Het geslacht van Litsenburg in Heeze Leende

Heemkronijk jaar:1987, jaargang:26, nummer:1, pag:27 -35

HET GESLACHT  VAN LITSENBURG IN HEEZE LEENDE

door: A.F.N. van Asten

 

De eerste van Litsenburg die wij in de Meierij van Den Bosch vonden was Willem Donder(s) van Litsenburg. Hij woonde in het dorp Leende, 10 km. ten zuiden van Eindhoven, in de periode van 1560 tot 1624. Op 29-03-1624 maakten Wyllem Donders van Lytsenboerch, krank te bed en Jenneke Bus, hun testament te Leende (1).

Marijken, dochter wijlen Reynder Bussen, met hare momber, heeft verkocht aan Willemen Donder van Litsenburgh, haar zwager, al haar goederen haar ten deel gevallen bij scheiding en deling van haar ouders en wel op 9 febr. 1588 (2). In 1610 zijn de schepenen van Heeze-Leende ten verzoeke van Willem die Litsenborch, geweest ten huize tot Strabregt (Heeze) waar Jacop van Veldhoven woonde, bij Anna Sweers voor haar bed, waar Anna vermits haar ouderdom op lag. Ze hebben Anna gevraagd, wat kennis zij had van de rente van f 2,- ‘s jaars die Joosten Reymen Bussen, haar neef, opgedragen had en waarvan de brief onvindbaar was.

Anna verklaarde hierop, dat zij geen kennis van die brief had, maar toen zij tot Leende ten huize van Willem den Litsenborch in de kraam was, dat zij Joosten voornoemd, toen had horen zeggen, dat de brief achter zijn paard in een stijl stak en dat ... (3).

Op een lijst met namen van inwoners uit Leende over de schade die zij geleden hadden door legers die voorbijtrok ken, staat te lezen: ”Willem van Luxenborch: 8 gld. d.d. 1601" (4). Dat de naam van Willem van Litsenburg is afgeleid van "Luxemburg", is trouwens heel duidelijk te lezen in diverse andere schepen-akten uit Heeze-Leende. Een er van is zelfs zeer duidelijk en luidt aldus: Wyllem Donders van Litsenboerg geeft volkomen last en procuratie aan Jan Wijllems, zijn zoon, om te heffen en beuren (ontvangen) alzulke twee honderd gulden, lytsenborger waarde of honderd brabantse gulden. Deze som staat te ontvangen op een klooster genaamd, Synt Janspedael tot Tryer gelegen achter de Dom en Willem geeft aan Jan, zijn zoon, last om te ontvangen en een kwitantie daarvan te geven enz. Deze akte was gedateerd 29 maart 1624. Hierbij waren de testes (getuigen):  Jacop Bluyssen, absent (sic!!!) en Han ryck Joost Goossens Sohepenen in Leende (5).

 

De stamboom van Litsenburg wordt dus:

I-A. Willem van Litsenburg, wonend te Leende, geboren rond 1560 en overleden in 1624. Willem was gehuwd met Jenneke Bussen, een dochter van Reijm Bussen.Als hun kinderen o.a.

1. Jan van Litsenburg, volgt II-A;

2. Petrus van Litsenburg, volgt II-B;

3. Catharina van Litsenburg, zij huwde voor de pastoor in Leende op 06-11-1625 (R.A. Leende 2) met Joannis Peter Dingens.

II-A. Jan van Litsenburg (zie I-A), geboren rond 1599 te Leende. Met wie hij trouwde is me onbekend. In 1635 wordt hij in een akte genoemd, tezamen met Peter Willems Litsenborch, zijn broeder (6). Ook in 1650 wordt hij nog genoemd als wonend in Leende (7). Zijn zoon is waarschijnlijk:

1. Jacob Jan van Litsenburg, volgt III—A. Ik heb nog te weinig gegevens om het te bewijzen.

II-B. Peter van Litsenburg (Zie I-A-2). Hij huwde op 13- 01-1615 te Leende met Margaretha Joannes Tielkens. In een schepenprotocol van 1624 lezen wij: "Peter, zoon van wijlen Willem Duard van Litsenborch, man van Margreten, dochter wijlen Jan Tielkens (8). Kinderen van Peter en Margriet waren:

1. Jan van Litsenburg (volgt III-B);

2. Henrica van Litsenburg. Zij overleed te Leende op 21-O7-1682. Beiden worden genoemd in R.A. Heeze R 98, d.d. 1665 te Leende.

