Geldrop Postaal

Heemkronijk jaar:2010, jaargang:49, nummer:4, blz.63 -79

Geldrop postaal

door: Ton Steenbakkers

Inleiding

Filatelie wordt omschreven in Wolters’ handwoordenboek als: ‘het postzegels verzamelen en geordend bewaren, postzegelkennis’. Een wat simpele omschrijving van een interessante hobby, die geen recht doet aan de verscheidenheid die te vinden is binnen de filatelie.

In de filatelistische wereld is het verzamelen al vanaf het begin erg divers geweest. Er worden postzegels gespaard en die worden bevestigd in (zelfgemaakte) albums. Men kan de zegels groeperen per land, per afbeelding of per thema. Ik heb bijvoorbeeld een thematische verzameling met als onderwerp ‘De Vikingen’. Een deel van deze verzameling gaat over de reizen van de Vikingen. Ik beschrijf op 16 pagina’s hun reizen en illustreer mijn verhaal met postzegels, speciale stempels en poststukken, brieven en briefkaarten (zie voor een voorbeeld afbeelding 1 op pag. 69).

Naast postzegels zijn in de loop der jaren postwaardestukken uitgegeven. Briefkaarten, krantenwikkels (afbeelding 2 op pag. 69) en luchtpostbrieven, voorzien van een ingedrukt zegelbeeld. Ik heb onder andere een verzameling met Noorse postwaardestukken. De eerste zijn in 1872 uitgegeven, de laatste in de zomer van 2009. Maar u kunt zich voorstellen dat sinds het veelvuldige gebruik van de telefoon het gebruik van postwaardestukken flink is afgenomen.

En een derde manier om zich met filatelie bezig te houden is de posthistorie. Deze manier van verzamelen legt een link tussen filatelie en geschiedenis. En binnen deze vorm van verzamelen zijn de mogelijkheden ook erg groot. Men zou bijvoorbeeld kunnen laten zien:

- de ontwikkeling van het postverkeer tussen twee of meer gebieden, landen of werelddelen;
- de ontwikkeling die de postdienst in een bepaald land, een regio of in één enkele plaats heeft doorgemaakt.

 

Ook zou het ontstaan van een bepaalde postdienst getoond kunnen worden en wel wereldomspannend, landelijk, in een groep landen of lokaal. Ik heb een uitgebreide verzameling van brieven die verstuurd zijn van Nederland naar Noorwegen in de periode 1837-1865. Vele brieven zijn niet voorzien van een postzegel. De eerste postzegel stamt uit 1852. Bovendien was het geoorloofd om het porto contant te betalen bij het afgeven van een brief op het postkantoor, de brief gedeeltelijk te betalen, tot aan een grensplaats, bijvoorbeeld Hamburg, dat in die tijd op de grens lag van Duitsland en Denemarken. Of men liet het hele verschuldigde bedrag betalen door de geadresseerde. Postale aantekeningen en afstempelingen op de brief maken duidelijk hoe de brief is verzonden en hoe is betaald.

    Afbeelding 3 Voor- en achterzijde van een brief, op 5 juli 1845 verstuurd van Amsterdam naar Holmestrand in Noorwegen. De brief is verzonden via Hamburg. Alle getallen en stempels op de brief vertellen samen hoe deze brief precies is gereisd, wat afzender en geadresseerde dienden te betalen en hoe de diverse transitlanden hun kosten berekenden en verrekenden met elkaar. 

Omdat ik mij altijd heb geïnteresseerd voor de geschiedenis van Geldrop, lag het voor de hand om een verzameling op te zetten met Geldrop als onderwerp. De poststempels van Geldrop, 1851-1909 (volgt hierna), beziet een stukje Geldropse geschiedenis door een filatelistische bril, waarbij ik u er op voorhand voor waarschuw, dat ik niet de pretentie heb volledig te zijn. Ik nodig u dan ook van harte uit mij te voorzien van aanvullingen. En natuurlijk houdt de geschiedenis van Geldrop en zijn poststempels niet op in 1909. Ook na1909 zijn diverse stempels gebruikt door het postkantoor in Geldrop en door de verschillende vestigingen van de PTT die Geldrop heeft en had. De geschiedenis daarvan moet ik nog schrijven.

