Heemkronijk jaar:2005, jaargang:44, nummer:1, pag:5 -11
HET OORLOGSDAGBOEK IN HET KASTEEL VAN HEEZE (2)
door: C.S. Smit en J.J.F. de Waal
Inleiding
In het archief van het kasteel van Heeze berust een handschrift waarin van dag tot dag is opgetekend wat er gedurende de periode van 31 augustus 1944 tot en met 17 februari 1945 in en om het kasteel en de wijdere omgeving is gebeurd.1 In de vorige aflevering van de Heemkronyk werden de in genoemd dagboek beschreven oorlogsgebeurtenissen van eind augustus tot eind september 1944 gepubliceerd.2 Het hier volgende tweede deel vertelt wat zich gedurende de maand oktober 1944 in en om het kasteel van Heeze heeft afgespeeld.
Oktober 1944 was de periode van de Tweede Wereldoorlog waarin de steden en dorpen in onze omgeving al waren bevrijd: Eindhoven op18 september, Geldrop op 19 september, Heeze, Leende en Someren op 20 september, Mierlo op 21 september, Asten op 22 september, Helmond op 25 september. Heeze, Leende en Geldrop-Mierlo lagen aan de oostelijke rand van de corridor die van 17 tot 26 september 1944 het strijdtoneel vormde van de operatie Market Garden. De oprukkende geallieerden trokken vanaf de Belgische grens in noordelijke richting naar Arnhem. De operatie Market Garden zou mislukken. De geallieerden slaagden er niet in de laatste brug in een reeks, de brug over de Neder-Rijn bij Arnhem, te ontzetten. Het deel van ons land ten noorden van de grote rivieren moest zo tot mei 1945 op zijn bevrijding wachten. In het noorden en westen, met name in de Randstad, werd de bevolking door de hongerwinter van 1944/1945 nog enkele maanden zwaar op de proef gesteld.
1 Huisarchief kasteel te Heeze, inventarisnummer F190.
2 Zie C.S. Smit en J.J.F. de Waal, ‘Het oorlogsdagboek in het kasteel van Heeze (I)’, in Heemkronyk, jrg. 43 (2004), nr. 4, blz. 63-71.
Het kasteel van Heeze en zijn directe omgeving werd in de maand oktober 1944 grotendeels bevolkt door ingekwartierde militairen. Het was daar een komen en gaan van geallieerden. In het kasteel was destijds ook het gemeentehuis van Heeze gevestigd. Uit het hier gepubliceerde dagboek blijkt dat het gemeentehuis van 26 tot en met 28 oktober 1944 uit het kasteel is verhuisd naar Cleyn Eimerick, de villa van dokter H.J. Kwisthout in de (Oude) Stationsstraat te Heeze, om plaats te maken voor 175 Amerikaanse officieren en manschappen.
Dit gegeven is in tegenspraak met wat C.J.A. van Helvoort in zijn bijdrage ‘Het Gemeentewezen van Heeze’ bijvoorbeeld schreef over het gemeentehuis:3
3 Zie C.J.A. van Helvoort, ‘Het Gemeentewezen van Heeze’, in A. van Oirschot (red.), “Heeze”, een heerlijkheid in Brabant, Heeze 1963, blz. 23-36. Het aangehaalde citaat staat op blz. 35 van deze bundel met bijdragen over de geschiedenis van de heerlijkheid. De bundel is destijds uitgegeven door onze heemkundekring bij gelegenheid van het afscheid van burgemeester M.H.
