De verering van Sint Job

Heemkronijk jaar:2001, jaargang:40, nummer:3, pag:39 -41

DE VERERING VAN SINT JOB

door: Gerard Rooyakkers

 

‘De heilige man Job’ werd in het begin van de 17e eeuw als patroon tegen pest en huidziekten aangeroepen in de Jobskapel in de buurtschap Ven. Na de sloop van de kapel in 1654 verplaatste de verering zich naar een Jobsboom, die tot in de 20e eeuw door bedevaartgangers werd bezocht. Vanaf 1834 werd Job ook vereerd in de parochiekerk, alwaar het gewijde jobswater verkrijgbaal was.

 

Topografie

Dorp en kerk

- Het dorp Heeze telt ongeveer 9.600 inwoners en is gelegen nabij Valkenswaard tussen Eindhoven en Weert. Behalve de hoofdplaats Heeze,omvat de gemeente een veertiental gehuchten en buurtschappen, waaronder Euvelwegen, Ginderover, Heezerenhosch, Kreijl, Kruis, Oude Kerkhof, Oude Molen, Rul, Strabrecht en Ven. Het vormde met Leende en Zesgehuchten een heerlijkheid die van 1285 tot 1615 in bezit was van de graven Van Horne. In 1760 ging dit bezit, inclusief het kasteel, over naar het geslacht Van Tuyll van Serooskerken.

- De oude parochiekerk ging in 1648 over in protestantse handen; tot 1681 kerkten de katholieken van Heeze in Heugten onder Nederweert. In dat jaar werd een schuurkerk betrokken bij het oude huis Eymerik in Heeze. In 1833 werd een nieuwe waterstaatskerk ingezegend, waarvan Stephanus Gast bouwpastoor was. Deze kerk werd in 1933 gesloopt, nadat zij bijna een eeuw dienst had gedaan.

- De eerste steen van de huidige kerk werd gelegd in 1932 onder architectuur van H.W. Valk uit ‘s-Hertogenbosch in een landelijk aandoende gotische stijl. Het betreft een vijfbeukige kruiskerk met roren. Door het brede middenschip en het ondiepe koor ontstaat een centraliserende werking naar het onder de viering geplaatste altaar. Links en rechts van de toren zijn ingangsportalen en zijkapellen aangebracht. Het Iage en gedrongen gebouw maakt door de verhoudingen een uitgesproken dorpse indruk.

-  Achter in deze kerk, links naast de toren is cen aparte devotiekapel, gewijd aan St. Job. Tevens is er in de nis ernaast een afzonderlijk altaar voor Sint Nicasius.

 

Kapel

- Brandpunt van de devotie was tot 1654 de St.Jobskapel ‘op de Ven’ nabij het gehucht Ginderover te Heeze. De kapel was gelegen in de akkers, enkele honderden meters verwijderd van de kerk van Heeze op het gehucht Kerkhof, halverwege tussen Heeze en Leende. De kapel wordt in archivalia soms genoemd ter oriëntatie van percelen: ‘op te cuyl’, gelegen aan de Ven tussen de kerk en de ‘Sint Jobskapel’ (1587), ‘den coppenecker neven Sint Job’ (1588), ‘die brembraeck, gelegen omtrent Sint Jobscapelle’ (1626). In de jaren 1651-1655 verhuren de heilige geestmeesters te Heeze onder meer ‘den bisschop-akker aan St. Job gelegen’.

- De oudste vermelding van de kapel dateert uit 1521. In de kerkelijke belastinglijsten van het bisdom Luik komt de kapel niet voor.

- In 1654 werd de kapel gesloopt. Het afbraakmateriaal is gebruikt om er een predikantenwoning van te bouwen. De Iuidklok werd naar het kasteel overgebracht. In 1662 is sprake van een akker, gelegen ‘omtrent St. job’, strekkende met een einde aan de ‘Sint jobsherch‘. Omstreeks 1870 droeg een klein heuveltje langs de weg naar Leende nog de naam van St. Job en bewaart ‘voor de nakomelingschap‘ de herinnering aan de plek van de oude kapel, zo meldt Schutjes.

