Een vergeten Heer van Heeze

Heemkronijk jaar:1985, jaargang:24, nummer:2, blz.40- 44

EEN VERGETEN HEER VAN HEEZE ?

door: C.S. Smit

In augustus 1756 liet de sekretaris van de Heerlijkheid Heeze, Leende en Zesgehuchten, Paulus Eckringa, de sekretarieklerk David van Dijk een pachtkontrakt opstellen voor de windmolen van Heeze. Het bestaande kontrakt, dat in 1750 werd opgesteld, stond op aflopen. Zoals bekend ' waren de twee windmolens in de Heerlijkheid, één te Heeze . en één te Leende, eigendom van de Kasteelheer.

Met uitzondering van de daarin opgesomde namen was het bewuste ”verpachtcedulle" praktisch een kopie van de cedullen zoals die daarvoor al zoveel geschreven waren.
Van de 18 opgesomde ”pachtcondities" is de 16de een heel bijzondere. We lezen: "Item nog is geconditioneerd dat den pagter een wind en een korte hond voor den Heere van Heeze ende Leende zal moeten in den cost onderhouden . . . .”
Het was het jaar 1756, in de periode dat de Holbachs Heeze bezaten, althans dat dachten we. In het pachtkontrakt lezen we echter:

“Op de conditien en voorwaarden hier naer beschreven zo bekent de Heer Paulus Eckringa, Stadhouder der quartiers van Peeland mits gaders secretaris der vrije grondheerlijkheid van Heeze Leende en Ses gehugten, als last hebbende van den Heere Joan Outshoorn Heere der gemelde Heerlijkhet etc. etc. mond tegens mond verpagt, ende Jacobus Janssen inwoonder tot Heeze bekend van den voorn. Heere Eckringa in qualiteit voorz. gepagt te hebben den wind coorn moolen tot Heeze, den Heere van Heeze ende Leende voorn. toebehoorende .........” (1)

Schepenen der vrije Grondheerlijkheid van Hees, Leende ende Ses Gehugten en den heer Baron Paulus Thiry de Holbach Heere der vrije Grondheerlijkheid Hees, Leende en Ses Gehugten ter eenre ende Heer Jan van Outshoorn woonagtig te Rotterdam ter andere zijde beide alhier present en verklaarden zij Heeren comparanten met elkanderen te hebben gemaakt en aan gegaan het naarvolgende onverbrekelijk contract van Coop wegens de vrije Grondheerlijkheid Hees, Leend en Ses Gehugten gelegen in de Quartire van Peelland Meijerije der Stad Bosch namentlijk dat den Heer eerste comparant heeft verkogt zoals hij verkoopt mits dezen aan den Heere twede comparant in deze de voors. Heerlijkheid Hees, Leende en Ses Gehugten met de hoge middelbare en lage Jurisdictie (3) Thienden, Jagt, Visscherij, Gruit, Chijnsboeken, Molens, Heere Huisinge en voorts alles wat tot de voors. Heerlijkheid is toebehoorende en specteerende Hoef en landerijen zo allodiale als feudale (4) en voorts al het gene den Heer eerste comparant tot Hees, Leende en Ses Gehugten eenigsints is bezittende en sulx alles voor en om eene somme van Een hondert twe en t’negentigh duisent en vijf hondert gulden Hollands geld ofte voor de somma van drie maal honderd vijf en tachtig duisent Franse Livres eens mitsgaders alle den meubilen, huisraad inboel Wijnen Beestialen Have en Schaar en wijders al het geene op de casteele ofte Heere Huisinge van Hees enigsints gevonden werd Excempt eenige meubilen die den Heere eerste comparant voor zig zal behouden volgens een lijste daarvan geformeerd en bij beide Heeren Comparanten vertekent en sulx voor en omme eene somme van twaalfduisent vijf hondert guldens Hollands of vijf en twintig duisent Franse Livres alle de voors. penningen ten koste van den Heer twede comparant binnen Parijs te leveren en verklaarde den Heer twede comparant de cooper van de voors. Grond Heerlijkheid meubilen en al het geene hier vorens breder is gemelt voor de daarbij gestelde coop schatten gekogt te hebben ende voor sulx te accorderen bij ende mits dezen” (5).

