Heemkronijk jaar:2007, jaargang:46, nummer:2/3, pag:34 -37
ARCHEOLOGISCH ONDERZOEK STERKSEL (1)
door: Jan Broertjes
Inleiding
Over het gebied in en rond Sterksel is archeologisch weinig bekend. We kennen slechts een vuurstenen spitskling uit het Midden-Neolithicum en waarschijnlijk zijn er ook sporen van een grafheuvel bij het Turfven gevonden. Ook is er een groot formaat bakstenen gevonden in een rest van een fundering die vermoedelijk afkomstig is van het kasteel of de kapel die daar heeft gestaan. Recent is er mogelijk een huisplattegrond ontdekt uit de 13de eeuw. De eerste vermelding van Sterksel dateert uit 1172 (1197), toen Herbert (Hubertus), heer van Heeze, via Otto, de aartsdiaken van Luik, het domein Sterksel aan de abdij van Averbode verkocht. Het domein Sterksel bestond uit drie hoeven, die werden bewoond door drie laten1 van de heer van Heeze. De drie hoeven waren Ter Braken, Ten Steen en In de Kan. In 1653 bestond het dorp uit vijf pachtboerderijen, een kapel, een gezamenlijke
1 Horige, halfvrije die onroerend goed in gebruik heeft.
paardenstal, een poortgebouw en een kloosterhoeve. Vier van de vijf pachtboerderijen lagen gegroepeerd aan de huidige Averbodeweg, te weten Ten Steen (De Steen), Ten Bril (De Bril), In de Kan (De Kan) en Ten Poel (De Poel). De hoeve Ter Braken lag apart, iets ten noordoosten van de dorpskern.
Vooronderzoek
RAAP Archeologisch Adviesbureau heeft een vooronderzoek gedaan om van deze hiervoor genoemde historie archeologisch iets terug te vinden is. Er werden 13 grondboringen verricht op drie noord-zuid liggende raaien. In zeven boringen werden resten van een humuspodzol2 gevonden. Van een esdek of enkeerdgrond3 kon niet worden gesproken. In
2 Een bodem in de bovenlaag rijk aan humus als gevolg van vegetatie. 3 Dikke enkeerdgrond (=laag met donkere, min of meer rulle grond, met organische en anorganische bestanddelen) ontwikkeld op zandgrond onder invloed van de mens; worden ook wel essen genoemd.
35
een boring werd een aardewerkscherf uit de Late Middeleeuwen aangetroffen. Het terrein helt van zuid naar noord. Dit is deels een natuurlijke helling en ook is het hogere, zuidelijk deel door bewoning wat opgehoogd.
Inventariserend veldonderzoek
In de aangelegde proefsleuven werden op het perceel Averbodeweg twee bewoningssporen aangetroffen van boerderijen en/of schuren uit de Late Middeleeuwen en de Nieuwe Tijd. In het deel grenzend aan de Averbodeweg werden 72 sporen aangetroffen van een greppelsysteem, van een depressie4 en veel paalkuilen. Daarin werden ook scherven gevonden van aardewerk die dateren uit het eind van de 15de eeuw en de 16de eeuw. De andere sporen dateren van een recente bewoning. Ook werd een puinlaag gevonden die afkomstig moet zijn van oudere gebouwen.
Proefsleuven
In proefsleuf 1 werden enkele kuilen aangetroffen uit de Late Middeleeuwen. Hierin werd al of niet geglazuurd aardewerk met engobelaag5 uit de 14de-16de eeuw en enkele grote blauwgrijze scherven uit de 15de-16de
4 Laagte in het terrein. 5 Deklaag op aardewerk die werd verkregen door een dun kleipapje te maken en dat eventueel te mengen met metaaloxiden.
eeuw gevonden. De meeste sporen dateren echter uit de Nieuwe Tijd. Ook werd er een afslag van vuursteen gevonden. In proefsleuf 2 werden sporen zichtbaar die parallel liggen aan de Averbodeweg. Dit zijn mogelijk karrensporen uit de 19de eeuw die onderdeel uitmaakten van de toen wel 18 meter brede weg, hoewel deze sporen in het westen abrupt ophouden. Er werden scherven van geglazuurd aardewerk uit de 16de -17de eeuw aangetroffen en een scherf van steengoed uit de 15de-16de eeuw. Tevens kwam een dakpanfragment uit de Nieuwe Tijd6 te voorschijn. Er werd ook een aantal metaalvondsten gedaan, te weten centen uit 1600, 1829 en 1835. Verder kwamen te voorschijn musketkogels, ringetjes, twee knoopjes, een stuk riembeslag, een loden laars en een voet van een poppetje (tinnen soldaatje). Deze dateren uit de 16de-19de eeuw.
