Het verdwenen etablissement, deel 2

Heemkronijk jaar:2000, jaargang:39, nummer:1/2, pag:7 -102

HET VERDWENEN ETABLISSEMENT, deel 2 (=vanaf hfdst 6)

Een historie uit een schilderachtig dorp

door: P.F. van den Heuvel 

 

Inhoud

         Inleiding 

1       Familie Simonis, 1761-1835                                                9    (2)

2       Adriaan van den Berg, 1836-1839                                     14   (5)

3       Frans van den Berg, 1839-1893                                         16

4       Ciska van den Berg, 1893-1896                                          33

5       Van den Heuvel-van den Berg, 1896-1910                          35

6       Familie Peters-Gerits, 1911-1945                                        49  

7       Familie Smulders, 1945-1953                                              75

8       Familie Baijens, 1953-1982                                                  81

9       Teloorgang, 1982-1988                                                         89

10     Twee impressies                                                                    91

Bijlage I:    Genealogie-Van den Berg (fragment)                           97

Bijlage II: Akte van eerbied (transcriptie)                                      100

 

6

Familie Peters-Gerits

1911-1945

Cornelis Peters, in Heeze bekend als Karel Peters, was een van degenen die reageerden op de advertentie waarin Jan van den Heuvel het hotel aanbood. Met hem werden tenslotte zaken gedaan. Op 13 januari 1911 passeerde voor notaris Schrijvers te Eindhoven de koopakte. Volgens deze akte werd Karel Peters voor de som van f9.000,- eigenaar van dit inmiddels historische pand. De akte vermeldt niets over de inventaris die Peters ongetwijfeld, minstens gedeeltelijk, overgenomen zal hebben. Familieleden van Karel vertelden destijds gehoord te hebben dat hij meer geld op tafel moest brengen dan de som van f 9.000,-. Dit kon dan voor de inventaris zijn geweest. Bij de aanvaarding betaalde Peters f 4.000,-. De rest van de koopsom, f5.000,-, bleef hij schuldig. Als zekerheid hiervoor werd ten behoeve van Jan van den Heuvel een eerste hypotheek op het gekochte goed gevestigd.(1) In de akte staat nog het volgende door Van den Heuvel gemaakte voorbehoud:

"Dat in deze verkooping niet is begrepen het recht van vergunning tot verkoop in het klein van sterken drank en andere alcoholhoudende dranken, den verkooper toebehoorende en uitgeoefend wordende in het bij deze verkochte gebouw."

Mogelijk dat Van den Heuvel deze vergunning wilde benutten om in zijn nieuwe onderkomen aan eventuele gasten of kostgangers alcoholhoudende dranken te verkopen.

De nieuwe eigenaar was een van de oudste uit een gezin van tien kinderen en evenals Van den Heuvel een boerenzoon (in de koopakte is hij vermeld als landbouwer). Karel werd geboren te Lieshout op 18 april 1879 als zoon van Martinus Peters, landbouwer, oorspronkelijk afkomstig uit Helmond, en van Bregitta Swinkels, dochter van Frans Swinkels en Petronella Donkers uit Lieshout. Bregitta was een lid van de bekende familie Swinkels, de bierbrouwers uit Lieshout. Haar broer Jan Swinkels was boer en brouwer in Lieshout. Zijn brouwerij (anno 1716) groeide uit tot de bekende bierbrouwerij Bavaria in Lieshout. Het was deze Jan Swinkels(2) die zijn neef Karel adviseerde om het hotel in Heeze te kopen. Voorwaar geen geringe stap voor de jonge boer!

 

Dezelfde oom heeft Frans Peters, een broer van Karel, deelgenoot gemaakt in de exploitatie van "De Zwaan" in Oirschot. Hij is echter niet in de horeca werkzaam gebleven en later naar Lieshout teruggekeerd. Hij was een rasechte techneut en werd zelfstandig ondernemer.

Met de aankoop van de uitspanning in Heeze veranderde Karel niet alleen van beroep, maar gaf hij ook zijn vrijgezellenbestaan op. Hij trouwde op 21 februari 1911 in Schijndel met Hendrika Gerits, landbouwster. Zij was geboren in Schijndel op 5 maart 1878 als dochter van Johannis (Jantje) Gerits, landbouwer, en Martina van Berkel.(3) Jantje Gerits had een boerderij annex café, gelegen in Schijndel op een plek begrensd door de Heikantstraat, Kloosterstraat en Schootsestraat. De horecabranche was voor Hendrika dus niet geheel vreemd. De boerderijcafé aan de Heikant is inmiddels verdwenen en ook de familienaam Gerits, in de omgeving uitgesproken als "Geerts", komt momenteel in Schijndel, volgens een heemkundige aldaar, niet meer voor.

Vanuit Lieshout bracht Karel ook een dienstknecht mee, namelijk Johannes Lambertus Rovers, in Heeze bekend als Bertje Rovers.(4) Aanvankelijk was zijn voornaamste taak die van koetsier. Ofschoon er reeds een verbinding met Geldrop was door de paardentram kon het rijtuig kennelijk nog niet gemist worden. Deze 'paardentaxi' deed onder meer dienst voor het vervoer van gasten en industriëlen naar Geldrop, Eindhoven en andere omliggende plaatsen, alsmede voor het vervoer van zieken en voor koeriersdiensten. Met de komst van de trein en andere alternatieven voor het vervoer verdween geleidelijk aan de betekenis van de "paardentaxi" en daarmee ook de voornaamste taak van Bertje Rovers. Deze trad daarop in dienst bij de firma Vullinghs.   

 

Met de nieuwe eigenaar verscheen ook een andere naam op het karakteristieke bord op het dak van het gebouw:

Later is het bord op het dak verwijderd en verscheen de naam boven aan de veranda. Deze naam was inmiddels omgedoopt in:

Pension HOTEL - PETERS Restaurant.

 

Een markant figuur

Met Karel Peters kreeg Heeze er een markante inwoner bij en, zoals later bleek, een echte levensgenieter. Nog maar goed en wel gestart, nam hij het kennelijk niet zo nauw met het handhaven van de voorgeschreven sluitingstijden. Op de avond van 30 april 1911, zo tussen elf en twaalf uur, werd er door enige heren nog flink gedronken en druk gediscussieerd. Op een gegeven moment stapte de wachtmeester binnen. Deze kwam echter niet om een glaasje mee te drinken, maar om vast te stellen dat de politieverordening inzake de sluitingstijd van cafés ruimschoots werd overtreden. Daar liet hij het echter niet bij; hij maakte ook proces-verbaal op. Dat werd, volgens de Meierijsche Courant van 13 mei 1911, behalve een lesje voor de nieuwe eigenaar, zowel voor hem als voor de aanwezige klanten, een duur avondje.(5)

De komst van de familie Peters betekende een nieuwe impuls voor deze populaire uitspanning. Het gebouw werd gerestaureerd en de accommodatie aangepast aan de eisen van de tijd. En koken dat deed Drika zelf, en dat kon ze voortreffelijk!

Ook het mooie weer begunstigde een vlotte start. De hiervoor reeds aangehaalde courant bericht op 13 mei 1911 daarover het volgende:

"De zomersche dagen der laatste weken lokten weer menige familie naar Heeze, het schoonste plekje van Noord-Brabant, zooals het terecht genoemd wordt. Reeds velen zijn hier in pension en nog meerderen hebben toezegging gedaan een gedeelte van den zomer hier te komen doorbrengen, zoodat het voor onze Hotelhouders en sommige neringdoenden weer hooitijd wordt."(6)

Allengs nam de bekendheid van Hotel Peters ook in wijdere omgeving toe. Hierbij speelde ongetwijfeld de ingebruikneming van de spoorlijn Eindhoven-Roermond-Maastricht een belangrijke rol. Aan deze lijn werd in 1913 te Heeze een station geopend.

