Dokter Piet Theeuwen uit Heeze

Heemkronijk jaar:1991, jaargang:30, nummer:3/4, pag:91 -104

DOKTER PIET THEEUWEN UIT HEEZE, 1902 - 1968.

DORPSARTS TEGEN WIL EN DANK

door: Guusje Veldhuizen

 

Iedere Heezenaar boven de dertig weet wie dokter P. (Pietje) Theeuwen is of heeft over hem gehoord.

Ook in Leende en Sterksel doen desgevraagd vele verhalen - waar of met een handvol kruiden - nog de ronde over de man die ruim dertig jaar huisarts was in deze regio. Hij werd wel eens vergeleken met de bekende dokter Wiegersma uit Deurne: ruwe bast, blanke pit, die in plat Heezers dialect recht voor z'n raap zei wat hij ervan vond. Uitspraken bijvoorbeeld na een moeilijke bevalling bij het zoveelste kind: "Dit moet de laatste keer geweest zin anders, anders gaode kapot", of: "Ge zult nog de derm ut oe lijf schijten", zijn legendarisch. Hij gold als een bekwaam arts, die dag en nacht voor zijn patiënten klaar stond, maar ook als een dokter die alleen in uiterste nood de specialist inschakelde. Zo vertelde een zestigjarige Heezenaar dat hij als klein ventje z'n beentje had gebroken. 'Pietje' Theeuwen werd er bijgehaald, die heel gewoon het gebroken pootje recht zette en er gips omheen draaide. Daar kwam geen röntgen aan te pas. En ja hoor, na enkele weken kon het ventje weer voetballen. Hij gokte natuurlijk ook wel eens verkeerd en dan had je de poppen aan het dansen. Een mens met fouten en zwakheden, waar hij openlijk voor uitkwam.

Veel kleine operaties deed hij zelf en in een tijd dat er nog geen tandarts in de buurt woonde, trok hij alle kiezen en tanden waar de mensen pijn aan hadden Geen wonder dat men nog jong er al tandeloos bij liep. Hij schrok er niet voor terug zijn eigen kiezen uit te trekken. En dat nog maar een dertig jaar geleden!

Hij hield van plagen en dikwijls had hij er plezier in om de mensen op stang te jagen. In zijn vrijgezellentijd zette hij bijvoorbeeld 's avonds zijn auto voor de deur van een vriendin, ging te voet naar huis en liet de auto de hele nacht bij die vriendin staan; dan had men de volgende dag weer wat te roddelen! Het kon hem geen donder schelen wat men van hem dacht, doch achter zijn onverschillige houding school een warm hart voor de mens in nood en dat waren er velen; niet met mooie woorden, maar met daadwerkelijke hulp, waarvoor hij geen dank wilde weten.

Peter Hubert Theeuwen werd in 1902 in Heeze geboren als oudste zoon van de onderwijzer P.H. Theeuwen en zijn vrouw M.C. Ramakers (1877-1958). Hij bleek een pienter manneke met een goed stel hersens, die al snel wist wat hij wilde: studeren voor arts en daarna de wijde wereld zien. Bij de paters augustijnen in Eindhoven behaalde hij het diploma gymnasium en ging daarna medicijnen studeren aan de universiteit in Amsterdam.

Op 5 november 1930 behaalde hij daar zijn artsdiploma, waarna de 28-jarige jongeman het liefst wilde gaan varen als arts bij de marine of koopvaardij; helaas was dat voor hem een ongrijpbare droom. De nuchtere realiteit riep hem terug naar zijn geboortedorpje in Brabant, terug naar huis waar zijn moeder als weduwe met een klein inkomen de touwtjes aan elkaar moest knopen. Haar man, de dove dorpsonderwijzer, was vier jaar eerder - op 14 augustus 1926 - door een trein overreden toen hij langs de berm op zoek was naar wilde planten en bloemen. Zijn handicap werd hem daar fataal. Zijn vrouw bleef met acht kinderen achter, zodat het begrijpelijk was dat zij haar zoon, die een succesvolle doch dure studie had voltooid, probeerde te bewegen zich in Heeze te vestigen toen huisarts dr. H.J. Kwisthout (1872- 1953) juist in die tijd een opvolger zocht.