6
“….. Het hele gebouw brandde tijdens de Duitse bezetting in de nacht van 2 op 3 september 1944 tot de grond toe af. Een verzetsgroep bleek hierin de hand te hebben gehad. Enkele dagen werd [van] de oude veldwachterswoning aan de Akkerstraat (thans St.-Nicasiusstraat) als gemeentehuis gebruikt en vervolgens, van 5 september tot 20 oktober ’44 de linkervleugel van het kasteel. Daarna werd “Cleyn Eimerick” aan de Stationsstraat als tijdelijk gemeentehuis ingericht. Tot 12 januari 1946 is dit huis door de gemeente gebruikt met een onderbreking van enkele weken in 1945, toen een Schots regiment het gebouw vorderde en het gemeentehuis werd ondergebracht in het kantoor van de firma Vullinghs aan de Kapelstraat. Tenslotte verschafte een groot oud notarishuis in parkachtige tuin aan de Jan Deckersstraat, welk perceel werd onteigend van de familie Sperna Weiland4, tijdelijk onderdak. Onder architectuur van J. Magis te Helmond ontstond in deze tuin het tegenwoordige raadhuis, dat als herinnering aan de brand ook op 3 september maar nu in 1955, officieel in gebruik werd genomen…..” J. Coenen wees in zijn boek over Heeze bovendien terecht op een foutieve mededeling in de hier aangehaalde tekst van het artikel van C. van Helvoort, want het gemeentehuis van Heeze was niet in de nacht van 2 op 3 september 1944 afgebrand, maar al een jaar eerder, in de nacht van 2 op 3 september 1943.5 Zou de brand in de nacht van 2 op 3 september 1944 hebben plaatsgevonden, dan had de schrijfster van dit dagboek daar beslist melding van gemaakt. Dit is echter niet
Cox van Heeze, die op 16 november 1946 in die functie was benoemd.
4 In Heeze wordt of werd niet gesproken over de familie Sperna Weiland, maar over de dames Sperna Weiland, predikantsdochters uit Bergeyk die ook werk deden in het verzet.
5 Zie J. Coenen, Heeze. Geschiedenis van een schilderachtig dorp, Geldrop 1998, blz. 337 en noot 45 op dezelfde bladzijde.
gebeurd, zoals blijkt uit het eerste deel van dit dagboek. Het was nog maar een paar dagen vóór 5 september 1944, dolle dinsdag, toen de N.S.B. in paniek raakte en de bevolking zich al voorbereidde op de bevrijding van ons land.
In het archief van het kasteel berust het afschrift van een huurovereenkomst tussen S.J. baron van Tuyll van Serooskerken met burgemeester jhr. mr. Th.W. Serraris van Heeze.6 Daaruit blijkt dat de huur van een deel van het kasteel voor tijdelijk gemeentehuis van Heeze op 6 september 1943 is ingegaan en zou eindigen op 5 september 1944 middernacht. In genoemd huurcontract zijn voorwaarden opgenomen voor verlenging van de overeenkomst, die gold voor drie kamers van het kasteel en het portierskamertje aan de noordzijde van de hoofdpoort. De huurprijs bedroeg ƒ 37,50 per maand. Voor elektra werd bovendien ƒ 5,- per maand betaald. De akte is ondertekend door baron Samuel John van Tuyll van Serooskerken en de waarnemend burgemeester (zijn naam is onleesbaar). Naderhand heeft de baron met een potlood in rode kleur op het contract geschreven: “Vervallen door vertrek Okt. ’44”.
In dit tweede deel van het dagboek wordt ook melding gemaakt van het destijds functionerende veldhospitaal ofwel militair hospitaal Providentia in Sterksel (zie bij 5 en 12 oktober): “Eertijds een katholieke inrichting voor kinderen, lijdende aan epilepsie; door de Duitschers in beslag genomen voor school van de Hitler-Jugend.” Deze feiten zijn intussen in brede kring redelijk bekend. In de genoemde instelling, Huize Providentia (het oude klooster), Albertlaan 19, te Sterksel is heden ten dage Kinderdagverblijf Soetje gevestigd. Het gebouw wordt gehuurd van Epilepsiecentrum Kempenhaeghe aan de Sterkselseweg te Heeze. Zoals hiervoor al werd opgemerkt, omvat het gehele handschrift de periode van 31 augustus
6 Huisarchief kasteel te Heeze, inventarisnummer F929.
7
1944 tot en met 17 februari 1945.7 De schrijfster van het dagboek is mevrouw Hanny van Rosenthal-van den Berg (’s-Gravenhage, 1881-Amersfoort, omstreeks 1959). Zij verbleef tijdens de oorlogsjaren in het kasteel van Heeze, dat ze in haar dagboek steevast “het huis” noemt. Ze was de weduwe van een vriend van Samuel John baron van Tuyll van Serooskerken (Arnhem, 1874-Heeze, 1955). De in 1902 als nieuwe kasteelheer te Heeze ingehaalde baron Samuel John bewoonde tijdens de Tweede Wereldoorlog het kasteel. Hij wordt in dit dagboek steeds aangeduid als S. of Sam. De schrijfster van het dagboek vestigt voortdurend de aandacht op zijn slechte gezondheidstoestand. Op 10 januari 1945 zou Samuel John baron van Tuyll van Serooskerken in Eindhoven dan ook een zware galblaasoperatie ondergaan.