3. Peter van Litsenburg? waarschijnlijk;

4. Johanna van Litsenburg? idem;

5. Catharina van Litsenburg? idem.

De laatste drie personen treden nl. op als doopheffers bij de kinderen van III—B.

III-A. Jacob Jan van Litsenburg (zie II-A-1) qeboren 1625- 1630, trok naar het nabij gelegen Heeze. Hij huwde met Persijn ]anssen. In 1676 was hij een der borgemeesters in Heeze. Reeds in 1667 kocht Jacob Janssen, geboortig uit het land van Litsenburgh een stuk grond van Hendrick Jan van Asten te Heeze (9)

Dat Jacob van Litsenburg niet onbemiddeld was, blijkt uit de kapitalen, die hij in verschillende jaren uitleende aan het corpus (de gemeente) van Heeze.

Op 01-07-1674 f315,- no.22 van de lijst van genegotieerde kapitalen.

Op 16-11-1676 f500,- no.38 van de lijst van genegotieerde kapitalen.

Op 03-03-1677 f400,- no.39 van de lijst van genegotieerde kapitalen.

Op 16-     -1675 f400,- no.28 van de lijst van genegotieerde kapitalen.

Aldus een lijst van betaalde interesten wegens genegotieerde kap volgens resolutie van 31-10-1695, bij borgermeesters-rekeningen in het G.Arch. te Heeze.

Jacob van Litsenburg overleed vóór 1688. Posina Janssen zijn weduwe, doet op 02-05-1690 afstand van haar goederen ten gunste van haar kinderen. Bij deze erfdeling (10) in een akte voor de schepenen van Eind hoven gepasserd, kreeg Jan de oudste zoon o.a. de som van f1282,-10-0. = (f1282,50) en een huis met aangelag te Heeze en een halve akker op de Beeksche Donck.

Kinderen van Jacob en Posijn (heb ook al eens gelezen Josijn): 

1. Jan jacobs van Litsenburg (volgt IV-A);

2. Hendrik Jacobs van Litsenburg (volgt IV-B);

3. Walburgis van Litsenburg. Zij huwde als Walburgje met Gerrit Jan van Exel, die eveneens in Heeze woonde en er smid was. Hij heette soms Geerit Smits van Exel en overleed reeds rond 1677. Walburgh leefde nog te Heeze in 1714, want dan wordt ze nog genoemd als: Walburgh weduwe van Geerit Jan de Smith (11);

4. Maria van Litsenburg. Zij huwde met Anthonis van Can of Teunis Jan van Kamp, eveneens wonend te Heeze en overleden voor zijn vrouw; hij heeft aldaar gewoond op de Hezerenbosch. In de lijst van 1696 met de inwoners, staat onder de Hezerenbosch: Marie-weduwe Tonis van Can met haar kinderen: Frans, Jan, Jacop, Catelijn, Anthonet, Jacomijn en Anneken (1-4-3).

