Straatnamen in Geldrop (3)

Heemkronijk jaar:2005, jaargang:44, nummer:3, pag:56 -58

STRAATNAMEN IN GELDROP (3) 

door: Nick van Broekhoven 

Wat vooraf ging

Er is een veel voorkomende vraag die vrijwel iedereen regelmatig voorgelegd krijgt: wat is je adres? Liefst met huisnummer en postcode. Verwonderlijk is dat niet, want dit soort van informatie brengt de mensen thuis, maakt dat de post thuisbezorgd kan worden, kortom hangt nauw samen met de bereikbaarheid van mensen en instellingen. 

De dingen zijn belangrijker dan de naam die men eraan geeft ...

De vorige keer heb ik een korte beschouwing gewijd aan de  verbroken - relatie tussen Geldrop en St.-Cyr, ook wat straatnamen betreft. Deze nieuwe bijdrage, gewijd aan straatnaamgeving in Geldrop, slaat een andere weg in, om in stijl te blijven. Ik wil proberen een schets te geven van een benaderingswijze voor (straat)naamgeving die uitgaat van bestaande gegevens, bijvoorbeeld ontleend aan landschap en woonomgeving, kortom het eigen heem. Ik vind een encyclopedische   
benadering van bijvoorbeeld ontdekkingsreizigers, zeehelden en boomsoorten niet zo belangwekkend. Immers, ieder die daarin geïnteresseerd is, kan ruimschoots aan zijn trekken komen in een encyclopedie, al of niet ontleend aan Internet. Wetenswaardiger lijkt me een uiteenzetting die inzicht geeft in de oorsprong van onze eigen straatnamen en wat daarmee verband houdt. En waaraan ze ontleend zijn. Immers, wie zich verbonden weet met de eigen woon- en leefomgeving, kan zich gediend weten met achtergronden van wijk-, buurt- en straatnaam. Algemene uitgangspunten voor straatnaamgeving
Vorig jaar publiceerde Riemer Reinsma in het tijdschrift Onze Taal een artikel1 dat ontleend is aan het boek V an hier tot Tokio, dat dit jaar verschijnt. Het artikel geeft diverse antwoorden op de vraag hoe onze geografische namen ontstaan zijn.
                                                

1 Onze Taal 2004 -7/8, blz. 184-187.
  
57
Reinsma geeft enkele fraaie voorbeelden van hoe namen een duidelijk verband aangeven tussen het benoemde en zijn omgeving. Japan staat bekend als het Land van de Rijzende Zon. Maar dat van de rijzende zon geldt alleen voor de westelijke buren, de Chinezen. Immers, zij zien de zon opkomen vanuit de richting van Japan. Dat deze naam in WestEuropa bijval vond, kwam langs de weg van de Chinese handel. Evenzo kwam de naam Azië(>W/asu: het opkomen van de zon) voort uit de waarneming vanuit Mesopotamie. En zo duidt het Latijnse Oriënt ook de richting van de opgaande zon aan, zoals het Italiaanse Levante: land waar de zon opgaat. Daartegenover dankt het Avondland Europa (Gr. Euroopè) zijn naam aan het Fenicische Ereb: westen, zonsondergang, avond. Ieder gebied op aarde is zo ochtend- of morgenland voor degenen die er westelijk van wonen. En Avondland voor hen die er oostelijk van wonen. Voor bewoners van het stroomgebied van de Nijl was hun wereld zo beperkt van omvang dat de oorspronkelijke naam van deze grote rivier niet anders betekent dan: rivier. En dit verschijnsel kennen we in onze eigen woonomgeving ook. Het riviertje de Aa is een ander woord voor water! 

