Heemkronijk jaar:1963, jaargang:2, nummer:4, blz.62 -64
De H.Geesthoeve in Riel
door: F.W.Smulders
Den Bosch R. 1190 fol. 341 4 febr. 1418.
De tafel van de H.Geest van Den Bosch verpacht voor 6 jaar vanaf Pinksteren a.s. aan Lambrecht Naetssoen van Riel, een hoeve in de parochie Geldrop in ‘t gericht van Heze en Leende ter plaatse genaamd Riel om 17 mud rog en 3 mud gerst en één zesten raapzaad Bossche maat op Sint Remeys (d.i. 1 October); en 6 kapoenen en twee steen vlas, tot hekelen bereid, ook op St.Remeys, in de eerste vijf jaar; en te laatsrecht in ‘t zesde jaar; (hij zal dan de hoeve "ten halven" bezitten en moet daarna vertrekken "met halver Scharen" (met de helft van de opbrengst aan veld vruchten).
De beesten op de hoeve zijn half van verpachter en half van pachter.
Als vorige pachter wordt genoemd Ludeken Dirxsoen.
Den Bosch R 1203 fol. 130 14 Nov. 1432.
De tafel van de H.Geest van Den Bosch verpacht voor 8 jaar vanaf Pinksteren a.s. aan Gerit Janss. Haubraken een hoeve in de parochie Geldrop in ‘t gericht van Heze (in Riel, zoals blijkt uit Godshuizen 608) om 18 mud rog, 2 mud gerst en één zester raapzaad Bossche maat op Lichtmis in de eerste zeven jaar; en te laatsrecht in ‘t 8e jaar. Verder moet de pachter in de eerste zeven jaar leveren 4 kapoenen; 2 steen vlas, tot hekelen bereid; en hij moet 8 vimmen stro dekken en de lasten betalen; en de sloten en de afheiningen onderhouden.
Alle beesten en k1einvee zijn half van verpachter en half van pachter.
De pachter moet op eigen kosten hooi ter waarde van Gebrese gulden aanvoeren; en moet ‘t koren rondom ophalen en in de graanschuur bewaren. (Dat zullen rogpalkten zijn).
Hij moet in de eerste zeven jaar een zeynde leveren aan de verpachter.
De vorige pachter was Daniel zoon van wijlen Willem Deenkens zwager.
Deze hoeve was afkomstig van Mathijs van den Broec.
Willem Deenkens zwager was een zoon van Henrick van Genen Enen (d.i. van geen Enode d.i. van ‘t Eeneind onder Nuenen)
Den Bosch R. 1228 fol. 49 23 Febr. 1458 n.st.
De tafel van de H.Geest van Den Bosch verpacht voor 6 vanaf Pinksteren a.s. aan Daniel Willem Daniels van Oerle, die reeds pachter is, een hoeve in Riele in de parochie Geldrop in ‘t gericht van Heze om l7,5 mud rog en één zester raapzaad op Lichtmis, alsmede 4 kapoenen, 4 ganzen, 200 eieren en 2 steen vlas, tot hekelen bereid. Dit alles in de eerste 5 jaar. In ‘t 6e jaar te laatsrecht.
De pachter moet 6 vimmen stro dekken op de gebouwen.
Godshuizenarchief van Den Bosch 710 anno 1466.
I op de ene hoeve in Rijele zit Willem Deenkensz.; hierbij staat de spijker of graanschuur.
Landerijen: den Eijkenhoff; een kalfeuselken; den Zelacker; den Hulsacker; den Ganspoel; dat Assenbraerk; Dijepenbeempt; een weijvelt op Hoech Geldorpe; dijepe euzel;
II op de ander hoeve in Ryele zit Heylwijch, weduwe van Willem Holen, zoon van Deenken Willemz. Landerijen: o.a. den Zelecker; die Gheer; den Huysecker; een mager Heyvelt.
“den Ravelsbosch"; den Dyepenbeempt; enen beslatene geheyten dat Euzel.
Deze hoeve bestaat uit 2/3 voerweecklant (d.i. bouwland) en 1/3 dryesche.
De tafel van de H.Geest van den Bosch bezat wel 28 hoeven en hief renten en pachten in de hele meierij van Den Bosch.
Volgens de rekeningen werden zowat alle inkomsten besteed aan brood en kleren en schoeisel voor de armen.
In 1455 bedroegen de ontvangsten:
1852 mud rog; 227 mud haver en gerst; en 16152 pond paymen (d.i. ongeveer 5653 rijnsgulden, in de tegenwoordige geldswaarde ongeveer 14.000 gulden).
De armen van Den Bosch voeren er wel bij.
Dat was de sociale zorg van de middeleeuwen.