Heemkronijk jaar:2000, jaargang:39, nummer:3, pag:125 -133
PAUL HENRI THIRY BARON D'HOLBACH
Revival van zijn denkbeelden voor een cultuur van zelfontplooiing
door: Leo Driessen
Even, van 1750 tot 1759, met nog een onderbreking in 1756, was hij heer van de Heerlijkheid Heeze, Leende en Zesgehuchten.
Vermaard werd hij - verguisd meer dan vereerd - als radicale Vrijdenker uit het Parijs van de laatste helft van de achttiende eeuw, het hoogtepunt van de klassieke Verlichting.
Als filosoof en schrijver had Holbach gebroken met traditie en gezag. Ratio en experiment waren voor hem de twee enige bronnen van kennis waarop de mens kon vertrouwen. Hij had een onlesbare dorst naar kennis, vooral natuurwetenschappelijke. Een keur van geleerden wist hij te verzamelen in zijn 'Salon', een van de beroemdste van Parijs. Een aantal vaste bezoekers ging behoren tot de 'Coterie Holbachique' waarin Denis Diderot de geestig-briljante gesprekspartner werd.(1)
Twee keer per week, op donderdag en zondag, bood Holbach zijn geletterde vrienden, van twee tot zes, een copieuze maaltijd aan, rijkelijk begeleid met champagne en bourgogne. Hij bezat fortuin en tevens een enorme werklust om te studeren en schriftelijk vast te leggen wat hem bezighield, ook op wijsgerig gebied.
De beroemde Duitse filosoof Immanuel Kant (1724-1804) omschreef de Verlichting als "het uittreden van de mens uit de onmondigheid die hij aan zichzelf te wijten heeft".(2) Hij schreef dit in 1784. Om die origineel geformuleerde nadruk op persoonlijke verantwoordelijkheid echter uit te leggen had hij termen nodig die Holbach veertien jaar daarvoor al had getoetst.
Etiketten
Holbach, geen naam uit die tijd kreeg een radicaler klank. Hij kreeg etiketten opgeplakt van 'materialisme' en 'atheïsme'. Zijn voornaamste boek, Système de la nature (Amsterdam/Londen, 1770) werd aangeduid als 'de bijbel van het materialisme' en zijn gastvrije woning aan de rue Royale in Parijs heette al gauw 'de synagoge van het atheïsme'.
In de communistische geschiedschrijving ziet Plechanow Holbachs denkbeelden als een van de bronnen van de leer van Karl Marx (1818-1883). Een van de eerste filosofieboeken die Lenin (1870-1924) in 1899 onder ogen kreeg, was werk van Holbach, en in de jaren dertig van de twintigste eeuw was het in het gesloten stalinistische rijk wel toegestaan Holbach te lezen.(3)
In Nederland riepen Holbachs boeken compromisloze, harde reacties op. De Utrechtse professor De Castillon bestreed het boek Système de la nature uiterst fel.(4)
Hierboven het titelblad van Holbachs voornaamste werk, in 1770 uitgegeven te Londen en Amsterdam. Uit voorzichtigheid liet Holbach zijn boek in het buitenland verschijnen op naam van Mirabaud (Mirabeau), lid van de Académie Française en in 1770 al tien jaar dood.
De schrijfster Betje Wolff (1738-1804), zelf bekend als een van de voornaamste exponenten van de Nederlandse Verlichting, noemde de schrijver van Système de la nature een schurk die zijn talenten schandelijk misbruikte. Het boek zelf betitelde zij als 'een samenstel van Godsverzakerij.(5)
In de negentiende eeuw tekende een pastoor uit Heeze op dat de familie Holbach zo bekend is "om den beruchte Baron de Holbagh, philosoof en eerste vriend der goddelooste philosoven ...".(6)
Vlak voor de Tweede Wereldoorlog schreef Menno ter Braak (1902- 1940), een van onze bekendste essayisten, dat je, als je iemand een kwade naam wilt geven, hem in één adem moet noemen met Holbach.(7)
En in Parijs zelf.? Hoe keek men daar tegen dat wijsgerig werk aan?
Het Parlement (koninklijk gerechtshof) gelastte om Système de la nature in het openbaar te verbranden.