De voorspoedige gang van zaken verhult enigszins dat er ook grotere en kleinere tegenslagen waren. In 1915 is er tijdens een weekend in april van zondag op maandag ingebroken en werd een bedrag van f300,- vermist in het hotel. Of de daders gevonden zijn is niet bekend.(7) In december van hetzelfde jaar ontstond er op een dinsdagochtend een ernstige binnenbrand. Samen met de snel te hulp geroepen buren wist men de reeds uitslaande vlammen te blussen. De oorzaak van de brand is niet bekend. De verzekering dekte de niet geringe schade.(8)  In september 1918 mislukte, vermoedelijk door de waakzaamheid van de hond, een poging tot inbraak.(9)

Karel Peters was een echte paardenliefhebber, iets wat prachtig aansloot bij zijn stalhouderij. Niettemin kreeg hij in november 1917 een flinke klap van zijn paard waar hij geruime tijd last van heeft gehad.(10) Ook was hij een verwoed jager. Hij organiseerde meerdere jachtpartijen die meermalen eindigden met een eet- en drinkgelag in het hotel.

In de winterperiode werd getracht door middel van entertainment klandizie voor de herberg en het restaurant te werven. Zo trad op zondagavond 20 januari 1924 het duo Kolé en Saelmans uit Weert op. Dit, volgens het verslag in de krant, meermalen met eerste prijzen bekroonde duo gaf onder zeer grote belangstelling een schitterend geslaagd concert.(11)

Behalve de jagers en de pensiongasten die hier voor vakantie en rust vertoefden waren er ook vaak schilders te gast. Er verbleven ook wel eens zogenaamde kostgangers. Zo verbleef er van 28 december 1925 tot 10 juli 1926 de familie De Roode afkomstig uit Rotterdam (Haringvliet). Vanuit Heeze vestigde zij zich in Den Haag. Deze familie bestond uit vijf personen: mevrouw De Roode, geboren Wieringa, met twee kinderen van haar man en nog twee kinderen uit haar eigen huwelijk.(12)

Er is geen inzicht verkregen over de gevolgen van de crisis in de jaren dertig op de gang van zaken van het bedrijf. Waarschijnlijk heeft deze periode wel enige, maar toch geen ernstige gevolgen voor de bezetting van het hotel gehad. Als voorbijganger zag je in de zomermaanden de stoelen en tafels onder de waranda regelmatig door gasten bezet.

Dat ook het gemeentebestuur zich inzette om het vreemdelingenbezoek in Heeze te bevorderen blijkt uit een brief, gedateerd 2 juni 1933, die de burgemeester namens het college van burgemeester en wethouders zond aan de gedeputeerde staten van Noord-Brabant.

De burgemeester schrijft:

"Deze gemeente wordt veelal bezocht door vreemdelingen, vooral gedurende de maanden Juni tot en met September, voor het doorbrengen van hun vacantie.

Meermalen melden zich van deze vreemdelingen ter gemeente -secretarie aan, voor het verkrijgen van een kostelooze rijwielkaart.

Ofschoon deze gemeente geen grensgemeente is, zou het in het belang van het vreemdelingenverkeer zijn, dat ter gemeente-secretarie alhier, kostelooze rijwielkaarten konden worden verstrekt aan die vreemdelingen, die in de hotels alhier verblijven voor het doorbrengen van hun vacantie.

Wij verzoeken U daarom beleefd toezending van 30 dezer kostelooze kaarten."(13)

Of het verzoek van de burgemeester gehonoreerd werd is niet bekend.  

Voor verschillende buurtbewoners en ook andere Heezenaren was Hotel-Restaurant Peters het stamcafé waar vooral op zondag een kaartje werd gelegd. Deze functie verloor rond 1955 haar betekenis.

Als paardenliefhebber werd Karel nog wel eens betrokken bij activiteiten van de plaatselijke ruiterij. Ook anderszins liet hij zich in het dorp niet onbetuigd. Zo nam hij eens, bij een niet meer achterhaalde gelegenheid, deel aan een gekostumeerde voetbalwedstrijd zoals blijkt uit de foto op pagina 61.

Zoon Mathieu was een motorrijder. Het was dus geen wonder dat de oprichting van de Motor- en Automobielclub (M.A.C.) Heeze in het hotel plaatsvond. Dat was in maart 1938.(14)   

Oorlogsjaren bemoeilijkten een normale exploitatie van het hotelbedrijf. Een kleindochter van Karel Peters, mevrouw Henny van Oostrum, schreef hierover in 1999 aan de auteur:

"Tijdens de oorlog van 1914-1918 werden pensions en hotels in het zuiden van Nederland in de nabijheid van de grens met België, gedurende de mobilisatie gewoonlijk gebruikt door het Nederlandse leger. In de donkere periode van 1940-1945 werden de gastenverblijven van Hotel - Pension Peters gevorderd [over dit 'vorderen' bestaat evenwel onzekerheid, v.d.H.] door de bezetter en in gebruik genomen door lieden van de Duitse Wehrmacht. Het hotel en café draaide onder moeilijke omstandigheden echter wel door." 

Deze passage wordt bevestigd door mevrouw Paula van de Putten-van der Velden(15) die als zeventienjarige net voor de oorlog in dienst trad bij de familie Peters. Zij vertelde onder meer dat zij met een collega vanuit de ramen van de bovenkamers van het hotel het binnentrekken van de Duitse Wehrmacht gadesloeg. Toen de soldaten echter de geweerlopen omhoog brachten waren ze snel verdwenen. Onmiddellijk daarop volgde inkwartiering van Duitse militairen. In de oorlogsjaren waren er weinig gasten. Eten was schaars. Zoon Jan maakte van aardappelpuree en fijngehakte bonen en surrogaatjus een soort 'gehaktballen' die aan de gasten werden voorgezet.

Henny van Oostrum schrijft verder:

"Na de bevrijding volgde het ene leger het andere op. Nu verbleven Britse militairen in de kamers van Hotel Peters. Onze bevrijders ondervonden er in die tijden van grote algemene schaarste volop gastvrijheid en hadden het er kennelijk goed naar de zin, zoals blijkt uit het hiernavolgende verhaal. Een stukje kleine geschiedenis uit de categorie "raar, maar waar!"

Vijftig jaar na de oorlog ontdekte een kleindochter [= Henny van Oostrum, v.d.H] van Carel Peters op de bekende markt op het Waterlooplein in Amsterdam een fraaie ansichtkaart met daarop een afbeelding van het voormalige Hotel Peters. Nadat zij voor f5,- dit kleinood van de Amsterdamse spullenbaas voor haar verzameling had gekocht, bleek dat de kaart een wel heel wonderbaarlijke reis achter de rug had.

Een Brits militair, waarvan de naam niet bekend is, was gelogeerd bij vrienden in een huis schuin tegenover het hotel in Heeze en wilde zijn familie in Bury St. Edmunds in het Engelse graafschap Suffolk groeten. Hij zond op 12 augustus 1948 de bewuste ansichtkaart met de foto van het hotel, die hij vermoedelijk in het hotel had gehaald, vanuit Heeze naar zijn familie in Engeland. Hij wilde een teken van leven geven om zijn verwanten thuis gerust te stellen en tevens te informeren dat hij weer op een hem bekende en vertrouwde plaats in Holland was gearriveerd. Hij schreef naast de vele groeten uit Heeze op de kaart onder meer: . . .  "the hotel is where I stayed during the war. It's changed a lot since I was here last, but the people are just the same.""

Deze voormalige Britse militair en hotelgast bracht in 1948 een bezoek aan Heeze om zijn destijds verworven kennissen te ontmoeten en om oorlogsherinneringen op te halen. Bij deze gelegenheid verzond hij de desbetreffende postkaart naar familie of kennissen in Engeland. Hoe deze kaart na 1948 vanuit Suffolk (Engeland) in 1998 op het Waterlooplein in Amsterdam in handen van de kleindochter van de voormalig hotel-eigenaar terecht kon komen, vertelt het verhaal niet.

De hiervoor aangehaalde brief was aanleiding tot enig verder onderzoek. Dennis Linkins(16), een Britse oud-militair, destijds in Heeze gelegerd, vertelde aan de auteur dat na de bevrijding van Heeze in Hotel Peters o.a. enige Britse officieren van de A.M.E.S. (Air Ministry Experimental Station) 2380, Radar Unit, verbleven (periode 19 september 1944-30 april 1945). De soldaten, behorende bij deze Unit, waren bij burgers in de buurt ingekwartierd. Een van hen was ook voornoemde soldaat Dennis Linkins, die bij de familie Tiebax  was ondergebracht. De maaltijden van deze manschappen werden gebruikt in het hotel, maar werden door legerkoks bereid. Hiertoe stonden twee gaarkeukens opgesteld in de tegenover het hotel gelegen garage van de fabriek van Vullinghs.

