Delen bij Deelen, een boedeldeling in 1902

Heemkronijk jaar:2014, jaargang:53, nummer:2, pag:23 -31

Delen bij Deelen, een boedeldeling in 1902

door: Henk van Asten

Inleiding

Onlangs kreeg ik een kopie van een notariële akte te leen. Ze betrof een boedeldeling of boedelbeschrijving naar aanleiding van het overlijden in 1902 van de Heezer fabrikant Antoon Deelen. Tijdens het lezen leek het alsof ik in een boeiend toneelstuk belandde, met als hoofdpersoon de overledene, en vele anderen in een bijrol. We krijgen een kijkje in zijn woonhuis wanneer de inboedel ervan wordt beschreven, en we kijken in de boeken van de in de vergetelheid geraakte textielfirma H. Deelen en Zonen, waarvan Antoon één van de zonen en firmanten was. Kunststeenfabriek ,,de Vereulithe” komt ook nog ter sprake.

De naam Deelen kwam in de  negentiende eeuw in Heeze vaak voor. Het was een welgestelde en vooraanstaande familie. Adriaan Jan Deelen (1782-1870) was herbergier, aannemer en burgemeester van Heeze van 1821 tot 1855, zijn zoon Adriaan Andreas (1827-1889) eveneens van 1855 tot 1889. Bovendien was  de laatste  van 1868 tot 1874 burgemeester van Zesgehuchten. Een familielid Hendrik Jan Gerit Deelen (1816-1890) was wethouder in Heeze, en een ander familielid Johanna Deelen (1832-1910) was getrouwd met mijn overgrootvader Antonius van Asten (1832-1908).[1]

Een stukje genealogie

Goverdina DEELEN (1852-1906), een dochter van Hendrikus DEELEN (1816-1890) en Johanna Maria VERHAGEN (1825-1882), was gehuwd met Petrus Antonius STRIJBOSCH (1853-1931), sigarenfabrikant en van 1890 tot 1925 burgemeester van Heeze.  Haar overlijden werd aangegeven door de 54-jarige Johannes Brands, die meesterknecht was op de sigarenfabriek van Strijbosch, en de 70-jarige winkelier Martinus van Bussel, die er in de buurt woonde.

De landbouwer Hendrikus DEELEN was een zwager van Johannes VULLINGHS (1828-1900). Hij was samen met J.F. Pompen deelgenoot in diens textielfabriek. Hij woonde in 1850 op het Kruis, Wijk B no.146. Zijn broer Gerardus DEELEN (1808-1878) was ook landbouwer en woonde daar ook, evenals de dienstmeid Petronella van den Hurk (geb. 1826), en de kinderen Johannes Deelen (1850-1850), Goverdina (geb. 1852), Hendrika (geb. 1853, in 1870 uit Heeze vertrokken), Jan (1856-1858), Johannes Maria Deelen (1859-1866), Antonius (1861-1902)[2], Wilhelmina (1864-1942), Johannes (1866-1938) en de dienstmeid Maria Elisabeth van de Boomen (geb. 1838) die in 1863 naar Leende vertrok.

Hendrikus DEELEN was in de periode 1860-’80 geen landbouwer meer, maar aannemer, en van 1854 tot zijn overlijden in 1890 ook wethouder[3]. In die tijd woonde  in zijn huis ook de knecht Jacobus Bierings (geb. 1846) en vanaf 1870 de uit Someren afkomstige, wel erg jonge meid Francisca Paulissen (geb. 1857). 

Het levenspad van Antoon Deelen.

Hij was fabrikant toen hij op 7 juli 1902 overleed, pas 41 jaar oud. Niettemin was hij al twee keer gehuwd geweest en twee keer weduwnaar geworden. Zijn overlijden werd aangegeven door de 43-jarige polijster Frans Saas, een werknemer van ,,de Vereulithe”, en de 52-jarige schoenmakerFranciscus Cesarius van den Berg.

In het bevolkingsregister van 1880-1900 werd vermeld dat Antoon fabrikant was, evenals zijn broer Jan. Ze hadden Wilhelmus Gijsbers (geb. 1860) in dienst als bode. Ze woonden op Emmerik D77.