- Een vier meter hoge klokkenstoel, vervaardigd door de firma Eysbouts uit Asten, met gepotdekselde overkapping en een klokje, het zogeheten Sint-Jobsklokje, is op de vermoedelijke locatie van de oude kapel (op kruispunt, nabij Ven 25) geplaatst in het gehucht Ven tussen Leende en Heeze op 10 mei 1972 in opdracht van de gemeente. Passanten mogen het klokje naar believen luiden. Een voorganger van deze klokkenstoel, bestaande uit een eenvoudige constructie van twee telefoonpalen met een as waaraan de klok hing, werd in augustus 1962 geplaatst door de heemkundekring De Heerlijkheid Heeze-Leende-Zesgehuchten.

 

Cultusobject

- Object van verering was een gepolychromeerde eikenhouten sculptuur van St. Job (hoogte 87 cm) uit de 16e eeuw. Vrijwel zeker was dit beeld afkomstig uit de voormalige Sint Jobskapel, die in 1654 werd gesloopt. Job is voorgesteld met baard en lendedoek, zittend op een vaalt, zijn lichaam overdekt met zweren.  Zijn linkerhand wees  naar een zweer op zijn buik, in zijn rechterhand hield hij een potscherf vast (‘het enige wat hij had om zich mee te krabben'). Op 28 januari 1976 werd dit beeld, ondanks de verankering met acht bouten, uit de Sint Martinuskerk gestolen. Het is sindsdien spoorloos.

- Op een vierkante gemetselde sokkel met een hardstenen dekplaat is in 1977 ter vervanging van de gestolen sculptuur een nieuw blank- eikenhouten beeld geplaatst (ca. 60 cm hoog; gesigneerd ‘CD 77‘). Bij dit nieuwe beeld is een stalen offerblok geplaatst, alsmede een stalen rek voor offerkaarsen van 50 of 100 cent.

 

Verering

- ‘De heilige man job’, zoals hij in Heeze wel wordt aangeduid, wordt vereerd als patroon tegen de pest, huidziekten, zweren en gezwellen. Hij wordt ook aangeroepen ter berusting in de goddelijke wil bij lijden en bij een onrustig geweten.

- De devotie concentreerde zich aanvankelijk rond een kapel bij de buurtschap Ven. In Heeze werd St.Job overigens diverse keren verward met St. Jacob. In Helmond schreef men in 1628 over de St. Jacobskapel te Heeze in plaats van St. Jobskapel. Uit een beschrijving van Philips baron Van Leefdael is bekend dat er omstreeks 1640 bedevaarten worden gehouden naar het kapelletje. De heilige werd er aangeroepen als patroonheilige tegen de schurft: ‘Item is omtrent de kerck gheleegen eene Capelle van St. Jop daer vele bedevarte gheschieden pour la galle ou gravelle’.

 

- Na de sloop van de kapel in 1654 werd als herinnering een boom geplant. Deze St.Jobsboom op de St.Jobsheuvel werd een nieuw, secundair vereringssymbool.Omstreeks 1925 stierf de oude eik en werd een nieuwe boom geplant, die echter in het kader van de ruilverkaveling in 1960 sneuvelde. Bij de boom kwamen tot in de 20e eeuw jaarlijks op 10 mei pelgrims uit omliggencle dorpen bidden, terwijl de bedevaart bij de Heezenaren zelf weinig aandacht had.

- Het beeld van St. Job uit de voormalige kapel werd in de schuurkerk geplaatst. In mei 1730 ontstond er een conflict toen pastoor Joannes Spierincx van Heeze de feestdag van St.Job wilde vieren, ondanks eerdere verboden van ‘Paepsche superstitien’, onder meer in 1717. Drossaard Govert van der Hoeven wilde de bedevaart naar St.Job op 10 mei 1730 belemmeren.

Pastoor Spierincx gehoorzaamde en zag af van een misviering op die dag. De pastoor nam zich voor om de zondag daarop, 14 mei, voor te gaan ‘op een gehugje onder Heese, ‘s morgens vroegh in een scheur [schuur] sonder eenighe de minste uijterlijcke ceremonien, beedevaerden enz.’ De drossaard onderschepte echter dit plan en vaardigde een nieuw verbod uit, waar de pastoor wederom in berustte.   