Uit de tekst op de hiervoor vermelde briefkaart valt volgens Linkins af te leiden dat deze militair ongetwijfeld behoorde tot zijn groep en zeer waarschijnlijk eveneens verbleef bij de familie Tiebax of misschien bij hun buren, de familie Vera. Het vroegere woonhuis van Tiebax (de voormalige pastorie van dominee Kremer) is inmiddels gesloopt. De familie Vera woonde enkele huizen verder in een van de woningen, thans nummer 57 of nummer 59.

De legering van Britse soldaten in Heeze heeft geresulteerd in een paar Engels-Heezerse huwelijken. Een van deze huwelijken was een direct gevolg van de aanwezigheid van Engelse militairen in Hotel Peters. De hiervoor reeds genoemde Dennis Linkins was een van de militairen uit de hiervoor aangehaalde Unit. Hij had een oogje laten vallen op An Beelen.(17) De familie Beelen woonde recht tegenover het hotel. Het onderdeel waar Dennis deel van uitmaakte bestond uit een dertiental personen; het verbleef van 19 september 1944 tot 30 april 1945 in Heeze, waarna de leden naar Engeland repatrieerden. An raakte bekoord door de blikken van deze knappe jonge soldaat. Ook na de terugkeer van Dennis naar Engeland in 1945 bleven de verliefde jongelui contact houden. Op een gegeven moment overwon de nieuwsgierigheid van An het van haar vrees voor het onbekende en vertrok ze ter nadere kennismaking voor een verblijf van zes weken naar Engeland. Dit viel kennelijk goed uit want de jongelui besloten tot een huwelijk. Het besluit was niet gemakkelijk want An moest eerst de gevoelens van haar ouders overwinnen. Die vonden het namelijk maar niets: hun dochter naar een vreemd land en, het ergste van al, Dennis was niet katholiek. Desondanks vond op 3 mei 1947 het huwelijk plaats en wel in de (Anglicaanse) St. Martins Church van Canterbury, een van de oudste kerken van Engeland. Inmiddels zijn ze 53 jaar getrouwd; ze maken het nog opperbest. Na enige omzwervingen, zij woonden behalve in Engeland ook enige jaren in Nieuw-Zeeland (hier woont een dochter), hebben ze nu hun stekje in Geldrop gevonden. Op dit adres vertelden Dennis en An hun verhaal. Door de verschillende verhuizingen is Dennis echter het contact met de voormalige makkers verloren en kan hij zich, behalve die van luitenant Long (zie foto op pagina 63), slechts enkele voornamen van de personen die op de ansichtkaart met de afbeelding van Hotel Peters voorkomen, herinneren. En zo blijft de onbekende soldaat van Henny van Oostrum helaas nog steeds onbekend.

 

Het gezin Peters

De activiteiten van het echtpaar Peters beperkten zich niet alleen tot het bedrijf. Nog in 1911 werden zij, op 23 november, verblijd met de geboorte van een dochter: Mathilda, Brigitta, Johanna, Martina geheten. Vier jaar later, op 29 november 1915, werd er een zoon geboren: Mathieu. Een tweede zoon: Johannes, geboren op 30 augustus 1916, maakte het gezin compleet.(18)

Hun dochter Mathilda (Til) trouwde op 26 september 1939 met Hendrikus van Oostrum (Harrie van Oostrum, van beroep belastingambtenaar, geboren te Boxtel op 19 november 1911). Het was toen een spannende tijd want er dreigde oorlog. Een maand voor hun huwelijk werd de algemene mobilisatie afgekondigd. In verband hiermee moest het gemeentehuis met zandzakken worden beveiligd.

Deze beveiliging leverde een merkwaardige foto op die is gemaakt bij gelegenheid van het huwelijk van Harrie en Til. Het jonge paar woonde aanvankelijk in het hotel maar verhuisde later naar de voormalige villa van Jan van den Heuvel tegenover het hotel.

 

Verdriet en teleurstelling waren Karel, maar vooral Drika niet bespaard gebleven. Karel mocht de bevrijding van Heeze nog net meemaken. Hij overleed kort daarna op 23 december 1944, op 65-jarige leeftijd, aan een herseninfarct. Het heengaan van Karel Peters leidde al spoedig tot het einde van de exploitatie van het hotel door deze familie.

Ongeveer veertien maanden na de dood van haar echtgenoot verloor Drika haar dochter Mathilda. Zij werd slechts 34 jaar en overleed in Heeze op 16 januari 1946. Behalve haar echtgenoot liet zij vier jonge kinderen na: Henny, Brigitte, José en Karel.

In 1949, ruim drie jaar later, na het overlijden van Mathilda, bleek haar zoon Mathieu vermist te zijn. Mathieu Peters was een avontuurlijk aangelegde jongeman die zich op een gegeven moment heeft laten verleiden toe te treden tot het Franse Vreemdelingenlegioen.

Dat dit achteraf niet van harte was blijkt uit de correspondentie met zijn verwanten. Daarin loopt als een rode draad een hunkering naar zijn familie in Heeze. Op 3 november 1949 zou zijn tijd bij het legioen er opzitten. Zover mocht het echter niet komen. Eerder in dat jaar werd hij vermist. In 1946 is hij nog over geweest voor de begrafenis van zijn zuster Mathilda. Het laatste wat de familie weet is, dat hij in 1947 verbleef in Indo-China, onder andere in Saigon. In zijn laatste brief, daterende van 2 oktober 1948, refereerde hij aan het vooruitzicht dat zijn tijd er bij het legioen bijna opzat. Deze brief werd nog gevolgd door een briefkaart met als datum 15 december 1948. Sindsdien heeft Drika noch de familie ooit meer iets van hem vernomen. Voor zover bekend was Mathieu ongehuwd.

Zijn broer Jan was in 1950 geëmigreerd naar Australië. Hij bleef het familieberoep trouw en werd daar chef-kok. Hij is twee keer getrouwd en heeft vier kinderen.

 

Drika bleef, op haar kleinkinderen na, eenzaam achter.

  

Na het overlijden van haar man woonde zij nog enige maanden bij haar dochter Mathilda. Na enige omzwervingen nam zij uiteindelijk haar intrek in het bejaardenhuis St.- Nicasius in Heeze. Nagenoeg twintig jaar zou zij hier verblijven. Zij was een sterke vrouw die ondanks alles in deze jaren nog wist te genieten van het leven en, zoals op de foto van pagina 71 blijkt, dit vaak onder genot van een fijn sigaartje. Zij werd 88 jaar en overleed in Heeze op 17 juni 1966. Haar doodsprentje begint met de volgende typering:

"God gaf haar een hoge leeftijd en een veelbewogen leven, maar met bewonderenswaardige moed en sterkte heeft zij haar taak volbracht. Zij was vol geloof, altijd hartelijk en welwillend voor anderen en trachtte zo vreugde en vrede om zich heen te verspreiden.”

Wat verderop leest men nog: ”Gastvrijheid was een van haar kenmerken en haar opgeruimdheid heeft velen vreugde verschaft."   

 

Noten

1           Streekarchief Regio Eindhoven te Eindhoven (verder: SARE). Notarieel archief Eindhoven, notaris Schrijvers, 1911, aktenummer 15, 13 januari.

2           Het Eindhovens Dagblad van 7 december 1999 vermeldde het overlijden op 96-jarige leeftijd van Jan Swinkels uit Lieshout. Deze was een zoon van de in de tekst vermelde Jan Swinkels en een neef van Karel Peters.

Andere gegevens over de families Peters en Swinkels zijn afkomstig uit het bevolkingsregister en de burgerlijke stand van Lieshout in Streekarchivariaat Peelland te Deurne en van mondelinge informatie door de dames Maria en Oda van de Laar uit Lieshout.

