Heemkronijk jaar:1988, jaargang:27, nummer:4, pag:127 -130
UIT DE GEMEENTELIJKE OUDHEIDKAMER KASTEEL GELDROP
door: A.G.W.G. van Asten
DE TANDARTSENSTOEL
Uit de voorwerpen, die de Oudheidkamer rijk is, valt de merkwaardige tandartsenstoel erg op.
Vele bezoekers, maar vooral de jeugd, staan er met verbazing naar te kijken. Velen vragen: "Is dit echt een tandartsenstoel geweest?" en ons bevestigend antwoord wordt nauwelijks geloofd. Het is daarom van belang, dat de tandarts die deze stoel mede introduceerde, zelf kon vertellen hoe hij er kwam.
Die tandarts is de heer Theunissen, wonende aan de Dommel- dalseweg. Hij geniet nu van een welverdiende rust en in deze rust werd mij tijdens een prettig gesprek veel duidelijk.
Het begon allemaal in 1941. Ondanks de moeilijke oorlogs- jaren begonnen Dr. Van Kimmenade (oud-directeur van het St. Annaziekenhuis) en tandarts Theunissen met de oprichting van een schooltandverzorgingsdienst, die in september 1941 van start ging.
Het was bijna een primeur in Nederland, want “boven de rivieren" funktioneerden eerder maar een paar schooltand verzorgingsdiensten, namelijk in Dordrecht en Haarlem. In Brabant bestond op dit gebied niets. Alle begin is moeilijk, zeker als er met niets begonnen moet worden. Speciale installaties kende men in die tijd niet en de heer Theunissen weet zich nog goed te herinneren hoe het is begonnen. Voorop stond, dat de installatie voor kinderen van 6 tot 12 jaar gebruikt moest kunnen worden en dat ze aan eisen voor transport moest voldoen.
Een tandartsenstoel was prioriteit één. Daarvoor werd gebruik gemaakt van een ontwerp van tandarts Hop uit Haarlem. Hij had een stoel ontworpen, die aan de toenmalige eisen voldeed: bijvoorbeeld met een hoge leuning en op diverse punten verstelbaar. Met dit ontwerp ging men - hoe kan het in die tijd ook anders - naar de plaatselijke timmerman Sjef van de Konijnenburg. Deze had zijn werkplaats in de Korte Kerkstraat op de plek waar vroeger (voor de rekonstruktie K.Kerkstraat) Daams zijn kantoorboekhandel had.
Dat Sjef zijn vak goed verstond, getuigt deze degelijke stoel, die nu nog puntgaaf is. Als transportmiddel voor de boormachine en andere benodigdheden diende een kist (formaat bekend uit militaire uitrusting). Deze kist diende tevens als werk- en spuugzuil. In de korte kant zat een klep, waardoor een po onder het spuugbakje gezet kon worden. Alles bij elkaar eenvoudig, doch praktisch.
Dit alles werd met een bakfiets van de ene naar de andere school gereden door de bode van de G.G.D., de heer Cor van den Bos, beter bekend als "Bosje".
Op iedere school werden eerst alle kinderen nagekeken, waarbij werd opgeschreven wat hun mankeerde; daarna volg- de in groepjes van 4 een behandeling zonder verdoving met boren met lage toerentallen, zoals in die tijd algemeen gebruikelijk was. Je moet er nu niet aan denken.
Tandarts Theunissen had als assistente Zuster Van der Putt, dochter van de in de oorlog omgekomen burgemeester Henri van der Putt.
Mevr. Hummeling uit Eindhoven heeft lange tijd de buiten- dienst verzorgd. Dit pionierswerk heeft zeker veel bijgedragen tot bevordering van de volksgezondheid en in het bijzonder de tandverzorging en mondhygiëne.
In 1953 werd de Schooltandverzorging omgezet in “De Stichting Schooltandverzorging Geldrop en Omstreken”: de akte werd op 28 december 1953 verleden voor Notaris Van der Werff te Geldrop.
De reden van die omzetting was, dat op die wijze de Gemeentelijke Overheid, de Ziekenfondsen en de Tandartsen paritair vertegenwoordigd zouden zijn, hetgeen bij de oude rechtsvorm - onderdeel van de Gemeentelijke Gezondheids- dienst - niet mogelijk was.
Comparanten waren Mr. Fr. van Lanschot, burgemeester van Geldrop en voorzitter van de G.G.D., N. van Erp, tandarts te Valkenswaard, J. van de Bos, administrateur Algemeen Ziekenfonds Eindhoven e.o., J. Hendriks, secretaris Centraal Ziekenfonds te Tilburg (later staatssecretaris), P.M.A. van der Hoff, administrateur Algemene Afdeling Ziekenfonds der Maatschappij tot Bevordering van de Geneeskunst en A.A. Schilleman, hoofd van de school te Sterksel. Deelnemende gemeenten waren: Geldrop, Heeze, Leende, Maarheeze, Budel, Nuenen c.a., Son en Best.
Op 29 december 1960 werd de "Stichting Schooltandverzorging De Kempen” opgericht, waarmee veel werd samengewerkt. Per 1 januari 1984 zijn beide Stichtingen opgeheven en werd een vruchtbaar tijdperk in de regio ten aanzien van de tandverzorging afgesloten. Deze opheffing hield verband met een overheidsbeslissing, die bepaalde dat schooltandverzorgingen zouden verdwijnen.
Tot slot een woord van dank aan de heer Theunissen van wie ik los van dit verhaal wil vermelden, dat hij in maart 1973 de Erepenning in zilver van Geldrop heeft ontvangen als eerbewijs en uit dankbaarheid voor zijn verdiensten jegens gemeente en burgerij.
Deze erepenning werd uitgereikt bij gelegenheid van zijn afscheid als voorzitter van de Stichting tot behartiging van het Buitengewoon Onderwijs (B.L.O.). In de overweging stond vermeld:
". . . zijn verdiensten liggen niet alleen in de funktie waarvan hij afscheid neemt, maar ook als tandartsstimulator van de schooltandverzorging van 1941 tot 1972, als fraktievoorzitter van de K.V.P. gedurende de jaren 1946 - 1958 en als lid van de raad van toezicht van de Boerenleen- bank in Geldrop.