Vanaf 1834 wordt Job vereerd in de parochiale Martinuskerk. In 1862 werd pauselijke toestemming verkregen om in Heeze het zogeheten Jobswater te wijden. Het sloeg bij de Heezenaren nauwelijks aan, zodat het geen traditie werd. In 1949 kwamen er nog groepen uit Heeze, Geldrop, Someren en Leende voor een ‘fleskje’ Jobswater. Er waren tevens geweven voorstellingen van Job te koop. Volgens het parochieblad was er in 1955 nog sprake van een drukke devotie; daarna raakte het feest steeds meer in de vergetelheid. Tot circa 1966 stond het beeld van Job links vooraan in de kerk. Omstreeks 10 mei werd het beeld speciaal opgesteld voor in de kerk, waarbij een zilveren kroon op het hoofd werd geplaatst. Bij de liturgische viering werd geen processie gehouden.

De in 1933 gesloopte kerk bezat zelfs een apart St.Jobsaltaar. Vanaf de jaren zestig van de 20e eeuw is er, afgezien van lokale toeloop en verering in de speciale devotiekapel achter in de kerk, nauwelijks nog sprake van een bedevaart. Voor die tijd kwamen er veel pelgriins van buiten het dorp, met name uit Helmond en omgeving. Omstreeks 1980 kwam nog slechts een handjevol pelgrirns ter bedevaart. Het betreft thans een marginale, grotendeels parochiële devotie, zonder speciale viering.

 

 

Materiële cultuur

Klokken

- Luidklokje dat uit 1467 zou dateren met als opschrift ‘Job, ora pro nobis’ (job, bid voor ons). Dit klokje is na de sloop van de kapel in 1654 naar het kastecl van Heeze overgebracht om te dienen als klok om het dienstpersoneel bijeen te roepen voor de maaltijd. Het klokje hangt thans bij de tuinmanswoning van het kasteel in Heeze (h. 27 cm, diam. 32 cm).

- Op de plek waar de oorspronkelijke kapel zou hebben gestaan is een klokkenstoel geplaatst met daarin een Sint-Jobsklok die door elke passant geluid kan worden.

Schilderingen

- In de buitenmuur van de huidige devotiekapel in de parochiekerk is een gebrandschilderd raam door Pieter Geraedts uit 1956 met een  voorstelling van de ‘Engel van het geduld‘ aangebracht; een verwijzing naar de berusting en lijdzaamheid van Sint JOB.

- De wanden van de kapel zijn in grauwe tinten (grisailles) beschilderd met voorstellingen uit het leven van Job, in 1956 vervaardigd door Pieter Geraerdts. Frontaal, boven het glas-in-loodvenster, is God de Vader afgebeeld; aan weerszijden van het raam is een engelenfiguur geschilderd. Aan weerszijden zijn voorstellingen uit het leven van Job aangrbracht met links een plastische voorstelling van de heilige gezeten op een mestvaalt met een potscherf in zijn hand, in gesprek met zijn vrienden.

Piek

Het gilde van Sint Jacob en Sint Anna te Leende bezit een kapiteinspiek, die aldaar ‘Sint Jobsstok’ genoemd wordt.

Devotioneel drukwerk

- Devotieprentje (1956) met als onderschrift: ‘St. Job / sinds onheuglijke tijden in Heeze vereerd op 10 Mei en de daarop volgende Zondag’. De heilige is afgebeeld zittend op een rnestvaalt met daaromheen teksten in banderollen: ‘Het was God die gaf / Het was God die nam / De naam van God zij gezegend, Job 7-20’.

- Dezelfde voorstelling, maar dan gedrukt op textiel met als onderschrift  ‘10 mei St. Job Heeze’ (coll. D. Gooren).

 

BRONNEN

A1  Eindhoven Regioarchief: HLZR 1614, f. 60v/61 (28-1-1521); 1616, f. 20 (2-9-1539); HLZR 257 (18-12-1731); parochie- archief St. Martinus en St. Jan, Heeze,  ‘s-Hertogenbosch, bisdomarchief: parochiedossier Heeze.

A2  [bcschrijving uit 1645 door baron van Leefdael], in: Bijdragen van het Provinciaal Genootschap van Kunsten en Wetenschappen in Noord-Brabant, dl.1-4 (’s-Hertogenbosch: Provinciaal Genootschap, 1918) p.36; J. van Laarhoven, Het schetsenboek van Hendrik Verhees (’s-Hertogenbosch: Merlijn, 1975) p. 70-71.

