Medaillon van Vaandel uit 1819 gerestaureerd

Heemkronijk jaar:1973, jaargang:12, nummer:1, blz.5 -6

MEDAILLON VAN VAANDEL UIT 1819 GERESTAUREERD

Door: J.Aerts

Het besef, dat het gildezilver, de vaandels, trommen en documenten van onze Brabantse schuttersgilden een belangrijk cultureel bezit zijn, neemt gelukkig nog steeds toe. Een voorbeeld van zorg voor het conserveren en behouden van gildebezit, is de restauratie van het medaillon uit een vaandel van het Leender St.-Catharina en St.-Barbaragilde.

Mevrouw M. Verhagen - van Draanen was in samenwerking met regerend deken Frans van Dijk aan het speuren naar de mogelijkheid van restauratie, toen de conservator van het Aartsbisschoppelijk Museum, Dr. Bouvy in de Heemkronyk een zeer goede tip voor het restaureren van oud borduurwerk gaf. ln een reaktie op de tentoonstelling Oude Kerkelijke Kunst (Brabantse Dag 1971) gaf hij aan dat de Benedictinessen van Oosterhout bij uitstek in aanmerking kwamen voor dit werk.

Dit was niet aan dovemansoren gezegd. Mevrouw Verhagen nam kontakt op met de O.L.Vrouwe abdij van Oosterhout, met het gevolg dat op vrij korte termijn het medaillon bij de zusters daar werd afgeleverd om het te restaureren.

Het medaillon of middenstuk van een gildevaandel dateert van 1819 en schijnt omstreeks 1858 verwerkt te zijn in een nieuwe vlag. De vervaardiging van een nieuw vaandel is in de gildeboeken van 1858 terug te vinden. Er staat echter niets bij over het medaillon. Maar volgens F. van Dijk hebben oudere gildeleden via de overlevering kunnen bevestigen dat het medaillon in genoemd jaar in het nieuwe vaandel is gezet.

Maar ook dit vaandel werd al geruime tijd niet meer gebruikt, omdat het doek andermaal vrijwel geheel was vergaan. Deken Van Dijk weet van oude gildebroeders, dat deze vlag voor het laatst is gebruikt in 1929 bij het 500-jarig bestaan van het St.-Jorisgilde te Heeze.

Het medaillon bevat aan een kant de geborduurde afbeelding van St. Catharina en aan de andere zijde dat van St. Barbara. Het borduurwerk is vervaardigd van donker en licht beige en donker blauwe floszijde, die goed bewaard is gebleven. De zijden ondergrond met zeer veel gleden (dunne slijtplekken) was bijna vergaan. Het werk was uitgevoerd in platsteek, ingrijpsteek en knoopjessteek. De gezichtjes alsmede de handen en voeten zijn geschilderd. Aan de rand van het medaillon waren nog resten van een Bourgondisch kruis in donkerbeige zichtbaar.

De restauratie geschiedde onder leiding van mevrouw Flury - Lemberg, direktrice van het atelier der Abegg - Stitftung te Bern - Reggisberg (Zwits.). De resten van het Bourgondisch kruis werden afgetornd, zodat voor- en achterkant van het medaillon los kwamen. Omdat de zijden ondergrond zover gesleten was, bleef er geen andere mogelijkheid over dan 'n sauna-bad om de zijde weer enigszins soepel te maken. De twee delen werden afzonderlijk opgespannen en ondergingen een twee uur durend sauna-bad. Daarna werden ze nogmaals bijgespannen en gedroogd. Elk stuk kreeg een ondergrond van katoenen batist, in bijpassende kleur geverfd en over het gehele oppervlak met een onzichtbaar steekje vastgezet. Hierbij konden de z.g. spansteekjes niet gebruikt worden vanwege de verregaande slijtage van de ondergrond. Een van de princiepen is n.l. om aan antiek textiel zo min mogelijk of niets te doen, dat beschadiging kan veroorzaken. Beide delen van het medaillon kregen een tussenstuk van wat grover zacht linnen en werden tussen twee glasplaten geklemd om verschuiving te voorkomen, terwijl het zo toch tweezijdig zichtbaar blijft.

Het ovale, bijna ronde medaillon heeft een afmeting van 64 cm breed en 67,5 cm hoog. De gildepatronessen staan in een eveneens geborduurde lauwerkrans. St. Catharina is afgebeeld met palmtak, rad, zwaard en een boom. Boven de heilige is het jaartal 1819 geborduurd. St. Barbara is afgebeeld met palmtak en toren.

De restauratie van dit stukje volkskunst uit het begin van de 19e eeuw, mag een voorbeeld zijn om na te volgen. Nog te vaak komt het voor, dat oude vaandels onder erbarmelijke omstandigheden op hun einde wachten.

Voor deze bijdrage maakten wij gebruik van het rapport van het Restauratieatelier Antiek Textiel, O.L. Vrouwe abdij Oosterhout N.B.

Ga terug