Heemkronijk jaar:2005, jaargang:44, nummer:1, pag:11 -14
VAN BRUGGERHUIZEN NAAR NEW YORK
Een rommelige aanloop … naar niets
door: Leo Driessen
Iemand van Bruggerhuis burgemeester van New York. Fantastisch en tegelijk ongelooflijk. Zelf heb ik over Bruggerhuis namelijk een boek van ruim 300 bladzijden samengesteld. Maar dit boeiende gegeven was blijkbaar geheel aan mijn documentatie-ernst ontgaan. In ‘Op de Bruggerhuis’ , het krantje dat onder de bewoners van Bruggerhuis wordt verspreid, werd vol interesse de komst van dat Heemkronyk-artikel aangekondigd. Overigens toch wel met de nodige reserve. Boven de aankondiging stond dan ook een vraag: “Kwam de eerste burgemeester van New York uit Bruggerhuis?” (uitgave ‘Op de Bruggerhuis’, 10 juli 2004, pag.2). Aan degene die ik op Bruggerhuis rondleidde voor het maken van enkele foto’s bij dat artikel in de Heemkronyk vroeg ik, achteraf tevergeefs, dat artikel vooraf te mogen lezen. Ik heb namelijk ervaren dat er veel onwerkelijk geromantiseerd wordt in zogenaamde geschiedschrijverij over zo’n gehucht als Bruggerhuis.
En dan, dan eindelijk valt de Heemkronyk (jaargang 43, nummer 3) in de brievenbus… Na lezing volgt de ontgoocheling. Het artikel blijkt een in vele opzichten rommelige aanloop naar …niets. Geen woord over de inhoud en activiteiten van dit burgemeesterschap daar en toen. Geen woord over de reden(en) waarom deze man die functie ging vervullen, zelfs geen vermelding van zijn ambtsperiode.
Op mijn verzoek heeft Piet Willems, zeer bereidwillig als altijd, mij toen de oorspronkelijke Engelse tekst toegezonden, voorzover die betrekking kon hebben op essentiële onderbouwing van de beweringen. Hier volgt mijn commentaar op het artikel zoals het in die Heemkronyk is verschenen en zoals het in dat gedeelte van de oorspronkelijke tekst werd aangeboden. Deze reactie zal drieledig zijn: tekstueel, inhoudelijk en nog een aantekening bij het gebruik van het woord ‘burgemeester’. De onderstreping is steeds van mij.
Tekstueel
In dit gedeelte beperk ik mij tot enkele voorbeelden, die de lezer zelf kan volgen in de Heemkronyk. De doopdata, zoals hieronder vermeld, waren toen niet ver verwijderd van de data waarop de geboorten plaatsvonden.
- Op pagina 47, linkerkolom wordt gesproken over “Jan van Brug” als “burgemeester van New Amsterdam”. In de rechterkolom is Jan van Brug burgemeester van “Nieuw Amsterdam”. Op bladzijde 48, linkerkolom volgt de mededeling: ”Deze Jan van Brug was dus eens burgemeester van New York.” Uit de tekst blijkt nergens wanneer deze Jan van Brug precies burgemeester was. Bij de bovenstaande formulering, nog eens benadrukt door het woord dus, moeten we concluderen dat hij zowel vóór 1664 ( het
12