III-B. Jan van Litsenburg. Hij woonde te Leende. Volgens schepenprotocol van 18-o6-1683 verkocht Hendrick Jacob van Asten uit Leende, aldaar een stuk grond, belendend Geertuij de weduwe van Jan den Litsenburger (12). Zijn vrouw was Geertuy Hannen eveneens uit Leende. Zij moet rond 1713 overleden zijn want op 27- 06-1713 was er een scheiding en deling tussen hun erfgenamen. De zoon Jan kreeg toebedeeld een huis, hof en aangelag gelegen in de parochie van Leende, "aan het hannen eynd", verder een obligatie van f200,- genegotieerd op 19-02-1674 enz. Bij deze deling kreeg Heylken dr. van Geerit van Lyshout ook diverse gronden enz.; zie hierover ook R.A. Heeze R104, folio 295 d.d.1713 en R.A. Heeze R154, folio 144 d.d.27-6-1713. Kinderen van Jan en Geertruy waren o.a.:

1. Jan van Listenburg, geboren te Leende op 24-08-1642 en aldaar overleden 24-07-1713, doopheffers waren Adrianus Adriaan Nasen en Catharina Litsenburger;

2. Wilhelmus van Litsenburg, geboren te Leende 13- 01-1640, doopheffers Joannes Hannen en Egidia Petri Litsenburg uxor;

3. Jenneke van Litsenburg, zij werd te Leende geboren op 08-07-1638 en huwde met Geerit van Lijshout. Hun dochter Heijlke van Lyshout huwde er met Peter Hendrick Coox; zij hertrouwde te Leende op 26-07-1707 met Wouter Wouter ‘s Vossen, jongeman uit Leende. Uit dit laatste huwelijk werd geboren Catharina's Vossen; die op 16-05-1734 te Leende huwde met Adriaan Pompen (zie stamboom Pompen);

4. Reynerus van Litsenburg, geboren te Leende 30-05- 1646, aldus R.A. Leende (3), doopheffers waren Adrianus Engelen en Henrica Peter Litsenburg filia. Denkelijk is deze Reinier jong gestorven.

IV-A.  Jan Jacob van Litsemburg (zie III-A-1) woonde te Heeze in de Eimerikstraat. Hij huwde voor de schepenen van Heeze-Leende op 30-05-1683 (R.A. Heeze 8, folio 152) met Catelijn Jacob Bitters uit Leende. Voor de pastoor van Leende was hij (volgens R.A. Leende  4) op 25-04-1683 met haar getrouwd als Catelijn Jacob Martens, jongedochter uit Leende, aldaar gedoopt op 24-03-1652 als dochter van Jacob Peter Bitters en Anthonia Engelen Martinus dochter. Jan van Litsenburg overleed in 1697. Zijn weduwe woonde te Heeze in de Eymerikstraat o.a. in 1714 met Peter, de zoon. Op 30 nov. 1697 verteerden een partij ruiters in diverse herbergen te Heeze als vo1gt:... bij de weduwe Jan Jacobs van Litsenburg  f2-15-0. Ook werd er door de borgemeester van Heeze in dat jaar aan haar de rente betaald van f500,- capitaal, zijnde f17-13-0.

Jan Geerit Deelen, in 1730 borgemeester van Heeze voor de Eimerikstraat en Rul, betaalde in dat jaar wegens geleende kapitalen aan Leyntjen, weduwe Jan Jacobs van Litsenburg, de haar toekomende interest; en wel de renten van leningen 22, 39, 81, 106 en 150 totaal van ongeveer f1750,- kapitaal. Niet weinig voor die tijd!!

Op 22 januari 1683 koopt Jan Jacob van Litsenburg een huis, brouwhuis en aangelag, groot ongeveer 25 roeden, van Johan Caspar de Laure, molenaar te Heeze en aldaar wonend. Dit huis kwam uit de verkochte erfgoederen van wijlen Pauwel Smidts, in zijn leven secretaris, schepen en notaris te Heeze geweest (13).

