75 jaar geleden: Heezer arbeidsorganisatie van start

Heemkronijk jaar:1990, jaargang:29, nummer:1/2, pag:40 -47

75 JAAR GELEDEN: HEEZER ARBEIDERSORGANISATIE VAN START

door: Max M.P. Cornelissen

 

Ruim honderdtwintig Heezenaren waren verschenen. Plus tien van de achttien uitgenodigde 'notabelen'. Met elkaar luisterden ze naar een rede van de heer Van Rijen, secretaris van den arbeid in het Diocees van 's-Bosch. Het was die dag zondag 26 september 1915, dus in het begin van de Eerste Wereldoorlog. Het doel van de bijeenkomst?

"Deze vergadering was belegd om op te richten eene Werkliedenvereniging , Het initiatief was genomen door den WelEerw. Heer Gommers, Kapelaan ", schreef de latere secretaris, Anton van Kempen, in de kantlijn van het Notulenboek, waaruit wij voor dit artikel konden putten.

Van Rijen was de man die vanuit het Bossche Bisdom geroepen werd de katholieke arbeiders op te vangen in een eigen katholieke vakorga-nisatie. Van Rijen liet er geen gras over groeien. "Omdat de Vereeniging haar eerste taak is op godsdienstig en zedelijk gebied werkzaam te zijn”, werd het grootste deel van zijn rede ingenomen door ”godsdienstige woorden". Maar tegelijk "liet hij wel duidelijk doorschemeren dat de werkliedenvereeniging  een veel omvattende taak had; ook op stoffelijk gebied vooral op plaatsen waar de welvaart en ontwikkeling der arbeiders nog veel te wenschen overlaat ", zo vatte Van Kempen een en ander samen. Het socialisme lonkte en dat kon men vanuit kerkelijk oogpunt natuurlijk niet gedogen.

 

KRUIS  EN  KOLEN

Kapelaan De Bont had op die allereerste avond al een slim vraagje. "Als er van de 30 Tabaksbewerkers er vijf vóór aansluiting en 25 (uit vaktrots; ze waren immers geen arbeiders!  schr.) tegen aansluiting zijn, wat dan te doen?", zo hield hij Van Rijen voor.

Antwoord: "lk denk niet dat het zo'n bezwaar zal zijn voor de Tabaks-bewerkers, doch mochten er enige tegen zijn en niet te vinden dan moeten zij ook de Vakvereniging verlaten." Na afloop van die eerste bijeenkomst gaven zich 32 leden op. Daarmee startte de Roomsch-Katholieke Werkliedenvereeniging in Heeze. Elders in het bisdom waren andere plaatsen Heeze al voorgegaan.

Woensdag 6 oktober 1915 werd het bestuur gekozen.

J.H. Saris werd voorzitter, de genoemde Anton dus secretaris en J. v.d. Hurk commissaris.

Vier anderen, t.w. M. Collard, Th. van den Eijnde, P. Maas en W. Verest, vulden het clubje tot een zevental aan. Daarna volgde een lezing over "de hoognodige levensmiddelenvoorziening", zodat het stoffelijke meteen om de hoek kwam zetten.

De toenmalige burgemeester van Heeze moet een brief van de secretaris hebben gekregen en zich in zijn beantwoording er een beetje met een 'Jantje van Leiden' van hebben afgemaakt. Dat bleek een maand later, toen het lid A. Maas zich over dat onvolledige antwoord van de edelachtbare een beetje kwaad maakte. Het lid Loots beaamde dat het roggebrood zeer slecht was, zodat opnieuw een verzoek uitging om brood- en meel- kaarten te verkrijgen.

 

OOK  DE  ARBEIDERSJEUGD

In diezelfde bijeenkomst van 7 november 1915 toverde de geestelijke adviseur een nieuw initiatief uit zijn 'priesterhoed': een jeugdvereniging. En waarmee wilde hij dan die jongeren zich laten bezighouden?