 Geraadpleegde literatuur:
- Cees Janssen, Handboek Nederlandse Poststempels,
(CD-rom), (Roosendaal, 2004).
- O.M. Vellinga, De poststempels van Nederland 1676-1915, (1931, z.p.).
- Jean Coenen, Alles wat hier leeft, spint, twernt of weeft.Geschiedenis van Geldrop en Zesgehuchten (Geldrop, 1987).
- Po & Po, Postmerken en Postinrichtingen in Nederland tot 1871, (2007).
- A.P. de Goede, De poststempels van ’s Rijks Munt 1864-1901, (CD-rom) (Utrecht, 2002).
 
Afbeelding 4
De poststempels van Nederland 1676-1915.

 

De poststempels van Geldrop 1851-1909

Vanaf 1807 had de gemeente Geldrop een postbode van Geldrop op Eindhoven. Op 1 mei 1851 kreeg Geldrop een hulppostkantoor dat ressorteerde onder het postkantoor van Eindhoven. Het postvervoer naar het hoofdkantoor in Eindhoven werd verbeterd. Na 1857 werd de post door de diligence en weer later door postwagens meegenomen.

In 1877 werd het hulppostkantoor te Geldrop omgezet in een post- en telegraafkantoor. Het postkantoor werd gevestigd in de benedenvertrekken van het nieuwe raadhuis.

In de loop der jaren heeft het postkantoor van Geldrop diverse stempels in gebruik gehad. Van de hulppostkantoren die behoorden tot het ressort van Geldrop zijn ook diverse stempels bekend.

Deze verzameling toont de diverse stempels, op verschillende manieren gebruikt. Er wordt een chronologische volgorde aangehouden.

1851-1866:                              langstempel 'GELDROP’ met schreefletter (Egyptisch lettertype).
Aanvraag 1-6-1866:                 langstempel met schreefloze letters (grotesk lettertype), verstrekt 8-8-1866.
Aanvraag 22-8-1876:               langstempel
Aanvraag 19-12-1876              tweeletterstempel; 2 administratiefstempels: ‘REBUT’ en AFGESCHREVEN GELDROP’, in ovaal; lakcachetstempel verstrekt 15-1-1877
Aanvraag 10-4-1880:               kleinrondstempel verstrekt 19-4-1880
Aanvraag 19-12-1888:             kleinrondstempel verstrekt 26-1-1889
Aanvraag 15-11-1897:             grootrondstempel verstrekt 14-2-1898
Aanvraag 17-1-1900:               2 bestellerstempels met de nummers 1 en 2.
 
1851-1866 Langstempel 'GELDROP' met schreefletter (Egyptisch lettertype)

Op 1 mei 1851 kreeg Geldrop een hulppostkantoor, waardoor het postvervoer naar het hoofdkantoor in Eindhoven werd verbeterd. Het kantoor ontving toen zijn eerste naamstempel. Dit had zogeheten schreefletters. Het Egyptische lettertype.

De postverbindingen zijn in die tijd redelijk, want sinds 1851 is er in Geldrop een hulppostkantoor. Van hieruit werden tweemaal per dag de brieven te voet naar Eindhoven gebracht, een frequentie die lang zo bleef. Het te voet gaan is in die tijd het meest gebruikte middel van vervoer. Na 1857 werd de post vanuit Geldrop door de diligence en weer later door de postwagens van Wijnacker meegenomen.

