Heemkronijk jaar:2007, jaargang:46, nummer:1, pag:18 -19
DISSONANT TUSSEN TWEE MOOIE BOERDERIJEN
door: Piet Willems
Vorig jaar is aan de Oostrikkerstraat in Leende een ietwat buitenissige woning neergezet. Het excentrieke karakter valt te meer op omdat het pand uitgerekend gebouwd is tussen twee oude langgevelboerderijen. Boerderijen die daar gedurende enkele eeuwen in belangrijke mate het dorpsbeeld bepaald hadden. In samenhang onder meer met het nabij gelegen Brouwershuis uit 1815. Het nieuwe huis valt niet alleen op door de opzichtige, hardhouten bruine vensters aan de voorzijde, het ‘halve dak’ dat de onderbouw ‘siert’trekt zo mogelijk nog meer de aandacht. Opdrachtgever en nu de bewoner van de nieuwbouw was/is ir Piet Schoenmakers. Een allochtoon die voordien een aantal jaren eigenaar en bewoner van de ernaast gelegen ‘boerderij’ Oostrikkerstraat 26 was. Dit is een ‘herbouwde hoeve’ met een enigszins bewogen voorgeschiedenis. Schoenmakers’ nieuwe woning is niet zo maar een huis, maar een ontwerp van de Eindhovense architect Rob Heesakkers (geboren in 1978). Het ontwerp verwierf in 2005 de Welstandsprijs voor Zuidoost-Brabant. Maar of het nou zo gelukkig en terecht was het bekroonde ontwerp juist daar neer te zetten is voor velen in Leende een zeer grote vraag! Ook een stukje voorgeschiedenis speelt daarin mee.
Uit 1682
Boerderij Oostrikkerstraat 26 staan oostelijk van de omstreden nieuwbouw. In de jaren zeventig van de vorige eeuw zijn de muren ervan gesloopt en met veel gevoel voor de historie met inbegrip van de deur- en raampartijen zo goed mogelijk in de oude stijl met oude stenen weer opgetrokken. Dat gebeurde namens Martien en Tineke van Rijt-van den Bosch. Zij hebben er een tijdlang met hun gezin in gewoond tot zij naar Leenderstrijp verhuisden. Toen verkochten zij het aan arts Leo van Deursen en zijn vrouw verpleegkundige Tilly van den Nieuwenhoven. Beiden vertrokken echter op een gegeven moment naar het hart van de Kempen en toen nam Piet Schoenmakers het riante pand over. De oorspronkelijke boerderij dateert van 1682, een jaartal dat in het metselwerk van de zuidgevel zichtbaar was en ook bij de herbouw is teruggebracht. Het pand heeft nog als café en onderkomen voor het gilde Sint Catharina en Sint
Barbara dienstgedaan. Ook vonden er publieke verkopingen plaats en was het een aanlegplaats voor peelboeren en reizigers op weg naar de steden Eindhoven en Weert. Aan de voorgevel stond een voederbak voor de paarden. Die konden zich daar tegoed doen aan de haver, terwijl hun bazen dat binnen deden met iets anders. Ten zuiden van de boerderij stond een eenvoudige maar toch niet uit de toon vallende schuur. Die zou nog als tiendschuur en later als beugelbaan dienstgedaan hebben. Zekerheid daaromtrent heb ik niet kunnen vinden. De schuur is afgebroken om plaats te maken voor de gewraakte nieuwbouw.
Bewoners
Een van de bekendste latere bewoners was Simon van Kuijk (Leende 1845-1912), getrouwd met Maria van Helmond (Lierop 1845-Leende 1894). Zijn zoon Henricus (Leende 1881-1928) ging door het Leendse leven als ‘Hein van Simonne’. Hij overleed al op 47-jarige leeftijd. Minder dan de helft van het aantal jaren dat zijn Mierlose vrouw Tonna van der Vleuten (Mierlo 1885-Leende 1982) op haar conto mocht bijschrijven. Samen kregen ze 5 kinderen, onder wie tijdens de Eerste Wereldoorlog - in 1915 – zoon Willem. Deze sneuvelde bij het uitbreken van WO II, op 10 mei 1940, op de Grebbeberg in Rhenen. Daar had hij vanaf de Mobilisatie van september 1939 als dienstplichtig soldaat het vaderland gediend. Van de twee andere zonen, Simon (1914-1980) en Jan (1921-1981), deed de jongste de ouderlijke boerderij aan. Hij bleef er boeren totdat hij zijn bedrijf – bij gebrek aan een opvolger - liet saneren. Het gezin Van Kuijk-Verweerden verhuisde naar de Strijperstraat. De boerderij werd in het najaar van 1970 door de gemeente Leende voor sociale woningbouw aangekocht van de Stichting Beheer Landbouwgronden (SBL). Die stond ten dienste van de toen net gestarte wettelijke ruilverkaveling Budel-Strijper Aa. Frans van Asten (Leenderstrijp 1926-2000) speelde daarin een cruciale rol. Hij was voorzitter van de afdeling Leende van de NCB en tevens van de Plaatselijke Commissie, zijnde het bestuur van het omvangrijke ruilverkavelingproject, en hij was gemeenteraadslid.