De geregeld voorkomende afkortingen D. en E. staan voor Duitse(rs) en Engelse(n). De tekst van het dagboek, die voor zich spreekt, wordt hierna integraal weergegeven. Problemen bij de transcriptie, bijvoorbeeld wat betreft het gebruik van hoofdletters en het al of niet aaneenschrijven van woorden, zijn naar beste inzicht van de bewerkers opgelost. Uitleg, toevoeging of commentaar staan tussen [ ]. Om een beter overzicht te hebben bij het lezen zijn de beschrijvingen van de verschillende dagen door witregels gescheiden. Bovendien zijn - eveneens voor het leesgemak - aan het begin van iedere nieuwe dag hier de data vet gedrukt, wat in het handschrift niet het geval is. In de volgende aflevering van de Heemkronyk komt het derde, laatste deel van dit oorlogsdagboek in het kasteel van Heeze aan de beurt, de periode van 1 november 1944 tot en met 17 februari 1945.
Dagboek: 1 oktober 1944 tot en met 31 oktober 1944
7 Zie over nadere bijzonderheden betreffende het handschrift ook de inleiding (blz. 63-65) van het in noot 2 genoemde artikel.
1 Oct. Zondag. ’s Morgens na onzen dienst was er Engelsche dienst in het kerkje voor de militairen.8 S. was veel beter; at wat en zat ’s middags 1½ uur op de rustbank. ’s Avonds Duitsche vliegtuigen boven Valkenswaard en Sterksel.
2 Oct. Maandag. S. gaat vooruit. Geen koorts meer. Iets meer eetlust.
3 Oct. Dinsdag. S. stond op en ging naar beneden; ging overal om het huis rondkijken. Het ging verwonderlijk goed. Verhuisden van beneden naar boven, naar “Elba” (kamer naast de alcoofkamer) daar er bijna niets te stoken is en het zeer koud is. Vrije radio in de lucht.
4 Oct. Woensdag. S. veel beter: hij liep ’s middags naar “Jachtlust”.9 Jhr. Smits van Oyen door de Nederl: Regeering in London benoemd tot Commissaris der Koningin in
8 Met het kerkje wordt de kerk van de Protestantse Gemeente Heeze c.a., Kapelstraat 50, bedoeld.
9 “Jachtlust” is de naam van de in de Boschlaan 31 gelegen villa nabij het kasteel, waar in september 1944 NSB-burgemeester E.C. van Dissel van Heeze nog woonde.
8
“bevrijd Brabant”[.] Het is helaas nog maar een klein stukje. Omstreeks 12 uur kwam er een kleine observation plane moeilijk vliegend over de weide voor het huis, en viel of liever maakte nog net een noodlanding in het bouwland naast den zandweg. Er was slechts de piloot in die zwaar gewond was; het vliegtuig was doorzeefd van kogelgaten. De Red-Cross was er onmiddelijk bij met den dokter en de gewonde piloot werd naar Geldrop gebracht, waar de dokter bloedtransfusie toepaste. Hij hoopt hem in leven te houden. ’s Middags kwam Dr v.d. Blink in consult met Dr Teeuwen bij S.
5 Oct. S. kon niet loopen door eene ontsteking aan zijn voet. Hij zat boven op de nieuwe zitkamer. ’s Middags kwam de Reverend G. Tückermann (een verre bloedverwant van Tückermann-van Tuijll van Serooskerken) theedrinken. Hij is verbonden aan het veld-hospitaal “Providentia” in Sterksel.
6 Oct. Vrijdag. Voet van S. gaat gelukkig wat beter. In de Peel zijn de Amerikanen bezig kleine groepen Duitschers op te ruimen. Veel kanongebulder en heel veel E. vliegtuigen hooren wij.
7 Oct. Zaterdag. Een stroom van Amerikaansche troepen en voertuigen kwam ’s middags van de Somersche weg door de Boschlaan. Zij konden niet over de kleine brug over de Aa en vestigden zich overal in het bosch. Tot zelfs op de Herbertusweide sliepen zij des nachts in de open lucht. Er kwam hier bezoek van een E. majoor-veldprediker met Van Weede, die als tolk dienst doet bij het leger.