Overeengekomen werd dat van de koopsom bij de overdracht een gedeelte in de maand mei van het jaar 1757 een gedeelte en binnen  2 jaar de rest betaald zou worden  “. . .  in klinkende en blinkende penningen". De transportkosten, de veertigste penning en verhefkosten waren voor kosten van de koper.

 

Lang heeft Van Outshoorn niet met het idee Heer der Heerlijkheid te worden rondgelopen. In september van hetzelfde jaar 1756, binnen 2 maanden na het ondertekenen van het Schepenprotocol te Heeze, overlijdt Van Outshoorn. Hij was pas 46 jaar oud. Evenals zijn 13 jaar jongere vrouw, Catharina van Mierlo, kwam hij uit een Rotterdamse koopmansfamilie.

In het Schepenprotocol van Heeze lezen we het vervolg van deze geschiedenis. Op 26 februari 1757 verschijnen Paulus Eckringa en Carel Ludwig van Thielen als gemachtigden van resp. Baron P.T. de Holbach en vrouwe Catharina van Mierlo, weduwe van Johan van Outshoorn, om de zaken af te handelen. We lezen:

“Dat deselve acte van coop ter occasie van eenige opgekomen differenten geen voortgank of adimpletie hebbende gehad der comparanten hooge principaelen dien volgende te raade zijn geworden de voornoemde acte van coop te annuleeren en daar van aff te sien even off die noijt verleden off gepasseerd ware geweest” (6)

Op 23 december 1756 werd te Rotterdam voor notaris Cantier door Jacob Cossart, oud-Burgemeester Raad in de Vroedschap, "als last en ordre hebbende" van de Holbach en Johan van Mierlo de zaak financieel afgehandeld. De Holbach "is komen in den vollen eijgendom en poccessie van al ‘t  verkogte". De erven van Outshoorn zullen bovendien 12.000 livres als schadeloosstelling betalen (7).

Het zou tot het jaar 1759 duren eer er weer een aspirantkoper op de proppen kwam. Het was Jan Baron van Tuyll van Serooskerken die, met hulp van zijn tweede vrouw Johanna Elisabeth de Geer, de Heerlijkheid van De Holbach overnam.

NOTEN  

(1)    Kasteelarchief Heeze B38.

         Jacobus Jan Jansen was afkomstig uit Beek, lande van luik. Hij huwde op 11-06-1730 de Heezer molenaarsdochter Catharina de Laure. Zij was de dochter van Caspar en Joanna Hollen.  Zie: Brabantse Leeuw 1965, blz.133,  "Mulders in Brabant, de Laure" aanvulling van A.F.N. van Asten.

(2)    Meindersma, Dr.W.  "De Heerlijkheid van Heeze, Leende en Zes-gehuchten”. 1911.  Dr. Meindersma was predikant  in  's-Hertogenbosch. Hij schreef dit boekje in opdracht van S.J. Baron van Tuyll van Serooskerken.

(3)    Jurisdictie: gebied waarover de rechtsmacht zich uitstrekt.

(4)    Allodiaal:  vrij eigendom,  vrij van leenrecht.

         Feodaal:  niet vrij,  onder de heerschappij van de adel.

(5)    Heeze, R171  fol.100.

(6)    Idem fol. 141.

Carel Ludwich van Thielen werd geboren te Maastricht,  ged.31-05-1728. Hij huwde te Heeze 16-05-1757 met Antje, de dochter van de Heezer secretaris Paulus Eckringa. Van Thielen was een tijdje Schepen te Heeze.

Jan van Outshoorn werd op 20-04-1710 te Rotterdam geboren als zoon van Damianus en Johanna Verhagen. Hij huwde op 07-01-1751 met Catharina van Mierlo, dochter van Johannes van Mierlo en Elisabeth van de Starre. `

Na het overlijden van Jan van Outshoorn, op 14-09-1756 is het de vader van Catharina van Mierlo die de zaken van de weduwe gaat waarnemen.

Met dank aan mevrouw M.J. Platt-de Kiewit, die mij de gegevens uit Rotterdam verstrekte.

(7)    Gem.archief Rotterdam  ONA 2433, pag. 1064  e.v.

Ga terug