3           Rijksarchief in Noord-Brabant te 's-Hertogenbosch. Burgerlijke stand Schijndel, huwelijken 1911, 21 februari. Getuigen bij dit huwelijk waren: Marinus Gerits, 34 jaar, koopman, en Wilhelmus Gerits, 29 jaar, landbouwer, beiden broers van de bruid; Josephus Antonius van   Liempt, 41 jaar, koopman, zwager van de bruid; Adrianus Swinkels, S5 jaar, bierbrouwer, oom van de bruidegom. Alle getuigen woonden in Schijndel.

4           Bertje Rovers is geboren in Erp op 31 december 1881 als zoon van Antonius Rovers en Maria Timmermans. Zijn ouders verhuisden later met hun gezin naar Lieshout. Bertje trouwde in  Heeze op 30 april 1915 met Hendrica van Lit. Zij was in Heeze geboren op 11 januari 1885 als dochter van Wilhelmus van Lit en Ida van Poppel. Wilhelmus van Lit, in Heeze geboren op 14 oktober 1850, was eerder gehuwd met Josina Verhoysen. Het gezin Van Lit-van Poppel was na de familie Van Gaal de laatste familie die gewoond heeft in een huis dat gestaan heeft aan de weg van Heeze naar Someren, ter hoogte waar de Boschlaan uitkomt op de Somerense weg. Dit   huis werd de Somerense hut genoemd. Hendrika heeft na het overlijden van haar ouders daar nog enige maanden alleen gewoond en was zodoende de laatste bewoonster van dit huis.    

Bertje Rovers overleed te Geldrop op 28 mei 1966 en Hendrika in Heeze op 7 juni 1957. Een zoon van hen, Wim, later broeder Severinus, verblijft meer dan 53 jaar als missionaris in Brazilië.

5           SARE. Meierijsche Courant, 13 mei 1911.

6           SARE. Meierijsche Courant, 13 mei 1911.

7           SARE. Meierijsche Courant, 17 april 1915.

8           SARE. Meierijsche Courant, 2 december 1915.

9           SARE. Eindhovens Dagblad, 13 september 1918.

10        SARE. Meierijsche Courant, 24 november 1917.

11        SARE. Meierijsche Courant, 23 januari 1924.

12        SARE. Bevolkingsregister Heeze, 1920-1930.

13        SARE. Archief gemeentebestuur van Heeze, 1830-1932, inv.nr. 1715, fol. 1-75, fiche 1.

14        J.H.M. Aerts, Kent u ze nog  de Heezenaren?, Zaltbommel 1973, pagina 36.

15        Paula van der Velden, later mevrouw Van de Putten, is in Heeze geboren op 28 november 1922 als dochter van het echtpaar J. van der Velden-van Gerwen. Zij was van begin 1940 tot 20 mei 1950, met een onderbreking van een aantal maanden in de beginperiode, aan het hotel verbonden. En wel tot 6 augustus 1945 bij de familie Peters, daarna tot 20 mei 1950 bij het echtpaar Smulders, dat in 1945 het hotelbedrijf van de familie Peters voortzette. Ook haar zus     Marietje van der Velden is enige tijd bij Smulders in dienst geweest.

16        Dennis Charles Linkins, geboren te Canterbury (Engeland) op 7 juli 1927.

17        Anna Elisabeth Beelen is geboren in Weert op 11 juni 1922 als dochter van Cornelia Elisabeth Vaessen, geboren in Nederweert, en Johannes Hubertus Beelen, geboren in Weert. Het gezin Beelen woonde aanvankelijk in Weert, later in Maarheeze en vestigde zich tenslotte in 1930 in Heeze. Enige jaren bewoonde de familie een reeds lang geleden gesloopt boerderijtje gelegen aan het begin van de Schoolstraat naast de toenmalige Openbare School. Vader Beelen maakte en verkocht hier klompen. Daarna verhuisde het grote gezin (zeven zonen en twee dochters) naar het veel grotere huis tegenover het hotel, nu bewoond door P. van Lierop-Vertogen, thans Kapelstraat 81 (de voormalige tramremise). Hier werd de kost verdiend met het maken van sigaren.

18        De hier onder Het gezin Peters weergegeven informatie over de familie Peters is aan de auteur van deze geschiedenis verstrekt door mevrouw H. van Oostrum uit Sint- Michielsgestel, een         kleindochter van Karel Peters.

 

7

Familie Smulders

1945 -1953

Na het overlijden van Karel Peters verhuurden de erven Peters het hotel aan Wilhelmus H.A. Smulders, wonende te Eindhoven, voorheen in Tilburg. Hij was geboren in Sint-Michielsgestel op 20 december 1910 en kok van beroep.

Op 8 augustus 1945 vestigde hij zich in Heeze om enige maanden daarna, rond of op 20 december 1945, het hotel te heropenen. Smulders was gehuwd met Gerardina van der Geer, geboren op 29 september 1913 in 's- Hertogenbosch.

Aan hen de taak om de zaak nieuw leven in te blazen, wat hun aardig lukte. Veel steun genoot Smulders daarbij van de reeds bij de familie Peters in dienst zijnde Paula van der Velden (zie hoofdstuk 6, voetnoot 15). Zij was door haar ervaring, opgedaan bij Peters, een all-round kracht die zowel intensief bij de dagelijkse praktijk van het hotel-restaurantbedrijf alsmede met de administratieve aspecten ervan betrokken was. Er werden lange dagen gemaakt, vooral in het drukke seizoen. Dan werd er al vroeg in de morgen om vijf uur begonnen met schrobben en poetsen; in de avond kon ze pas na de afwas om elf uur naar huis. Dat alles voor f 22,50 per maand, plus de kost.

Toen Paula verkering kreeg pikte haar vrijer die avondbezetting niet langer. Reden waarom zij per 20 mei 1950 ontslag nam. In een getuigschrift betuigt Wim Smulders zijn tevredenheid over haar.

 

 

Een nieuwe naam

Smulders voorzag het etablissement met de introductie van "De Kempen" van een nieuwe naam. Voortaan werd het:

café HOTEL DE KEMPEN restaurant.

 

Hiermee gaf hij aan de voormalige uitspanning een nieuwe uitstraling. Het element "De Kempen" werd ook door de volgende uitbaters in de naam van het etablissement gehandhaafd. Omdat in de naoorlogse jaren een buitenlandse vakantie nog slechts voor weinigen was weggelegd, steeg wel de belangstelling voor verblijfsmogelijkheden in het binnenland. Een tendens waarop Smulders goed wist in te spelen.

Het echtpaar Smulders bleef kinderloos. Het waren fijne mensen die het met name ook in de buurt goed konden vinden. Ook mevrouw Smulders, een echte dame en een charmante gastvrouw, droeg haar steentje bij aan de bloei van het hotel. Evenals zijn voorganger was Wim een fervent jager. Vanzelf sprekend bleven dan ook de jagers de weg naar "HOTEL DE KEMPEN" vinden. Er vonden vanuit deze kring regelmatig feesten en partijen plaats waaraan ook vele vooraanstaande personen uit Heeze als invité deelnamen.

Door het vertrek van Paula ontstond er enig vacuüm in de personele bezetting, dat kennelijk niet direct naar wens kon worden ingevuld. Of dit heeft meegespeeld bij het besluit van Smulders om in Leende een nieuw bedrijf te stichten is niet bekend.

De heer en mevrouw Smulders hebben "De Kempen" acht jaar geëxploiteerd. Vervolgens zijn ze op 12 november 1953 verhuisd naar Leende, waar ze het nog bekende en gerenommeerde Restaurant Jagershorst begonnen.

Na verloop van tijd ging het echtpaar in het nabije Belgische Achel wonen. Smulders had een tragisch levenseinde. Hij bleef dood in een sauna. Toen Wim Smulders gestorven was, kwam zijn vrouw nog regelmatig met vrienden naar Jagershorst. Inmiddels is ook zij overleden.   

 

8

Familie Baijens

1953-1982

Met de komst van het echtpaar Baijens-de Greef op 1 december 1953 brak voor "De Kempen" een glorieus tijdperk aan. Met kennis van zaken, alert inhakend op het stijgen van de welvaart in opbouwend Nederland, veranderde "De Kempen" geleidelijk aan in de gerenommeerde Rôtisserie "De Kempen" (rotisserie = een grill-restaurant, gespecialiseerd in geroosterd vlees).

