Liefde voor de streek waar men zich thuis voelt

Heemkronijk jaar:1992, jaargang:31, nummer:1/2, pag:37

LIEFDE VOOR DE STREEK WAAR MEN ZICH THUIS VOELT

door: W. Doyen

 

Begripsbepaling

Als pijlers waarop het werk van een heemkundige studiekring steunt, werden in 1951, bij het tienjarig bestaan van de Heemkundige Studiekring Boxtel, door de oprichter en toenmalige voorzitter van de kring, P. Dorenbosch, genoemd: "de liefde voor en de kennis van het gebied dat men als zijn thuis beschouwt".
Deze omschrijving impliceert dus niet dat men per se autochtoon zou moeten zijn om heemkunde te beoefenen. Het is voldoende dat men zich thuisvoelt in een bepaalde streek. De voorbeelden van allochtonen die in Boxtel een rol gespeeld hebben in de plaatselijke heemkunde-beoefening, liggen voor het oprapen. Dit zal elders wel niet anders zijn: mensen, afkomstig van een ander gedeelte van het land, die zich "Brabander met de Brabanders" gingen voelen.
Is de liefde voor de streek eenmaal gewekt, dan gaat men zich vaak "als vanzelf" verder verdiepen in het streekne, met name in de cultuur en de historie van de streek.

 

Hobbyisme of dienst aan de gemeenschap?

De toename van de hoeveelheid vrije tijd heeft natuurlijk de beoefening van de heemkunde bevorderd. Kenmerkend voor heemkundigen is ook vaak het enthousiasme waarmee ze aan het werk zijn. Het is duidelijk, dat het hier hoe dan ook gaat om een hobby, een vrijetijdsbesteding. Maar het gaat bij heemkunde duidelijk om meer. Bij gelegenheid van het 50- jarig bestaan van de Boxtelse Heemkundekring in 1991 stelde voorzitter Jan Spoorenberg dat de kring in de afgelopen 50 jaar de gemeenschap Boxtel tal van diensten bewezen heeft.

Hij noemde als voorbeelden: het in ere herstellen van oude volksgebruiken, zoals de palmpaasoptocht (zie foto) en de "moppenmarkt", de bijdrage aan de plaatselijke straatnaamgeving en de inventarisatie van boerderijen en cultuurhistorische objecten.

 

Toekomstperspectief

Heeft de heemkundebeoefening nog toekomst?

Gezien de nog steeds groeiende ledenbestanden van de heemkunde-verenigingen kunnen we deze vraag met een volmondig "ja" beantwoor- den.

Ter gelegenheid van het reeds genoemde gouden jubileum van de Boxtelse kring werd vorig jaar een fraai geïllustreerd boekje samenge-steld door bestuurslid G. Segers, getiteld "Omziend naar de toekomst".

Met een blik op het verleden wordt in dit boekje ook duidelijk naar de toekomst gekeken. Allereerst wil de kring proberen ook in de toekomst de leden via lezingen, tentoonstellingen en excursies in de gelegenheid te stellen hun liefde voor en kennis van plaats en streek te verdiepen. Ze zal zich daarbij wat nadrukkelijker gaan richten op de jongeren.

Ook zal de lokale geschiedschrijving wat meer gecoördineerd worden aangepakt. Tot nu toe was dit veelal een zaak van enkele individuele leden. De in 1990 opgerichte Werkgroep Veldnamenonderzoek verza-melt gegevens die belangrijk kunnen zijn voor de plaatselijke nederzet-tingsgeschiedenis. Deze werkgroep bestaat uit niet minder dan 15 personen, waaronder naast amateur-historici ook specialisten als een naamkundige en een historisch-geograaf. Ook het inrichten van een eigen oudheidkamer is een vurige wens van de Boxtelse kring.

Tenslotte zal de Boxtelse heemkundekring ook graag een bijdrage leveren aan het inmiddels te Boxtel in gang gezette gemeentelijk monumentenbeleid.

 

Al met al ligt er ook in de toekomst een taak voor heemkundekringen. Zij doen immers hun werk omziend, maar dan zeer zeker ook  . . . . naar de toekomst!

Ga terug