Geldropse naamgeving in relatie met het beekdal van de Kleine Dommel en de Beekloop

Dwars door Geldrop stroomt de Kleine Dommel, van zuid naar noord. Afkomstig uit de omgeving van het Belgische Peer passeert dit riviertje of beek vanuit het zuiden van Geldrop de Goorse Zegge op weg naar het kasteelpark om uiteindelijk in noordelijke richting te verdwijnen in de Dommel ter hoogte van Eckart. Voordat het zover is, mondt de Beekloop uit in de Kleine Dommel. Deze Beekloop ontstaat ter hoogte van de Grote Heide ten zuiden van de A67. Vervolgens gaat hij via het moerasgebied van de Gijzenrooise Zegge in de richting van de Geldropse bebouwing. Volgens oude kaarten stroomde de Beekloop op korte afstand

 

zuidelijk van de kerk van Zesgehuchten, kruiste de spoorbaan ca. 100 meter noordelijk van het station, volgde ongeveer de Willem- Alexanderlaan (voorheen Middenbeekloop geheten!)1 en het Beekpad en ging ongeveer na de kruising Lammert-Rietstraat rechtdoor naar de Kleine Dommel. Tot 1921 vormde de Beekloop zo stroomafwaarts de gemeentegrens van Geldrop-Zesgehuchten. In de jaren zestig werd het laatste deel van de Beekloop in noordwestelijke richting verlegd. Met deze summiere gegevens is een groot aantal samenhangende straatnamen van Geldrop en het voormalige Zesgehuchten gegeven. Enkele voorbeelden. Het moerasgebied van de Goorse Zegge levert bestanddelen voor de straatnamen Goorstraat en Zegge. Goor staat voor modderig land en Zegge is een bepaald plantengeslacht, groeiend langs oevers en in moerassen. Zegge is herkenbaar aan zijn scherpe bladranden en kantige halmen. De Goorstraat liep oorspronkelijk min of meer parallel aan en oostelijk van de Kleine Dommel.  Mede als gevolg van de ontwikkeling van het westelijke deel van de Coevering na 1972 kwam de oorspronklijke Goorstraat te vervallen. Vanwege het moerasachtige karakter was er verwantschap met de Coeveringse put die zich aan de noordoostkant van de Beijaardbrug over de Laan der Vier Heemskinderen bevond. Het was vermoedelijk een zg. klotput, een veenrestant, waaruit men turf haalde. Voorzover we weten is die put eigendom geweest van Hendrik Peters van de Coevering(17de eeuw). De naam Coevering/Koevering komt overigens ook elders in Brabant voor. In Geldrop leverde het de naam voor het bestemmingsplan. Dit plan op zijn beurt, op papier ontwikkeld rond 1960, voorzag in een groot aantal woningen voor de wassende stroom woningzoekenden als gevolg van de snel stijgende werkgelegenheid in de regio. Dit was weer de aanleiding tot het aanspreken van een grote en dankbare bron van straatnamen, ontleend aan                                                 

1 De gemeenteraad wijzigde op 15 augustus 1967 deze straatnaam in Willem-Alexanderlaan.
  
58
ontdekkingsreizigers: onvoldoende echter om de benodigde 70 straten aan een betekenisvolle eigen naam te helpen. Maar dit terzijde; het is stof voor een apart verhaal. Voortgaand in noordelijke richting komt de Kleine Dommel bij de Molenstraat en de Sluisstraat. Deze namen spreken voor zichzelf. De bescheiden sluis is er nog. Vroeger lag er ook een watermolen (ca.1400). Aan beide kanten van de beek was een molenhuis en een schoepenrad. De gewonnen waterkracht werd aangewend o.a. om koren te malen. En,
verrassing, bij deze watermolen lag een diepe waterplas, het Wiel. Geen verrassing dus dat hier de oorsprong ligt van de naam Wielstraat. We zijn dan verwijderd geraakt van de Houterbrugweg aan de zuidkant van de wijk Akert. Deze naam is het restant van het pad dat indertijd liep van het Bogardeind naar het houten bruggetje over de Kleine Dommel.  In een andere bijdrage vervolgen we onze tocht door het beekdallandschap dat bakermat was van veel van onze huidige straatnamen.    


 

 59

Ga terug