 Afbeelding 6 Brief verstuurd van Geldrop via Helmond naar Asten. De brief is geschreven op 23 augustus 1851. Op de achterzijde het vertrekstempel 'GELDROP'. Transitstempel 'HELMOND 24/8'. Dit stempel werd sinds juni 1837 gebruikt. (Vellinga 29. Dit wil zeggen dat dit stempel in het boek ‘De poststempels van Nederland 1676-1915’ van de schrijver O.M. Vellinga beschreven wordt onder nummer 29.). De te betalen port bedroeg 5 cent, zoals op de voorzijde aangegeven met zwarte inkt (5 als volgt geschreven: lijn van linksboven naar beneden, in de tweede helft een bochtje naar rechts en weer terug naar links, vervolgens een vlaggetje, linksboven beginnend naar rechts.).

1866-1877 Langstempel met schreefloze letters (grotesk lettertype)

Op 1 juni 1866 werd een nieuw stempel aangevraagd. Dit werd verstrekt op 8 augustus 1866. Wederom een langstempel, maar nu met schreefloze letters (grotesk lettertype). Op 22 augustus 1876 werd nog een langstempel aangevraagd.

 Afbeelding 7 Brief verstuurd van Geldrop via Rotterdam naar Utrecht. Langstempel 'GELDROP'. Transitstempel 'ROTTERDAM 24 FEB 67 4A-8A'. Aankomststempel 'UTRECHT 24 FEB 67 5-10A'. Het stempel ‘FRANCO’ op de postzegel geeft overigens aan dat het verschuldigde portobedrag helemaal voldaan is. De afzender heeft dat voor de duidelijkheid ook in zijn firmastempel geschreven.

Het stempel van Rotterdam zou men niet verwachten op een brief die van Geldrop naar Utrecht wordt verzonden, maar misschien is de brief in Eindhoven op de verkeerde trein gegaan. Men had daar mogelijk nog niet veel ervaring. In 1866 komen de spoorlijnen Boxtel - Eindhoven, Eindhoven - Valkenswaard - België en Eindhoven - Helmond - Venlo - Duitsland gereed. Eindhoven is dan een internationaal spoorwegknooppunt. Dit is van groot belang voor de gehele streek, maar voor de verbinding van Geldrop met zijn omgeving heeft dit geen betekenis.

 Afbeelding 8 Enveloppen kende men in deze tijd niet. De brief werd op een bepaalde manier gevouwen en afgesloten met een lakzegel of droogstempel, zoals hier. Het is duidelijk dat de filatelist meer geïnteresseerd is in de buitenkant van de brief en de historicus liever de binnenkant bestudeert.

In het ressort van Eindhoven: Geldrop

Het hulppostkantoor van Geldrop viel in het ressort van Eindhoven. Eindhoven had een groot ressort. De volgende hulppostkantoren vielen onder andere in haar ressort: GELDROP, MAARHEEZE, ZESGEHUCHTEN, VALKENSWAARD, HEEZE, LEENDE en BUDEL.

Een transitstempel wordt geplaatst wanneer een poststuk overgeladen wordt. In Nederland hadden de bestellers hun eigen stempel. Dit had een letter. Hoe groter het kantoor hoe meer letters. Een voorbeeld van een brief met een vertrekstempel, transitstempel en aankomststempel is te vinden in afbeelding 9 (op pag. 71). Deze brief werd in Eindhoven op 21 december tussen 8 en 12 ’s M(orgens) gestempeld en opnieuw, maar nu in ’s-Hertogenbosch, voor 8 uur ’s A(vonds). Het cijfer in het bestellersstempel geeft aan dat dit de tweede bestelronde was. Soms waren er 5 op een dag.

In het ressort van Eindhoven: Maarheeze

Een voorbeeld van een briefkaart verzonden vanuit Maarheeze zien we in afbeelding 10 (op pag. 71).

Rijksdiensten, provincies en gemeenten genoten lange tijd portvrijdom. Voorwaarde was wel dat aan de voorzijde de ambtenaar met name werd genoemd (afbeelding 11 op pag. 68).