Het is dit huis, gelegen in de Eimerikstraat waarin zijn weduwe ook nog herberg hield in 1697. Kinderen van Jan en Catelijn zijn o.a.:

1. Jacob van Litsenburg, gedoopt te Heeze op 28-03-1684 met als doopheffers Hendrik Jacob van Litsenburg en Antonia Jacob Bitters. Verdere gegevens over Jacob van Litsenburg ontbreken mij;

2. Peter  van Litsenburg (volgt V-A);

3. Gielen of Michiel van Litsenburg. Deze 3 kinderen waren bij een telling in 1697 nog onder de 16 jaren oud.

 

IV-B. Hendrik van Litsenburg (zie III-A-2), geboren en wonende te Heeze. Ook hij trouwde, evenals zijn broer Jan, met een dochter van Jacob Bitters uit Leende. Voor de pastoor huwde te Leende op 29-06-1689 Hendrik v. L. met Gertrudis Jacon Bitters, gedoopt te Leende op 02-03-1657. Deze Jacob Marten Bitters uit Leende had 5 kinderen:

a. Peter Bitters, huwde in 1691 met Elisabeth Frans Jan Pompen;

b. Marie Bitters, zij huwde in 1684 met Jan Joosten Maes; 

c. Anneke Bitters, zij huwde in 1683 met Adriaan Jan Pompen; d. Gertrudis Bitters, zij huwde in 1689 met Hendrik van Litsenburg;

e. Catelijn Bitters, zij huwde in 1683 met Jan van Litsenburg. Deze huwelijken werden allen te Leende gesloten. Ook Hendrik van Litsenburg was niet onvermogend, gezien de kapitalen die hij bij de gemeente Heeze had uitstaan en waarvan hij o.a. in 1730 de rente ontving

Lening no.38  f500,-             lening no.111  f450,-

Lening no.71  f866-14-0      lening no.115  f200,-

Lening no.100  f500,-           lening no.132  f333,—(1/3 deel erin.)

In het jaar 1695 was Hendrik van Litsenburg borgemeester te Heeze. Volgens de haardentelling in Heeze van 1697 woonden er aldaar in de Eimerikstraat: Hendrik van Litsenburg met Geertjen de vrouw en Jacop, Martynis en Mary de kynder (2-3-0).

Volgens de lijst van de koster werd er in 1732, 9 stuiver doodgeld betaald van de vrouw van Hendrik van Litsenburg, in 1736 eveneens 9 stuiver voor Hendrik van Litsenburg zelf. Kinderen van Hendrik en Geertjen waren:

 1. Jacoba van Litsenburg, gedoopt te Heeze op 20-11- 1689 met als doopheffers Joannes Jacob van Litsenburg en Antonia Jacobs (=Bitters). Jacoba is vermoedelijk vóór 1697 gestorven;

2. Jacob van Litsenburg (volgt V-B);

3. Martinus van Litsenburg, geboren te Heeze in 1691 en overleden te Hilvarenbeek op 06-01-1756. Hij werd student aan de Leuvense universiteit (14) o.a. in 1713, later priester, rector te Gemert, pastoor in Hilvarenbeek en Vicarus Generaal van 's-Hertogenbosch. Hij werd de 9e Vicarius van 's-Hertogen- bosch (15);

4. Maria van Litsenburg, geboren te Heeze voor 1697;

5. Joannes van Litsenburg, gedoopt te Heeze op 27-11- 1697 met als doopheffer Jacob Jansen van Luxemburg.

V.A. Peter van Litsenburg (zie IV-A-2) geboren te Heeze rond 1690, huwde er op 06-12-1716 met Helena Goort Sijnen. Zij was een dochter van Goort Marten Sijnen uit Heeze en Maria Sassen. Een zuster van Helena Sijnen was jufftouw Catharina Sijnen, moeder op het begijnhof te Turnhout in 1749 (16). Een broer van Helena was heer Judocus of Joost Sijnen priester (17) en geboren in Heeze. In R.A. Heeze R104, folio 318 lezen we: Heer Sudocus Sijnen als lasthebbend van Sr. Rudolphus Sijnen, sijnen oom. d.d. 09-12-1713.

