Heemkronijk jaar:1981, jaargang:20, nummer:2, blz.66 - 75
verder is gekomen. De heemkundig geïnteresseerden in het betrokken gebied mogen zich dan ook gelukkig prijzen, dat de schrijver juist hier de spits heeft afgebeten. De historici maken eveneens nog altijd dankbaar gebruik van de vele in dit werk ondergebrachte gegevens. Een plaats in deze rubriek is dus alleszins gerechtvaardigd.
Servaas van de Graaf is een van die vele niet-Brabanders, die zich verknocht voelden aan dit deel van de aarde, evenwel zonder de realiteit uit het oog te verliezen. Hij had wel degelijk oog voor de noden in dit deel van de Republiek. Vooral in de beginjaren van de Brabantse Bataafse Revolutie was hij patriottisch actief als "raadgever" van de diverse gewestelijke overheden. Nog steeds kunnen zijn fraaie staaltjes van "revolutionaire verbeteringen" op onder andere gemeentebestuurs- en onderwijsgebied in de archieven van de gewestelijke besturen worden ingezien. Aan zijn directe Brabantse activiteiten kwam op het einde van de achttiende eeuw een einde. Vóór 1799 vestigde deze zoon van Corstiaan en Maria Lotzy (geboren: 22 juni 1757 te Dordrecht) zich met Zijn echtgenote Elisabeth Maria van Rije (gehuwd op 19 december 1786) in de residentie, waar hij een drukkerij begon. Het werk, waaruit onderstaande fragmenten zijn genomen werd geschreven in opdracht van de toenmalige Nederlandse regering. Niet in de laatste plaats zal dit gebeurd zijn door machinaties van zijn vriend en oud-Eindhovenaar Jan Frans Rufus van Hooff aan wie hij het boek opdroeg. In 1807 verscheen het werk, gecomplementeerd door een statistisch en tabellarisch overzicht van een aantal Brabantse zaken op demografisch, sociaal-economisch, etc. gebied. Twee jaren later kwam de schepper op dezelfde lijn als zijn product te zitten: doods van wezen, levend in gedachten.
( 1) Anno 1981 bedraagt het totale oppervlak 3680 ha.
( 2) Bepaalde oppervlaktemaat, die per landstreek kon verschillen. Zo waren er Rijnlandse (8516 m2), Amstellandse (8129 m2) en Gelderse (3180 m2) morgens. (Kluijver, A., Lodewijckx, A., Heinsius. J., e.a., Woordenboek der Nederlandsche Taal, deel 9, ’s-Gravenhage 1913, p. 1139.
( 3) "met groen of gras bewassen land in het Algemeen" (Beets, A. en
Muller, J.W., Woordenboek der Nederlandsche Taal, deel 5, ‘s-Gravenhage 1900, p.880).
( 4) In de inleiding op bladzijde vier van het werk staat dat hieruit de turf werd gestoken en/of gebaggerd.
( 5) Onontgonnen terrein.
( 6)
( 7) Naam van planten van het geslacht Spergula L. uit de familie
Caryphyllae. Werden gebruikt als veevoeder.
( 8) Hierbij dient men te denken aan een in zeer povere stijl opgetrokken "huis".
( 9) Per één juni 1973 telde de gemeente Heeze 7.900 inwoners.
(10) Dit in verband met de vele heidegronden.
(11) In de vorm van huisindustrie, dat wil zeggen een onder nemer bracht de grondstoffen / halffabrikaten thuis en haalde daarna het veredelde en/of
eindprodukt weer op. Uiteraard na betaling voor geleverde diensten.
(12) Ambachtsman die houten en/of metalen vaten maakt.
(13) Bedoeld is hier de Sint Antoniuskapel, momenteel in gebruik als kerk van de Nederlands Hervormde gemeente. Ondergetekende werkt aan een artikel betreffende het gebruik van het koor van de kapel in gebruik als raad zaal. Vermoedelijke tijd van publicatie: tweede helft 1981; Heemkronyk, nummer 3.
