Uit de gemeentelijke oudheidkamer van geldrop, nr.3

Heemkronijk jaar:1987, jaargang:26, nummer:3, pag:97 -100

UIT DE GEMEENTELIJKE OUDHEIDKAMER VAN GELDROP

door: A.G.W.G. van Asten

 

MICHAEL OPHOVIUS, BISSCHOP VAN DEN BOSCH, IN GELDROP

1630 - 1636. 

Michael Ophovius werd geboren te 's-Hertogenbosch in 1570. In 1585 vertrok hij naar Antwerpen en trad daar toe tot de orde der Predikheren. Hij studeerde theologie in Bologna, in Rome en in Leuven, waar hij de graad van doctor in de Theologie behaalde.

Hij werd prior van zijn klooster te Antwerpen. Bekend is dat hij vele biechtelingen had, onder wie de bekende schil der P.P.Rubens.

In 1623 raakte hij verwikkeld in een politieke zaak te Heusden, waar Willem Adriaan van Horn het bevel voerde. In de veronderstelling, dat deze Van Horn niet ongenegen zou zijn de vesting Heusden aan de Spanjaarden over te geven, zond Aartshertogin Isabella Ophovius, die in Heusden het sterfhuis van zijn broer bezocht, naar Van Horn. Ophovius werd na dit gesprek gevangen genomen en naar Den Haag gevoerd. Achttien maanden zat hij gevangen totdat de Landvoogdes hem via een uitwisseling tegen enige staatsgevangenen vrij kreeg. Daarna volgde in 1626 zijn benoeming tot bisschop van ‘s-Hertogenbosch. Paus Urbanus VIII verleende op 22 juni 1626 daaraan zijn goedkeuring. De Bosschenaren juichten bij de benoeming van deze stadgenoot. Letterlijk is over de intocht van Ophovius in Den Bosch geschreven:

“ De tijdelijke commandant Rambicourt reed aan de spits zijner hoofdofficieren den kerkvoogd tot aan het fort Isabel tegemoet en begeleide de koets stadswaarts. Aan de poort ontving Ophovius, bij monde van den pensionaris, de gelukwenschen der stadsregering en reed daarop onder het bulderen van het kanon binnen de vesten. De kerkvoogd steeg bij St.Corneliskapel aan de Vughterpoort uit zijne reiskoets, kleedde zich in bisschoppelijk gewaad en werd door geestelijken der stad naar de kathedraal geleid”.

Er brak een moeilijke tijd aan voor de nieuwe bisschop, want wapengekletter maakte de hele Meierij onveilig, zodat aan visitaties in zijn bisdom niet te denken viel. Hoe moeilijk het werd, blijkt uit de belegering van Den Bosch door Staats/Hollandse troepen onder leiding van Prins Frederik Hendrik. Deze belegering duurde van 30 april tot 14 september 1629. Na de inname bleef Ophovius met toestemming van de Prins van Oranje nog enkele maanden in de stad, maar op 4 oktober 1629 moest hij de stad verlaten. Bekend is dat duizenden nieuwsgierigen waren toegestroomd, om te zien hoe de bisschop aan het hoofd van een schare priesters en monniken de stad uittrok op wagens, meevoerend wat niet achtergelaten mocht worden. Hij kwam nog tweemaal in zijn stad en verliet haar definitief op 20 november 1629. Na enige maanden door de Zuidelijke Nederlanden gereisd te hebben kwam hij op 18 maart 1630 naar Geldrop. Het is niet verwonderlijk, dat juist Geldrop als verblijfplaats gekozen werd, omdat hij zeer bevriend was met Amand van Horn, die het Geldropse kasteel bezat. Ook de ligging van Geldrop was gunstig: van hieruit kon hij via Heeze-Leende gemakkelijk Spaans grondgebied bereiken.