Wie waren toch die twee die met groot vakmanschap, zwier en plezier, de pollepel hanteerden en gastheer / gastvrouw waren voor de mensen uit het dorp, de regio, de stad en ver daarbuiten, maar ook voor de toevallig voorbijkomende reiziger?

Louis M.B. Baijens werd in 1922 geboren in Eindhoven als zoon van Ludovicus (Louis) Baijens (1884-1967), onderwijzer aan de St.-Catharinaschool in de Ten Hagestraat en dirigent van het mannenkoor van de H. Hartkerk in Eindhoven-Gestel, en van Anna Cornelia Oomes (1880-1932), afkomstig uit Breda.

Zijn vrouw An de Greef werd in 1920 in Meerveldhoven geboren als dochter van Josephus de Greef (1875-1953) en Johanna Bijnen uit Waalre. An heeft via haar grootmoeder Heezers bloed in de aderen. Haar grootvader Wilhelmus de Greef, geboren in Zeelst, koopman en herbergier in Meerveldhoven, huwde op 22 februari 1873 in Heeze met Jacoba van den Berg, een achternicht van Ciska van den Heuvel-van den Berg. Jacoba was ook een zuster van Johanna van den Berg, echtgenote van Peter Hubertus van Dijk, logementhouder in Heeze. Dit was het logement dat zou uitgroeien tot het bekende Hotel Van Dijk, later Hotel Barendsma en thans Hostellerie Van Gaalen.

Louis en An groeiden beiden op in Eindhoven in het stadsdeel Gestel,  bijna als buurkinderen. Na de lagere school, natuurlijk bij zijn vader op de St.-Catharinaschool in de stad, besloot hij op veertienjarige leeftijd banket-bakker te worden. Achtereenvolgens kwam hij in de leer bij Kees de Rooy, bij de Hema-bakkerij en bij bakker Van de Poel in de Hoogstraat. Louis Baijens: "Langzamerhand groeide bij mij het besef dat ik mijn horizon wilde verbreden en koos ik voor het hotelvak. In 1938 ging ik, neen, niet naar de vakschool, want die was er nog niet, meteen de praktijk in. Zo kwam ik onder andere terecht bij Piet Mulder in Hotel Noord-Brabant in Den Bosch, bij Krasnapolsky in Amsterdam en 't Silveren Seepaerd in Eindhoven [op 28 september 1971 afgebrand, v.d. H.]. Tussendoor maakte ik lange stages in hotelkeukens in Frankrijk en Duitsland. Het was wat je noemt een jarenlange leerschool in de praktijk. An en ik trouwden in 1947 en werden gezegend met vier kinderen: Louis werd geboren in 1948, Jos in 1949, Hanneke in 1953 en Marianne in 1961."

Met de opname van de vijftien jaar oude Dick Overbeeke in de familie was het gezin compleet. Ook na zijn huwelijk bleef Dick onafscheidelijk met de familie Baijens verbonden.

Louis Baijens: "Op 1 december 1953 waagden we de grote sprong in Heeze. Van de weduwe Peters huurden we het toen eenvoudige dorpshotelletje, dat acht gastenkamers bevatte. Een kamer kostte toen f 4,50 per nacht plus ontbijt, volpension had een prijskaartje van f 8,-.

Vóór ons zat er nog een zekere Smulders in, die het huis de naam "De Kempen" heeft gegeven. Langzaam zijn we toen begonnen. De keuken was toen nog een primitieve bedoening. Er stond een groot kolenfornuis - later kwam er butagas om op te stoken, wat al een hele verbetering was - en in de eetzaal stond een grote potkachel, waar we cokes in stookten. Het bereiden van de maaltijd nam ik vanzelf geheel voor mijn rekening - zonder hulp -, mijn vrouw bediende de gasten en we hadden natuurlijk enkele meisjes voor het huishoudelijk werk. De eerste jaren gingen we stapje voor stapje verder. In 1957 hadden we onze eerste kleine verbouwing aan de achterkant..."(1)

Zo kon er een spit en grill geplaatst worden.

Op dinsdagavond 1 december 1953 heropende het echtpaar Baijens-de Greef onder grote belangstelling Hotel-Restaurant "De Kempen" en kon het zijn talenten in een eigen bedrijf in praktijk brengen. De activiteiten verliepen zeer succesvol.

Hongaarse gasten

Kennelijk als gevolg van de opstand in Hongarije in 1956 namen in dat jaar enige Hongaren hun intrek in het hotel. Zo verbleven er vanaf 15 december 1956 tot 13 maart 1957 Arpád Király en Erszébet Farágo. Op 22 december 1956 kregen zij gezelschap van twee dames, Julianna Szántó en Margit' Klein, beiden afkomstig uit Boedapest. Dezen bleven tot respectievelijk 15 januari 1957 en 7 februari 1957?

Een blauwe sjerp

In juni 1961 tijdens de viering van het vierhonderdjarig bestaan van de driehonderd vijftig leden tellende wijnbroederschap Confrérie Saint Etienne in het stadhuis van de Franse stad Colmar was het hoogtepunt van dit gebeuren de installatie van vijftig nieuwe leden. Vier Nederlanders viel deze eer te beurt, onder wie Louis Baijens, inmiddels eigenaar van Hotel-Café-Restaurant “De Kempen”. De installatie ging gepaard met de uitreiking van de blauwe sjerp.(3) Later zou hij ook de rode en groene sjerp verwerven en kreeg hij de titel Maître van de Confrérie Saint Etienne. De heer Baijens vertelde ook al jarenlang lid te zijn van een andere Franse wijnbroederschap, namelijk die van de Confrérie des Chevaliers du Tastevin. In Frankrijk waren er in die tijd 23 Confréries, waarvan "Saint Etienne" een van de oudste.(4)

Een ingrijpende verbouwing

In 1962 kon eindelijk een lang gekoesterde wens in vervulling gaan, namelijk een uitbreiding en vernieuwing van het restaurant. Bij deze vernieuwing werd de destijds door Jan van den Heuvel, met speciale toestemming van de gemeente, gebouwde veranda(5) aan het restaurant toegevoegd, waardoor dit tot zestig à zeventig plaatsen werd verruimd. De ingang werd naar de zijkant verplaatst en er kwamen terrasjes in de tuin. De vernieuwing hield nog iets meer in dan deze verbouwing. Voortaan werd het: Rôtisserie "De Kempen".

De hotelafdeling verloor haar betekenis.

Op vrijdag 30 november 1962 was het zover: de officiële opening van het, onder architectuur van P.J. Roosenthaler, door de Heezer aannemer Nico Vertogen gerenoveerde en verbouwde “De Kempen” . Een hoogtijdag voor de familie Baijens en een versteviging van haar reeds verworven reputatie op culinair gebied en een aanwinst voor Heeze.

In de ochtend van deze vrijdag kwam pastoor-deken C. Berkelmans, vergezeld van twee misdienaars, het nieuwe gedeelte plechtig inzegenen. Om zes uur in de namiddag trad burgemeester Cox aan voor het verrichten van de officiële opening. De jongste telg uit het gezin Baijens, de negenjarige Hanneke, bood de burgemeester een grote sleutel aan waarmee deze de nieuwe buitendeur opende. Vervolgens betrad de burgemeester het vernieuwde restaurant, met in zijn gevolg onder anderen wethouder C. Buysen, gemeentesecretaris De Vries, industriëlen, afgevaardigden van verenigingen en instellingen alsook tal van vrienden en bekenden van Louis en An Baijens.