(14) De grote of parochiekerk (afgebroken in 1828) stond op het huidige
gehucht Kerkhof; de Kapel staat momenteel aan de Kapelstraat tegenover de ingang van het kasteel van Heeze.
(15) Bedoeld is hier Jan Diederik Baron van Tuyll van Serooskerken.
(16) Door de Staatsregeling van 1798 werden alle heerlijkheden en de daaraan verbonden rechten voor vervallen verklaard.
(17) Wanneer wij dit bedrag afzetten tegen de door Van de Graaf genoemde bedragen bij de arbeidslonen en grondprijs, dan zou de eigenaar van het voornoemde bedrag 80 arbeiders of minimaal 32 ambachtslieden in dienst kunnen nemen. Ook was het mogelijk om veertig morgens land - bijna 4% van de totale landbouwgrond in die tijd - te kopen.
(18) Zijnde Adam Jacob Gijssinck.
(19) Zijnde Adrianus Beckers uit 's-Hertogenbosch.
(20) Zijnde Joannes Kivits uit Raamsdonk.
(21) Zijnde Antonij Hendrik Beckers.
(22) Op de bladzijden 3,4, 243-247 noemt hij de bosrijkheid typisch voor het Land van Breda, een eigenschap, die de Meierij van 's-Hertogenbosch node zou missen. Volgens Van de Graaf zou met een beplanting van dit deel van Brabant veel economisch voordeel te halen zijn.
(23) Andere benaming voor wijk of rot. Oorspronkelijk was de term bedoeld voor de route, die een nachtwaker had te gaan in een bepaald deel van de plaats.
(24) In Kuyper, J.. Gemeenteatlas van Noordbrabant , Leeuwarden, z.j.
wordt deze heide betiteld als "De Heide".
(25) Door het reglement op de gemeentebesturen in het kwartier van Peelland van 3 februari 1803 werden de voormalige schepenbanksgebieden in dit kwartier als gemeenten betiteld. Ondergetekende hoopt binnen afzienbare tijd een vergelijkend onderzoek naar de op die dag afgekondigde bestuursreglementen te voltooien.
(26) Officieel "Leden van het Gemeentebestuur" genoemd.
(27) Deze kwamen ter vervanging van de daarvoor bestaande en tegelijkertijd opgeheven Corporele Vergaderingen.
(28) Vóór de afschaffing der Corporele Vergaderingen oude stijl op 3
februari 1803 was de taak in vele dorpen niet vastgelegd en kon zij bestaan uit onder andere armmeesters, H. Geestmeesters, kerkmeesters, geërfden, etc. Vaak werden zij bij financiële beslissingen die een bepaald bedrag te boven gingen, geconsulteerd; echter met een vetorecht.
(29) Zijnde Johan van der Hoeve.
(30) Zijnde mr. Hendrik van Moorsel.
( 1) Anno 1981 bedraagt het totale oppervlak 4129 ha.
( 2) Een uur is zeven kilometers.
( 3) Bedoeld is nummer 19; Heeze.
( 4) Per 1 juni 1973 telde de gemeente Leende 3.700 inwoners.
( 5) Zijnde Franciscus van Gastel.
( 6) Zijnde Nicolaus de Noot.
( 7) Gelegen aan de weg van Leende naar Valkenswaard. Momenteel bewoont molenaar Kees het huis, waarop de molen staat of stond.
( 8) Omdat het archief van de gemeente Leende op dit moment wordt geïnventariseerd was het voor ondergetekende niet mogelijk te achterhalen wie deze personen zijn.
( 1) Zie: Latjes, P.J. Heemkundig Antiek, in: Heemkronyk jrg. 20, nummer 1, p.9.
( 2) De bedragen voor Leende zijn dezelfde als voor Heeze
( 3) Zijnde Nicolaas Posthumus. Z2.)