"Wel, met muziek en zang", moet de goede man hebben geantwoord. Hij voegde meteen de daad bij het woord. Lachen natuurlijk toen van onder het podium zo'n 22 knapen tevoorschijn kwamen. De piano werd bespeeld en de jongens zetten meteen enige, goedgerepeteerde liede- ren in. Er kwam een aparte commissie voor de jeugdorganisatie, bestaande uit de heren v.d. Broek, J. Loots, H. Huibrechts, L. van Galen en Ant. Sak.

"Geen woorden maar daden" werd er die zondag gedacht en zo kwam er meteen een speciale commissie voor de 'coöperatie' met Jac. Hansen, M. Collard, F. Berkers en A. van Kempen. Uit het aantal stemmen voor J. Saris, die als lid van de Raad van Afgevaardigden werd benoemd, blijkt dat het aantal leden al naar de 40 was gegroeid.

Op zondag 16 januari 1916, 's avonds om 8.35 uur, kwam Van Rijen weer op bezoek om het belang van een eigen 'Coöperatie' nog even duidelijk te maken. Voorzitter J.H. Saris kondigde tevens de oprichting aan van een Spaarkas. Die was hoofdzakelijk bedoeld voor de aankoop van steenkool, maar kon wellicht ook voor andere doeleinden worden gebruikt; zo hield hij zijn gehoor voor. Eenieder kon er desgewenst gebruik van maken, aldus het Notulenboek. “Elken Zondag na de hoogmis zal gelegenheid zijn daarvoor gelden te storten.”

De leden werden verrast met zangnummers van de zangvereeniging "Sancta Caecilia". Was het de groep jongeren die al eerder in oktober voor de nodige hilariteit hadden gezorgd? Alhoewel er in de notulen nergens over wordt geschreven, was er indertijd toch ook nog een eigen Toneelclub aktief!

 

CENTJES  TELLEN

Inmiddels ontvingen de leden ook een Bondsorgaan, dat "Het  Katholieke Volk" heette. Hadden 'de Rooien' in die tijd niet hun eigen blad 'Het Volk'?  Toen er op zondag 26 maart 1916 weer werd vergaderd, stelde L. van Galen een vraag: "Kan er, als er meerdere leden uit één gezin komen, aan elk lid een exemplaar van 'Het Katholieke Volk' worden verstrekt en zo niet, kan dan voor die gezinsleden de contributie worden verlaagd?" Elk centje was in die dagen natuurlijk welkom. Het bestuur zou het in overweging nemen, zo luidde het antwoord. Ook de contributie was van belang om alle aktiviteiten te bekostigen. Als niet-leden tien 'cent méér moeten betalen voor honderd kilo steenkolen dan de leden zelf, kun je wel nagaan wat een cent toen waard was! Nieuwe namen duiken in het Notulenboek op, als er leden worden gezocht die het orgaan moeten bezorgen en de contributie gaan ophalen: M. van Kessel, M. Vorstenbosch, A. Scheepers, H. van Gennep, P. van Mierlo, H. van Bree, Jac. v.d. Palen en Eichhorn.

Op 3 juli 1916 waren er al 93 leden aanwezig. Steeds meer arbeiders sloten zich in die donkere oorlogsjaren aan. Van hen stemden 81 mannen in met de contributieverhoging van 1 cent per lid per week.

Twee nieuwe zaken dienden zich aan: oprichting van een ziekenfonds en . . . . . een geitenfokvereeniging. Jazeker. En die was natuurlijk net als de werkliedenvereeniging R.K.  Voor die laatste aktiviteit kwam er een commissie, bestaande uit de heren Michiels, Buizen, v.d. Rijdt, Bukkums, Saris en Vinck.

Steenkolen, aardappelen en vis bleven onderwerp van de vragen tijdens de vergaderingen uitmaken.

