Heemkronijk jaar:1965, jaargang:4, nummer:6, blz.65 -67
GENEALOGIE POMPEN
Door: J.Aerts
Om op een punt vooruit te lopen op het programma voor 1966, willen we al vast aankondigen, dat als het mogelijk blijkt, de stamboom van de familie Pompen zal worden uitgegeven. Deze genealogie wordt samengesteld door de heer A.F.N. van Asten die hierbij nog wordt geholpen, door de heer P.H.Pompe uit Abcoude. De familie Pompen is vooral voor wat betreft Leende en Sterksel voor ons van belang. Toch zijn ook de andere takken zeer de moeite waard.
Al in het begin van de 15e eeuw komen in Leende leden van de familie Pompen voor, maar de aaneengesloten stamreeks van de heer van Asten begint omstreeks 1560. Het geslacht valt in verschillende zeer uitgebreide takken uiteen. Er zijn ook enkele takken waarvan het niet zeker is dat zij tot de familie behoren. Zo b.v. de heren van Meerdervoord, die zijn opgenomen in de beschrijving van Dordrecht door Mathijs Balen. Joost van den Vondel wijdde aan Michel Pompe uit dit geslacht een van zijn verzen. Ook van de protestantse tak, die voor het eerst in Geldrop voorkomt, is het niet zeker, dat deze aansluit bij onze Leender familie.
Veel leden van het geslacht werden borgemeester of schepen van Heeze-Leende, maar ook brouwers zijn niet zeldzaam onder hen, terwijl de handelsgeest van de familie blijkt uit de leden die reizen maakten naar Keulen, Aken en Antwerpen. Niet minder talrijk zijn de geestelijken in de familie. Zo heeft de heer van Asten ook een pastoor Hendrik Pompen als pastoor van Leende gevonden. Deze komt nog op geen enkele lijst voor. Maar ook Mierlo had zijn pastoor Pompen evenals Lommel.
Tot op vandaag toe vinden we ook veel bekende namen in de familie. We noemen mgr. J.Pompen, viscaris generaal van het bisdom Den Bosch, overleden in 1931; J.Pompe, pastoor-deken van Boxtel en prof. Aurelius Pompen o.f.m., die op 2 oktober 1966 in het Francicaner klooster van Nijmegen zijn 70-jarig kloosterjubileum hoopt te vieren. Een paar andere namen zijn die van prof. Mr. W.P.J.Pompe, hoogleraar in Utrecht en de internist van het Amsterdamse O.L.V. Gasthuis, dr. Arnold Pompen.
WALTER POMPE
Merkwaardig is ook de geschiedenis van de tak Pompe-Bull. Het gaat hier om de afstammelingen van Willem Bull en Elisabeth Pompen, die omstreeks 1680 in Leende waren gehuwd. De kinderen van een zoon Hendrik uit dit huwelijk noemden zich steeds Pompe alias Bull of Bull vulgo Pompe.
Hieruit komt de tak Pompe zonder n en feitelijk dus afstammend van de bekende Leender familie Bull. Engelbert Pompe, de zoon van de hiervoor genoemde Hendrik, was een van de Leendenaren, die met vee naar Lith en Alem trokken om het daar te verhandelen.
Engelbert leerde daar zijn vrouw kennen en huwde er in 1694 met Anneke Wouters van Lith en vestigde zich in de woonplaats van zijn vrouw.
Een van de kinderen van Engelbert en Anneke Wouters is de bekende Antwerpse beeldhouwer Walter Pompe. Bij de geboorte van Walter schreef de vader in zijn familieboekje: "Tot meerdere eer ende gloerie Godts is geboeren mijne soene Waltherus Pompe op St. Seciliendagh saevens, de klock luidde aght uren, den 22 November 1703. Onse Heere Godt wil hem in eere en dught laete wasse of vroegh in sijne hemel haelen".
