Heemkronijk jaar:2005, jaargang:44, nummer:3, pag:54 -56
HUIZE DE AKERT1 IN GELDROP
door: Christine Brabander
1 Tegenwoordig Zorgcentrum Akert.
Dit artikel sluit aan bij het eerder verschenen Zusters van Barmhartigheid 100 jaar in Nederland, 80 jaar in Zesgehuchten (zie Heemkronyk, jrg. 43 (2004), nr. 3, blz. 54-56).
Zuster Marie Aloysia de Brouwer doet in 1961-1962 als 2e-jaarsstudent van de Sociale Academie voor Maatschappelijk Werk in Eindhoven een onderzoek naar de woonomstandigheden van ouderen in Geldrop. In het voorjaar van 1962 sluiten de Zusters van Liefde van Schijndel het Liefdehuis aan het Bogardeind, dat moet plaatsmaken voor een nieuw ziekenhuis. Dit gaat met veel protest gepaard. Als maatschappelijk werkster wordt Marie Aloysia de Brouwer erheen gestuurd. Tot op dat moment is ze nog nooit in een bejaardenhuis geweest. De situaties die ze aantreft schokken haar. Ze is echt ontdaan. Nog dezelfde dag gaat ze naar burgemeester F. van Lanschot. Voor hem is dit niet
zo'n prettig onderwerp. Enige maanden later wordt ze uitgenodigd voor een vergadering. Daar blijkt dat Geldrop een Stichting Bejaardenzorg in ruste heeft, waarvan F. van Lanschot voorzitter is. De Stichting Bejaardenzorg wordt nieuw leven ingeblazen. Na enige vergaderingen wordt tot de bouw van een verzorgingshuis besloten. In het voorjaar van 1964 komt algemeen overste mère Marie Seraphine Jeambrun, overste van de Zusters van Barmhartigheid, naar de bouwput kijken en besprekingen voeren met het desbetreffende bestuur. Zij belooft haar medewerking en stelt zusters ter beschikking. Verzorgingshuis Huize de Akert wordt gebouwd. Het adres is Akert 46. De Stichting Bejaardenzorg neemt, in overleg met het Instituut voor Maatschappelijk Werk Geldrop, Marie Aloysia de Brouwer voor tien procent in dienst.
55
In het najaar van 1964 komt de vraag naar een directrice om de hoek kijken. Thea van Happen heeft de opleiding voor directies bejaardenhuizen afgerond en ze heeft interesse. Ze wordt per 15 januari 1965 benoemd als eerste directrice. Zuster Marie Aloysia de Brouwer, die in Geldrop maatschappelijk werk doet, gaat zorgen voor de opname van mensen en voor personeelszaken. Marie geeft ook les aan de Stichting Katholieke Opleiding Bejaardenverzorgsters in Tilburg. Thea en Marie gaan zich later bovendien bezighouden met pastorale zorg en stervensbegeleiding. Op 24 mei 1965 komen de eerste bewoners. In november van dat jaar wordt het huis in gezegend door deken J. Martin, pastoor van Geldrop-Centrum. Pater Van de Griendt o.f.m. wordt dan benoemd tot rector. De nood van de bejaarden in Geldrop is door de 40 verzorgingsplaatsen in Huize de Akert nog lang niet gelenigd. Bij voornoemd onderzoek zijn 240 urgenties naar voren gekomen. De gemeente werkt nu echt mee aan een oplossing. Geldrop mag 82 aanleunwoningen bouwen nabij het verzorgingshuis. De eerste worden in december 1966 opgeleverd. Vanwege de grote omvang van het ouderenwerk komt Marie de Brouwer per 1 november 1966 volledig in dienst bij de Stichting Bejaardenzorg. In 1966 komt er het open bejaardenwerk bij. Er komt vanaf 1968 ook een flankerend bejaardenbeleid van de grond. De oudere wijkbewoners kunnen voor maaltijden, verzorging en ontspanning voortaan terecht in het verzorgingshuis. Het ouderenbeleid ontwikkelt zich. Daarop wordt ingespeeld. De in 1972 begonnen verpleegafdeling wordt afgebouwd. Er komt intensieve verzorging. Ieder krijgt zijn/haar eigen kamer, waar men tot in lengte van dagen mag blijven. Daarom krijgen verpleegkundigen de leiding van de totale verzorging. In 1980 neemt Marie de Brouwer het directeur- schap over van Thea van Happen. Sinds 1986 kunnen zieke ouderen voor een paar dagen opgenomen worden of dat men in bijzondere omstandigheden op vakantie kan komen. Dit laatste zal gaan gebeuren in het nieuwe verzorgingshuis Josephinehof op Zesgehuchten, waar vanaf 1 april 1986 40 moderne kamers betrokken kunnen worden. Intussen is ook de goedkeuring binnengekomen voor de renovatie van Huize de Akert, die in de zomer van 1987 zal beginnen. Een vleugel wordt vervangen door 40 nieuwe kamers. De tweede vleugel en de rest van het huis zullen daarna gerenoveerd worden.
