kerk enz., Pallandt van Keppel, laat hij per schrijven van 17 mei 1838 weten, dat "Zijn Majesteit bij besluit van den 10den dezer, No 78 heeft goed gekeurd de overeenkomst betrekkelijk de overname door hunne gemeente van de aan de Burgerlijke Gemeente toebehorende pastorie huizinge.... te Heeze, voor eene som van f 1000,-".

In een schrijven van 11 augustus 1838 bericht de minister dat voor het "in behoorlijke bewoonbare staat brengen van de predikantswoning " een subsidie verleend wordt van 3200 gulden.Opnieuw gaat Adriaan van Gaal aan het rekenen en in zijn begroting van 27 oktober 1338 komt hij uit op een bedrag van ruim 3000 gulden. Het herstellingsplan wordt nu ter goedkeuring voorgelegd aan het "Provinciaal College van Toezicht op de kerkelijke administratiën te ’s-Hertogenbosch". Alle mogelijke transacties door de kerkeraad en de kerkvoogd op touw gezet, moeten door dit college worden goedgekeurd. Het vreemde is echter, dat in de goedkeuring van 1 februari 1839 een bedrag genoemd wordt van f 3650,02½.

De aanbesteding vindt plaats op 18 maart 1839 en het werk wordt aange- nomen "voor eene somme van drie duizend zes honderd en vijf en tachtig gulden door den Meester Timmerman L. Daris te Bergeyk te betalen in 3 termijnen als; de helft wanneer de woning onder dak is getrokken, een vierde gedeelte wanneer dezelve zal zijn afgewerkt tot op het behangen en verven na en het laatste vierde gedeelte als het gehele werk volkomen zal zijn afgelopen het welk zal moeten plaats hebben op den 1 sten julij 1800 en veertig, blijvende als dan nog van het laatste vierde gedeelte twee honderd gulden staan tot ultimo januarij 1800 een en veertig tot waarborg voor het werk en tot welken tijd de aannemer voor allen schade zal moeten instaan".

Heeze den 18 Maart 1839

( get. ) P. Verschooff,  J.L.A. Kremer Azn, Predikant,  H. Poots, J.D. van Tuyll van Serooskerken, H.M. Freher

Aldus de aantekening van Ds. Kremer in het notulenboek van de kerkeraad. De begrotingen van Van Gaal van de pastorie van Ds. Kremer, het huidige pand Kapelstraat 65, zijn bewaard gebleven evenals trouwens die van de kapelherstellingen van 1835. Bij deze laatste begroting bevindt zich een summiere bouwschets. Samen met 't bestek moet het mogelijk zijn een vrij nauwkeurige reconstructie van de oude kapel ( voor 1907 ) te maken.

Ook staan ons hiertoe enkele foto's en tekeningen ter beschikking.

Tussen de papieren van de kerkvoogdij bevindt zich een document, geda- teerd 18 oktober 1898. Het is een huurcontract dat de kerkvoogdij aan- gaat met de fabrikant Antonius Deelen te Heeze. Deelen huurt “ Een ge- deelte der Predikantswoning met tuin en stal te Heeze, aan de huurder bekend, die geen verdere omschrijving verlangt". Omdat de predikants- plaats sinds april 1895 vacant was, stond de pastorie leeg. Met de komst van Ds. Plooy in 1902 wordt ook de nieuwe pastorie, het huidige Wit Gele Kruisgebouw in de Kapelstraat, in gebruik genomen.

Een mooie taak voor de Heemkundekring om te trachten de pastorie van de bekendste Heezer predikant, Ds. Kremer te behouden!

(wordt vervolgd ) 

Ga terug