In het kasteel richtte hij een kapel in gewijd aan de H. Michael. Hij stond bekend als een stoer figuur en bekwaam bestuurder. Dit blijkt duidelijk uit de wijze waarop hij in deze moeilijke tijden zijn bisdom bleef besturen. Hij reisde door zijn bisdom, bezocht tweemaal Aken en reisde herhaalde malen naar de Zuidelijke Nederlanden. Ondanks arrestatiegevaar bleef hij. Slechts eenmaal –in 1631-, is hij overhaast gevlucht toen het gerucht de ronde deed, dat vele vooraanstaande geestelijken, onder wie de bisschop, gearresteerd zouden worden. Na enkele maanden was hij weer terug in Geldrop, waar hij priesters wijdde, draagbare altaren consacreerde en preekte in de openlucht. In verschillende parochiearchieven vinden wij stukken die uit deze tijd stammen. De Parochie van St.Servatius te Westerhoven bezit een Romeins Missaal, waarin een bijlage met gebeden voor de zegening van het St.Hubertusbrood met het volgende onderschrift:

 "Approbat Reverendissimus Dominus Michael Ophovius, Episcopus Buscoducensis has Benedictiones, quodque iisdem in Benedictione Panum St.Huberti, utipossit.

Datum Geldrop 2 octb. 1636 infra habebatur de Mandato Reverendissmi Domini praefati".

 

De bisschop had op het Geldropse kasteel een heel gevolg. Zijn broer Hendrik woonde er en ook zijn broer Jacobus, die hem vermoedelijk diende als koster en misdienaar. Eveneens zijn zusters Anna en Maria, zijn neef Petrus, als rentmeester en verder zijn kapelaan-secretaris pater Maximilianus Martini O.P. en de Officiaal van het bisdom, Everardus van Ravenstein.

Ophovius heeft een dagboek nagelaten met aantekeningen van zijn werkzaamheden.

In november 1636 verliet hij zijn tijdelijke residentie in Geldrop voorgoed vanwege de afkondiging van de z.g. retorsieplakkaten, die vele verscherpte maatregelen bevatten. Hij vestigde zich te Lier, maar verbleef ook dikwijls te Postel. Noch in Geldrop, noch in de Zuidelijke Nederlanden ontging er iets aan zijn aandacht. Zo wist hij met taaie volharding de jurisdictie over het Land van Ravenstein tegenover de Hertog van Neuburg te handhaven en eveneens wist hij het plan van de provinciaal-commandeur van de Vrijheid Gemert te vernietigen, om de jurisdictie van deze' Vrijheid aan de Luikse bisschop te onderwerpen. Bisschop Ophovius stierf in 1637 te Lier en werd begraven te Antwerpen in de Predikherenkerk in een graftombe, die zijn vriend Peter Paul Rubens reeds tijdens zijn leven had ontworpen.

 

Van de hand van Peter Paul Rubens bestaat een geschilderd portret van Ophovius. Het hangt in het Mauritshuis te ‘s- Gravenhage. Een kopie van dit schilderij hangt in onze Oudheidkamer. Het is afkomstig van oud-burgemeester Van Lanschot, die het bij zijn installatie op 4 september 1949 in Geldrop kreeg van zijn vader, de toenmalige burgemeester van 's-Hertogenbosch.

Naast deze kopie van het schilderstuk van Rubens heeft de Oudheidkamer bij het Prentenkabinet Paulus Swaens te Geldrop een originele gravure van bisschop Ophovius kunnen aankopen. Deze gravure is van Nicol van de Bergh en is omstreeks 1750 gemaakt naar het schilderij van P.P.Rubens.

 

GERAADPLEEGDE LITERATUUR

J.Coenen. Uit het verleden van Geldrop. Bloemlezing uit het werk van Jan de Vijver. Bijdragen tot de lokale geschiedenis van Geldrop, deel 4, Geldrop 1977

J.Peynenburg. Zij maakten Brabant Katholiek. 's-Hertogen-Bosch 1987

L.H.C.Schutjes. Geschiedenis van het Bisdom ’s-Hertogen-Bosch. St.Michielsgestel 1870-1876

Ga terug