In januari 1889 huwde  Antoon met Maria Elisabeth Helena WICHTERICH (1863-1891) uit Steele. Ze was geboren in Duitsland, maar overleed al binnen drie jaar na haar huwelijk met  hem. Samen hadden ze één zoontje, geboren in 1889, dat al binnen vier maanden overleed. Toen was Maria Hubertina Titulaer (geb. 1873, Venlo) de dienstbode in huis. In juni 1893 kwam zijn zus Wilhelmina bij hem wonen op het adres Emmerik D No.83, evenals de meid Maria van Lee die toen 16 jaar was.

Antoon hertrouwde in 1895 met Carolina Louisa Helena Sophia Maria OTS (1862-1898). Zij overleed al ruim drie jaar later. Hij was toen weer weduwnaar en had twee dochters en één zoon: Henriette Marianne Wilhelmina Antonia (geb. 1896), Louise Cornelia Maria Antonia Carolina (geb. 1898) en François Antonius Maria (geb. 1897). In 1900 was het adres van het mooie herenhuis Kapel D120.

De zwagerin Jeanette Henriette Cecilia Geertruida Maria OTS (geb. 1866, Baarle-Nassau) woonde ook bij hen, evenals de dienstmeid uit Aarle-Rixtel Margareta Maria Verbakel (geb. 1877) en van 1899 tot 1903[4] zijn schoonmoeder.

Antoon begon samen met zijn broer Jan op 1 januari 1891 een fabriek onder de firmanaam ,,H. Deelen en Zonen”, die zich bezighield met de handel in en de productie van katoenen en linnen stoffen. Het was een weverij waar 7 à 11 mensen werkten. De vennootschap was aangegaan voor de duur van zeven jaar. De goederen van deze firma maakten ook deel uit van de boedeldeling die in 1902 plaatsvond.

De broers richtten zich in 1899 op een nieuw avontuur, in de vorm van kunststeenfabriek ,,de Vereulithe”[5].

Voor een goed begrip bij het lezen van de inhoud van de notariële akte volgt hier het begin van de historie van die hachelijke onderneming, waarin we verschillende personen tegenkomen die ook in de akte van deling werden genoemd.

“de Vereulithe”

De broers Antoon (Antonius, 1861-1902) en Jan Deelen (Johannes, 1866-1938) hadden van 1891 tot 1898 een bedrijf dat zich bezighield met de handel in en de productie van katoenen en linnen stoffen.

Daarna richtten ze volgens een notariële akte van 5 juli 1899, samen met de WEDUWE van fabrikant J.L.E.H. DOBBELMANN te Nijmegen, een bedrijf op onder de naam ,,Vereulithe Company”, met als doel het vervaardigen en in de handel brengen van kunststeen, genaamd ,,Vereulithe”, en andere aanverwante artikelen (dus ,,Vereulithe” is de naam van een soort kunststeen; in de volksmond zei men ,,fiereliet”, dat was gemakkelijker uit te spreken). De kunststeen werd gemaakt van gemalen marmer.

A.H.M. SPOORENBERG behoorde ook tot de vennoten, maar die was al vóór augustus 1901 uitgetreden. Emile Theodore Marie Hubert Dobbelmann (geb.1880), werd aangesteld als beheerder[6]. Hij vestigde zich eind juli 1899 vanuit Nijmegen in Heeze in de Kapelstraat D131. Daar woonde Spoorenberg ook al vanaf eind april 1899. Die kwam uit Helmond, maar ging begin juli 1900 al weer terug. Verder was er vanaf 5 augustus 1899 nog Cornelis van den Boomen, die van Geldrop kwam en op hetzelfde adres inwoonde. Hij was barbier, maar al gauw werd hij koetsier/dienstknecht. Daags na Kerstmis 1900 vertrok hij naar Smeermaas in België. Emile Dobbelmann woonde later op Kapel D122 en vertrok in 1903 weer naar Nijmegen[7].

