Heemkronijk jaar:1985, jaargang:24, nummer:2, blz.66- 68
UIT DE GEMEENTELIJKE OUDHEIDKAMER TE GELDROP
door: A.G.W.G. van Asten
EEN SKÖN PERTRET"
Het Instituut Pieter Brueghel te Veghel organiseerde in juni j.l. bij het afscheid van burgemeester Mr. H.P.J. van Weegen een expositie getiteld: "Skôn Pertretten van Brabantse burgemeesters". Het was een unieke tentoonstelling, die in augustus nog een voortzetting kreeg in het Provinciehuis te 's Hertogenbosch.
De expositie in Veghel werd ingeleid door niemand minder dan Nol van Roessel. Al luisterend naar hem kwam ik tot de ontdekking, dat hij kijk had op burgemeesters, want hij wist de verschillende typen trefzeker te omschrijven. Onwillekeurig dacht ik aan de serie portretten in onze Oud- heidkamer, waar ambtelijke, vaderlijke en gemoedelijke typen elkaar afwisselen.
Drs. A.P. van de Wiel, voorzitter van voornoemd Instituut, schrijft: "Deze portretten zijn een waardevol bezit. Zij geven een cultuur- en tijdsbeeld, in het bijzonder de ontwikkeling van de portretkunst in Brabant en van de opvattingen bij de geportretteerde persoon en de portrettist over het burgemeesterambt". Dit geldt zeker ook voor de Geldropse portretten. Dat van burgemeester A.N. Fleskens springt er qua grootte en kwaliteit uit. Omdat hij de bekendste burgemeester is in de rij, is een beschrijving alleszins op zijn plaats.
Zijn portret, geschilderd door Theo van Delft uit Waalwijk, straalt gezag uit. Een vreemdeling raakt onder de indruk van de man in een met goudborduursel afgezet ambtskostuum, de steek in de hand, met degen en een serie onderscheidingen. Waar een Geldroppenaar die voor dit portret staat, zegt: "kijk dat is onze Fles", want zo noemde men hem in Geldrop.
Hij was geboren te Heesch bij Oss op 20 april 1874 en werd na enkele jaren in Oss gewerkt te hebben in 1898 benoemd tot gemeente-sekretaris van Geldrop, in 1905 tot burgemeester te Zesgehuchten en in 1908 tot burgemeester te Geldrop. Daarnaast was hij van 1910 tot 1935 lid van de Tweede Kamer der Staten-Generaal, 6 jaar lid van Provinciale Staten en in 1935 lid van de Eerste Kamer der Staten-Generaal.
In 1920 werd hij voorzitter van de Coop. Centrale Boerenleenbank en Boerenhypotheekbank. Bovendien was hij commissaris van het Algemeen Burgerlijk Pensioenfonds en gedurende de Eerste Wereldoorlog voorzitter van het Koninklijk Comité "Fleskens" i.z. levensmiddelen, ook voor België en Frankrijk.
In zijn bijna veertigjarige ambtsperiode heeft hij bestuurlijk en maat-schappelijk zijn stempel gedrukt op het Geldrop van die tijd. Onder zijn leiding kwamen vele zaken tot stand, waarvan enkele niet onvermeld mogen blijven: aanleg spoorlijn met "hoogspoor" (1913), aanleg Stationsstraat, bouw Nazarethschool (1916) en klooster Broeders (jaren '30), parochiekerk, scholen en woningbouw Braakhuizen (1930), oprichting Boerenleenbank, Boerenbond andere vakorganisaties en belangrijke uitbreidingen aan ziekenhuis, klooster en scholen aan het Bogardeind.
In de landelijke politiek kreeg hij na de Eerste Wereldoorlog bekendheid door zijn succes met het "Schoenenwetje”, waardoor hij de schoenen-industrie gestimuleerd heeft.
Zijn bekendheid in den lande blijkt uit een artikel in de ”Katholieke Illustratie” van 27-01-1926. Hij haalde de voorpagina van dit blad met een foto en een artikel aan de binnenzijde, waarin o.a. staat:
"Hij is een “self made” man en behoort tot het slag menschen, die niet gauw tevreden zijn over eigen werk, maar steeds meer van zichzelf eischen en het door training tot haast ongelooflijke arbeidsprestatie weten te brengen".
Ook staat in dat artikel: . . . “dat hij zondags tussen elf (na de hoogmis) en twee uur n.m. ieder ten zijnent ontvangt, die hulp of voorlichting noodig mocht hebben”.
Typisch Brabants.
Voor al zijn verdiensten aan de maatschappij bewezen werden hem de volgende onderscheidingen uitgereikt: Commandeur in de Orde van de H.Gregorius de Grote, Commandeur in uw Orde van Oranje-Nassau, Ridder in de Orde van de Nederlandse Leeuw , Officier in de Orde van de Kroon van België, en die van Officier van het Legioen van Eer van Frankrijk.
Burgemeester Fleskens was gehuwd met Johanna H.M. Eijcken, stammend uit een bekende Geldropse familie, en hij woonde met zij gezin in het statige herenhuis Heuvel 5.
Zijn gezin telde 9 kinderen, van wie één priesterzoon.
Dochter Helena is gehuwd met oud-commissaris van de Koningin in Noord-Brabant, C. Kortmann.
Hij was de de laatste burgemeester "oude stijl" in Geldrop en nam ook in deze stijl afscheid op 29 april 1939.
Hij stierf 1 februari 1965 op de gezegende leeftijd van 90 jaren.