jaar van de overdracht aan de Engelsen) als daarna burgemeester is geweest? - Op dezelfde pagina 48 maar dan in de rechterkolom staat: “Jan van Brug, over wie dit artikel in het bijzonder gaat, kocht in 1606 voor 3 gulden elf loten ten bate van het Oudemannenhuis.” (Dat Oudemannenhuis stond in Haarlem.) Daarna volgt in diezelfde kolom een rijmpje. En dan gaat de tekst verder: “Om meer over het voorgeslacht van Jan van Brug aan de weet te komen ging Gouverneur (de samensteller van het oorspronkelijk Engelse artikel) op zoek naar Jan als zoon van ene Pieter van Brug, die tussen 1620 en 1630 gedoopt zou zijn in Haarlem.” Duidelijk wordt de indruk gewekt dat het in deze doorlopende tekst over dezelfde Jan gaat. Maar dat kan natuurlijk niet. In het ene geval koopt Jan van Brug in 1606 elf loten, in het andere geval wordt zijn vader pas tussen 1620 en 1630 gedoopt. En op de voorgaande bladzijde (p.47) staat dat Jan van Brug,u de maker van het rijmpje uit 1606, (zie verder) waarschijnlijk de grootvader van Jan Pieterszn van Brug, die burgemeester werd van Nieuw Amsterdam en van Leende kwam. En als we dan inderdaad ‘verder zien’ dan lezen we dat deze toekomstige burgemeester niet van Leende kwam, maar op 27 december 1628 in Haarlem werd gedoopt.(p. 51, rechterkolom). - In diezelfde kolom van pagina 51, iets meer naar onderen, staat dat deze Jan van 1628 en zijn vrouw Catharina Roelofs “het leven (gaven) aan 7 kinderen, die allen in New York gedoopt werden.” Als eerste kind wordt dan vermeld dochter “Helena, gedoopt op 4 april 1639” Deze eerste burgemeester van Nieuw Amsterdam/New York had blijkbaar een ontzettende voortplantingssnelheid. Hij moet al tien jaar zijn geweest toen zijn eerste dochter werd gedoopt. (Daarna zal er blijkbaar aangedrongen zijn op enige
tempering.) Deze dochter kan toen niet in New York zijn gedoopt. Bekend is namelijk dat Peter Stuyvesant in 1664 de kolonie Nieuw Nederland moest afstaan aan de Engelsen. En dat de hertog van York, de nieuwe ‘eigenaar’ van het gebied, daarna pas de naam van Nieuw Amsterdam veranderde in New York. Dat houdt in dat van de zeven kinderen van deze Jan van Brug er zeker drie niet in New York zijn gedoopt.
Inhoudelijk
Hier bepaal ik me hoofdzakelijk tot pagina 49, eerste kolom, iets boven het midden van bedoelde Heemkronyk van september 2004. Doch vooraf even terug naar het begin van dat artikel op bladzijde 47.
De titel van het stuk staat daar zonder enig voorbehoud. Heel apodictisch wordt daarna in de linkerkolom beweerd dat deze Jan van Brug het wel tot burgemeester van New Amsterdam schopte, “maar zijn ‘roots’ liggen in Leende, om precies te zijn op Bruggerhuizen. Mogelijk is zijn achternaam daarvan zelfs afgeleid. Bruggerhuizen wordt door de volksmond ook wel de Brug of de Leenderbrug genoemd.” Een paar regels verder wordt dan vermeld dat de heer Gouverneur ( zoals gezegd de samensteller van de Engelse tekst) tot de conclusie is gekomen “dat deze familienaam Van Brug hoogstwaarschijnlijk afkomstig is van het kleine gehucht Bruggerhuizen, tussen Leende en Valkenswaard.” Na de woorden “conclusie en hoogstwaarschijnlijk” werd het tijd de oorspronkelijke tekst erbij te nemen. En in het begin daarvan staat:
“Most likely the name of our ‘VAN BRUG’family is derived from the little hamlet Bruggerhuizen, between Leende and Valkenswaard. This hamlet was, and is, known as the Brug(ge).”
Op dit “Most likely” blijkt in feite het hele artikel in de Heemkronyk te zijn gebaseerd.