Het bedrijf scheen in 1900 niet goed te draaien[8], ook al had men een vertegenwoordiger in dienst in de persoon van Mathias Collart (of Collard). Francis Saas (1858-1924), de schoonvader van metselaar/aannemer Driek Duisters, was er steenwerker, en ,,los werkman”[9], en zoals we zagen, later in 1902, polijster.

De vennootschap onder firma werd op 17 augustus 1901 ten overstaan van notaris Dijkhoff al weer ontbonden. Belast met de vereffening waren Antoon en Jan Deelen en de beheerder Emile Dobbelmann[10]. Op die dag werd bij genoemde notaris de vennootschap onder firma omgezet in een N.V. Op deze manier kon men gemakkelijker aan meer kapitaal komen. De naam werd ,,Steenfabriek de Vereulithe”.

Het maatschappelijk kapitaal bedroeg maar liefst fl 400.000,-, wat overigens niet wil zeggen dat dit hoge bedrag ook daadwerkelijk werd geïnvesteerd. De geldschieters kwamen uit Nederland en België. Als commissarissen traden op Antoon Deelen, August Janssens uit Bree (België), Constant Janssens uit Weert, en notaris Verheggen en advocaat VAN MENS, beiden uit Breda. Jan Deelen en Emile Dobbelmann zaten in de directie. Volgens de krant ging het om een nog onbekende industrie, die van zeer groot belang zou wezen voor het bouwvak[11].

Deze verwachting kwam helaas niet uit. In 1903 werkten er 10 mensen, in andere jaren waren het er minder[12]. In 1904 schreef de Commissaris van de Koningin naar aanleiding van een bezoek aan Heeze in zijn verslag dat de Deelens circa fl 150.000,-- (!) verlies hadden geleden. Het bedrijf werd verkocht[13].

Hier stond de fabriek van ,,de Vereulithe” (foto Ton Sleutjes, 2012).

Anton Deelen had ook nog enkele hinderwetvergunningen aangevraagd, in 1894 in verband met de aanschaf van een petroleummotor voor de kunstmarmerfabriek (toen al!), en in 1900 weer in verband met de aanschaf van een petroleummotor, deze keer voor de productie van schroeven en veren en voor het verrichten van massadraaiwerk[14]. Of deze artikelen ook daadwerkelijk werden gemaakt, is me echter niet bekend.

De bewuste akte nr. 195 van 6 november 1902[15]

Notaris A.Th.J. Mertens begaf zich die dag naar het sterfhuis van Antoon Deelen te Heeze, om er de onverdeelde boedel te beschrijven. Dat was nog een heel werk, want Antoon Deelen was in algehele gemeenschap van goederen gehuwd geweest met mevrouw Elisabeth Maria Helena Wichterich, uit welk huwelijk geen kinderen waren geboren [wat dus niet klopte, het zoontje had enkele maanden geleefd], en met mevrouw Caroline Louisa Helena Sophia Maria Ots, uit welk huwelijk drie kinderen waren geboren. Zijn echtgenotes stierven respectievelijk op 22 december 1891 en 19 juni 1898, en beide keren was er daarna geen boedelbeschrijving opgemaakt. Dat moest nu dus gebeuren.

Voor iemand die fabrikant was, was het achteraf overigens niet verstandig om in algemene gemeenschap van goederen te trouwen, want als het slecht met de fabriek ging, leed daar ook het privévermogen onder, en dus ook dat van zijn echtgenote.

De volgende personen waren aanwezig. Zij waren de comparanten, onze hoofdpersonen.

1. Petrus Antonius STRIJBOSCH, burgemeester, als voogd over de minderjarige kinderen Henriette Marianne Wilhelmina Antonie, Francois Antonius Maria, en Louise Cornelia Maria Antonie Caroline;

2. Antoon Louis Joseph Maria van Dam, een klerk uit Nuenen, als gemachtigde van Cornelis Wilhelmus Franciscus Eugenius Marie OTS, inspecteur van een vennootschap, die te Breda woonde;

3. Jan DEELEN, fabrikant, wonende te Heeze;

4. en mejuffrouw Jeanette Henrietta Cecilia Geertruida Maria OTS, zonder beroep, die ook in  Heeze woonde.