Op 26 juni 1987 gaat Marie de Brouwer met pensioen. Ze treedt terug als directrice van de Stichting Huisvesting en Verzorging van Bejaarden. Daarna begint ze een theologiestudie. Bij haar afscheid blijkt, hoezeer Marie de Brouwer bij de bejaarden in Geldrop is betrokken. In telegramstijl: 1965 Stichting Bejaardenzorg - bouw Huize de Akert; 1966 Open Bejaardenwerk; - 1968 Dienstencentrum Bogardeind; - 1970 Josephinehof; - 1972 Verpleegafdeling en Dienstencentrum Braakhuizen; - 1977 Bejaardenwoningen Josephinehof; - 1979 Verzelfstandiging Open Werk; - 1980 Directrice; - 1986 Nieuwbouw Josephinehof; - 1987 Renovatie Huize de Akert.
.
Communiteit
M.A.J.P. Oomens , de vicaris- generaal van het bisdom 's- Hertogenbosch, geeft op 25 maart 1965 schriftelijk verlof om een nieuw klooster te stichten in Huize de Akert. Voor de inrichting en inzegening van een kapel moet later afzonderlijk verlof worden aangevraagd. In april 1965 beginnen de eerste zusters met het kloosterleven in Huize de Akert. De woonruimte ligt boven in het verzorgingshuis en is bedoeld voor zusters die bij het werk in het huis betrokken zijn. Naast de zusters Thea en Marie, die hiervóór tot de communiteit van Zesgehuchten behoorden, komen in de eerste maanden de zusters Greet van den Boogaard en Jozefine de Brouwer. De laatste is als leerling-verpleegster werkzaam in het Sint AnnaZiekenhuis in Geldrop. In 1967 gaat Greet deel uitmaken van de communiteit in Zesgehuchten. Jozefine gaat na het behalen van het verpleegstersdiploma in Asten werken en verhuist tevens naar Zesgehuchten.
Verhuizing
In 1975 is de woonruimte van de zusters nodig voor de medewerkers van het huis. Dan besluit de congregatie het pand van Akert 70 te kopen. Thea en Marie en pater Van de Griendt o.f.m., die rector is in Huize de Akert, gaan er wonen. Als in Limburg de communiteiten van Cadier en Keer en Eckelrade ophouden te bestaan en de kloosters verkocht worden, kiezen verschillende zusters voor aansluiting bij de communiteit in de Akert. Ze wonen zelfstandig of in een verzorgingshuis. Elke maand komt de uitgebreide communiteit samen voor verdieping en zusterlijk samenzijn. De communiteit bestaat dan uit de zusters Thea van Happen, Marie de Brouwer, Francisca van Gool, Regine van Gennip, Madeleine Verhagen, Marie Catharine Nouwens, Lidwina
56
Meijs, Blandina de Brouwer en Odilia Oostenbach. De laatste gaat in 1997 over naar de communiteit van Zesgehuchten. Zuster Thea van Happen is kleuterleidster geweest in Eckelrade, heeft daar naailes gegeven, de huishouding gedaan en is er overste geweest. Ze wordt overste in Zesgehuchten, staat er aan de kleuterschool en werkt ook in de huishouding. Dan wordt ze novicemeesteres in Cadier en Keer. Zij volgt later de opleiding voor Directie Bejaardenhuizen. In 1978 volgt zij in Nijmegen de Pastorale Opleiding voor Ouderen. Zo kan zij na haar pensionering in 1980 pastoraal bezig blijven in Huize de Akert en in de bejaardenwoningen in de buurt. Ze heeft ook in het Franse en het Nederlandse bestuur van de congregatie gezeten. Van 1981 tot 1992 heeft zij het tijdschrift UNIES, een intern blad voor de zusters, uitgegeven in Nederland. Daarna hebben de zusters Greet van den Boogaard en Paula Paauw het stokje van haar overgenomen. In de jaren 1995 tot 2000 overlijden zes leden van de communiteit. Vanaf 1996 is aan de communiteit een spiritualiteitgroep verbonden. Vanaf 1999 is eenstichting bezig in samenwerking met de Zorgstichting St. Annagroep in Geldrop een hospice te verwezenlijken.
De communiteit bestaat op dit moment (medio 2005) dus uit twee zusters, namelijk. Henriette (Thea) van Happen en Marie Aloysia (Marie) de Brouwer. Ze genieten al jaren van hun pensioen. Ze zijn ruim tachtig jaar en proberen het religieuze leven vorm te geven in de stilte van hun levensavond, in de rijkdom van de Barmhartigheid.
Uit: GEDENKBOEK ZUSTERS VAN BARMHARTIGHEID 100 JAAR IN NEDERLAND