  Afbeelding 11 Portvrije kaart van een medewerker van Rijks-Waterstaat aan een collega. 'Maarheeze (N.B.) 15.XI.7v 1920'

In het ressort van Eindhoven: Valkenswaard
Valkenswaard werd in 1807 bijkantoor van Eindhoven; in 1812 distributiekantoor; in 1850 hulpkantoor; in 1892 postkantoor.

  Afbeelding 12 Brief geschreven te Dommelen op 19 november 1852 (dit blijkt uit de inhoud van de brief). Verzonden van Valkenswaard naar  's-Hertogenbosch. Vertrekstempel 'VALKENSWAARD' met schreefletters, op achterzijde. In gebruik van 1850 tot 1871. Transitstempel 'EINDHOVEN 20/11 1852' op voorzijde in rood.

  Afbeelding 13 Aankomststempel ''S-HERTOGENBOSCH 20/11 1852' op achterzijde in rood. Te betalen port 10 cent, met zwarte inkt op voorzijde. Vandaar ontbreekt de aanduiding ‘FRANCO’.

  Afbeelding 2 Een Deens krantenbandje uit de jaren 40 van de vorige eeuw.

  Afbeelding 1 In 2003 werd een postzegelboekje uitgegeven door Estland, waarin werd beschreven hoe Vikingen van Estland via de grote Russische rivieren naar de Zwarte Zee trokken.

 Afbeelding 5 Op 21 mei 1904 werd deze briefkaart verstuurd van Geldrop naar België. Het woord ‘Briefkaart’ werd doorgehaald en vervangen door het woord ‘Imprimé’, drukwerk. Brieven naar België verzenden kostte in 1904, 10 cent. Een briefkaart kostte 5 cent. Drukwerk naar het buitenland 2½ cent, maar als kaart verzonden slechts 1 cent. De kaart is dus overgefrankeerd. Nog opgemerkt kan worden, dat oorspronkelijk een prentbriefkaart een ongedeelde adreszijde had. Hier mochten geen boodschappen op geschreven worden. Vandaar dat de beeldzijde van oude prentbriefkaarten vaak zijn beschreven. Toen de brief werd bezorgd in Verviers, plaatste de postbode zijn persoonlijk stempel (26) op de kaart.

Afbeelding 9 Brief gefrankeerd met postzegel van 5 cent. Verzonden van Geldrop naar ’s-Hertogenbosch op 21 december 1874. Vertrekstempel 'GELDROP'. Transitstempel 'EINDHOVEN 21 DEC 74 8M-12M'. Nummerstempel '33' (Eindhoven; op de postzegel). Aankomststempel ' ’S-HERTOGENBOSCH 21 DEC ....8A'. Bestellersstempel 'F2' in ovaal.

Afbeelding 10 Briefkaart verzonden van Maarheeze naar Boxtel. Langstempel 'MAARHEEZE' (gestempeld over de postzegel) dat op 26-9-1870 werd verkregen). Transitstempel 'EINDHOVEN 6 APR 88 9-10V'. Aankomststempel 'BOXTEL 6 APR 88 11-12N'. Deze briefkaart werd in juli 1878 uitgegeven. 

Afbeelding 14 Met 2 maal 5 cent gefrankeerde brief, verstuurd van Heeze naar Amsterdam. Nederland nummer 1, de eerste in Nederland uitgegeven postzegel. De zegels werden in platen gedrukt. Een specialist kan zien dat we hier te maken hebben met het zegel 1k van plaat III op positie74 en zegel 1n van plaat IV op positie 80. Vertrekstempel 'HEEZE' met schreefletters, volgens voorschrift op de achterzijde. In gebruik tussen 1850 en 1874. Transitstempel 'EINDHOVEN 29/6 1860 FRANCO'. Aankomststempel 'AMSTERDAM 30 6 1860' in rood, op achterzijde. Bestellersstempel '46' in cirkel

 Afbeelding 18 Twee postzegels gestempeld met het nummerstempel 176 van postkantoor Geldrop.