Paul Hazard (1878-1944), hoogleraar aan de Sorbonne en aan het College de France, auteur van het veelgeprezen boek De crisis in het Europese denken. Europa op de drempel van de Verlichting 1680-1715 heeft ook geschreven over het Europese denken in de achttiende eeuw. Vertellend over dat denken komt Hazard als vanzelf te spreken over Holbach. Maar over die filosoof is hij uitermate negatief. Holbach noemt hij een beroepsatheïst, niet geniaal, die zijn denkbeelden links en rechts bijeen heeft geschraapt; "zijn proza is log en onbeholpen, en de protserige effecten die erin worden nagestreefd, brengen het niet op een hoger peil, maar maken het alleen maar gezwollen. Ook niet dat hij een volmaakt karakter had: vol tegenstellingen, grillig. Stelt u zich, om de uitdrukkingen van Diderot, die tot zijn intieme kennissenkring behoorde, over te nemen, een vrolijke, pikante, zorgeloze, nerveuze sater voor; een oorspronkelijke en schalkse toon, een veranderlijk humeur, waardoor hij zijn vrienden dwars zat en bruskeerde; een gulle en vaak royale man, die echter ook bitse opmerkingen kon maken, waarmee hij zijn omgeving het leven zuur maakte; de goede ogenblikken compenseerden de slechte, maar niet altijd; hij trok aan en stootte af... Maar hij was rijk, sociabel en in het beste gezelschap op zijn plaats; hij was energiek en actief, en hij voelde een dwingende roeping in zich: het was zijn taak om iedere godsdienst te schaden en, als dat kon, te vernietigen."
De vrouwen uit die kringen in die tijd ziet Hazard "als frivole godinnen, met hun poeder, rouge en mouches, hun failles, satijn, brokaat, kant en sieraden...". Hij stelt dan dat maîtresses toen een soort staatsinstelling waren geworden. De koningen hadden er, de hoge heren en ook de filosofen zoals Voltaire, d'Alembert, Diderot, Helvétius en … baron d`Holbach."(8)
Tot slot van deze reeks reacties een gedeelte uit een brief van de Franse baron Grimm.(9) Deze brief schreef hij in augustus 1789, een half jaar na de dood van Holbach. Grimm zegt daarin nauwelijks ooit iemand ontmoet te hebben die geleerder en meer algemeen ontwikkeld was dan Holbach. Volgens Grimm liep Holbach niet te koop met zijn brede eruditie. Hij handelde met zijn wetenschappelijke kennis zoals hij met zijn fortuin deed: die was er evengoed voor de anderen als voor hemzelf, maar diende nooit om op te vallen. Grimm schrijft dat Holbach van vrouwen hield en van de geneugten van een goede tafel, maar zonder de slaaf te zijn van een van deze genoegens. Hij kon niemand haten. Zijn liefdadigheid, zijn filantropie waardeert Grimm als een van de meest achtenswaardige karaktertrekken van Holbach. Deze was royaal met geldelijke ondersteuning voor degene die erom vroeg, maar ook als hij dacht dat iemand geld nodig had maar zich schaamde om hulp te vragen.(10)
Uit het voorgaande is wel duidelijk dat Holbach niemand die hem leest, onberoerd laat. Men is fel voor of fel tegen. En degene die hem ontmoette, viel doorgaans voor zijn charme, ook als hij het met de ideeën van Holbach niet eens was.
Een beknopt overzicht van een aantal werken van Holbach met hun oorspronkelijke plaats en datum van verschijnen.
-------. d'Holbach, Baron Paul Henri Thiry. Le Bon-Sens, ou Idée: naturelles opposées aux idées surnaturelles. London (Amsterdam), 1772.
-------. Essai sur le: préjugés, ou de l’influence des opinions sur les moeurs et sur le bonheur de: hommes. London (Amsterdam), 1770.
-------. La morale universelle, ou le: devoirs de ‘l’homme fondés sur sa nature. 3 vols. Amsterdam, 1776.
-------. La politique naturelle, ou Discours sur les vrais principes du gouvernement. London (Amsterdam), 1773.
-------. Système de la nature, ou des loix du monde physique et du monde moral. 2 vols. London (Amsterdam), 1770. (B.N. Imp.: Rés. D2 5167, with the rare “Discours préliminaire” by Naigeon.)
-------. Ibid., 1775.
--------. Système social. 3 vols. London (Amsterdam), 1773.
--------, trans. Thomas Hobbes, De la nature humaine. London (Amsterdam), 1772.
-------. trans. john Toland, Lettres pbilosophiques. London (Amsterdam), 1768.
-------. Bicentenaire du Système de la nature: texte: holbachiens peu connus. J. Vercruysse, ed. Brussels, 1970.