Proefsleuf 3 leverde een grote grondverstoring die mogelijk afkomstig is van een poel. Er kwamen scherven van geglazuurd aardewerk uit de 17de-18de eeuw te voorschijn en blauwgrijs aardewerk uit de 15de-begin 16de eeuw. Enkele metaalvondsten bestaan uit een
6 Periode van 1500 tot heden.
36
cent uit de 19de eeuw en een loden verzwaring van een kloot7.
Proefsleuf 4 leverde drie paalkuilen uit de Nieuwe Tijd op. Aan de noordkant kwam een gracht te voorschijn, afkomstig van de binnenste gracht van de dubbele omgrachting. Daarnaast werden enkele scherven gevonden uit de Nieuwe Tijd, enkele grote geglazuurde scherven uit de 17de-18de eeuw en een steengoedscherf. Uit proefsleuf 5 kwamen aan de zuidkant veel recente paalsporen te voorschijn en een perceelscheiding. Tevens werden er scherven
7 Langwerpige ronde bal of schijf die bij zeker spel over de grond wordt gerold.
van geglazuurd aardewerk en enkele stukken steengoed gevonden. Een metaalvondst bestond uit een mantelspeld die van twee Amerikaanse munten was gemaakt, een 2½ dime uit 1893.
In proefsleuf 6 werd in het noordelijk deel ook de oude binnengracht aangetroffen. Voorts werden scherven geglazuurd aardewerk uit de 17de-18de eeuw gevonden en steengoedresten uit de 15de-16de eeuw. Daarnaast trof men dakpanresten aan. Aan metaalvondsten ging het om een koperen plaatje, 2 munten uit de19de eeuw van Koning Willem en nog een muntje dat niet te determineren viel. Ook werd er nog een knoop gevonden en een stukje lood en koper. In het terrein werd een voormalige depressie gevonden, die met grijs en wit zand en leem was opgevuld. Vermoedelijk gaat het om een oude poel, waarnaar de middeleeuwse hoeve Ten Poel is vernoemd. Hierin werden scherven van aardewerk en steengoed aangetroffen, die dateren van rond 1500 . Er werden resten gevonden van greppels samen met andere verstoringen, die noord-zuid georiënteerd zijn. Scherven van aardewerk hierin dateren uit de Late Middeleeuwen - Nieuwe Tijd. Deze greppels lopen parallel aan de huidige erfscheiding tussen Averbodeweg 2 en 4, die
37
vrijwel overeenkomt met die op de kadastrale minuut uit circa 1832. De gedempte sloot of gracht die in twee proefsleuven is gevonden is waarschijnlijk de binnenste, middeleeuwse gracht; volgens
Dekkers (1994) bestond de omgrachting van Sterksel uit een dubbele gracht.
Samenvatting
In het gebied waar al bewoning is vanaf de Middeleeuwen worden, zoals bij archeologisch onderzoek gebruikelijk, allerlei resten zoals scherven van aardewerk gevonden. Wat typisch bij deze locatie hoort zijn de sporen van de binnengracht, mogelijk karrensporen van de brede Averbodeweg en niet te vergeten de poel waar een van de hoeven naar is vernoemd. Wat het vervolgonderzoek zal opleveren wordt in deel 2 uiteengezet.
Bronnen: Plangebied Averbodeweg 4 te Sterksel Gemeente Heeze-Leende
RAAP-RAPPORT 1345 2006 Sterksel 1197-1653 Een domein van de abdij van Averbode in de volle en late middeleeuwen P.J.V. Dekkers 1994.
.
38