In zijn toespraak vestigde de burgemeester er de aandacht op dat Heeze inmiddels goed voorzien was van zaken op culinair gebied. Hij gewaagde van de pioniersarbeid van Peer van Dijk en Drieka van den Berg (Drieka was niet juist, dit moest Johanna zijn), die een eeuw geleden met een "eethuisje" waren begonnen. Voor twee kwartjes kon men er een koffietafel krijgen. (Peer van Dijk en Johanna van den Berg legden met hun logement de basis voor het latere Hotel Van Dijk.) Met lof aan de architect en felicitaties voor de familie Baijens en haar personeel verklaarde burgemeester Cox het restaurant voor geopend.(6)  

Op 16 november 1963 hield de familie van het geslacht Baijens in Rôtisserie "De Kempen" een geslaagde familiereünie. De aanleiding voor dit gebeuren was het gereedkomen van een boekwerk over het geslacht Baijens.(7)  

Nieuwe onderscheidingen

In het voorjaar van 1966 werd Louis Baijens bevorderd tot Commandeur in de Confrèrie des Chevaliers du Tastevin. Chevalier in deze orde was hij al vanaf 1957. Het verkrijgen van dit commandeurschap had de heer Baijens te danken aan de voortreffelijke wijze waarop hij de bourgogne-wijnen serveerde. En aan de wijnkelder die hij met smaak, in alle betekenissen, had aangelegd; kortom, aan zijn propaganda voor deze wijnsoort. Hiermee was het aantal eretitels van de heer Baijens nog niet uitgeput, want alsof het gisteren was, werd hij ook benoemd tot Maître Rôtisseur van de Franse Chaine des Rôtisseurs. Deze onderscheiding kreeg hij in de zomer van 1966 uitgereikt in het kasteel van Marchant d'Ansembourg in Luxemburg. Mevrouw Baijens, gastvrouw in het restaurant, werd tegelijkertijd geïnstalleerd in de nieuwe orde als Dame du Maïtre Rôtisseur.(8) Daar bleef het niet bij. Tijdens een bijeenkomst van de Confrèrie de la Chaîne des Rôtisseurs in Heeze werd Louis benoemd tot conseiller culinaire en zijn chef-kok Grandjean tot chef-rôtisseur. Dit bezoek was een heel gebeuren met onder andere een ontvangst op het gemeentehuis, waar burgemeester A. van Agt met trots en overtuiging zijn gemeente presenteerde. Gilde St.-Agatha bracht een vendelhulde. Na dit alles volgde in "De Kempen" een vele uren durend "diner amical" waarbij vanzelfsprekend de witte en zwarte brigade van Baijens hun beste beentje voorzetten.

Het menu luidde als volgt (tussen haakjes de bijgeschonken wijnen):

Jambon de Montagne de Savoy. Salade Waldorf (Riesling Brandluft 1964). Consommer de Gibier. Quenelles de Brochet Lyonaise (Meursault). Poularde de Bruxelles à la Broche (Côtie Rotie 1961).  Frommage Hollandais (Comtes de Chartogne Cuvée speciale de grands vin de Bourgogne). Parfait à l’Orange. Mocca.

Zowel de ontvangst op het gemeentehuis als het diner werden opgeluisterd door Het Brabants Koor uit Eindhoven onder leiding van pater Smulders (het destijds befaamde Tivolikoor).(9)

Een ster in de Guide Michelin

Het kon niet uitblijven, maar toch nog onverwacht kreeg Rôtisserie "De Kempen" een Michelinster toegekend. Wat waren de familie Baijens en het personeel trots. Tot dan toe waren er in Nederland nog maar een tiental Michelinsterren toegekend. In Noord-Brabant was Rôtisserie "De Kempen", na Chalet Royal in Den Bosch en "Mirabelle" in Breda, de derde. Helaas, tijdens een vakantie van Louis en An in 1971 werd hun de Michelinster weer afgepakt. Maar de klantenkring was groot en van grote klasse, en dat bleef zo.

Jarenlang bracht Louis zijn vakkennis over aan leerlingen van het horeca- vakonderwijs en deelde hij met hen zijn rijke ervaring. Zo heeft ook Hans van Manen, de huidige exploitant van Restaurant D'n Doedelaer in Heeze, een gedeelte van zijn praktijkervaring bij Louis Baijens opgedaan.

Louis en An vonden het in 1978 welletjes en droegen de zaak over aan hun zoon Jos Baijens. In 1977 verhuisden zij naar Someren waar zij een twintigtal jaren woonden. Om gezondheidsredenen zagen zij zich in 1997 genoodzaakt hun intrek te nemen in een appartement in Eindhoven.

Noten

1           Mevrouw Guusje Veldhuizen uit Heeze had rond 1990 plannen om een artikel te schrijven over de Rôtisserie "De Kempen". Na een interview met de familie Baijens en een van de koks maakte zij een aanzet daartoe. Later zag zij echter van het maken van het artikel af en stelde zij haar materiaal ter beschikking van de auteur van deze historie. In dit hoofdstuk is daar enige malen uit geciteerd. Zie ook Spit en grill in hoofdstuk 10: Twee impressies.

2           Archief gemeente Heeze, bevolkingsregister.

3           Streekarchief Regio Eindhoven te Eindhoven (verder: SARE). Eindhovens Dagblad, 22 juni 1961.

4           SARE. Eindhovens Dagblad, 2 april 1966.

5           SARE. Archief van de gemeente Heeze, raadsbesluit van 27 augustus 1897 (fiche 4, folio 176).

6           SARE. Eindhovens Dagblad, 29 november 1962 en 1 december 1962.

7           SARE. Eindhovens Dagblad, 15 november 1963.

8           SARE. Eindhovens Dagblad, 2 april 1966.

9           SARE. Eindhovens Dagblad, 21 november 1966.

 

 9

Teloorgang

1982-1988

Het bleek zoon Jos jammer genoeg niet mee te zitten met zijn zaak, zodat hij er na enige jaren van af moest zien. Het gebouw werd op een openbare veiling in 1982 aangekocht door C. Gijsbers, destijds wethouder in Heeze. Hij verhuurde in 1983 het pand aan de heer Snijders uit Eindhoven. Deze degradeerde het befaamde etablissement tot een soort café-disco. Het had uiteraard ook gevolgen voor de naam. Die werd, en ditmaal voor de laatste keer, omgedoopt in Café De Kempen. Onder deze naam ging het gebouw in 1988 roemloos ten onder.

De heer Gijsbers verkocht in mei 1988 de gewezen rottiserie aan de Eindhovense projectontwikkelaar Genamij B.V. Deze droeg het gebouw over aan Edah Supermarkt. In juli 1988 kwam het pand onder de slopershamer. Zo nam Heeze afscheid van deze historische uitspanning en verdween de vermaarde rôttiserie definitief uit het dorpsbeeld.(1) In plaats daarvan kwam op deze plek de supermarkt van Edah. De fraaie tuin van weleer werd een parkeerterrein.

Noot

1           Streekarchief Regio Eindhoven te Eindhoven (SARE). Eindhovens Dagblad, 28 juni 198 en 7 juli 1988.

 

10

Twee impressies

Tot besluit willen wij de lezer een tweetal aardige impressies over de inmiddels verdwenen Rôtisserie "De Kempen" niet onthouden.

Als eerste schetst de voormalige kok Dick, uiteraard vanuit zijn gezichtsveld, de situatie bij Louis Baijens rond de in 1957 in gebruik genomen spit en grill. Hij heeft deze story eertijds verteld aan Guusje Veldhuizen die het verhaal op schrift stelde.(1) Hier volgt, met dank aan Dick en aan Guusje:

Spit en grill "

Een rage ging over Nederland. De gebraden kip maakte furore, vers gebraden in de pan. Vijf à zes van die naakte beestjes op een kluitje in een grote pan. Lekker bakken, mooi bruin kontje, geurig goud-geel velletje - en mensen..., smullen maar!

Voor fl. 5,50 met-alles-erop-en-eraan, inclusief compôte en verse frieten. Vooral dat laatste, die frieten!!... de zenuwen kregen we er van: achter de schermen 100 kilo's piepers schillen, ontpitten, friet snijden, blancheren en in het vet. Hè, hè, wat een werk! Hoe krijgen ze het verzonnen, dacht je toen als jong broekje, maar ja, doorgaan en niet mauwen!!