-------. “Deux cas de prosélytisme philosophique au XVIIIe siècle àpropos de deux lettres inédites du Baron d'Holbach." P. Vernière, ed. Revue d'histoire littéraire, IV (1955), 495-499.
-------. “Lettres inédites du baron et de la baronne d'Holbach à l'abbé Galiani." F. Nicolini, ed. Etudes Italiennes I. Nouvelle Série (1931), 20-40.
Zeggingskracht juist nu
En dan onze tijd. Het is meer dan opvallend dat we sinds ongeveer 1950 worden overspoeld met heruitgaven van werken van Holbach en literatuur over hem. Vanaf het midden van de vorige eeuw vindt er een soort revival van Holbach plaats. Holbach blijkt aandacht te vragen, juist nu!
In Amerika en Europa zijn intussen zoveel boeken en artikelen over Holbach en herdrukken van veel van zijn werk verschenen dat met de vermelding van de titels ervan gemakkelijk een uitgave van de Heemkronyk te vullen is. In dat geval dienen dan nog onbenoemd te worden gelaten de ruim vierhonderd artikelen over chemie en metallurgie die hij schreef voor de Encyclopédie ou dictionaire raisonné des sciences, des arts et des métiers, het beroemdste verzamelwerk van de Verlichting, alsook zijn vele vertaalwerk uit het Duits en later ook uit het Engels.
Niet alleen verschijnt er veel van en over Holbach, in 1989 werd er in het Duitse Rheinland-Pfalz, waar Holbach werd geboren, een grote tentoonstelling gehouden. Herdacht werd dat het tweehonderd jaar geleden was dat deze 'Philosoph der Aufklärung` in Parijs op 65-jarige leeftijd overleed. Dat was op 21 januari 1789, enkele maanden voor de bestorming van de Bastille.
Hoewel Holbach door zijn omgang met de meeste geletterden uit zijn tijd en door zijn fortuin een invloedrijk man was, wisten toch slechts enkele intimi wat hij had geschreven.
Vanwege hun gedurfdheid werden zijn boeken in het buitenland, met name in Londen/Amsterdam (bij Marc-Michel Rey), uitgegeven. Veel schrijfwerk van hem kwam via het Zwitserse Neuchâtel langs een smokkelnetwerk Frankrijk binnen waar het via de obscure boekhandelaar Mauvelain uit Troyes terechtkwam in de literaire onderwereld van het Ancien Régime.(11)
Holbach was zo voorzichtig dat hij zijn boeken bovendien niet onder eigen naam uitbracht. Zijn Système de la nature van 1770 zette hij bijvoorbeeld op naam van Mirabeau, lid van de Academie Française en toen al tien jaar dood. Dit werk beleefde vele herdrukken, maar eerst in 1821 werd het uitgegeven met vermelding van de naam van de echte schrijver, Holbach. Het werd in 1960 wederom in de Duitse versie herdrukt en in 1966 volgde weer een heruitgave in het Frans. Deze laatste editie bestaat uit twee delen, ieder van vijfhonderd bladzijden, en is voorzien van aantekeningen en verbeteringen door niemand minder dan Denis Diderot, zoals we gezien hebben Holbachs intieme vriend en oprichter/drijvende kracht van de Encyclopédie.
Het is bekend dat het gedachtegoed van de filosofen van de Verlichting de Franse Revolutie mede hebben voorbereid. Had ook Holbach iets van doen met die grote Revolutie die in 1789 uitbrak? Droeg deze vrijdenker gedachten uit van 'vrijheid, gelijkheid en broederschap'? Het contract dat hij in 1750 als eerste ondertekende en waarin hij "die van het gehugt genaamd het Bruggerhuijs" ten strengste verbood hun graan nog langer te laten malen op de Venbergse molen te Valkenswaard en hen verplichtte met hun graan naar zijn molen in Leende te gaan, wijst bepaald niet in die richting.(12)
Zo rijzen er meer vragen. In zijn boeken heb ik Holbach ervaren als de filosoof wiens denkbeelden over materie en beweging uitlopen op een rabiate aanval op religie en haar bedienaren. Op quasi-religieuze wijze leiden zijn materialistische ideeën tot een fanatiek atheïsme dat zich afzet tegen iedere vorm van geloof en vooral tegen het christendom. Was Holbach in werkelijkheid een atheïst of is er verschil tussen de intellectueel Holbach en de maatschappelijk-familiale?