  Afbeelding 21 Briefkaart verstuurd van Kopenhagen naar Geldrop. Vertrekstempel 'KJØBENHAVN K B 14 5 6-6 ½ E'. Aankomststempel 'GELDRP16 MEI 83 12-1N'. Een briefkaart die op 14 mei ’s middags tussen 1 en 2 uur is gestempeld en op 16 mei tussen 12 en 1 uur in de namiddag aankomt in Geldrop, is voorwaar niet lang onder weg geweest. De Deense briefkaart is uitgegeven op 17 januari 1879. Briefkaarten konden een lange gebruikstijd hebben.

  Afbeelding 23 Briefkaart verstuurd van Kopenhagen naar Geldrop. Vertrekstempel 'KJØBENHAVN K B 25 6 4 3/4-6E'. Aankomststempel 'GELDROP 27 JUN 83 12-6V'. De briefkaart is uitgegeven op 12 juni 1882. Geldrop stond ook internationaal op de kaart.

  Afbeelding 29 Internationale antwoordcoupon, gekocht in Geldrop in 1909. ‘GELDROP 28 APR 09 9-10V’.

In het ressort van Eindhoven: Heeze

Ook vanuit Heeze werden brieven en briefkaarten verzonden. Een aantal voorbeelden zien we in de afbeelding 14 (pag. 71), 15 (pag. 73) en 16 (pag. 73).

  Afbeelding 15 Briefkaart verzonden van Heeze naar Breda. De briefkaart werd uitgegeven in juni 1872. Vertrekstempel 'HEEZE' met schreefletters op voorzijde. In gebruik tussen 1850 en 1874. Transitstempel 'EINDHOVEN 8 FEB 74 8M-12M'. Aankomststempel ‘BREDA 8 FEB 74 12 M-4A’. Bestellersstempel ‘B8’ in gebogen vierkant (Vellinga 274).

  Afbeelding 16 Briefkaart verzonden van Heeze naar Breda. De briefkaart werd uitgegeven in december 1873. Vertrekstempel 'HEEZE' met schreefloze letters op voorzijde. In gebruik tussen 1874 en 1880. Transitstempel 'EINDHOVEN 7 SEP 74 8M-12M'. Aankomststempel 'BREDA 7 SEP 74 12M-4A'.

1877-1880 Het nummerstempel en tweeletterstempel

In 1875 vraagt het gemeentebestuur van Geldrop bij de minister van Financiën toestemming tot het instellen van een geregelde postwagendienst op Eindhoven. Het ministerie van Financiën houdt in die tijd toezicht op de posterijen. In 1877 werd het hulppostkantoor te Geldrop omgezet in een post- en telegraafkantoor. Het postkantoor werd gevestigd in de benedenvertrekken van het nieuwe raadhuis en in 1877 in gebruik genomen. Het postkantoor trad in werking op 15 januari 1877 (Circulaire 1017).

Afbeelding 17 Op de hoek van Heuvel en Hofstraat staat het oude gemeentehuis. Bij de vorige verbouwing is de oorspronkelijke ingang van het postkantoor aan de Hofstraat vervangen door een raampartij. De hardstenen brievenbus is toen ook verwijderd. Uw schrijver heeft geen afbeelding van deze ingang, hetgeen hij zeer betreurt. 

Op 19 december 1876 werden aanvragen gedaan voor: een tweeletterstempel; 2 administratiefstempels: ‘REBUT’ en ‘AFGESCHREVEN GELDROP' in ovaal; een cachetstempel. Deze stempels werden verstrekt op 15-1-1877. Tevens kreeg men de beschikking over een nummerstempel 176. In afbeelding 18 (pag. 71) zijn twee postzegels weergegeven gestempeld met nummerstempel 176. Dit stempel was in gebruik tot 15 juni 1893.