Piet Theeuwen gaf hieraan gehoor en na ongeveer een jaar diens praktijk, die de dorpen Heeze-Leende en Sterksel omvatte, te hebben waargenomen, nam hij deze in 1932 over en werd tevens aangesteld als gemeentearts voor een jaarwedde van honderd gulden. Hij vestigde zich in een groot huis in de Emmerikstraat nr. 8 (het doktershuis),eigendom van de gemeente, waarvoor geen huur hoefde te worden betaald. Dit was toen zo de gewoonte, net als in de tijd dat het hoofd van de openbare school vrij wonen had in het 'schoolhuis'.

 

VERLIEFD, VERLOOFD. GETROUWD

De jonge Theeuwen reed graag in sportauto's en op motoren en als daar gelegenheid voor was, ging hij op reis. Zo ging hij eens - midden jaren dertig - met broer en vriend naar Oostenrijk, waar hij in een dorpje door een ongelukkige manoeuvre met zijn wagen in een ondiepe sloot belandde. De heisa die ontstond om het vervoer-middel eruit te halen, trok de aandacht van de gasten in een hotelletje aan de overkant. Een van die gasten was Ferra (Ferdinanda) Kaiser, die zodoende de jonge Hollander leerde kennen. In 1937 trouwden ze in Wenen, waar Ferra geboren was en met haar vader woonde. Na de huwelijksreis kwam de jonge bruid mee naar Heeze, waardoor ze wel even in een ander wereldje stapte. Van een bruisende wereldstad naar een zanddorpje van amper 3500 zielen, geen familie, geen bergen of theaters. Een andere taal, gewoonten, mentaliteit. Een nog gesloten gemeenschap. Een van de eerste dingen die ze leerde, was fietsen, maar het Nederlands bleef ze spreken à la prins Bernhard.

 

Dat het wel eens anders kon gaan getuigt de volgende anekdote.

TOCH GOED GESLAPEN

Op zekere nacht werd de dokter uit bed gehaald voor een bevalling bij een boerenfamilie in Sterksel. De baby had geen haast, er zat geen schot in de zaak. Tegen het eerste ochtendkrieken rond de klok van vier zei de boer: "Ik moet gaan melken, straks kum ik wel efkes kèèke.” Toen de boer na uren de echtelijke slaapkamer binnenging, vond hij zijn vrouw én de dokter nààst haar in bed in diepe slaap verzonken. De baby had volledig verstek laten gaan. Dokter Theeuwen kon uitgerust aan zijn spreekuur beginnen.

 

BANG VOOR DE DOKTER

 

 

 

 

DE OORLOG ’40 – ‘45

Gedurende de bezetting maakte hij deel uit van de illigaliteit als contactpunt voor de ondergrandse en wat daarmee te maken had. Het risico hieraan verbonden schuwde hij niet.

Geregeld waren er onderduikers in huis, maar meestal voor één nacht omdat ze op doorgangsroute waren. “Doordat we ook een apotheek aan huis hadden”, vertelt mevrouw Theeuwen, “was het bij ons de hele dag een komen en gaan van mensen en dan viel zo’n vreemdeling niet op”.

 

  

Na enige tijd ging mevrouw Theeuwen persoonlijk ik de aanval en bepleitte de zaak van haar man bij de Ortscommandant in Den Bosch. Dat zij vloeiend Duits sprak en Oostenrijkse was van geboorte zal mede van invloed zijn geweest op een snellere vrijlating van een onmisbare huisarts.

Na vier maanden werd Theeuwen vrij gelaten. Hoewel dokter Theeuwen wars was van elke voorkeursbehandeling en ergens niet ingenomen met de begrijpelijke bemoeienis van zijn vrouw, was hij blij weer vrij man te zijn, om zijn praktijk te hervatten. Ook ‘de ondergrondse’ kon weer bij hem terecht.

