Heemkronijk jaar:1970, jaargang:8, nummer:3, blz.23 -24
DE VERDWENEN ST. JORIS OF GEORG II KAPEL VAN GELDROP
door: A.Jansen
Met het verschijnen van het eerste deel van "De oude dekenaten Guijk, Woensel en Hilvarenbeek in de 15e en 16e eeuwse registers van het aartsdiakonaat “Kempenland” (Niimegen 1968), zijn we veel te weten gekomen op kerkelijk gebied van die tijd. Wat Geldrop betreft vinden we daarin o.m. de volgende aantekening uit 1520 (blz.183): Capella Georgii (blanco). Dit was voor mij aanleiding om eens na te gaan of er over deze kapel nog meer gegevens te vinden zouden zijn. Hoewel de “oogst” tot nog toe niet groot genoemd mag worden, meen ik toch dat het goed is deze hier mee te delen, temeer omdat die mogelijk tot een wat uitgebreider onderzoek kunnen leiden.
Coppens schreef al dat een dergelijke kapel bestaan had (Nieuwe beschrijving van het Bisdom ‘s Hertogenbosch, dl. III, blz. 88) en dat deze aan een gasthuis verbonden was geweest. Het zogenaamde "Gasthuisstraatje" zou daaraan zijn naam ontlenen.
Maar ook Van Oudenhoven vermeldde (in 1649, blz. 38) dit gasthuis al en gaf er de volgende beschrijving van: "Daer heeft tot Geldrop mede tot onderhout der Aermen geweest een Gast-huijs daervan seker straetken noch heet de Gast-huijs Stap". Ook bij Schutjes vinden we deze kapel genoemd (dl.. III, blz. 673-674) en hi] zegt er van, dat dit eerst een Sint Joris kapel was en pas later "capella Mariae et Georgii" genoemd werd. Schutjes is het niet eens met de veronderstelling van Coppens, dat deze kapel aan het gasthuis verbonden zou zijn geweest. Hij zegt hierover: "Geene gevondene documenten verspreiden daarover eenig licht, en geene sporen zijn er van de kapel over gebleven".
De geschiedkundige atlas van Nederland; de kerkelijke indeling omstreeks 1550 (‘s Gravenhage 1923) vermeldt deze kapel eveneens, maar zonder verdere gegevens en met verwijzing naar Coppens en Schutjes. Mijn vader weet zich nog te herinneren, dat ongeveer veertig jaar geleden een straatje in de volksmond "Gasperstadje" werd genoemd. Dit straatje lag ongeveer achter de hoge bouw van Van de Heuvel Wollenstoffenfabriek aan de Heuvel waar het uitkwam in het Wielstraatje (thans postkantoor) en het andere einde kwam ongeveer uit ter hoogte van P. van de Burgt in de Molenstraat.
Het "wielstraatje") ook al een verdwenen naam) moeten we in verband brengen met de watermolen die wat verderop aan de Dommel gelegen heeft (De waterradmolen van Geldrop door C.J.A. van Helvoort in Heemkonyk, jrg. lll, blz. 61-65). Waarschijnlijk hebben in die omgeving het gasthuis en mogelijk ook de kapel gestaan.
Misschien kan iemand deze schaarse gegevens nog aanvullen?