8 Oct. Zondag. ’s Morgens gingen wij naar de kerk. ’s Middags wandelden wij naar het Bosch om de Amerikanen te bezoeken. S. was daarna heel moe. Voortdurend besprekingen over inkwartiering.
9 Oct. Maandag. Steeds weer aanvragen voor inkwartiering en alles is vol. Hebben nog steeds den zieken captain Dickson in huis.
10 Oct. Dinsdag. Door de ontzettende gietregen kunnen de mannen niet allen meer buiten slapen. Er komen een gedeelte in de mangelkamer en in de timmer-werkplaats in de tuinmans-woning. De negers slapen nog op de Herbertus-weide, liefst zonder tenten.
11 Oct. Woensdag. Na den slagregen van gisteren zijn de boschpaden absoluut onbegaanbaar. De zware Amerikaansche tanks hebben de wegen in rivieren veranderd. De heerlijkheid Heeze moet 30 [moeilijk leesbaar; misschien staat er: 80] zware boomen leveren voor het herstel van de spoorbrug bij Weert.
12 Oct. Donderdag. Brachten een bezoek aan het Militaire Hospitaal in Sterksel “Providentia”. Eertijds een katholieke inrichting voor kinderen, lijdende aan epilepsie; door de Duitschers in beslag genomen voor school van de Hitler-Jugend.
9
De Reverend Tückerman is nu chaplain in Providentie. Hoorden dat gisteren 11 Oct. Koning George VI van Engeland, FieldMarshall Montgomery en Generaal Eisenhouwer [= Eisenhower] de Engelsche troepen bezochten in Eindhoven. Hedenmorgen eenige bommen op Eindhoven geworpen door de Duitschers.
13 Oct. 1944. Vrijdag. Vanmorgen ongeveer 7 uur vertrok onze inkwartiering. Alles lijkt nu zoo stil en leeg. Er wordt weer nieuwe inkwartiering verwacht. S. had eene conferentie over hout-leveranties voor de nieuwe spoorbrug bij Weert. Vanavond was er weer wat stroom voor het electrische licht.
14 Oct. 1944. Zaterdag niets bijzonders gebeurd. Enorm veel doortrekkend verkeer op de wegen.
15 Oct. Zondag. Heel druk in de lucht. Wegen overvol. Het is bijna onmogelijk om den weg naar Geldrop per fiets te berijden. S. ging naar Helmond, maar reed een paadje langs de rails op den spoorweg.
16 Oct. Maandag. Een kwartier-maker van het Hoofd-kwartier kwam om alles op te nemen; het is te koud voor de troepen om langer buiten te liggen; officieren en manschappen moeten nu in huizen worden ondergebracht.
17 Oct. Dinsdag. Niets bijzonders gebeurd.
18 Oct. Woensdag. Een rustige dag. Er kwamen berichten door van de groote ellende in Zuid- en Noord-Holland. De geallieerden komen langzaam vooruit in de richting Venray en in Zeeuwsch-Vlaanderen. Het weer is afschuwelijk en werkt hun zeer tegen. S. had ’s avonds weer koorts.
19 Oct. Donderdag. S. was moe en slap; hij had ’s morgens geen koorts, maar bleef liggen tot half 1. ’s Middags veel te doen, daar de hoek-kamer, de Empire-kamer en de Bouquetjes-kamer in orde moesten gemaakt worden voor het Roode-Kruis voor Engelsche militairen. Alle kleeden werden opgenomen en zooveel mogelijk de gordijnen weg. S. had ’s avonds weer koorts en ging om 9¼ naar bed.
20 Oct. Vrijdag. De dokter kwam bij S. Hij moet te bed blijven tot de koorts gezakt is; de dokter gaf tabletten. ’s Avonds kwam de nieuwe inkwartiering. Voorlopig 18 man + 1 sergeant. Drie groote ambulance-wagens en eenige kleinere voertuigen. Zij koken in de garage. De manschappen liggen in de groote hoek-kamer; de sergeant op no 28.