Door een der borgemeesters van Heeze werd op 1 april 1730 een rente van f10,- uitbetaald aan Helena Goort Marten Sijnen, weduwe van Peeter van Litsenburg. Als zodanig hertrouwde Helena met Arnoldus van Mierlo. Helena is niet lang er na gestorven, want in 1735 werd er voor haar 9 stuiver "doodschuld“ betaald aan de kerkmeesters van Heeze. Ook Arnoldus van Mierlo heeft haar slechts twee jaar overleefd. Hij werd in 1737 te Heeze begraven, eveneens 9 stuiver doodschuldl Volgens zijn testament waren zijn erfgenamen, zijn kinderen uit zijn eerste huwelijk:

a.Barthel van Mierlo, wonende te Luik;

b.Goossen van Mierlo, wonend te Aalst;

c. Anneke van Mierlo, gehuwd met Jan Berkven wonend te Aalst;

d. Hendriena van Mierlo, gehuwd met Peeter van Gerwen, te Aalst;

e. Maria van Mierlo, gehuwd met Antony Huybert Daems, wonend te Gysenrooy (Sesgehuchten);

f. Martinus Jan Souwen, wonend te Heeze, als weduwnaar van Jenneke van Mierlo.

Kinderen van Peter van Litsenburg en Helena waren o.a.

1. Catharina van Litsenburg, gedoopt te Heeze op 17- 10-1717 met als doopheffers Godefridus Marten Sijnen en Catharina Jacob Bitters;

2. Johannes Judocus van Litsenburg, gedoopt te Heeze op 29-12-1719, met als doopheffers Judocus Godefridus Sijnen en Anna Jacob Bitters;

3. Judocus van Litsenburg, gedoopt te Heeze op 20-03- 1722;

4. Maria Catharina van Litsenburg, gedoopt te Heeze op 09-11-1724 huwde er met Johannes Hollen. Een dochter: Helena Maria Hollen huwde te Heeze met Willem Smulders; hij overleed te Heeze op 13-12- 1816 in de leeftijd van 70 jaar. Op 15-03-1763 ontvangt Maria Catharina van Litsenburg, huisvrouw van Jan Hollen, die in Duitsland vertoefde, een bedrag van f150,- kapitaal terug van de gemeente Heeze.

V-B. Jacob van Litsenburg (zie IV-B-2) werd te Heeze gedoopt..., hij huwde er op 16-06-1715 met Pretonella Deelen, gedoopt te Heeze op 05-08-1691 als dochter van Adriaan Mathijs Deelen en Hendriecken Hendrick Jacobs (van Velthoven). Zij werd ook genoemd Perijn Arien Deelen dochter. Jacob van Litsenburg was in 1715 borgemeester in Heeze voor Creyl en Strabrecht: in dat laatste gehucht woonde hij toen vermoedelijk. Volgens de dodenlijst van de koster in Heeze werd hij aldaar op 12-05-1762 begraven. Toen woonde hij "aan het kruys". Zijn vrouw heeft hem niet lang overleefd want volgens diezelfde lijst werd zij op 24-09-1762 begraven. De erfdeling van hun goederen geschiedde te Heeze op 05- 11-1762 (18) hierbij werden zes kinderen genoemd. Kinderen van Jacob van Litsenburg en Petronella:

1. Jacoba van Litsenburg, gedoopt te Heeze op 16-03- 1716. Zij huwde met Barthel van de Weijer, die in 1762 te Boxtel woonde;

2. Adrianus van Litsenburg, gedoopt te Heeze op 13-03- 1719 met als doopheffers Martinus Henricus van Litsenburg (de Vicarius) en Maria Adriaan Deelen. In 1764 woonde Arien van Litsenburg te Geldrop. Van hem verder niets bekend;

3. Henrica of Hendriena van Litsenburg, gedoopt te Heeze op 28-09-1722 met als doopheffers Mathias Adriaan Deelen en Francisca Joannis Vromans. Henrica huwde te Heeze op 02-02-1749 voor de schepenen met Peeter, zoon van Willem Ceelen-, den Ouden, evenals in Heeze geboren;

