Drie keer een heimolen bij Leende

Heemkronijk jaar:2004, jaargang:43, nummer:3, pag:57 -59

 DRIE KEER EEN HEIMOLEN BIJ LEENDE 

door: Rob en Winky Vetter 

Er is een goede reden voor iemand die eigenlijk meer geïnteresseerd is in heemkunde dan in schilderkunst om zich toch met negentiende-eeuwse schilders bezig te houden. Zij schilderden het landschap vaak met de tradities van het naturalisme, zodat men daar als het ware vroege kleurenfoto's te zien krijgt van de streek waar men door geboeid is. Dat was een van de redenen om in de  Heemkronyk van december 2002 aandacht te geven aan enkele schilders, waaronder Taco Mesdag en Geesje Mesdag-van Calcar. In dat vorige artikel ‘...Toch werkten zij in Heeze’ hebben we laten zien dat Taco en Geesje niet alleen naar zeggen in Heeze gewerkt hebben, maar dat er zelfs een schilderij en een pentekening aangewezen kunnen worden die zij daar gemaakt hebben 5. Op die manier heeft Taco Mesdag een quasi-fotografisch beeld geschapen van de heide rondom de heimolen bij Leende (figuur 1).   

 

Het probleem met de schilderijen van Taco en Geesje Mesdag is dat zij zelf geen                                                

5 Rob en Winky Vetter, ‘...Toch werkten zij in Heeze’, Heemkronyk jrg. 41 (2002), nr. 4, p.59.

documentatie hebben nagelaten en dat er geen mensen meer in leven zijn die verklaringen kunnen geven over de geschilderde objecten of hun locatie. Het traceren moet zich baseren op veronderstellingen en gissingen. Dat daarbij fouten kunnen insluipen is geen wonder. Al helemaal als we beperkte toegang tot het origineel hebben, en ons onderzoek moeten voortzetten aan fotografisch materiaal. Zeker is in elk geval dat Taco een schilderij gemaakt heeft met de titel Molentje bij Leende. Dat staat namelijk gedrukt in de catalogus van de tentoonstelling in 1902 ter nagedachtenis van zijn overlijden. Een recensie van die tentoonstelling in het tijdschrift Wereldkroniek bespreekt dit schilderij, en zegt dat hetzelfde onderwerp terugkomt in een ander catalogusnummer, waarvan de titel 't Oude Molentje is 6. Daar begint het raden: is dat een schilderij op dezelfde locatie of gaat het ook over een molen maar dan elders? Wij denken het eerste, want er is een vermelding van een aquarel  ‘Molentje bij Leende’ op een tentoonstelling in Londen. Welnu, die aquarel is onlangs  

 


6 N.H. Wolf, ‘Eere-Tentoonstelling in ÇPulchri StudioÈ van werken van wijlen Taco Mesdag en van wijlen H.O. van Thol’, Wereldkroniek, 20 november1902.
58 

opgedoken en de voorstelling doet zo sterk denken aan Molentje bij Leende dat er voor ons geen twijfel is (figuur 2). We veronderstellen verder dat de aquarel een voorstudie is voor het olieverfschilderij, een gebruikelijke, maar niet universele  werkwijze van schilders in die tijd. Een aquarel kan nog dezelfde dag voltooid worden, terwijl olieverf per kleur soms dagen uitharding vereist. Dat is ook de reden dat schilders vaak een paar doeken tegelijk onder handen hebben. Van Taco Mesdag zijn toevallig ook een aquarel en een olieverfschilderij van de molen van Twello bekend.  Wat u natuurlijk meteen opvalt bij vergelijking van figuur 1 en 2 is de kerk. Op de aquarel is hij duidelijk aanwezig, op het olieverfschilderij is er weinig van te zien. In ons vorige artikel meenden we een schim van de kerk aan de horizon te ontwaren, en we opperden de veronderstelling dat Taco Mesdag de eenzaamheid van de heide wilde benadrukken door de kerktoren niet waarheidsgetrouw groot af te beelden. We denken nu dat het reden voor hem is geweest om de kerk helemaal niet af te beelden. Wat wij voor een schim van een toren aanzagen is misschien niet meer dan een misleidend glimlichtje op een bolletje verf plus een craquelure in de vorm van een torenspits. Er is wel een streepje verf op die plek aan de horizon, dat bebouwing van het dorp suggereert. Hoewel dit nieuwe inzicht de vorige analyse wel wat van zijn glans berooft, blijven we ervan overtuigd dat het olieverfschilderij de heimolen bij Leende voorstelt, en die overtuiging wordt ondersteund door de aquarel van figuur 2. Het standpunt van de schilder voor de aquarel lijkt ergens langs het brede exploitatiepad te zijn dat ook op een foto van rond 1930 te zien is (figuur 3). Het onderstel van de molen is duidelijk ongedekt op Taco's aquarel, en iets minder duidelijk op het olieverfschilderij, beide daterend uit de jaren vóór 1900, in tegenstelling met de foto van rond 1930. Maar  zoiets wisselde nogal eens; soms hield een mulder kippen in het onderstel 7. Taco heeft op de aquarel wel een kerk aan de horizon gezet, rechts van de drie grote bomen. Links  

