Heemkronijk jaar:1990, jaargang:29, nummer:1/2, pag:9 -15
HET SCHOOLHUIS TE HEEZE UIT 1721
door: C.S. Smit
Het is al weer twaalf jaar geleden dat oud-redakteur E. Kolen een artikel schreef over de bouw van een schoolhuis in onze gemeente (1). Aan het eind van het verhaal deed hij een oproep aan de lezers te komen met het antwoord op de vraag waar het schoolhuis in 1721 dan wel gebouwd werd, bij de ”Groote Kerck of bij de Capel".
Er waren in Heeze 2 scholen, één bij de Kapel in het dorp, de andere bij de grote of parochiekerk aan de Kerkhof. De schepenacte waaruit Kolen putte, gaf hier geen uitsluitsel over (2). Zelf komend uit een onderwijzersfamilie heb ik voor het schoolwezen in Heeze altijd interesse gehad; de vraag van Kolen is steeds bij me blijven hangen. Recente vondsten werpen meer licht op deze zaak en met al eerder gevonden gegevens kunnen we nu met zekerheid zeggen wat de plaats precies was waar in het begin van de jaren twintig van de 18de eeuw het nieuwe schoolhuis verrees. "
We gaan, om duidelijkheid te verschaffen in deze zaak, eerst wat verder in de tijd, naar het jaar 1748. In dat jaar verkopen de momboiren (voogden) van de kinderen van Adriaan Wouter Snoex en Catharina Johannes Francen aan Jan Hendrik Dommels "borgemester tot Heeze en dat voor en ten behoeve van de Gemeente van Heeze voor een schoolmeestershuys aen de Capelle alhier een allodiaal huis, hof ende aengelagh van Bartel Swuesten, groot 26 roeden gelegen aen de Eymerickerstraat. . . . ." (3).
De schoolmeester kon echter niet zonder meer in het huis trekken.
". . . . . dat het voornoemde huis alvoorens hetzelve door den schoolmeester zoude kunnen worden bewoont noodig te doen eenige reparartie en eenig nieuw werk . . . . ."
Zowel de koopsom als de kosten van de restauratie had het gemeente-bestuur niet in kas, zodat er een lening aangegaan moest worden. Voor de koop en voor het aangaan van de lening was toestemming uit Den Haag nodig. Deze werd per resolutie van 2 augustus van het jaar 1748 verkregen (4).
De toenmalige schoolmeester aan de Kapel, Johan van Beem, woonde in die tijd in een huis, ook aan de Eymerickerstraat, van Casper Nobel, de secretaris van de Heerlijkheid.
We zijn er van uitgegaan dat dit huis niet de vervanger was van het huis dat in 1721-1722 gebouwd werd. We moesten dus gaan kijken naar de andere kant van het dorp, bij de Heezer parochiekerk.
Het schoolhuis was het woonhuis van de schoolmeester met daaraan gebouwd een leslokaal. Eigenaar was de burgerlijke gemeente. Dat vinden we o.a. in het cohier van huizen van Heeze, waarin zowel de eigenaren als de bewoners van de huizen worden genoemd (5).
Het schoolhuis aan de parochiekerk werd in ieder geval, volgens het cohier, van 1736 tot 1798 bewoond door de schoolmeesters Hendrik Kreuger. Het waren Hendrik sr., tot 1784 en Hendrik jr., die er waar-schijnlijk tot aan zijn dood, in 1805, woonde (6).
In een periode van bijna 70 jaren slechts 2 schoolmeesters. Dit is in schril contrast met het schooltje aan de Kapel, waaraan in dezelfde periode 7 schoolmeesters verbonden waren.
Wat het schoolhuis aan de parochiekerk betreft vonden we de volgende bijzonderheden. Toen de van Tuylls naar Heeze kwamen, was één van de eerste taken van de aangestelde rentmeester, het op orde brengen van de boekhouding van het kasteel. Onder de bronnen van inkomsten van de kasteelheer waren de grondcijnzen, een soort belasting op door de Heerlijkheidsheer uitgegeven woeste gronden. Het was een van de zgn. "Heerlijke rechten". Rentmeester Spelthaan maakte o.a. een geheel nieuw overzicht van de percelen waarop deze cijnsplicht lag en wie de cijns betalen moest. Hiervoor werden, zoals dat toen gebruikelijk was, de belendingen van het betreffende perceel opgegeven (7). Percelen kregen nog niet, zoals tegenwoordig, een perceelnummer. In dit dokument van de rentmeester vinden we op folio 7:
"de gemeente van heese daar het schoolmeesters huis op staat, de eene sijde en de eene eynde de straat de andere sijde wilhelmus hompes de andere sijde wilem leendert deelen."