Maar veel pannen met veel kippen is ook niet alles, dacht de 'Baaij' (zo werd hij genoemd in het dorp, zoals zijn vader vroeger in Eindhoven), ergens moet ik nog een spit hebben, zo'n ding waar de kiepen aan een stangetje hangen, ronddraaien en bruin en gaar worden. Het ei van Columbus was gevonden; minder boter en vooral lekkerder, dat was het voornaamste! De gasten waren wild enthousiast. Maar..., 60 gebraden haantjes in een weekend (!) en er pasten er maar vier tegelijk aan het stangetje, grilltijd drie kwartier... Kon je nagaan hoe lang de wachttijd was, nachtwerk werd het toen! Kwam tijd, kwam raad! Uitbreiding (nog een hobby van de Baaij!), nóg een grill er bij, zo eentje waar 24 beestjes tegelijk werden geroosterd en als klap op de vuurpijl: een spit voor 'n héél speenvarken!

Tijssens was de man, die kon dat wel maken, maar wat kwam dáárbij kijken ..., nooit gedach ..., dikke kabels, nieuwe stoppen, nog meer stroom, andere kabel van de gemeente, de straat open, zand en blubber, je kent dat wel!(2) De mensen in het dorp: "de Baaij is weer bezig!"

Het spit kwam er, mooi en groot en ... hoe kregen ze het weer verzonnen... in geel en rood koper!! Olléé, poetsen jong, elke avond met liters koperpoets! Maar het werkte geweldig; hele ritsen haantjes in drie kwartier geroosterd van boven naar beneden. En héét, gloeiend man, dat was niet te doorstaan ... een koperen ploert! Na een weekend vóór de grill waren niet alleen de kiepen bruin... óók de koks!"

Tot zover Dick Overbeeke.

De tweede impressie geeft de journaliste Wilma Born met een artikel in haar boek Restaurants in Nederland (pagina's 112-113: uitgave omstreeks 1968, helaas geen datum).

Wina Born:

"De Rôtisserie De Kempen in Heeze (12 km van Eindhoven in de richting Venlo) moet eens een echt Brabantse dorpsherberg geweest zijn. De serre herinnert nog aan die tijd. Nu echter is deze rôtisserie een gezellig smulrestaurant, dat in zijn sfeer ietwat Frans, zelfs ietwat Bourgondisch aandoet, met zijn vele donkere hout, zijn rijkdom aan planten en zijn intieme hoekjes. Het is een restaurant waar vele wijnhandelaren elkaar ontmoeten, en dat is voor een restaurant altijd een aanbeveling. Immers wijnhandelaren hebben een moeilijke smaak, een zeer ervaren smaak ook, die door vele reizen naar Frankrijk verwend en kieskeurig is geworden.

Het was een stille, doordeweekse avond in het najaar, toen wij hier afstapten en, om wat bij te komen van de lange autorit, een glas sherry bestelden. En toen gebeurde er iets, wat maar hoogst zelden gebeurt in onze vaderlandse restaurants en café's, de ober vroeg mij, wat voor sherry ik wenste, een zeer droge dan wel een ietwat "rondere" of een medium. Het is vreemd, dat dit zo zelden gevraagd wordt, want deze vraag ligt toch zeer voor de hand. Er zijn immers zovele typen sherry en smaken verschillen (gelukkig). In Heeze werd mij echter naar mijn sherry-voorkeur gevraagd en er werd mij precies de sherry van mijn smaak geserveerd.

(Men zou voor zich eens een kleine enquête moeten houden in verschillende eethuizen, en eens vragen naar echte sherry-typen, zoals Manzanilla, Arnontillado, Fino, men zou verbaasd staan. Merken, ja die kent men wel, maar met kennis van typen is het nog maar heel treurig gesteld, en dat in dit sherry-drinkende land...).

Wie houdt van spelen met vuur en wie graag de vlammetjes ziet dansen in de pannen en weerspiegelen in de ogen van zijn ongetwijfeld charmante disgenote, die moet zonder dralen naar Heeze, want daar komt de pyromaan overvloedig aan zijn trekken. Wij begonnen ons diner met een kreeftesoep, waar een flinke scheut Cognac aan te pas kwam en waar vrolijk de vlam in ging. Nu kan men even de wenkbrauwen optrekken over deze show, maar de soep die werd opgediend was zo ongelofelijk goed met zoveel verrukkelijke verse kreeft erin, dat men over de show vergevensgezind glimlacht. Ons hoofdgerecht bestond uit jachtschotel. Maar dan èchte jachtschotel van wild (haas en ree als ik mij niet vergiste), met een saus uit duizenden, die ik genietend met een stukje stokbrood opdipte (geen beter voertuig voor saus dan eerlijk stokbrood). Voor mijn tafelgenoot was er een Tournedos Stroganoff, waarover de vlammetjes lustig speelden met de wodka. Wij dronken hierbij een rode Hermitage Rochefine '59 (die is er niet meer, u kunt nu een schoonheid van een '61er drinken, die zeker even mooi is als de '59er was: f. 27,50). Een Hermitage is in Nederland nog tè weinig bekend - maar wat een schoonheid met zijn flonkerende amethysten gloed en zijn rijpe fluweligheid en zijn diep smeulende vuur die hij dankt aan de hete Rhône-oevers. En wat een wildwijn met zijn donker temperament en zijn rijke kruidigheid. Er liggen al weer opvolgers te wachten in de kelder van Rôtisserie de Kempen, de '66ers (f. 20,25) die in 1970 al aardig op dreef kunnen zijn, maar over een paar jaar een wonder zullen wezen. Het dessert was een Ierse koffie, waarin ook weer uitbundig de blauwe whiskey-vlammen sprongen.

Een diner zoals hier beschreven zal u op omstreeks f. 25,- komen zonder de wijn. Maar u kunt hier een alleraardigst menu krijgen voor f. 19,25, van vier gangen met als hoofdschotel een kalfsbiefstuk. En de uitstekende wijn van het huis (ik zei u al, dat hier veel wijnhandelaren komen) kost u f. 8,75 per fles en daarmee bent u nooit bekocht. En wilt u de grote specialiteit van de chef proeven, bestel dan in voorjaar en zomer de entrecôte à l'os, een machtige, sappige entrecôte, op het been geroosterd, en voorzien van allerzaligste kruidenbotertjes, waarvoor een aantal van de 43 kruiden uit de kruidentuin achter het huis zijn gebruikt."

Tot zover Wina Born.

Noten

1           Zie ook noot 1 van hoofdstuk 8: Familie Baijens, 1953-1982.

2           Firma Tijssens, elektrotechnisch bedrijf in Heeze. 

 

Bijlage l

Genealogie-Van den Berg (fragment)

Petrus Nijssen x Maria Adriaans Cuijpers,

van dit echtpaar zijn drie kinderen bekend onder wie:

Adrianus Petrus Nijssen van den Bergh, * 7 juni 1698(1)  

x

4 oktober 1722

Geertrui Jan Claus.

 Uit dit huwelijk zes kinderen onder wie:

Jan Arien Peter van den Berg, * 7 januari 1727

x

21 juli 1748

Jacomijn Hendrik Bax.

 Uit dit huwelijk negen kinderen onder wie:

Gerardus van den Berg, * 26 april 1752

x

23 februari 1800

Francisca Henricus Bennes (afkomstig uit Hamont (België)).

 

Gerardus was leerlooier. Het gezin woonde aan de Voort (ook Oude Voort genoemd) gelegen in de buurt van het voormalige Vorsven (nu omgeving Kruisboomstraat) en vanaf 1791 op Eymerik. Van dit echtpaar zijn zes zonen bekend onder wie:

a       Adrianus van den Berg, * 17 november 1787. Hij werd leerlooier en is ongehuwd overleden te Heeze op 8 januari 1866. Hij was de koper van het woonhuis en smederij van Simonis.   

b       Jan van den Berg, * 15 maart 1785. Deze huwde met Petronella   Maas, dochter van Gerard Laurens Maas en Wilhelmina Janse             Martens. Uit dit huwelijk zijn elf kinderen bekend onder wie Frans          van den Berg, * 8 januari 1813, die de grondlegger zou worden van      het etablissement.