 

 

van de molen, zowel op de foto als op de aquarel (precies onder een glimlichtje van de glasplaat van de aquarel), steekt het dak van een huis boven de heuvel omhoog. Dat is dan ongetwijfeld ook weer hetzelfde dak als op het olieverfschilderij. Overigens heeft Mesdag voor dit laatste schilderij een romantischer heidepad geschilderd dan voor de aquarel, en hij heeft het landschap ook veel gedetailleerder uitgewerkt. 
Kort gezegd, binnen het kader van de overwegingen dat een schilder zich bij de zichtbare werkelijkheid houdt, al is het niet ten volle, en dat er twee toepasselijke tentoonstellingstitels bestaan en dat er een goede gelijkenis bestaat met een foto die weliswaar een jaar of veertig later gedateerd moet worden, lijkt de overtuiging gewettigd dat we hier met een aquarel en een olieverfschilderij van de molen bij Leende te maken hebben. Een gemotiveerde aanname, geen mathematische zekerheid.                                                

7 Met dank aan de heer Peter R.W. Kerkhofs, kleinzoon van de molenaar.

8 Jean Coenen, ‘Leende, de geschiedenis van een dorp met een ondernemende bevolking’, p. 284.  
 59


We denken nu zelfs een derde schilderij gevonden te hebben met daarop de Heimolen (figuur 4), een uitzonderlijk herkenningspunt  voor het gebied van Leende. Het is een klein werkje en de textuur van de ondergrond (marouflé, linnen op paneel) verhindert fijne   


 

details op het middenplan te onderscheiden, zodat het zelfs niet zo eenvoudig is om de molen te herkennen. Het paneeltje is ongesigneerd, zoals men vaak olieverfstudietjes ongesigneerd liet. Het is jarenlang in het bezit geweest van de ‘grande famille’ Mesdag, die het aan Taco toeschrijft. Maar helaas weet men daar geen uitsluitsel te geven over de locatie. Het beeldt een spaarzaam gestoffeerde kale hei uit rondom een verafgelegen molentje waarvan slechts de wieken boven de horizon uitsteken (figuur 5).  De vooruitspringende bomenrand op een smalle hoogte links in het beeld, kennelijk een van die hakhouten perceelscheidingen, lijkt te corresponderen met de houtwal rechts op het olieverfschilderij van figuur 1. Alles bij elkaar betekent dit voor de plaats van de schildersezel: een hoog standpunt, een afstand tot de molen van ongeveer een kilometer, en een kijkrichting van oost naar west. Is het gewaagd om te veronderstellen dat Mesdag het heeft geschilderd vanaf de toren van de kerk in Leende? Er zijn hiermee drie schilderijen van Taco Mesdag in het gebied Heeze-Leende getraceerd, alle drie met de heimolen. Als hij en zijn vrouw hier hun zomers wel vaker   


 

doorbrachten, zoals verschillende bronnen suggereren, dan zullen er ongetwijfeld meer Brabants werken van hem en Geesje bestaan. Hopelijk komen die nog eens aan het licht. Blijft u vooral mee uitkijken. 
Voor een beschrijving van het leven en het oeuvre van Taco en Geesje Mesdag zie: ‘Geesje van Calcar een echte Mesdag’, derde oplage Den Haag - Schipluiden, 2004.                      
 

Ga terug