Het perceel was dus eigendom van de Gemeente. Deze aantekeningen van Spelthaan zijn van vóór 1763.
In het cijnsboek zelf, daar waar de achtereenvolgende eigenaren van de cijnsplichtige percelen worden opgesomd, (te lezen van onderen naar boven) vinden we op folio 7:
- Hr. Abraham van Nouhuys, Scheepen van Heeze heeft zich als sterfman te boek laten stellen 1771 (8)
- De Gemeente van Heeze zijnde daar het schoolhuys op staat
- Andries Frederik van Gennip oft Lommel (9).
- De kinderen van Frederik Driessen van Lommel uyt acker omtrent Hasenhorck,
Belendingen: een straet, een straat, Hendrik Willem Stoffels, De H.Wel.Geb. Vrouwe van Heeze en Leende (10).
We zien hier dat het schoolhuis aan de Hazenhurk lag en bovendien aan een andere straat grensde. Waar dat precies was, hoorden we van de Heezenaar Frans van der Kruis, wonend aan de Kerkhof.
Hij vertelde me in een gesprek, zonder daarnaar gevraagd te zijn, dat hij tegenover zijn huis een perceeltje land had dat de "mistershof” genoemd wordt. Het ligt op de hoek van de Hazenhurk en Kerkhof (de Lijkweg).
In de Schepenprotokollen van Heeze vonden we dat op 19 september 1721 de aankoop van het "perceeltje ackerlandt, omtrent 5 cop saet genaamt den acker bij Hermans, gelegen omtrent de kercke onder de parochie van Heeze" plaatsvond. De prijs was f 20,-.
Verder vinden we vermeld dat het perceeltje "wesende los ende vrij uytgenomen Dorps commer ende vijff stuyvers Jaarlycxe grondt chijns aen den Heere van Heese en Leende" (11).
In februari 1725 vond er in Heeze de boedeldeling plaats van Peter Wouter Coolen en Allegonda Jacob Tielen Smeyers. De partijen bij deze verdeling waren de 3 onmondige kinderen Wouter, Marian en Jacobus. De jongste zoon, Jacobus erfde o.a. "een kleyn huysken, hof en aengelagh, groot 3 cop saet gelegen neffens de erven Joost Peeter van Meel te Heeze, waarinne Johan van Es, schoolmeester tot Heeze, heeft gewoont, met alle de steenen en timmerwerk ofte timmerhout in den huys leggende (12).
In dit huis, waar toch kennelijk iets mee loos was, woonde Johan van Es. Dat was niet omdat hij overleden was, hij stierf in het jaar 1732, maar om een heel andere reden, zoals Kolen ons in zijn verhaal vertelt: "Alsoo de oude school om verre is gevallen."
Uit de kerkeraadsnotulen van Heeze weten we wat Van Es voor man was en dat hij inderdaad schoolmeester is geweest aan de grote kerk te Heeze. De oudste zoon Coolen kreeg het ouderlijk huis, waar nu Frans van der Kruis eigenaar en bewoner van is (13).
Alle twijfel dat het inderdaad het schoolhuis aan de parochiekerk betrof, werd weggenomen na het raadplegen van de Borgemeestersrekeningen van Heeze. Hier vinden we bovendien leuke bijzonderheden over de bouw van de school, wie er allemaal bij ingeschakeld werden om dit bouwwerk op poten te krijgen, waar de bouwmaterialen vandaan kwamen, wat de kosten waren enz. We laten hier een bloemlezing volgen van de zaken die te boek staan.
In totaal vinden we de namen van ruim 70 personen in de borgemees-tersrekeningen van 1721 en 1722, die hun steentje bijdroegen aan de bouw van het nieuwe schoolhuis. Een respectabel aantal, maar alles was natuurlijk handwerk in die tijd.
Zaken die nu met een telefoontje of een brief afgedaan worden, kostten in die tijd vaak een dagreis. Zo zijn er uitgaven gedaan aan mensen die naar Someren reisden om de "steenen te besien". Nu waren dat ook niet de kosten. Voor het reisje werd f 0,75 betaald.