Deze comparanten deden vooraf een groot aantal mededelingen, waaronder:

-  dat mevrouw Elisabeth Maria Helena Wichterich op 22-12-1891 bij testament tot enige erfgenaam was benoemd, voor het geval haar echtgenoot, eerder overleed dan zij;

-  dat mevrouw C.L.H.S.M. Ots,  bij testament haar echtgenoot het vruchtgebruik van haar gehele nalatenschap en levenslange rente had gelegateerd;

-  dat kinderen van de op 5-7-1902 overleden Antoon Deelen zijn enige erfgenamen waren, ieder voor 1/3 gedeelte;

-  dat zij, blijkens een  door hun voogd afgelegde verklaring, de nalatenschap van hun vader   aanvaardden onder voorrecht van boedelbeschrijving [men hield er dus rekening mee dat er per saldo een  schuld overbleef, die hoefden ze dan niet over te nemen];

-  dat de aanwijzing en opgaaf van hetgeen moet worden beschreven, zal worden gedaan door comparant sub 3 (Jan Deelen) en comparante sub 4 (mej. Ots), de laatste alleen voor wat betreft de roerende lichamelijke goederen, ofwel de spullen, die zich in het sterfhuis bevinden, en de huishoudelijke schulden;

-  dat de waardering der roerende lichamelijke goederen zal geschieden door de heer August Hendrik Sassen, notaris te Helmond, en voor wat betreft de goederen behorende tot de firma H. Deelen & Zonen te Heeze, door Antonius van Bussel, herbergier te Heeze.

De inboedel

Hierna volgt de beschrijving en waardebepaling. We beginnen met de inboedel van het herenhuis.

In de voorkamer, ofwel ,,de goei kammer”: een tafel fl 18,--, zes Weener stoelen fl 18,--, twee fauteuils en een canapé fl 35,--, een pendule en twee coupes (zijstukken van een pendulestel[16]) fl 12,50, een theetafeltje met blad fl 6,--, een vuurscherm fl 7,50, een kastje fl 16,--, een zilveren inktstel met houten voet fl 30,--, een kaartencoupe  fl 1,50, glaswerk fl 20,--, een kristallen bowl, een ……doos, een beschuittrommel, twee broodbakjes, en een karaf fl 8,50, twaalf zilveren lepeltjes fl 4,--, een zilveren lepel en vork en vruchtenlepel, 3 zilveren taartspanen, een zilveren appelboor, enz. fl 18,--, twaalf  lepels en vorken fl 5,--, een kristallen stel, zes dessertlepels en vorken fl 20,--, een beeld met voet fl 3,--, negen schilderijen fl 16,-- (dat waren blijkbaar geen kunstwerken), een vloerkleed fl 12,50,  een lamp fl 6,--, gordijnen en een bordje fl 8,--, en een spiegel fl 4,--.

In de huiskamer: een piano met stoel fl 68,--, een tafel met loper (tafelkleed) fl 9,--, een klok fl 4,--, een spiegel fl 4,50, zeven stoelen fl 10,--, bloempotten met voet fl 8,--, een kachel fl 12,50, een boekenkast met boeken fl 20,--, een beeld en versieringen fl 2,50, schilderijen fl 2,-- (dat lijken er wel van de minste soort te zijn geweest), een kastje fl 12,50, een Japans doosje en ornamenten fl 3,--, gordijnen  fl 7,50, muziekrekje met muziek fl 3,--, een karpet (vloerbedekking) fl 1,50, twee zilveren servetringen fl 2,50, een bouloir (waterketel of theeketel[17]), een servies, lepels, vorken, mesjes, een olie- en azijnstel, en een kaasstolp fl 12,50.

In de gang: een loper en matten fl 2,--, een kapstok  fl 2,50, en een fauteuiltje fl 1,--.

In de keuken: een glazenkast fl 12,--, een tafel fl 1,50, drie stoelen fl 1,80, een fornuis fl 8,--, een aanrecht  fl 6,--, keukengerief fl 30,--, en gordijnen 40 cent.

