Heemkronijk jaar:1992, jaargang:31, nummer:1/2, pag:15
HEEM(KUNDEBEOEFENING): AFBAKENINGSPROBLEMEN
door: A. Dams
Vragen
Het woord heemkundebeoefening roept bij mij een hele reeks beelden op: mensen die kennis verzamelen in gesprekken, archieven, wandelingen, cursussen, tijdschriften; daarbij dat van mensen die veel, vaak heel veel tijd besteden aan het stug bewerken van de gegevens en daarnaast dat van mensen die de verworven kennis overdragen en tegelijkertijd dat van mensen, die deze kennis weer overnemen in lezingen, tijdschriften, boeken enz. En dan gaat het steeds over de kennis van "hun eigen" leefwereld, gehucht, wijk, dorp, stad of regio. De solisten onder hen vaak verbeten bezig het laatste stukje van de puzzel te vinden, de verenigingsmensen in allerlei gezelschappen en verbanden.
Het is moeilijk aan te geven wat ieder voor zichzelf voor "zin" ziet in welke bezigheid dan ook. Voor mij bestaat de zin vooral daarin, dat door deze aandacht voor de "kleine wereld" meer gelet wordt op wat de mens op kleinere schaal deed en doet aan de wereld en de samenleving. Die aandacht leidt wellicht tot meer waardering voor de mens en de wereld.
Waarom heemkunde?
Mensen doen aan heemkundebeoefening omdat ze daar zin in hebben of anders om totaal verkeerde redenen.
Moeten heemkundigen zichzelf profileren?
Zichzelf profileren? Hun doelstelling naar buiten toe profileren? Als de doelstelling bestaat in het verwerven van kennis, is profileren niet nodig, tenzij om die kennis te verwerven.
De culturele en maatschappelijke functie van heemkundebeoefening is min of meer verwoord in de tweede alinea. Daarnaast zijn heem-kundigen en hun verenigingen natuurlijk weer een uitstekende informatie- en adviesbron voor bestuurders en beleidsmakers.
Stellingen
Kan heemkunde betekenis hebben voor een allochtoon?
Er bestaat geen doorsnee-allochtoon. Iedere allochtoon heeft een leefwereld, waarin hij zich thuisvoelt, al is het maar de fauteuil voor de T.V. Ieder die verder kijkt dan dat kastje, doet op de een of andere manier aan heemkunde.
Heemkundebeoefening is een invulling van ieders persoonlijke behoeften. Voor sommigen kan dat een houvast zijn in onzekere tijden, al lijkt mij dat niet altijd gezond. Met name niet, wanneer dat betekent, dat iemand vlucht uit de dagelijkse werkelijkheid en zich vastklampt aan voorstellingen van andere mogelijke maatschappij-structuren.
Wie aandacht heeft voor zijn wereld en daardoor weet welke zaken daarin een rol spelen, is al bezig met het milieu. Overigens is te veel aandacht voor het milieu even funest als geen aandacht. Wie in het archief zit, verpest het milieu niet. De grootste ramp voor het milieu zou zijn, dat iedereen elke dag een milieu-demonstratie zou gaan organiseren.
Heemkundebeoefening voltrekt zich binnen gevoelsmatige grenzen, die bepaald worden door de grenzen van ieders persoonlijke "heem". Daarbij maakt het niet uit of de wereld bestaat uit 131 of uit 13000 politieke eenheden. Wel kan een van de gevolgen van "Europese integratie" zijn, dat kunstmatige grenzen van dat "heem" vervagen, omdat kennis over andere gebieden gemakkelijker toegankelijk wordt en niet meer gestuurd door politieke systemen die in het verleden belang hadden bij onvolledige en/of onjuiste kennis. Het is zeker denkbaar, dat er op den duur mensen zijn, voor wie het "heem" zich uitstrekt tot heel Europa of zelfs een nog groter terrein.
Het is nog maar de vraag of de heemkundebeoefening (in strikte zin) de afgelopen decennia sterk gegroeid is. Wat in elk geval wel gegroeid is, is de organisatiegraad van heemkundigen. Maar dat zegt niet alles over de heemkundebeoefening zelf. Het zegt ook niet alles over de rol van de hoeveelheid vrije tijd. Eerder lijkt het mij, dat de snelheid waarmee mensen "in de baas zijn tijd" langs de werkelijkheid (moeten) razen, voor velen een reden is zich in de "eigen tijd" meer bezig te houden met leefwereld van gezin, straat en dorp. Daarmee is de parallel getrokken met de groei van buurt-verenigingen en dan vooral die zichzelf verstaan als pure gezellig-heidsverenigingen en niet als actiecomités voor nog meer drempels en valkuilen om "indringers" en "doorsluipers" te weren. Vrije tijd is voor mensen met die belangstelling een welkome zaak, zonder die belangstelling maakt het niets uit.