 

ENGELANDSPIEL

Op zekere dag in november 1943 zat een vreemdeling in de wachtkamer van dokter Theeuwen tussen de patiënten en wachtte op zijn beurt. Zijn voet was gezwollen en koorts joeg door zijn lijf. Een opgejaagd dier, tot het uiterste gespannen. Een vluchteling! Toen hij de arts in vertrouwen had genomen, ontfermde Theeuwen zich onmiddellijk over hem en stopte hem in zijn huis in bed. De koorts moest dalen, zijn voet rust hebben en hijzelf weer op krachten komen. Het viel mevrouw Theeuwen op hoe doodsbang deze man was. Van ieder gerucht van buiten kromp hij ineen. Wie was deze man?

Klaas (Anthonius, Johannes) Wegner, geboren in Den Haag, 29 jaar en op de vlucht voor de vijand. Door SOE/Plan Holland (Special Operations Executive - vanuit Londen) per parachute boven Nederland gedropt voor spionagediensten, gearresteerd door de Duitsers op 21 april 1943 en geïnterneerd in de gevangenis van Haaren. In de stormnacht van 22 november samen met twee medegevangenen, Arie van der Giessen en Jan van Rietschoten op spectaculaire wijze ontsnapt, doch zijn voet verstuikt door een metershoge sprong vanaf de zolder van het voormalige seminarie in Haaren. Vanaf dat moment op weg naar het zuiden om via Spanje weer in Engeland te komen, te voet, zonder geld of bagage! Hij had weinig tijd om op krachten te komen. Londen moest gewaarschuwd worden. De meeste gedropte agenten zaten opgesloten in Haaren. Hij moest contact vinden met agenten van zijn organisatie. Zijn vrouw in Den Haag kon misschien helpen. Kon de familie Theeuwen ook daarin bemiddelen?

Mevrouw Wegner lag op 26 november met griep op bed, toen er werd aangebeld door een meisje met een Brabants accent. Het was de assistente van dokter Theeuwen. Ze had een boodschap voor haar; haar man leefde, was weer in Nederland en moest haar onmiddellijk spreken. Of ze maar direct mee wilde gaan. Gespannen en nerveus kleedde ze zich aan en volgde het meisje naar het station. Ze mocht niet bij haar gaan zitten in de trein, maar moest haar steeds op een afstand volgen. Mevrouw Wegner had nog nooit alleen per spoor gereisd. Ziek en koortsig als ze was, vlogen de drukte en benauwdheid in de gesloten coupé haar aan. Ze duizelde en viel flauw. Toen ze weer bijkwam zat ze op een perron, omgeven door vriendelijke reizigers. Waar moest mevrouw heen? Ze wist het niet meer; haar kaartje was weg en ook het Brabantse meisje was nergens te bekennen. Ze herinnerde zich vaag dat ze naar Tilburg moest, maar ook daar vond ze het meisje niet. Nijdig en teleurgesteld keerde mevrouw Wegner naar Den Haag terug. De volgende morgen kreeg ze bezoek van een mevrouw, die ook door haar man gestuurd was. Ze moest onmiddellijk meekomen. Klaas, haar man, was bij hen in huis. De vrouw gaf haar opdracht haar zo dicht mogelijk te volgen. Ditmaal ging het goed. Mevrouw Theeuwen geleidde haar veilig naar Eindhoven, waar ze in een fietsenstalling twee fietsen had gebracht. Toen ze er zeker van was dat ze niet gevolgd werden, fietsten ze naar Heeze, waar die zaterdagmiddag het echtpaar Wegner elkaar na drie jaar weer terugzag. Dank zij de doktersvrouw Ferra Theeuwen, die de missie goed had volbracht.

Zondagmiddag vertrok mevrouw Wegner vol emoties uit Heeze om terug te reizen naar Den Haag. Haar man Klaas nam de volgende dag afscheid van de behulpzame familie Theeuwen. De dokter verstrekte hem een fiets, wat geld en een adres, waar hij zijn geluk maar verder moest beproeven. Het was Theeuwens broer Jan, die in het Limburgse Heythuysen een transportbedrijfje voor veevervoer had. Toen hij 's avonds Jan Theeuwen ontmoette en informeerde of hij 'Ome Jan' was, overhandigde hij hem een papieren rijksdaalder. Jan bekeek het bankpapier zorgvuldig en zag toen het dokterspootje van zijn broer. "Ome Jan, help deze man oven de grens", las hij. De volgende morgen bolderde Theeuwens vrachtwagen naar het plaatsje Neeritter, vlak bij de Belgische grens. Het bordje "Veevervoer” was misleidend, want tussen het stro lag Klaas Wegner verscholen. Een week later werd hij bij Luik op een door de Duitsers geïnfiltreerde ontsnappingslijn gearresteerd en teruggebracht naar de gevangenis in Haaren.