In de bijkeuken: een petroleumstel fl 1,25, vier lampjes, een emmer en moor (waterketel) fl 4,50.

In het washuis: een koperen ketel met wasborstel fl 14,--, waskuipen, trap, gieter en rommel fl 6,--.

In de kelder: keldergerief fl 20,--, wijn fl 12,--.

In de meidenkamer: een ledikant en twee bedden met toebehoren fl 40,--, een kastje fl 6,--, gordijnen en kleedjes  fl 2,--, een lampet (kan voor waswater bij een waskom[18]) en handdoekrekje  fl 1,20, een tafeltje met kleed 80 cent.

In de slaapkamer: een ledikant, en bed met toebehoren, en twee kinderledikanten met bedden en toebehoren fl 80,--, een wastafel, lampet en spiegel fl 8,--, een spoeltafeltje fl 1,--, gordijnen fl 1,--, een nachttafeltje fl 2,50, een ander ledikant, en bed met toebehoren, vier stoelen en een nachttafel  fl 100,--, een linnenkast fl 20,--, een tafel met kleed fl 3,50, een karpet en gordijnen fl 5,50, een lampet fl 2,--, schilderijen en beeldjes fl 2,50, nog een ledikant en bed met toebehoren  fl 50,--, en een kastje fl 2,--. Dat moet een wel erg grote slaapkamer zijn geweest.

Op de zolder: een ledikant met matras fl 8,--, een tafel met kleed fl 2,50, een mangel (om gewassen textielgoed mee glad te maken) fl 6,--, een kinderwagen, twee kachels, een kolenbak (kolenkit), rommel, een vliegenkast, een lampet, een tafeltje en een kist fl 7,25.

Op de overloop: een loper, gordijnen, een bloempot en matten fl 2,50.

Tenslotte op diverse plaatsen: drie damasten tafellakens, acht pellen (linnen of halflinnen geweven stof met een klein motief erin[19]), 6 damasten en 12 pellen servetten, 24 vingerdoekjes, 3 dekservetten, 24 linnen en 12 katoenen bedlakens, 30 linnen kussenslopen, 6 peluwovertrekken (een peluw is een langwerpig onderkussen, onder het eigenlijke hoofdkussen in het bed[20]), 24 handdoeken fl 80,--, vier wollen dekens fl 12,--, lijfsieraden fl 60,--, boekweit, stro en veldvruchten fl 60,--, kleren en lijfstoebehoren fl 100,--.

Alles bij elkaar bedroeg de waarde fl 1.041,70.

Verder verklaarde Jan Deelen dat tot de boedel ook nog de helft van een partij kachelplaten en lijsten behoort, die in een pakhuis te Nijmegen liggen en afkomstig zijn van de leverancier, de heren Tijssen en Van Maren uit Nijmegen. Deze post werd pro memorie vermeld, wat dus betekent dat ze mogelijk niets meer waard waren. Deze partij hield verband met ,,de Vereulithe”.

De onroerende goederen in Heeze

Hiertoe behoorden: een huis, stal, tuin, bouwland en heide, F1704, 1705 en 1503, samen 1 hectare, 7 are en 82 centiare (1 centiare = 1 vierkante meter); een onverdeeld aandeel van een vierde in de percelen C1287, 6, 7, 1293, 1480, 1481, 1575, A657, D1370 en 595. Dit was bouwland, hakhout, een tuin, weiland, huizen, stal, schuur, erf, en een sigarenfabriek, samen groot 2 hectare. 16 are 90 centiare.

 

De sigarenfabriek was die van de Fa. P.A. Strijbosch & Co.[21]. Strijbosch was de burgemeester. Hij was getrouwd met een zus van Antoon Deelen. Zo kwam het dat Antoon één van de ,,& Co.’s” was.

Strijbosch verklaarde en corrigeerde:

- dat de percelen D1370 en 595 indertijd waren verkocht aan Johannes Leijten, landbouwer te Heeze, dat de koopprijs was ontvangen, maar dat de wettelijke levering van die percelen nog niet had plaats gevonden;

- dat perceel C1287 onlangs met andere roerende goederen openbaar is verkocht, en

- dat na het overlijden van Antoon Deelen een koe is verkocht voor fl 164--. 