19
Sociale woningbouw of dorpsaanzien
De gemeente wilde er twee blokken van twee woningwetwoningen neerzetten. Op 16 januari 1971 vroeg het echtpaar Frank en Lies Sonnenberg-Vogelzang (die in een klein, oud huisje in de buurt woonden) om de boerderij te mogen kopen voor restauratie en bewoning. Heemkundekring De heerlijkheid Heeze, Leende, Zesgehuchten stuurde op 4 februari een brief aan het gemeentebestuur om dat verzoek te ondersteunen. Uit een oogpunt van dorpsaanzien. Ze openden de ogen van de Zeeuwse burgemeester Rob Waelput (1924) en raadslid Harrie Maas (Leende 1926). De rest van de gemeenteraad wilde niet meewerken. Het perceel was gekocht voor sociale woning en nog wel voor ‘een luttel bedrag’, aldus raadslid Van Asten. Raadslid J. van Dodeweerd wilde ‘weer geen etalagekast net als op Leenderstrijp’! Een ander raadslid stelde voor om de boerderij maar af te breken en ‘op te bouwen in het Openlucht Museum te Arnhem, als men ze dan zo monumentaal vond’. Dat het hier om de samenhang van oude, authentieke gebouwen en gebouwtjes ging wilde de meeste raadsleden niet inzien. Eind oktober 1971 bleef de raad, behalve Harrie Maas, de hakken nog in het zand zetten. De heemliefhebbers, meest allochtonen maar ook ‘good old’ Sjef van der Zanden, zaten echter niet stil! Voor de schermen als actiegroep Alert, onder meer met het inrichten van een vitrine met foto’s en teksten in de hal van het gemeentehuis. Achter de coulissen kregen ze gedaan dat de schuur op de voorlopige lijst van rijksmonumenten kwam. Daardoor werden de plannen van de raadsmeerderheid dermate gedwarsboomd dat het heemminnaars hun pleit ten slotte wonnen! Na de geslaagde restauratie kreeg Oostrikkerstraat 26 officieel de status van rijksmonument.
De andere boerderij
In de langgevelboerderij aan de zuidelijke kant van de schuur woonden toentertijd Willeke van Meijl (Leende 1889-1977) en zijn vrouw Marie van Ekart (Heeze 1891-Leende 1977). Willeke kende men in Leende ook als ‘Willeke d’n bèèr’, omdat hij jarenlang in het bezit was geweest van een varkensbeer (om zeugen te dekken). Voordat Willeke en zijn vrouw er zich bij hun huwelijk in 1918 vestigden waren Jantje Biemans (overleden te Leende in 1935) en zijn Heezer vrouw Hendrina van Otterdijk de bewoners. Hun huwelijk bleef kinderloos. Toen hun nichtje Maria van Ekart,
dochtertje van Thomas van Ekart en Anna van Otterdijk in Heeze, halfwees werd, namen Jantje en Hendrina de verzorging en opvoeding van het jonge meisje op zich. Later erfde Maria de boerderij en kon haar bruidegom bij haar intrekken. Toen Willeke en Marie overleden waren en de meeste kinderen het huis uit, woonden er nog hun zonen Harrie (1919) en Wim (1927-1996), twee verstokte vrijgezellen. Wim ontpopte zich in die tijd als een fervent oudpapierinzamelaar. Na Wims overlijden nam Harrie algauw zijn intrek in een aanleunwoning bij Leenderhof. De boerderij werd verkocht aan Bart en Jolanda van Hout, die dank zij een stapsgewijze restauratie dat pand in oude luister hebben teruggebracht. Op de plaats van de schuur, waarmee het allemaal begon, is nu dus de nieuwe woning van Piet Schoenmakers gekomen. Met instemming van Welstand. Voor vele Leendenaren een dissonant tussen twee prachtige, ouderwetse boerderijen.
20