In september 1944 werd Klaas Wegner in Mauthausen met 39 Nederlandse en 7 Britse parachutisten uit het “Engelandspiel” op gruwelijke wijze vermoord. (3)

 

DE GEBROEDERS DE KONING

 “In het laatste jaar van de oorlog – in 1944 – schuilde bij ons een Nederlands Joods meisje,” vertelt mevrouw Theeuwen, ”onder het mom van dienstmeisje, want het kind kon zich toch niet de hele dag verstoppen in een kamertje. Naast allerllei huishoudelijke bezigheden beantwoorde ze ook de telefoon met vooral boodschapjes van patiënten. Ook op 14 mei 1944 nam ze de hoorn van de haak . . . . ., opeens zag ik hoe ze wit wegtrok en begon te stotteren. Snel nam ik over en hoorde de harde bevelende stem van een SS-er: Gestapo, der Herr Dokter soll sofort kommen! Mijn man moest onmiddellijk naar de boerderij van de familie De Koning komen.”.   

Wat was er aan de hand? Het gezin De Koning, bestaande uit zeven zonen en drie dochters, had onder vaders leiding de gehele oorlog door vele vluchtelingen, onderduikers, joden, parachutisten en neergestorte piloten onderdak verleend, verder op weg geholpen naar de vluchtroute naar het zuiden, en overvallen op distributie-kantoren gepleegd voor de broodnodige bonkaarten. Het gezin woonde op een groot boerenbedrijf midden in de bossen, vier kilometer buiten het dorp, op Kreijl. Voor die overvallen had men ook wapens nodig; deze zouden door een vliegtuigje gedropt worden op een weilandje in de buurt op 13 mei. Maar er gebeurde niets, daar de hele zaak was verraden door een gedeserteerde SS'er.

Toen de verzetsmannen teleurgesteld naar huis gingen, wisten ze niet dat ze door de Duitsers waren omsingeld, die de volgende morgen pas de boerderij binnen ramden. Toen zoon Huib probeerde te vluchten, schoten de Duitsers hem drie kogels in de benen. Dit zal de reden geweest zijn waarom dokter Theeuwen werd geroepen. Behalve eerste hulp verlenen, kon de dokter niet meer doen dan praten en kreeg hij het bij de Duitsers voor elkaar dat vader De Koning, de aanwezige jongste zoon en de dochters niet werden gevangen genomen.

Helaas kon dokter Theeuwen niet voorkomen dat de vier zonen: Huib(27), Arie(25), Willem(22), Gerrit(2O) en andere verzetstrijders, onder wie ook de zwager Aart van Heijst, werden meegevoerd. In totaal 15 jonge kerels werden overgebracht naar een Polizeigefängnis in Haaren. Negen van hen werden later weer vrijgelaten. De vier broers, de zwager en een zesde man werden doorgestuurd naar het concentratiekamp Vught.

Vijf weken voor de bevrijding van Heeze werden Huib en Arie in Vught gefusilleerd. Willem overleefde concentratiekamp Sanborsel niet en Gerrit bezweek in het kamp Neuengamme.

De vier boerenzonen uit Heeze worden herdacht door een gedenk-steen aan de gevel van het gemeentehuis en een straat werd naar hen vernoemd.

  

 

NAAR  NEDERLANDS-INDIË  EN  DAARNA

 

De praktijk was in goede handen door verschillende plaatsvervangers, maar vooral onder leiding van de doktersvrouw, Ferra Theeuwen, die ook al dikwijls had bewezen 'haar mannetje te staan'.

In 1947 kwam hij weer naar huis en naar Heeze terug waar hij zich weer - nog wijzer en met ruimer blik - inzette voor zijn patiënten. (4)

Dokter Theeuwen werd leider van het zuigelingen- en kleuterbureau, het Wit-Gele Kruis en docent van de E.H.B.0. In 1957 vierde  hij zijn zilveren jubileum als gemeentearts, bij welke gelegenheid hem een grote hulde werd gebracht.