  Afbeelding 19 Afbeelding uit het stempelboek van de Post.

Vanaf 1869 werden nummerstempels in gebruik genomen. Op deze manier zou het kantoor van afzending kunnen worden bepaald, wanneer het dagtekenstempel onduidelijk zou zijn. Bovendien kon het zegel niet opnieuw worden gebruikt omdat de punten duidelijk zouden achterblijven op het zegel, wanneer men met behulp van chemische middelen zou proberen de stempelafdruk te verwijderen.

1877-1880 Het tweeletterstempel

Vanaf het moment, begin 1865, dat ’s Rijksmunt de poststempelproductie voor de Posterijen ter hand nam kenmerkten de stempels zich door een kleiner formaat dan voorheen. Afgezien van het proefstempel van 9 december 1864 waren dit in eerste instantie het uurkarakterloze takjestempel (1865) dat al snel werd opgevolgd door een tweeletterstempel (1866). Zo genoemd omdat alleen bij deze stempelsoort de tijdvakken door twee letters nader zijn aangegeven. In dit stempel werd de dag namelijk opgedeeld in 5 tijdvakken. 12M-8M, 8M-12M, 12M-4A, 4A-8A, 8A-12M. Zo’n combinatie wordt een ‘karakter’ of  ‘uurkarakter’ genoemd in de filatelistische literatuur.

  Afbeelding 20 Briefkaart verstuurd van Zesgehuchten naar Dordrecht. Vertrekstempel 'ZES GEHUCHTEN'. Zesgehuchten viel sinds 26 september 1870 in het ressort van Eindhoven en had sinds die datum dit langstempel. Transitstempel 'GELDROP 17 SEP 79 8M-12M'. Aankomststempel 'DORDRECHT 17 SEP 78 2-3N. ‘

In het stempelboek staat geen datum vermeld bij de verstrekking van het tweeletterstempel aan het postkantoor Geldrop. Het moet echter na 1 oktober 1876 en voor 1 juni 1877 zijn geweest. Volgens andere bron (Blom, Documentatie Postinrichtingen) was de datum van verstrekking op 15 januari 1877. Zoals aan het aankomststempel van Dordrecht in afbeelding 20 (pag. 75) te zien is beschikte Dordrecht in tegenstelling tot het postkantoor in Geldrop reeds over het stempel met 18 (uur)karakters.

1880-1898 Het kleinrondstempel met 18 karakters

Op 24 augustus 1875 berichtte de minister van Financiën dat de stempels in de belangrijkste postkantoren voortaan zouden moeten worden uitgerust met 18 uurkarakters. Deze karakters moesten overdag, van ’s ochtends 6 uur tot ’s avonds 10 uur, de tijd van afstempeling op één uur nauwkeurig aangeven; de tijdvakken 10-12 uur en 12-6 uur maakten het etmaal compleet. De 18 nieuwe karakters hielden respectievelijk de aanwijzing in: 12-6V, 6-7V, 7-8V, 8-9V, 9-10V, 10-11V, 11-12V, 12-1N, 1-2N, 2-3N, 3-4N, 4-5N, 5-6N, 6-7N, 7-8N, 8-9N, 9-10N, 10-12N. Deze uurverdeling zou uiteindelijk niet alleen worden ingevoerd op de belangrijkste postkantoren, maar op de dagtekeningstempels van alle postkantoren. Vanaf 1879 werd ook aan hulppostkantoren dit type dagtekeningstempel verstrekt, zij het met andere uurkarakters. Het was dezelfde tijdsverdeling als bij de tweeletterstempels van de postkantoren, alleen met een andere aanduiding van het gedeelte van de dag: V(oormiddag) in plaats van M(orgen) en N(amiddag) in plaats van A(vond). Er werd een aanvraag ingediend op 10-4-1880 voor dit kleinrondstempel en het werd verstrekt op 19-4-1880. Een tweede stempel werd aangevraagd op 19-12-1888 en verstrekt op 26-1-1889. Zie voor een voorbeeld afbeelding 21 (pag. 72).