Bij het te bouwen huis werd een kuil gegraven om de kalk te blussen. Deze kalk werd gehaald in Maaseik. Per rit zo'n 14 vaten. Ook het water daarvoor moest natuurlijk aangesleept worden. De kalk diende als metselspecíe. Door de kalk werd "hair" gedaan. De dakpannen kwamen uit Deurne. Leverancier was een zekere Lambert Soeterijk.
Er werden o.a. stenen geleverd door Lambert Dircx van de ”heyhoeff bij Aelst”. Het ijzerwerk kwam uit Eindhoven, het hout o.a. uit Den Bosch. Het werd allemaal per kar aangevoerd.
In de lijst van werkers en leveranciers vinden we enkele dames, waar-onder de weduwe Willem Dielis, die de school en het huis witte en schoonmaakte. Metselaars waren Jan van Miltenburg, Jan Aart Heerings en Jan Mechiels. Zij werden bijgestaan door de uperlieden Jan Joosten en Hendrick Eijmers.
Vele mandagen werden er besteed aan het "breken van de aarde" rond het huis. We telden 11 karren mest die er verwerkt werden. Schier eindeloos waren de karren stenen, hout en kalk die nodig waren. Natuurlijk ontbraken de 3 linden vóór en de heg rond het huis niet.
Een van de posten in de rekening:
"komt den rendant van 7 dagen met sijn tweeën gewerkt tot het maken van de nieuwe schouwe in de school deselve gelat, bancken in de school gemaackt, secreet à 18 sdtuyvers dags ijder man, beloopt 12-12-0 " (12 gulden, 12 stuivers en 0 penningen) (14).
Wat werd er van het Schoolhuis?
Het schooltje aan de Kerk bleef bestaan tot 1840. De toenmalige schoolmeester Cornelis van Heuven vertrok in dat jaar naar het schoolhuis bij de Kapel. De oude school werd afgebroken en het perceeltje grond werd, met de bijbehorende tuin, op een veiling gekocht door de overbuurman, Laurens Kolen. Laurens was vanaf 1828 tot aan zijn dood in 1851 bezitter van de tegenover de school gelegen boerderij, nu, zoals we al schreven, bezit van en bewoond door Frans van der Kruis. (15)
Blijft natuurlijk de vraag: waar stond daarvoor het schoolmeestershuis? A.F.N. van Asten beschreef in dit blad in 1974, dat er in 1652 een huis ten behoeve van de schoolmeester, totaal van hout, op het kerkhof werd neergezet. Was dit inderdaad de voorganger van het huis uit 1721? (16) Misschien komen we daar later nog eens op terug.
BRONVERMELDING:
(1) E. Kolen: "Alsoo de oude school omverre is gevallen, in: Heemkronijk 1978, blz. 56-63
(2) Heeze R.177 fol. 129, 21-11-1721
(3) Heeze R.111 fol; 70v, 29-5-1748
(4) Groot Placaatboek nr. 7 blz. 733
(5) Heeze A584, Cohier van Huizen, Heeze, 1746
(6) Hendrik Kreuger, schoolmeester aan de Grote Kerk te Heeze,
geboren, Geul, gedoopt, 26-4-1705 als zoon van Cornelis en Anna
Catharina Vo(o)ssen, aangetrokken als schoolmeester aan de kapel,
als opvolger van Goossen Sparo in 1733. Hij werd echter naar de school aan de grote kerk overgeplaatst na het overlijden van de pas
aangestelde schoolmeester aldaar, Roelant Goulier. Hendrik overleed in 1785 en werd opgevolgd door zijn zoon Hendrik jr, geboren te Heeze in 1750, overleden aldaar in 1805
(7) Kasteelarchief inv. nr. C43
(8) Met sterfman wordt bedoeld, dat het de gewoonte was een
("sterfelijk") mens als eigenaar te boek te stellen, hoewel in dit geval een instelling eigenaar was van het perceel.
(9) We weten nu ook waar de bekende Heezer familie Van Gennip
vandaan komt
(10) Kasteelarchief inv. nr. A9
(11) Heeze R105 fol. 300, 19-9-1721
(12) Heeze R159 fol. 44v, 19-2-1725
(13) Kercke Boeck van Heze bij Leende, 1679-1777. Archief Ned. Herv. Gemeente Heeze c.a.
(14) Heeze A188/189. Borgemeesters Rekeningen van Heeze, 1721/1722 (15) H.C. van Moorsel, Kronijk van Heeze, blz. 92 en 140
(16) A.F.N. van Asten: "Aanbesteding van een school- huis, Heeze 1652", in: Heemkronyk 1974, blz. 61-63; blz. 61