Toen de dokter in 1964 ernstig ziek werd, besefte men in Heeze dat er aan de dokter een ereschuld moest worden ingelost. Een comité werd gevormd.

Er werd gul gegeven door de bevolking, maar ook van buiten het dorp. Iemand die in die tijd in het comité zat, herinnert zich nog een brief waarin de afzender schreef: “Voor deze grote goeie mens maak ik graag 6000 gulden over . . . .",en dat in die tijd! De grootte van het bedrag is niet meer precies bekend, maar het was voldoende om een perceel grond te kopen in de nu nog mooiste wijk van Heeze en de helft te betalen van de charmante bungalow waarin de dokter nog enkele jaren voor zijn dood heeft kunnen wonen. Hij heeft er grote moeite mee gehad zo'n geschenk aan te nemen. Vanzelfsprekend was mevrouw Theeuwen erg ingenomen met de moderne woning, dit was allang een grote wens van haar. Na dertig jaar, dag en nacht, samen min of meer de telefoonslaaf te zijn geweest in de drukke artsenpraktijk, zou nu de periode van rust aanbreken.

In 1967 werd hij door ziekte gedwongen zijn praktijk voorgoed over te dragen aan zijn opvolger: dokter Van Oirschot. Op 29 september van dat jaar werd hij benoemd tot ereburger van Heeze. In april 1968 werd hij benoemd tot ridder in de orde van Oranje-Nassau.

Hij overleed op 15 oktober 1968 in het St.-Annaziekenhuis in Geldrop en werd begraven op het r.k. kerkhof van Heeze. Na een rouwdienst in de St.-Martinuskerk werd op indrukwekkende wijze afscheid genomen van Pietje Theeuwen, klein van gestalte, maar met een grote royale geest. Hij was het type mens dat door de tijdgeest is verdwenen, maar de anekdotes over hem zullen nog generaties lang worden door verteld.

 

             AFSCHEID

 

             We hebben je de laatste eer bewezen;

             - de vaandels treurden roerloos in de zon –

             Zacht glansde 't koper dat niet zwijgen kon;

             het wijze Godswoord werd, ontroerd, gelezen.

 

             De dag was licht, als van de Heer geprezen!

             Stralende hemel. In de bomen 't goud van de herfst.

             De bloemen, zo vertrouwd,

             ze konden van Gods liefste engelen wezen.

 

             Gewijde stilte, uit verlies en leed geweven;

             tot troost aan hen, die eenzaam achterbleven

             een handdruk - een paar woorden en een traan.

 

             Bij 't stram saluut zag ik de lippen beven;

             ach, 't was zo weinig wat we konden geven

             voor al het goede, wat je hebt gedaan.

 

                                                                         Peter van den Braken (5)

 

NOTEN

(1)        Doortje (Theodora) van de Konijnenberg werd geboren in Someren op 27 november 1896. Op 13 april 1929 behaalde zij in Eindhoven haar bakerdiploma. Tot 1957 is zij als baker in Heeze werkzaam geweest en heeft in die tijd circa 2500 baby's de eerste zorg gegeven. Doortje was gehuwd met W.J. van Eert; ze is overleden in Heeze op 10 april 1971. In Heeze werd een straat naar haar vernoemd (We hopen nog eens een verhaal over haar te kunnen schrijven.)  

(2)        Erna Ochel trouwde later met J.E. Rexwinkel.

(3)        Het hele verhaal werd verteld door mevr. Ferra Theeuwen. Dit staat ook vermeld in J. Rep, Englandspiel, spionagetragedie in bezet Nederland, 1942-1944, Bussum 1977.

(4)        Diverse passages uit J.H.M. Aerts, Kent u ze nog de Heezenaren?, Zaltbommel 1973.

(5)             Peter van den Braken (1896 -Sterksel, 1979), kunstschilder. In Sterksel ontstond na zijn dood een permanente expositie van zijn nagelaten werk in het Peter van den Brakencentrum.

Hij schreef ook diverse gedichten. Hij was zeer bevriend met dokter Theeuwen; schreef drie gedichtjes voor zijn bidprentje.

Ga terug