1880-1898 Het kleinrondstempel met 18 karakters

Twee voorbeelden uit deze periode zijn te vinden in afbeelding 22 (pag. 76) en 23 (pag. 72).

  Afbeelding 22 Briefkaart verzonden van Asten naar Geldrop. Vertrekstempel 'ASTEN'. Transitstempel 'HELMOND 19 NOV 82 4-5N'. Aankomststempel 'GELDROP 19 NOV 82 6-7N.

1880-1898 Het kleinrondstempel met 18 karakters

   Afbeelding 24 Briefkaart verzonden van Geldrop naar Eindhoven. Vertrekstempel 'GELDROP 9 APR 86 11-12V'. Bestellersstempel 'D5' in ovaal

  Afbeelding 25 Brief verzonden van Geldrop naar Gemert. Vertrekstempel 'GELDROP 7 NOV 86 6-7V'. Transitstempel nummerstempel '55' (Helmond). Aankomststempel achterzijde '..NOV 86 2-3N'.

1880-1898 Het kleinrondstempel met 18 karakters

  Afbeelding 26 Briefkaart verzonden van Geldrop naar Eindhoven. Vertrekstempel 'GELDROP 16 SEP 90 11-12V'. Dit dagtekeningstempel werd verstrekt op 26 januari 1889, type II. Aankomststempel 'EINDHOVEN16 SEP 90 12-1N'. Bestellersstempel 'D6' in ovaal.

  Afbeelding 27 Prentbriefkaart verzonden van Rome naar Geldrop ('bij Breda'!). 'ROMA 7 5 84 12S FERROVIA'. Aankomststempel ‘GELDROP 10 MEI 84 8-9V’. Bestellersstempel ‘B1’ in ovaal.

1898-1909 Het sterstempel. Grootrondstempel

Op 15-11-1897 werd een aanvraag ingediend voor een nieuw stempel. Op 14-2-1898 werd het nieuwe stempel verstrekt. De diameter van deze stempelsoort was groter dan dat van zijn voorganger. Vandaar de naam ‘grootrondstempel’. Lange plaatsnamen vulden vaak het hele bovenste deel van het stempel. Omdat 'Geldrop' minder dan 9 karakters had, werd de naam gecentreerd in het bovenste deel en de open ruimte (om esthetische gronden?)  opgevuld met twee sterren.

  Afbeelding 28 Particuliere briefkaart verzonden van Horst naar Geldrop. Vertrekstempel 'HORST 17 OCT 03 7-8 V'. Aankomststempel 'GELDROP 17 OCT 03 1-2 N'. Je noemt een briefkaart ‘particulier’, wanneer hij de aanduiding heeft, maar niet door de PTT was uitgegeven. De te betalen port was overigens gelijk.

Ik eindig dit overzicht met een internationale antwoordcoupon (afbeelding 29 op pag.72). Men kocht in Nederland een coupon en betaalde het bedrag waarvoor men een brief kon versturen naar het buitenland. Het postkantoor stempelde de coupon aan de linkerzijde. De coupon werd met een brief in dezelfde envelop naar een relatie in het buitenland gestuurd. Wanneer de relatie de brief wilde beantwoorden kon deze de coupon op zijn postkantoor inwisselen voor een zegel waarmee hij een brief terug kon sturen. Het  postkantoor ontwaardde de coupon met een stempel rechts en nam de coupon in om het uitgeven van een postzegel administratief te kunnen verantwoorden. De getoonde coupon zou dus nog inwisselbaar moeten zijn. Het langstempel 'GELDROP' staat ook op voor- en achterzijde gestempeld. Mogelijk om diefstal te voorkomen. 

Ga terug