B  J.A. Coppens, Nieuwe beschrijving van het bisdom van ’s Hertogenbosch ('s-Hertoe0nbosch J.F. Demelinne, 1841) p. 94-102; L.H.C. Schutjes, Geschiedenis van het bisdom ’s Hertogenbosch, dl. 4 (’s-Hertogenbosch: Instituut voor Doofstommen, 1873) p. 97-110; W.Meindersma, De heerlijkheid van Heeze, Leende en Zes-Gehuchten (Zaltbommel: Van de Garde, 1911); ‘Uit de schatkamer van Heeze: St. Job’, in: Sterk in het geloof (april-mei 1949) p. 1; D. de Jong, Kronijk of  aantekening der merkwaardige voorvallen binnen de gemeente Heeze en eenige omliggende dorpen en enkelde welken algemene  belangstelling verdienen door Hendrik Godefridus van Moorsel, gemeente secretaris van Heeze, Leende en Someren (Borkel en Schaft; Achelse Kluis, 1953) p. 15, 17-18, 163; ‘Een oude devotie’, in: Sterk in het geloof (mei 1955) p. 1; A.M. Frenken, ‘Aanvullingen op Schutjes “Geschiedenis van het bisdom ’s-Hertogenbosch”’, in: Bossche bijdragen 23 (1956) p. 65-66; A. van Oirschot, ‘Heeze als eeuwenoude bedevaartplaats van St.Job’, in: A. van Oirschot & J.H.M. Aerts ed., Heeze, een heerlijkheid in Brabant (Heeze: Heemkundekring De Heerlijkheid Heeze-Leende- Zesgehuchten, 1963) p. 66; Heemkronyk 3 (1964) nr. 2, p. 18-22; W.H.Th. Knippenberg, Kultuurhistorische verkenningen  in de Kempen. III Oude pelgrimages vanuit Noord-Brabant (Oisterwijk: Stichting Brabants Heem, 1968) 33-35; J. Aerts, ‘De St.-Jobskapel van Heeze‘. in; Heemkronyk (1972) p. 10-13: Dyt gheyt aen der kyrkenvan Leendt. Geschiedenis van Leende (Leende 1974) p. 128; J. Aerts, ‘Sint Jan uit Leenderstrijp en Heezer Sint Job gestolen’, in: Heemkronyk (1975-1976) 53-54; A. van Oirschot, Het kasteel van Heeze (Muiderberg: Ned. Kastelenstichting / ANWB, 1977) p. 26; PJ. Margry, Bedevaartplaatsen in Noord-Brabant (Eindhoven: Bura Boeke,  1982) p. 147-151; Cultuurhistorische inventarisatie provincie Noord-Brabant: Heeze (‘s-Hertogenbosch; Provincie Noord-Brabant, 1984); D. Gooren, ‘De heilige man Job', in: Heemschild 25 (1991) p. 26-28. A. Goertsches, ‘Het mysterie  van de Sint-Jobskapel’, in: Eindhovens dagblad, 30 november 1996; L.C.B,M. van Liebergen & W.P.C. Prins ed., Sanctus. Met heiligenhet jaar rond (Uden: Museum voor Religieuze  Kunst, 1997) p. 32-34; J. Coenen, Heeze Geschiedenis van een schilderachtig dorp (Heeze: Rabobank, 1998) p. 58, 94-95, 195, 200-201, 288.

C   PJMI BiN-dossier Heeze; PJMI VKVL 64a+b; mededeling pastoor C. Mennen in 1998.

 

Bovenstaand artikel is met toestemming overgenomen uit Peter Jan Margry en Charles Caspers, Bedevaartplaatsen in Nederland deel2: Provincie Noord-Brabant, Amsterdam - Meertens Instituut, Hilversum-Uitgeverij Verloren (1998).

Typografisch is het enigszins bewerkt.

De foto’s bij dit artikel zijn gemaakt door de wekgroep Fotografie van de heemkunde kring De Heerlijkheid Heeze-Leende-Zesgehuchten.

Redactie Heemkronyk.

Ga terug