Heemkronijk jaar:1963, jaargang:2, nummer:2, blz.18 -20
Gerward van Heeze (828)
door: G.W. van Oosterhout
Tijdens het heemkundig werkkamp te Heeze (zie Heemkroniek 1, 5, pag.18) is een brief voorgelezen van prof. dr. Lampen over de schenking van goederen te Heeze aan de kerk te Utrecht. Als bron werd genoemd Batavia Sacra. Verdacht is daarbij dat Hesin de enige bekend klinkende naam is. Men kan zich moeilijk voorstellen wat voor plaatsnamen achter de vreemde klanken: Alladna, Langara,Theaden en Asmon schuilgaan. Een gelukkige inval - nl. dat Thoaden Didam zou zijn - bracht me op het spoor.
De Vries (Wbk.N- een Z-Ned. Pln.) zegt; Didam heette in 828 Theodon. Witkamp (Aardr.Wbk.Ned.) zegt: Didam was in 824 onder den naam van Theodem bekend....... verder bloeiden er Baarle . . . . .. Hees . . . . .. Er blijkt dus een Hees bij Didam geweest te zijn.
Van der Aa (Aardr.Wbk.Ned.) zegt:
Theoden of Theuda naam van een dorp in het graafschap ' Zutphen, tusschen Doetinchem en Zevenaar.
824 Gerward Heere aan de kerk van Utrecht. Het lydt geen twijfel of daarmee wordt bedoeld het tegenwoordige dorp Didam.
Theaden zie Theoden.
Hesis Zutphaniae, de Zutphensche Eeze, vermeld in 828. Graaf Gerowald aan Fredericus, achtste bisschop van Utrecht.
Behoord hebbende tot de hofstad Langharen. Bedoeld is vermoedelyk Broekhees tusschen s'Heerenberg en Emmerik.
Langharen. Voormalig adellyk slot, graafschap Zutphen, door zekeren Geralduc 828 aan de kerk van Utrecht. Vermoedelyk gestaan in do buurt de Haart gem. Aalten (Gld).
Moerdam (Plaatsnamen) noemt, onder de naam Hees, een plaats genoemd in het Oorkondenboek van het Sticht Utrecht onder no.59.
En zo zijn we langs een leerzame omweg by de eigenlyke bron gekomen. Het oorkondenboek vermeldt dat deze acte betrekking heeft op een schenking door Gerowald aan bisschop Frodericus op 7 febr. 828. Van de schenkingsacte zyn twee afschriften bekend: één in het British Museum en één in het archief te Utrecht. Ze verschillen iets in de spelling van de plaatsnamen. In de hieronder volgende tekst is de Utrechtse versie tussen haakjes gegeven alsmede de door het Oorkondenboek aangegeven huidige benaming.
Na een soortgelyke inleiding over Gerwards braafheid en op de eeuwigheid gerichte blik als in de in het begin genoemde brief luidt de tekst:
“Idcirco ego Gerouuardus, filius Landuuardi; trado ad ecclesiam sancti Martini,in
Traiecto Veteri constituta(m),quioquid mihi hereditatis jure accessit in villa Langhara
(Langerak by Doetinchem) et in Ellennuuik (Hellenwich, Heelweg by Varseveld) et in
Aladna (Aalten) et in Uuazefelde (Varseveld) et in Humelle (Hummelo) et in Theodon
(Didam) et in Hesim (Hesin, Knyfheze by s'Heerenberg) et in Asnon’ (Aaswyn) cum
omnibus adjacentis . . . . . . . . . ..”.
De spellingen van de naam Gerward lopen nogal uiteen: Gercuuardus,Gerowald, Geraldus. Zelfs vindt men Gerward Heere. Ook de spellingen van de plaatsnamen lopen uiteen. Het lykt wel alsof zowel de plaatsnamen als de persoonsnamen op de klank afgaande geschreven werden in een door het Latyn geïnspireerde spelling.
Ik geloof dat we hieruit kunnen leren dat we by archiefstukken - die toch de belangrijkste bron voor de toponymie zyn - niet al te veel waarde moeten hechten aan de spelling maar veeleer aan de klank.
Na het voorgaande kan er nog twyfel zyn of Langhara Langerak is of het oude Langharen en of Hesin Knyfheze by s’Heerenberg of Broekhees tussen s'Heerenberg en Emmerik of Hees by Didam is. Zeker is echter dat het niet Heeze by Leende is. Jammer.