Met dat geld waren de begrafeniskosten betaald. Het restant ging op in het huishouden.

De schulden ten laste van de boedel

De volgende personen en bedrijven hadden geld te goed:

A. Perin te Eindhoven                                  fl 29,00

G.M. Verhoeven te Eindhoven                     fl 15,05

C.G. van Tubbergen te Haarlem                  fl   1,35

A. Beker te Eindhoven                                  fl 38,30

J. van Rijckevorsel en Zoon te Den Bosch   fl 22,50

C. van Bakel te Eindhoven                            fl 1,30,  fl 1,80 en fl 2,70

W. Harting te Breda                                       fl 10,35

H. van Kempen te Eindhoven                        fl   5,92

M. Wertheim te Eindhoven                             fl   2,07

Frans Cox te Eindhoven                                 fl 20,78

Th. van Rijckevorsel te Den Bosch                 fl 41,95

F. van Rooij te Eindhoven                                fl   5,50

Fa. G. Moonen te Stratum                               fl   1,50

J.F. Potters te Breda                                        fl   4,93

C. Mouwe en Zoon te Breda                            fl 285,45

Henri de Wijs te Den Bosch                             fl 33,00 en fl 31,41

J. van Camp van Hoof te Eindhoven                fl 35,00

A. Perin te Eindhoven                                       fl 29,00

J.A.H. de Rijke te Eindhoven                            fl   1,20

Het totaalbedrag van deze schulden is             fl 620,06.   

Ter vergelijking: een gewone arbeider verdiende toen fl 300,-- per jaar.

Verder moest over het lopende jaar 1902 nog een hoofdelijke omslag van fl 25,22 worden betaald, aan grondlasten nog fl 4,74, en aan vermogensbelasting fl 50,--.

De comparant Jan Deelen verklaarde het een en ander over allerlei schulden, namelijk:

- dat André Spoorenberg te Helmond in juni 1899 aan Antoon Deelen een bedrag van fl  5.000,-- had verstrekt, terug te betalen op 1 april 1902. Dit geld was besteed aan de betaling van schulden van de vennootschap H. Deelen & Zonen;

- dat de heer Spoorenberg beweert de rente van 5% per jaar over dit bedrag nog te vorderen te hebben over de periode 1-10-1898 tot 1-4-1902, maar dat deze vordering kan worden betwist  omdat de rentebetaling bij het aangaan van de geldlening door de heer Spoorenberg niet uitdrukkelijk was bedongen;

- dat de heer mr. Norbertus Smits van Oyen, advocaat te Eindhoven, beweert ten laste van de erflater een vordering te hebben van fl 3.000,--;

- dat hijzelf (Jan Deelen) en Antoon als hoofdelijk schuldenaren aan de heren Tijssen en Van Maren te Nijmegen nog een som van fl 7.300,-- moeten betalen, wegens geleverde lijsten van kachelplaten (bedoeld voor schouwen; dit heeft te maken met ,,de Vereulithe”, zie  hiervoor in verband met opslag van deze producten te Nijmegen). Deze lijsten zijn in het bezit van Jan Deelen als pand voor het geval hij meer dan de helft in gemelde schuld zou moeten betalen;

- dat Jan en Antoon samen van mr. Van Mens, advocaat en procureur te Breda en commissaris van ,,de Vereulithe”, indertijd fl 4.000,-- hadden geleend, waarvoor hun zus mejuffrouw Wilhelmina Deelen borg stond;

- dat hij Jan Deelen bij jhr. Wesselman te Helmond een hypotheek had afgesloten van fl 6.000,--, waarvoor hij zijn vaste goederen (onroerend goed) in onderpand had gegeven, en dat hij van de Nederlandsche Credietbank te Maastricht fl 3.000 had geleend, en dat met deze bedragen van samen fl 9.000,--, schulden van hem en de erflater zijn betaald (dus Jan leende geld om schulden te betalen die voor een deel voor rekening van Antoon kwamen). Het ging om de volgende schulden:

- aan de heren Tijssen en Van Maren te Nijmegen,  een leverancier aan ,,de Vereulithe” fl 3.000,--

- aan mr. Van Mens, één van de commissarissen van N.V. ,,de Vereulithe” fl 4.000,--;

- aan de heer J. Franken te Zoetermeer fl 1.000,--;

- aan notaris Dijkhoff te Helmond fl 868,13; zodat uit de boedel van Antoon Deelen de helft van deze bedragen aan Jan Deelen moet worden vergoed.