21 Oct. Zaterdag. Eindelijk een dag zonder regen. ’s Morgens kwam een Amerikaansch officier voor inkwartiering. Hij wilde graag 15 kamers voor bureaux hebben + een slaapkamer voor den generaal en een voor den chef van zijn staf. Het was natuurlijk onmogelijk al deze wenschen te vervullen. S. had wat minder koorts. Tegen 6 uur kwam nog de kapitein en een sergeant van de inkwartiering. De captain slaapt op no 29. ’s Avonds hoorden wij een D. vliegtuig en er vielen 2 bommen, die het huis deden trillen.
10
22 Oct. Zondag. ’s Morgens was er in alle kerken in het bevrijde gedeelte van Nederland een bidstond voor het lijdende, strijdende deel van ons vaderland. Sam was 5 uur lang op; de koorts wordt minder; gelukkig!
23 Oct. Maandag. S. gevoelde zich wat beter en at ook iets meer. Kregen weer eenige E. officieren om op te nemen hoeveel officieren hier gehuisvest konden worden. ’s Middags een bezoek van majoor Beelaerts van Blokland van de Brigade “Prinses Irene”[.] Hij was 3 jaar geleden gevlucht uit Nederland. Met 2 kameraden stal hij een Duitsch water-vliegtuig, waarmede zij behouden in Engeland aankwamen na een moeilijke vlucht, daar hun makker, die de machine bestuurde, nooit met een water-vliegtuig vloog. Het huis dreunde heden heftig van de zware kanon-schoten; den Bosch werd heden van drie zijden aangevallen. De Canadeezen vorderen goed in ZeeuwschVlaanderen.
24 Oct. Dinsdag. De aanval tegen den Bosch gaat door en vordert goed. S. moet nog steeds te bed blijven; de koorts zakt wel, maar is nog steeds niet geheel weg.
25 Oct. Woensdag. S. bleef nog te bed; de koorts wordt minder hoog. Een gedeelte van de inkwartiering verdween; ’s middags kwamen er eenige licht gewonden. Een Amerikaansche commissie kwam de ruimte opnemen; zij willen hier een zeer groot aantal menschen onderbrengen. Het gemeente-huis zal dan hier weg moeten.
26 Oct. Donderdag. S. gaat vooruit; de koorts is veel minder. Het gemeente-huis begint te verhuizen naar het huis van Dr Kwisthout, om plaats te maken voor de 170 Amerikanen, die hier moeten komen in huis.
27 Oct. Vrijdag. Bezoek van den Amerikaanschen kolonel Boland, die met zijne officieren en manschappen hier komen. S. was lang op vandaag.
28 Oct. Zaterdag. De Engelsche unit verhuisde ’s morgens. De laatste wagen van het gemeente-huis verdween. Om 2 uur kwamen de Amerikanen; officieren en manschappen 175 man. Zij werkten hard en na de thee was alles in orde. Letterlijk elk plekje vanaf de muziek-kamer is ingenomen, zolders incluis. Zij hebben een prachtige uitrusting mede. De zieken liggen op de hoekkamer. In de garage wordt gekookt en gegeten. Een aantal manschappen gaf er de voorkeur aan om buiten te slapen; dus kwamen er tenten in de weide en op de laan. Tegen 6 uur een kort bezoek van den opperwachtmeester der marechaussées de Kok, die al den tijd in Engeland geweest was. S. ging veel beter en was even beneden.
29 Oct. Zondag. S. was op, maar gevoelde zich niet zoo goed als gisteren. Om half 3 kwam er bericht, dat de geheele Amerikaansche unit om 5 uur moest vertrekken. Er werd enorm gewerkt en om 5 uur reed de laatste wagen de poort uit. Stil en verlaten lag het binnenplein daar na alle bedrijvigheid van de laatste dagen. De poort ging weer dicht. Dichtbij veel kanongebulder; de vijand heeft Meyel en Liesel weer genomen. ’s Avonds eenige vijandelijke vliegtuigen in de lucht.
11
30 Oct. Maandag. Rustige dag. Men hoort voortdurend kanongebulder uit de richting Asten-Meyel. S. ging even naar het kantoor.
31 Oct. Dinsdag. Er komt weer inkwartiering; Engelsche troepen of Engelsche Red-Cross. S. was veel beter en den geheelen dag aan zijn werk. Hij at ook weer beneden. In ’t dorp 8 spionnen gepakt.