Heemkronijk jaar:1962, jaargang:1, nummer:4, blz.26 -27
Beugelen in Heeze
door: A.v. Oirschot
Heeze is, voor zover bekend, nog de enige plaats in Brabant, waar nog wordt gebeugeld. Op Euvelwege ligt weer een beugelbaan, dank zij het initiatief van de ruim 75-jarige Marinus van der Ven, die deze zeer oude sport maar niet kon vergeten. Het zal ongeveer veertig jaar geleden zijn, dat er nog talloze beugelbanen in Brabant te vinden waren. Zeer vele cafés hadden er een, maar op een gegeven moment was het afgelopen. De banen verdwenen en iedereen dacht, dat deze middeleeuwse sport nu wel helemaal "geschiedenis" was geworden, tenminste voor Brabant, want in Limburg wordt zij nog volop bedreven.
In Heeze kon men echter niet achterblijven. De ballen werden weer uit de stal gehaald en verschillende dorpelingen vonden ook hun oude "slager" weer terug. Men ging weer beugelen op de 15 cm dikke laag leem, en men doet het - sinds kort - weer enthousiast. Beugelen is een zeer oude sport.
Zij moet al erg geliefd geweest zijn, toen hertog Albrecht in 1390 een ruim veld schonk, waarop een beugelbaan in Haarlem moest worden gebouwd. Het gebeurt overwegend op een baan van 6 bij 12 meter. Hierop staat dan een ronde ijzeren ring, de beugel. En daardoor moet de bal worden geworpen. Twee punten per keer kan men er mee winnen en wie het eerst, zoals ze dat in Heeze doen, dertig punten heeft, is winnaar van het spel. In de middeleeuwen was beugelen nog een sport, waarmee de hogere standen zich vooral vermaakten.
Maar de grote bloeitijd kwam toch vooral in de zeventiende eeuw, toen men overal beugelbanen vond. Sommige hadden zelfs "dubbele beugels", ijzeren ringen in de vorm van een 8. De bovenste lus was dan iets kleiner en wie de bal daardoor wist te slaan kreeg het dubbel aantal punten. Nog vroeger waren het twee gebogen houten palen, een soort poort, waardoor de bal gegooid moest worden. Later is dit een ijzeren beugel geworden.
De ballen van palmhout, met een gewicht van 4,5 tot 5 kilo werden oorspronkelijk met de hand geworpen, maar later - en nog steeds - met behulp van een stuk hout, dat op de ene plaats klikspaan of handspaan heette en elders weer slager of sleger. Het is een zuivere mannensport geworden, als speelden in de middeleeuwen ook veel vrouwen enthousiast mee. Het spel wordt gespeeld door twee of vier mannen in twee partijen.
De bedoeling is om de bal vanaf het begin van de baan, aquit, geheten, door de ring te werpen. De kunst is om met effect te werpen en de tegenpartij dwars te zitten door de ballen daarvan in een minder gunstige positie te brengen en natuurlijk tegelijkertijd de eigen bal zo voordelig mogelijk te plaatsen. Wanneer men de bal van de ander zelfs buiten het veld, aan de startplaats kan brengen en de eigen bal op het veld kan houden, zijn er ook punten te verdienen.
Beugelen lijkt op het eerste gezicht makkelijker dan het is, maar vroeger draaiden de mannen op het dorp er hun hand niet voor om en zeer velen gingen zondags met hammen en worsten, de oude traditionele prijzen van beugelen, naar huis.
De deelnemers aan het werkkamp van Brabants Heem kunnen het, dank zij de gastvrijheid van de Heezer Beugelclub, hier ook zelf eens proberen.