- dat hij Jan Deelen en zijn zus mejuffrouw Wilhelmina Deelen samen van Antoon fl 2.500,-- te goed hebben, mits er een schuld van fl 5.000,-- aan mevrouw de weduwe Dobbelmann-Ariëns te Nijmegen op of vóór 1-1-1908 zal worden voldaan. Deze schuld zou echter al op  1-1-1903  vervallen. Het bedrag werd destijds, in 1899, verstrekt aan de heren Deelen en Spoorenberg, beiden vennoten in “de Vereulithe” in de periode dat dat nog een vennootschap onder firma was. De echtgenoot van de weduwe Dobbelmann-Ariëns was medeoprichter van deze firma. Jan en zijn zus hadden dit bedrag van fl  2.500,-- te goed omdat ze eenzelfde bedrag aan genoemde weduwe in pand hadden gegeven, voor het geval de schuld van  fl 5.000,-- niet zou worden afgelost.

- dat hij verneemt dat de schuld aan de heer Vierdag, van 1894 tot 1899 huisarts in Heeze[22], van in totaal fl 5.000,--  door Antoon Deelen is aangegaan om zijn eigen schulden af te betalen en niet schulden die van hem (Antoon) en Jan samen waren. Er zou fl 1.000,-- zijn afgelost, althans in de boedel is een postbewijs van 17-2-1900 aanwezig waaruit blijkt dat aan Vierdag fl 1.000,-- is toegezonden. 

Verdere lopende en achterstallige rentebetalingen werden pro memorie vermeld.

In de boedel had men ook gevonden:

- 4 volgestorte aandelen, nummers 1, 23, 24 en 25 in de N.V. ,,de Vereulithe Company”, gevestigd te Heeze, elk groot fl 1.000,--, met winstbewijzen en couponbladen. In 1902 was Antoon Deelen commissaris van die onderneming, een functie die hij had te danken aan het feit dat hij één van de oprichters was van de voorganger van deze N.V., de firma ,,de Vereulithe”;

- een kwitantie voor een bedrag van fl  2.155,--  naar aanleiding van de betaling van de koopprijs van percelen in Heeze, kadastraal bekend onder F303 en 304 en een deel van F92;

- een kwitantie van fl 190,--  tot betaling van de koopprijs van een perceel bouwland te Heeze, genaamd ,,de Berg” F1704;

- een authentiek afschrift van een akte van vennootschap onder firma ,,H. Deelen & Zonen”, gevestigd te Heeze, welke v.o.f. is aangegaan tussen de erflater Antoon Deelen en de comparant zijn broer Jan Deelen, en ten doel heeft het voor gemeenschappelijke rekening fabriceren van en handel drijven in katoenen, linnen en wollen manufacturen, en het doen van ondernemingen daarmee in verband staande.

Hiermee was de beschrijving van de zaken ten sterfhuize van de erflater geëindigd. Ze werd voortgezet op het kantoor van de v.o.f. ,,H. Deelen & Zonen”, waarvan de overledene vennoot was. Antoon bezat, naar ik aanneem, de helft van deze firma.

Activa en passiva van Fa. H. Deelen & Zonen

Er bleken de volgende goederen aanwezig te zijn met een waarde van:

,,geschoren kettings”                                                  fl 129,12½

gespoelde garens                                                       fl 164,75

inslag-garens                                                              fl 446,34

kammen                                                                      fl 300,--

een pers                                                                      fl   50,--

een spoelmachine                                                       fl 400,--

twee kisten                                                                  fl     5,--

kantoormeubilair                                                          fl 120,--

twee kachels                                                                fl   20,--

een fiets                                                                        fl   80,--

twee scheerriemen                                                        fl   25,--

en een grote voorraad stukgoederen                             fl 3.472,98.