13
Als we een tekst over een historisch onderwerp voortaan beginnen met dat woord, kan de Heemkronyk in de naaste toekomst wel iedere maand gaan verschijnen. Bovendien, Bruggerhuis is bepaald niet algemeen bekend als “the Brug” laat staan als “Brugge”. Het verleden van Bruggerhuis vermeldt , voorzover mij bekend, slechts één persoon die vier eeuwen geleden van Bruggerhuis naar Leenderstrijp verhuisde en zich daar aanvankelijk ‘Van de Linderbrug’ en later ‘Van de Brug’ noemde maar nimmer ‘Van Brug’. Dan nu, zoals gezegd, naar bladzijde 49, eerste kolom, iets boven het midden. Daar staat een verwijzing naar nummer 82, folio 121 en 121v van “het boek van de overdrachtsaktes en het juridisch archief van Heeze.” In de beschrijving van de Heemkronyk komt deze verwijzing toch wel als iets essentieels naar voren. Er wordt daar onder meer vermeld dat op die folio “telkens op 16 mei 1588” drie keer “staat: Jan van Brugge…” Omdat ik, op grond van eerdere ervaring, deze aanhalingen en vermeldingen dubbel geharnast tegemoet treed, ben ik zelf teruggegaan ‘naar de bronnen’. In de Rechterlijke archieven van de Schepenbank Heeze, Leende en Zesgehuchten, inventarismap 41.2 trof ik op het Regionaal Historisch Centrum in Eindhoven drie verkoopakten, maar niet onder folio 121 en 121v doch onder 120 en 120v. Deze drie verkoopakten zijn in het ‘middelnederlands’ geschreven. De akten blijken niet te gaan over ‘Jan van Brug’ zelfs niet over ‘Jan van Brugge’ maar over ‘Jacob Jan van Brugge’. De eerste akte vermeldt dat deze Jacob Jan van Brugge een “groes” verkoopt, gelegen in de Schammert, dat is het gebied in Leende dat ligt tussen de Groote Aa en de Broekerstraat. De volgende akte beschrijft de verkoop van zijn huis “in de parochie van Leende in de Leenderstraat gelegen”. De ‘Leenderstraat’ was de naam voor de hoofdstraat van Leende.
En in de laatste akte verkoopt onze Jacob een huis achter het kerkhof in Leende.
Zoals de officiële tekst van deze akten voor ons ligt – wat er dan ook wordt verkocht en wie dan ook verkoopt - geen van de drie akten heeft inhoudelijk ook maar iets van doen met Bruggerhuis. En ook de telkens terugkerende naam ‘Jacob Jan van Brugge’ duidt er geenszins op dat hier een relatie met Bruggerhuis wordt bedoeld. Er had bij wijze van spreken ook ‘van Leuven’ of ‘van Aalst’ kunnen staan. Als de achternaam ergens naar verwijst dan is het wel naar de hoofdstad van West-Vlaanderen in België. De naam Jacob Jan van Brugge komen we overigens in de Heemkronyk van september 2004 niet tegen. De formulering in de Engelse tekst van ‘Most likely’ is dan ook volstrekt onterecht. En dan nog een kleinigheid. De akten zijn niet gedateerd op 16 mei maar op 12 mei.
Burgomaster
De tekst van de Heemkronyk spreekt telkens van “burgemeester”. De Engelse tekst spreekt van “New Amsterdam’s burgomaster” (en niet van mayor en hier ook niet van “New York’s burgomaster”). De kolonie Nieuw Nederland en de nederzetting Nieuw Amsterdam waren stichtingen van Nederlanders die daar ook vaderlandse bestuursvormen introduceerden. Burgemeester noemden zij toen degenen (het waren er minimaal twee tegelijk of vier of zes)die de belastingen kwamen innen.: de mannen van boek en buidel, zoals Sjaak de Waal hen eens treffend typeerde. Een van de twee burgemeesters deed de boekhouding en de ander trad als ontvanger (buideldrager) op. Ze werden meestal voor een jaar benoemd. ‘Herbenoemingen waren niet zeldzaam.’ Maar men zocht deze functie niet. Men moest namelijk met het eigen geld borg staan voor de tekorten in de buidel. Op weigering van deze bestuursfunctie stond echter een hoge boete. (In het woord ‘burgomaster’ hangt nog de geur van de Nederlandse herkomst.)
14
Er had in het artikel zeker aandacht moeten zijn voor de verschillende betekenissen van het woord burgemeester op verschillende momenten.
Conclusie
De titel van het artikel in de Heemkronyk
wordt op geen enkele overtuigende wijze waargemaakt. Geen bewijs, geen verwijzing naar gepaste documentatie, geen onderbouwing. Zelfs als vertelling eindigt dat artikel in … niets. Had het artikel dan beter niet zo geschreven moeten worden? Krèk