 

TEN  STRIJDE

Problemen kwamen er ook. Na 1,5 jaar stapte secretaris Van Kempen op. De ruzie werd binnenskamers gehouden. Vermoedelijk ging het over de 'coöperatie'. In een volgende vergadering werd Fr. van Bussel in diens plaats benoemd. De jeugdorganisatie ging zich ook met sport bezig houden, hetgeen o.a. bleek uit een verslag van een bezoek aan Woensel's Patronaat. "Rekstok, balanceren, brug en gymnastiek werden aldaar gedemonstreerd".

Op 18 november 1917 kwam 'het strijdvaardige' trekje, waar de vakver-eniging om bekend staat, voor het eerst in Heeze om de hoek kijken, toen de Eerwaarde Heer Adviseur sprak over de 'uitbuiting  te Tilburg'. Spontaan werd er een collecte voor de uitgeslotenen gehouden die elf gulden opleverde. Het lid Berkers stelde voor om voor steun aan Tilburg, s-zaterdags aan de fabrieken te gaan collecteren. Voor de sigarenmakers ging het Heezer lid P. Manders aan de poort staan, de jongens van het patronaat werden voor de andere poorten gecharterd.

In die winter van '17 op '18 werden de leden niet alleen 'apologetisch' voorgelicht, maar ook 'politiek'. Kapelaan Aarts uit Budel kwam daarvoor naar Heeze, zo lezen we in de notulen van de vergadering d.d. 18.11.1917.

Een half jaar later ”beviel hij iedereen ten sterkste aan volgens program van de R.K. Kiesvereniging te stemmen op Nr. 1, terwijl bovendien iedere Katholiek dit uit plicht moest doen".

 

KATHOLIEKE  ROERGANGERS  A.U.B.

Eerder had een heer De Busser uit Nijmegen al op een vergadering betoogd, dat "iedereen weet en ondervindt welk een invloed ten goede maar ook ten kwade kan uitgaan van hen die het roer in handen hebben. Om hierin de gewenschte toestand te krijgen, opent het nieuwe kies-stelsel de baan; en dat stelsel is daarom van het grootste belang voor de werkman. Maar dan moet de werkman ook worden ontwikkeld op gods-dienstig en staatskundig gebied. Onze godsdienst is immers de betrouw-bare leidster van alle sociale leven. “

Nadruk kreeg 'de Maandelijksche H. Communie' voor de arbeider die in de fabrieken  -anders dan de landbouwers-  ook in kontakt kwamen met andersdenkenden. En dat kon fataal zijn! Aandacht werd er ook gevraagd voor een speciale Moedercursus, waarbij de arbeidersvrouwen op hun taak voor de Kerk werden gewezen. Het bezoek bleek later maar heel magertjes te zijn geweest.

 

GEZAGSGETROUW

Tijdens de Eerste Wereldoorlog kreeg de katholieke vakvereniging vaste voet aan de grond in Heeze. De behoefte aan dagelijkse levensmiddelen, kolen, bescherming bij werkloosheid en verbeterde arbeidsomstandigheden, dreef de arbeiders tezamen. Doch die afhankelijkheid was nog niet eens de voornaamste reden. De R.K. Kerk maakte van haar macht op godsdienstig gebied en binnen de eigen gemeenschap handig gebruik om hen niet in de armen van het socialisme te laten drijven. Vanaf het prille begin had de R.K. Kerk zijn Adviseur in de Werkliedenvereeniging die duidelijk een controlerende en kanaliserende taak had.

De Heezer afdeling werd binnen het R.K. Werkliedenverbond een sterke afdeling. Mede door de gezagsgetrouwe instelling van de plaatselijke bevolking. Nee,  ze zijn in 1918 niet naar Den Haag gegaan om Hare Majesteit de Koningin hulde te betonen. Diverse bestuursleden waren ziek. Wel sprak de Adviseur over "een schitterende toekomst voor de arbeiders door het kranig optreden van de organisatie tegen de Revolutiepartij Troelstra.”

Het FNV van Heeze viert het 75-jarig feest in september in goede harmonie met de medeleden uit het oude Troelstra-kamp. Het kan verkeren, zei Brero.

  

Ga terug