Over nieuwe boeken gesproken (2)

Heemkronijk jaar:1996, jaargang:35, nummer:4, pag:176 - 177

OVER NIEUWE BOEKEN GESPROKEN 

door: J.J.F. de Waal

 

Het land van Peel en Maas

Als de gemeente Heeze en de gemeente Leende op 1 januari 1997 zijn samengevoegd, omsluit de grens van de nieuwe gemeente Heeze-Leende maar liefst twee prachtige natuurgebieden: De Strabrechtse Heide en Het Leenderbos.

Dit rijk bezit wordt beschreven in een boek dat in het voorjaar van 1996 is verschenen: Ph. Bossenbroek e.a., Het land van Peel en Maas. Na-tuurgebieden in Zuidoost-Nederland, Roermond, 1996.

Het op initiatief van Staatsbosbeheer, Regio Peel & Maas, uitgegeven boek van 240 bladzijden, vol mooie foto’s en met kaarten, behandelt negentien natuurgebieden tussen pakweg Leende en Vaals. De beschrijvingen van de gebieden bevatten gegevens over zaken als geologische geschiedenis, opbouw van de bodem, waterhuishouding, vroegere bewoners en vormen van beheer.

In  ‘De Strabrechtse en de Lieropse Heide. Een dynamisch mozaïek’ (blz. 9-39) door Jap Smits, een van de vijf auteurs, komt het eerste natuur- gebied van het boek ter sprake. De inzichtelijke bijdrage van Smits bevat veel wetenswaardigs over dit aantrekkelijk gebied. Achter in het boek geeft een lijst van geraadpleegde literatuur aan dat de auteurs hun bijdragen, behalve op eigen waarneming, mede baseren op veel publicaties die over hun onderwerpen het licht hebben gezien.

Toch zijn bij bepaalde beweringen vraagtekens te plaatsen. Zo verklaart de auteur bijvoorbeeld op bladzijde 15 Strabrecht, waar het grootste deel van dit natuurgebied zijn naam aan ontleent, als een samengesteld woord, uit ‘stra’ van strata, ontginning aan de straat, en ‘brecht’ van brecht of brink, wat open plaats in het bos zou betekenen. Op deze uitleg is op zijn minst aan te merken dat er andere verklaringen mogelijk zijn. In de geschreven bronnen komt de buurtschap namelijk ook voor als Straetberch en Strapenrecht.

De herkomst van een ander toponiem (plaatsnaam), Hoenderboom, blijft intrigeren. Op bladzijde 21 schrijft de auteur over dit markant punt in het zuidoostelijk deel van de heide: "Al in 1172 werd de Hoenderboom of Honreboom (deze naam is afgeleid van de Heer van Honre) in geschriften vermeld. " Wie zich alleen al de recente artikelen van Peter Dekkers over Sterksel in de Heemkronyk herinnert, zal bij een andere verklaring van de naam van dit grenspunt uitkomen. De gesignaleerde verschillen in verklaring van namen doen overigens nauwelijks afbreuk aan de behandeling van het natuurgebied door Jap Smits.

Hetzelfde geldt voor Sjaak Vostermans, die het hoofdstuk ‘Het Leenderbos. Een veranderend landschap’ (blz. 53-63) in dit boek voor zijn rekening neemt. Met de geschiedenis vertrouwde lezers zal het onmiddellijk opvallen dat deze auteur onder de kop 'Over heerlijkheden’(blz. 53) ten onrechte een zekere Holibaldus (bedoeld is Hodibaldus) uit de achtste eeuw opvoert als oudst bekende eigenaar van de heerlijkheid Heeze, Leende en Zesgehuchten. Deze historische uitglijder geeft aan, dat Vostermans zich op verouderde gegevens heeft gebaseerd. Hodibald, zo vermelden de bronnen, heeft omstreeks 784-785 zijn goederen te Heeze in de gouw Taxandrië en al wat hij van zijn vader geërfd had, aan de abdij Echternach geschonken (zie het Oorkondenboek van Noord-Brabant, blz. 19-20).

Het mag onderhand bekend verondersteld worden dat met dit Heeze (in de Latijnse akte staat Hezia) niet Heeze tussen Geldrop en Leende bedoeld is, maar de buurtschap Heeze (of Hees) tussen Eersel en Steensel.                

Het is jammer dat Holibaldus (= Hodibaldus) in deze bijdrage terechtgekomen is; raadpleging van recentere literatuur zou over de oudst bekende eigenaar van de heerlijkheid Heeze, Leende en Zes gehuchten een historisch acceptabeler uitkomst hebben gegeven.

Ga terug