In ieder geval weten we dat hij een fundatie stichtte dat er ieder jaar rond Allerheiligen in de kerk van Heeze twee solemnele missen moeten worden opgedragen voor de zielenrust van zijn oom en weldoener, eens ook baron van Holbach en heer van de Heerlijkheid, én voor die van zijn eerste vrouw.(13) De paus vroeg hij toestemming te mogen hertrouwen met de minderjarige zus van zijn overleden vrouw. Als een trotse vader leidde hij zijn kinderen op hun trouwdag naar het altaar. De parochieherder in Parijs noemde hem een goed katholiek die zijn kerkelijke plichten vervulde. Op het familie-buitenverblijf Grand-Val bij Sucie-en-Brie liet hij iedere zondag een mis lezen. En in 1789 werd hij bijgezet in de crypte van de Parijse kerk St.- Roch waar vijf jaar eerder al zijn vriend Diderot begraven was.
Noemt een man die maatschappelijk zo handelt zich met recht een atheïst?
Bij nadere studie blijken er weinig mensen te zijn over wier gedachtegoed we zo goed zijn geïnformeerd, over wie zoveel is geschreven en van wie ons toch iets essentieels ontsnapt. Het is zinvol zijn leven te bezien vanuit zijn praktisch handelen en tegelijk vanuit zijn literatuur, zijn intellectuele werk. Dan is pas te ervaren hoe Holbach zich verhield tot wat hij noemde "le grand tout", een term die zo neutraal mogelijk kan worden vertaald met het woord 'universum'.
We doen er echter goed aan eerst na te gaan hoe Holbach aan zijn fortuin kwam. En dan komt zijn weldoener, zijn ongehuwde, kinderloze oom François Adam Holbach in beeld. Hoe werd deze zo puissant rijk? Naar de gewoonte van zijn tijd kocht deze in korte tijd rijk geworden oom adellijke titels en een landgoed. Waarom belegde hij in een domein in onze omgeving? Waarom kocht hij er later nog grond bij, zoals bijvoorbeeld in Dommelen? En waarom trouwde zijn neef, de Holbach van ons verhaal, met twee achternichtjes? Had ook dat te maken met het vermogen van de welgestelde oom?
NOTEN
1 Met de benaming 'Salon' werden bijeenkomsten aangeduid waarin geleerden en schrijvers discussieerden over maatschappelijke, literaire en politieke onderwerpen. Briljante vrouwen gaven er gewoonlijk de toon aan. De Salons droegen dan ook namen van vrouwen, zoals de 'Salon de Madame de Maintenon'. Die van Holbach was vrijwel de enige met de naam van een man.
2 "Aufklärung ist der Ausgang des Menschen aus seiner selbst verschuldeten Unmündigkeit." Kants Werke, Akademie Textausgabe VIII, Berlin, 1968.
3 Plechanow, G. Essais sur I'histoire du materialisme, d'H, Helvétius, Marx, Paris, 1957. Lecompte, D. Marx et le baron Holbach Aux sources de Marx,' Ie matérialisme athee' holbachique, Paris, 1983. Kolakowski, L. Geschiedenis van het Marxisme, Utrecht/Antwerpen, 1981.
4 De Castillon, ook Chatillon, in Mémoires, Berliner Akademie, 1771.
5 Wolff, Betje. 'Holland in het jaar 2440', gevolgd door brief over Holbach en Mercier, oorspr. 1774, Manteau Marginaal, 1978. Samen met Aagje Deken vertegenwoordigde zij de zogeheten 'gevoelige verlichting'.
6 Parochiearchief Heeze te Heeze. Memoriale Parochiae de Heze, Caput II.
7 Ter Braak, Menno. Verzameld werk, deel 3, Amsterdam, 1980.
8 Hazard, Paul. Het Europese denken in de achttiende eeuw, Amsterdam, 1993. Hazard vergist zich in de geboorteplaats van Holbach.
9 Deze notitie is niet van baron Grimm, maar van zijn protégé H. de Meister, en is gedateerd maart 1789.
10 Grimm, Extrait de la correspondance de Grimm, 1789, Paris, herdruk Hildesheirn, 1966.
11 Darnton, R. The Literary Underground of the Old Regime, Cambridge, Amerika 1982;
12 Streekarchief Regio Eindhoven te Eindhoven (SARE). Archieven van de gemeente Heeze, 1575-1945, inv.nr. 25, fol. 110v/11.
13 Parochiearchief Heeze te Heeze. Memoriale Parochiae de Heze, Caput IV.