 

Frans huwde op 25 augustus 1838 met Petronella Jansen. Zij krijgen zeven kinderen, te weten:

1       Martinus Nicasius van den Berg, * 20 juli 1839, aannemer, later ook rijtuigverhuurder. Hij is op 29 september 1877 in Heeze gehuwd met Wilhelmina Mastenbroek, naaister. Zij was een dochter van        Wilhelmus Mastenbroek en Antonet van de Kerkhof.

2       Maria Antonetta van den Berg, * 13 mei 1841, en op 13 mei 1865 in Heeze gehuwd met Wilhelmus van Dijk, landbouwer, zoon van Jan  van Dijk, voerman, en van Maria Ceelen.

3       Francisca Josephina van den Berg, * 17 januari 1843, logement- houdster, in 1896 gehuwd met Johannes van den Heuvel, zoon van  Gerardus van den Heuvel en Johanna van Gastel.

4       Petronella Martha van den Berg, * 11 september 1844, op 28 april 1877 in Heeze gehuwd met Jan Deelen, zoon van Jan Deelen en Jenna Maria Koolen. Hij werd molenaar in Woensel. (Een zoon van hen, Johannes Franciscus Deelen, werd hoofd van een school in Eindhoven en later di- recteur van de C.H.V. in Veghel.)

5       Henricus Alphonsus van den Berg, * 14 november 1845, aannemer, in 1877 gehuwd met M.A. Friesen uit Boxmeer. Was getuige bij het huwelijk van zijn zuster Francisca in 1896 en staat daar te boek als landbouwer.

6       Johanna Maria van den Berg, * 18 oktober 1850, religieuze te Schijndel.

7       Martha Maria van den Berg, * 25 januari 1852, op 31 januari 1880 in Heeze gehuwd met Wilhelmus Cornelis Verschuren, voerman, Geldrop, zoon van Martinus Verschuren en Huiberdina Breviert.

 

Noot

1           Zie voor de toevoeging 'Van den Bergh': Streekarchief Regio Eindhoven te Eindhoven (verder: SARE). Archieven van de schepenbank Heeze, Leende en Zesgehuchten, inventarisnummer 1674, folio 78; verder het (privé-)archief van C.S. Smit uit Heeze: Bakx, 17 en 19.

De gegevens van deze fragment-genealogie zijn vooral aangetroffen in de doop-, trouw- en begraafregisters (DTB), de akten van de burgerlijke stand en het bevolkingsregister van Heeze, berustende in SARE.   

 

Bijlage II

Akte van eerbied 

Hier volgt de transcriptie van een akte van eerbied met bijbehorend procesverbaal, verleden voor notaris H.M. Freher te Heeze op 25 juli 1838, ter verkrijging van de toestemming van het echtpaar Jan en Petronella van den Berg-Maas te Heeze voor het huwelijk van hun zoon Franciscus van den Berg met Petronella Jansen uit Heeze.(1)

"Compareerde(2) voor mij, Hendrikus Markwartus Freher, openbaar notaris, resideerende te Heeze, kanton Helmond, arrondissement Eindhoven, provincie Noord.-Braband, in de tegenwoordigheid der na te noemen getuigen, Franciscus van den Berg, zonder beroep, wonende te Heeze voormeld, oud vijfentwintig jaren zooals door denzelven verklaard is. Zijnde hij, comparant(3), een zoon van Jan van den Berg, timmerman, en van Petronella Maas, zonder beroep, beide te Heeze voormeld woonachtig.

Gevende hij, comparant, te kennen, voornemens te zijn zich ten huwelijk te begeven met Petronella Jansen, zonder beroep, mede te Heeze voormeld woonachtig, natuurlijke dochter van Martina Jansen (overleden).

Doch dat de genoemde ouders van hem, comparant, niet hebben gelieven in te willigen het verzoek om hunne toestemming te geven tot dat huwelijk, hoezeer op het gedrag der gemelde Petronella Jansen niets te zeggen valt. Waardoor hij, comparant, zich gedrongen ziet gebruik te maken der middelen welke de wet daartoe aan de hand geeft, hebbende hij diensvolgens verklaard zijne ouders bij deeze akte voor de derde maal onderdanig te verzoeken hunne toestemming te verleenen tot het voltrekken van het huwelijk hetwelk hij, comparant, voornemens is aan te gaan met de genoemde Petronella Jansen.

Waarvan akte.

Gedaan en verleden binnen Heeze voornoemd ten kantore van mij, notaris, heden den vijfentwintigsten julij achtienhonderd achtendertig, in de tegenwoordigheid van Gijsbertus Branten, veldwachter, en Jan van Deursen, timmerman, beide te Heeze voormeld woonachtig, als getuigen hiertoe verzocht, welke deze [= akte, v.d. H. ] met den comparant en mij, notaris, na gedane voorleezing geteekend hebben."

Was getekend: Franciscus van den Berg, Gijs Branten, Jan van Deursen, H.M. Freher, notaris. 

Aan deze akte is het volgende proces-verbaal gekoppeld:

"Op heden den vijfentwintigsten der maand julij des jaars eenduizend achthonderd achtendertig des morgens om zeven uren hebben wij, ondergeteekenden, Hendrikus Markwartus Freher, openbaar notaris, resideerende te Heeze, kanton Helmond, arrondissement Eindhoven, provincie Noord-Braband, vergezeld van Gijsbertus Branten, veldwachter, en Jan van Deursen, timmerman, beide wonende te Heeze, als getuigen hiertoe, ons vervoegd ten woonhuize van Jan van den Berg, timmerman, en van zijne huisvrouw Petronella Maas, zonder beroep, beide wonende te Heeze voormeld, en aldaar spreekende met Jan van den Berg, timmerman, en zijne huisvrouw Petronella Maas, zonder beroep, beide wonende te Heeze, hebben wij aan dezelve opgaaf der reedenen van dit, ons vervoegen, gedaan en is door den voornoemden notaris aan hun voorgelezen het hierboven vermelde door genoemden Franciscus van den Berg gedane verzoek, waarop de gemelde Jan van den Berg geantwoord heeft dat genoemden, zijnen zoon, bekend is met de redenen die hun bewegen om hunne toestemming tot de hiervoor bedoelde echtver- bintenis te weigeren; bij welke weigering zij verklaren tot nog toe te blijven volharden; met welke verklaring de genoemde Petronella Maas zich vereenigd en alzoo mede hare toestemming tot voorschreven huwelijk blijft weigeren. Op de aanvraag aan hun gedaan om hun antwoord te teekenen, hebben zij verklaard zulks niet te willen doen; van welk verzoek, voordragt, antwoord en verklaring akte verleend is.          Ingevolge van hetwelk door den genoemden notaris is voortgegaan met het opmaken en collationeeren van een afschrift van het tegen-woordig procesverbaal en zulks onafgebroken ten woonhuizen van genoemden Jan van den Berg, en met denzelve Jan van den Berg en zijn genoemde huisvrouw sprekende en aan dezelve dadelijk het gemelde afschrift door notaris en getuigen voormeld onderteekend ter hand gesteld.

Waarvan het tegenwoordig procesverbaal is opgemaakt en gesloten ten woonhuize van Jan van den Berg voornoemd.

Op dag, maand en jaar als in het hoofd dezes vermeld staat des smorgens om zeven uren.

En hebben de twee in het hoofd dezes genoemde getuigen dit procesverbaal met mij, notaris voornoemd, na gedane voorleezing geteekend.”

Was getekend: Gijs Branten, Jan van Deursen, H.M. Freher, notaris.

 

Noten

1           Streekarchief Regio Eindhoven te Eindhoven (SARE). Notarieel archief Heeze, notaris Freher, 1838, aktenummer 99, 25 juli. De hier getranscribeerde akte van eerbied is de derde en laatste    geweest in de procedure om de huwelijkstoestemming te verkrijgen. De twee andere gelijkluidende akten dateren van 25 mei 1838 en 15 juni 1838. Zie hoofdstuk 3: Frans van den Berg, 1839-1893; zie ook noot 6 bij hoofdstuk 3.

2           Compareerde: van 'compareren' = op een bepaalde plaats verschijnen, in het bijzonder voor een notaris of rechter.

3           Comparant(e) = hij (zij) die verschijnt voor een notaris, een rechter enz. om een akte te  doen opmaken. 

 

Ga terug