De wandtapijten van kasteel Heeze

Heemkronijk jaar:1992, jaargang:31, nummer:3, pag:107 -110

DE WANDTAPIJTEN VAN KASTEEL HEEZE

door: Marianne Hulsman

 

In de grote en de kleine salon van Kasteel Heeze zijn de muren verstopt achter prachtige wandtapijten. Een kostbare manier om een muur te bekleden en tevens te isoleren. Eeuwenlang werden veel zalen in kastelen op deze manier verfraaid. De tapijtweverij kende tijden van grote bloei en waardering, maar ook van vergetelheid. De 17de eeuw vormde een nieuw hoogtepunt en de wandkleden van Kasteel Heeze zijn in die periode geweven. In de kleine salon hangen de zgn. verdures, geweven te Oudenaarde (B), waarin ongeveer 40 variëteiten groen (in het Frans "vert") zijn gebruikt.

De weverijen in deze stad deden hun naam tot ver over de grenzen gelden. Veel beroemde schilders leverden de voorstellingen. Een van de wandkleden in de kleine salon is geweven naar een schilderij van P.P. Rubens (1577-1640).

Dit schilderij hangt in de Hermitage in St. Petersburg. Verdures werden voor de kleinere vertrekken geweven.

In het centrum van het tapijt lag altijd een lichtere partij, wat een vergrotend effect op de (kleine) ruimte moest bewerken, maar natuurlijk slechts optisch bedrog was. De tapijten van Kasteel Heeze zijn niet speciaal voor de salons geweven, maar na aankoop aangepast aan de beschikbare muren, waardoor het lichte centrum van de kleden niet op de juiste plaats zit. Zowel ketting (1) als inslag (2) zijn van wol. De wandtapijten in de grote salon zijn geweven in de Franse manufactures, welke eigendom waren van Lodewijk XIV (1643-1715). Zijn hofschilder Charles Lebrun (3) was door deze koning aangesteld als direkteur/bedrijfsleider van deze "gobelin- fabrieken". Daar Lodewijk een bewonderaar was van Alexander de Grote (351-323 v. Chr.), gaf hij Lebrun opdracht enkele feiten uit diens veldslagen op doek te zetten. Een serie van acht wandtapijten werd naar dit voorbeeld geweven.

Kasteel Heeze bezit er drie:

1.   Slag tussen Darius, Koning der Perzen, en Alexander de Grote bij     
      Arbela.

2.  Ontmoeting met en vergeving aan de familieleden van Darius.

3.  Slag in India tegen Koning Poros.

Lodewijk XIV vereenzelvigde zich met deze grote Macedonische strateeg en vond zichzelf een evengoed veldheer en beschouwde ook zijn barmhartigheid en grootmoedigheid als gelijk aan die van Alexander. Op alle tapijten waarop de rondtrekkende strijder staat afgebeeld, is het gelaat dat van de Franse koning. De kwaliteit van de weefsels in de 17de eeuw liet niets te wensen over, wel de kennis van historische feiten!

 

Het tweede tapijt vertoont nl. een onjuistheid. De moeder van Darius valt op de knieën voor Alexander de Grote en smeekt hem het leven van haar zoon Darius te sparen. In werkelijkheid maakte zij een kardinale fout en knielde voor Hephaestion, de medeveldheer, maar niet de hoogste in rang, wat een regelrechte belediging was. Met een grootmoedig handgebaar vergeeft Alexander deze koninklijke vrouw en schenkt haar zoon het leven.

De gobelins zijn geweven van wol en zijde, op een ketting van linnen (=vlas). De bordures (dit zijn de randen) zijn normaal altijd direct verweven met het tapijt. Aan de kleden in Heeze zijn ze aan enkele kanten opnieuw aangenaaid, nadat de fraaie hangsels op maat geknipt waren voor de salons op Kasteel Heeze. Ze vormen een prachtige decoratie voor de muren, ondanks de "plastische chirurgie" op enkele plaatsen. Toch zullen er door dit knippen wel stukken verloren gegaan zijn.

Dat na ruim twee eeuwen de kleuren nog bijna nieuw lijken, is te danken aan de zorgzaamheid van vele huismeesters, die de blinden van de salons sluiten zodra deze vertrekken niet gebruikt worden.

 

Hoe zijn de wandtapijten in Kasteel Heeze terechtgekomen?

In de 18de eeuw verkocht de familie Snouckaert van Schauburg (4) de Heerlijkheid aan Baron Franz von Holbach (5). Deze Duitser had zijn fortuin in Frankrijk gemaakt. Toen hij zijn intrek nam in het kasteel, bracht hij de wandtapijten, waaraan hij zeer gehecht was, mee en liet ze op maat snijden.

Jaren later (waarschijnlijk in 1739), bij een poging het kasteel te verkopen, waren deze weefsels een twistpunt. De aspirant-koper was geïnteresseerd in kasteel en wandkleden, maar van de laatst-genoemde wilde Von Holbach geen afstand doen: de koop/verkoop ging niet door!! Anders was het na zijn dood.

In 1759 werden kasteel en wandtapijten door Paul von Holbach verkocht aan Jan van Tuyll van Serooskerken en zijn (tweede) echtgenote Johanna de Geer.

Toen het kasteelinterieur rond 1800 een "verjongingskuur" onderging, hoefden de nog steeds gewaardeerde wandtapijten niet te wijken voor het "moderne" papieren behangsel.

Door de gastvrijheid van de Heer en Mevrouw Van Tuyll van Serooskerken zijn belangstellenden in de gelegenheid tijdens een rondleiding op Kasteel Heeze deze kostbare wandtapijten te bewonderen.

 

Noten

(1)     Ketting: de ondersteunende draad.

(2)     Inslag: de weefdraad.

(3      Charles Lebrun (1618-1690), direkteur Manufactures de l'Etat, hofschilder.

(4)  Albert Carel Snouckaert van Schauburg, wiens vader Albert Snouckaert van Schauburg het kasteel in 1659 had gekocht en in 1678 was overleden, verkocht het kasteel in 1733 aan Franz von Holbach.

(5)   Franz von Holbach (1675-1750).

Ga terug