Hoe Walter er toe gekomen is om het kunstambacht te gaan beoefenen weten we niet, trouwens van zijn jeugd is niets bekend. Pas in 1729 komen we hem weer tegen en nu in de leggers van het Antwerpse St.Lucasgilde, waar hij werd ingeschreven als meester beeldhouwer. Van het inschrijfgeld, dat fl. 24,- bedroeg, betaalde hij vast fl. 21,- en voldeed twee jaar later de rest. Het is duidelijk, dat onze jonge kunstenaar de florijnen niet voor het grijpen had. Enkele jaren later huwt hij met Christina Bammans uit Sonhoven bij Hasselt. Van hun elf kinderen beoefenen er twee het ambacht van hun vader, maar kunnen nauwelijks in diens schaduw staan.
Daarentegen oogstte Walter Pompe met zijn werk veel roem. ln steden als Londen, Parijs en zelfs Rome werd hij bewonderd en gezocht. Reeds voor hij meester werd bij Sint Lucas had hij al belangrijk werk op zijn aktief. Het in 1723 door hem vervaardigde terra cotta beeld van zijn vader Engelbert, is het vroegste werk dat we van hem kennen.
Pompe leverde zeer veel werk aan kerken en kloosters. Grote kerkmeubelen van hem zijn het hoofdaltaar in de St.Pieterskerk in Turnhout, de St.Sebastiaansaltaren van Merxem en Beveren, biechtstoelen in Kasterlee en preekstoelen in Ravels en Hoboken. Hij maakte ook tal van heiligenbeelden en veel Christusfiguren, waarin hij tot groot kunstenaarschap komt. Bijzonder wordt ook de klein sculptuur van zijn hand geroemd. Zeer bevallig zijn zijn engel-, kinder- en dierfiguren.
Het werk van Walter Pompe is kenmerkend voor de tijd waarin het is ontstaan; de overgangstijd van laat barok naar rococo. Enerzijds wortelt het in de traditie van de barok, terwijl hij ook wordt gezien als voorloper en vernieuwer voor de nieuwe ríchting.
In 1858 schreef de Antwerpse pastoor P.Visschers een levensschets van hem, met een lijst van al zijn toen bekende werken. Daaronder zijn een "een zeer fraai Christusbeeld met andere kleine sieraden” in de kerk te Leende, en verder: "In eene naburige kerk bij gemeld Leende zyn van den zelfden meester nog verschillige beelden, waervan er dry wezenlyk kunststukken zijn, namentlyk een Christusbeeld, levensgrootte eene mater Dolorosa, een Ambrosius, alsmede een fraay St.-Antoniusbeeld", aldus pastoor Visschers. In de lijst komen nog vele andere beelden voor die in Noord-Brabantse kerken stonden.
Ja, wij zeggen stonden, want ze zijn er niet meer. Tenminste níet, als wij op de in 1931 gepubliceerde voorlopige lijst van monumenten mogen afgaan, waaruit blijkt dat alleen Hilvarenbeek nog beelden van Walter Pompe bezit. En toch stonden ook Lith en Oirschot nog op de lijst van pastoor Visschers. Een nieuwe, verbeterde publicatie van Antwerpen's beelden van Walter Pompe uit genoemde kerken -zij het dan, dat wij de kerk bij Leende nog niet hebben kunnen localiseren, al zou het goed mogelijk zijn, dat daarmee Heeze bedoeld is omdat van veel beeldhouwwerk daar eigenlijk niets bekend is en ook omdat de monumentenlijst van 1931 beslist onvolledig is - sinds 1858 zijn verdwenen.
Nog maar kort geleden verzekerde pastoor Woestenburg van Leende ons, dat daar geen beelden van Walter Pompe meer voorhanden zijn.
Walter Pompe overleed op 6 februari 1777 te Antwerpen. Een schoorsteenmantel in de raadszaal van Culemborg vertoont zijn zelfportret, het is 't enige dat van de kunstenaar bekend is. Dit zijn slechts enkele interessante kanten die aan deze stamreeks zijn verbonden; er zijn er veel meer en daarbij denken we speciaal aan Sterksel maar ook aan het wapen van de familie.