4. Joanna Maria van Litsenburg, gedoopt te Heeze op 29-10-1724. Zij huwde te Heeze op 14-07-1754 met Gerardus Hollen, uit Leende; Gerit was eerder we-duwnaar van Catharina de Bruijn en had bij haar 3 kinderen. Gerit Hollen was te Leende geboren als zoon van Marcelis Hollen en Maria Aert van Engelen. Johanna Maria was in 1762 reeds weduwe (19);

5. Peter van Litsenburg (volgt VI-A);

6. Geertruij van Litsenburg. In 1762 was zij meerderjarig en ongehuwd.

VI-A. Peter van Litsenburg (zie V-B-5) werd te Heeze ge doopt op 08-12-1726. Hij woonde te Heeze op de Ketsheuvel, het deel van de Eimerikstraat waar ongeveer de fabrieken van Vullinghs gelegen waren.  Op 19-01- 1755 huwde hij er voor de schepenen met Anna Maria Snieders, eveneens uit Heeze.

Op maandag 7 dec. 1733 had er in Heeze een openbare verkoping plaats bij Snieders in "Den Rooden Leeuw”.  Hij, Goyart, werd te Heeze begraven op 15-10-1763, gewoond hebbende aan de kapel. Op 31-01-1771 verkoopt Anna Maria als weduwe van Peter van Litsenburg een huis genaamd "het huis van Jan van Dommelen", aan Hendrik Mathijs Deelen (20) Dit huis met aangelag groot 28 roeden, was gelegen in de Eimerikstraat langs Laurens Snieders, dichtbij de kapel. Volgens de lijst van de koster werd op 11- 01-1782 begraven de vrouw van Peter van Litsenburg, gewoond hebbend op de Ketsheuvel te Heeze Kinderen? De van Litsenburgs bleken hiermee uit Heeze te zijn verdwenen

 

NOTEN

(1) R.A. Den Bosch: Heeze R. 85, d.d. 3-4-1624.
(2) R.A. Heeze R 82, folio 80 d.d. 1588.
(3) R.A. Heeze R 92, losse stukken, d.d. 1610.
(4) R.A. Heeze R 76, losse stukken, d.d. 1601.
(5) R.A. Heeze R 77, los stuk no. 4, d.d. 1624
(6) R.A. Heeze R 86,  d.d. 1635.
(7) R.A. Heeze R 87, d.d. 1650.
(8) R.A. Heeze R 93, folio 24 en 25, d.d. 1624
(9) R.A. Heeze R 98 folio 260, d.d. 11-11-1667.
(10) Eindhoven R 55, folio 107 verso, d.d. 1690
(11) R.A. Heeze R 104, folio334, d.d.1714 ook nog folio 293-294, d.d. 1713.
(12) R.A. Heeze R 100, folio 67 verso, d.d. 18-06-1683.
(13) R.A. Heeze R 100, folio 59, d.d. 22-01-1683.
(14) De Brabantse Leeuw, jaarg.7, b1z.85. "Naamlijst studenten door Pastoor H.Hens, jaar 1713.
(15) Kronijk van Heeze, door P.Dominicus de Jong.  O. C.R. blz. 26.
(16) R.A. Heeze R 111, folio 185, d.d.1749 en R.A.Heeze  R 104, folio 196 verso, d.d. 1711.
(17) De Brabantse Leeuw, jaarg.7, blz.81: Naamlijst studenten te Leuven door Rector H. Hens. Op deze lijst staat op blz.81: "Judocus Zijnen ex Hees". (=Judocus Sljnen). Dit moet zijn ex Heeze-Leende en niet Heesch zoals staat in jaarg. 8 blz. XVII. Ook Petrus van Dijck, 1710, is ex Heeze-Leende.
(18) R.A. Heeze R 114, folio 2O4 verso, d.d. 1762.
(19) Joanna Maria van Litsenburg, weduwe van Gerardus Hollen, renuncieert voor de 3 voorkinderen van Gerardus Hollen bij Catharina de Bruyn.
R.A. Heeze R 172, folio 131 verso, d.d. 04-03-1762

(20) R.A. Heeze R 117, folio 94 verso, 1771.

 

Ga terug