Vorderingen wegens geleverde goederen:

van verschillende personen, het hoge bedrag van         fl 4.420,68½

van H.J. Verschuren te Eindhoven                                  fl 622,00½

en verder nog                                                                   fl 870,--

en aan dubieuze of (bijna) oninbare vorderingen, maar liefst  fl 1.680,--

Totaalbedrag van deze bezittingen: fl12.855,88½.

Wegens ontvangen goederen moest nog worden betaald aan:

A.J. Polak te Rotterdam                                           fl 7.135,--

Willem Swinkels te Helmond                                    fl 2.472,--

Raming te Eindhoven                                               fl    480,--

J. van der Velden te Eindhoven                                fl  350,--

Kaulen & Co. te Helmond                                          fl  560,--

verschillende personen                                              fl    275,--

De Meierijsche Bank te Eindhoven, een schuld van  fl 4.600,--

Dit was exclusief de lopende rente.

In totaal bedroegen de schulden dus fl 15.872,-! Dat was méér dan de waarde van de bezittingen!

Verder bleek uit de boeken dat vennoot Jan Deelen fl 3.698,88 meer in de vennootschap had ingebracht dan nu wijlen Antoon Deelen.

Aanwezig waren: het Kasboek, Rekeningenboek, Grootboek en Journaal. Notaris Mertens had van deze boeken de eerste en laatste bladzijden met de datum gewaarmerkt.

Toen men met de beschrijving van de boedel klaar was, legden de boedelbeschrijvers, Jan Deelen en  mej. Ots, de standaardeed af ,,dat zij niets hebben verduisterd noch gezien hebben,  noch weten dat er iets verduisterd is tot voorschreven boedel behorende…….”. Toen leek de notaris een zucht van verlichting te hebben geslaakt, want hij vermeldde nog in de akte: ,,Met voorschreven werkzaamheden bezig geweest zijnde van des morgens tien uur tot des avonds zeven uur, is deze inventaris gesloten”.

Als getuigen waren opgetreden de gemeentebode Josephus Foederer uit Geldrop, en Willem Hubertus de Roij, huurkoetsier, wonende te Helmond. Deze laatste had blijkbaar notaris Sassen, die de waarde van de roerende zaken had vastgesteld, naar Geldrop gebracht, en had verder toch niets te doen.

Nóg een akte met tegenvallers

Na dus negen uur met de boedelbeschrijving bezig te zijn geweest, bleek dat het daarmee nog niet was gedaan. Zes dagen later, op 12 november 1902, werden enkele aanvullingen en correcties vastgelegd in akte nr. 197[23]. Notaris Mertens kreeg bezoek van Petrus Antonius Strijbosch, weer als voogd over de minderjarige kinderen van Antoon Deelen, en van fabrikant Jan Deelen. Zij wilden het volgende aanvullen:

- dat toen erflater Mevrouw Elisabeth Maria Helena Wichterich overleed, haar beide ouders nog leefden, zodat deze ook rechten hadden in haar nalatenschap;

- dat zij nog niet met zekerheid weten aan wie die rechten nu toebehoren;

- dat mej. Wilhelmina Deelen, zonder beroep, het levenslange recht tot gebruik en bewoning heeft van het vastgoed gelegen C1575 te Heeze, krachtens een testament van haar vader, wijlen Hendrikus Deelen, dat op 25 maart 1889 werd opgesteld door notaris Schrijvers te Eindhoven;

- dat de schuld aan de heren Tijssen en Van Maren niet fl 7.300,-- bedraagt, maar fl 8.800,--;

- dat de schuld aan Henri de Wijs te Den Bosch niet fl 62,41 bedraagt, maar fl 67,37;

- dat Jan Deelen met zijn privévermogen nog een schuld van fl 90,-- had betaald aan notaris Dijkhoff te Helmond, ten laste van de erflater Antoon Deelen;

- dat ten laste van de boedel nog de volgende schulden bestaan, aan: 

sigarenfabrikant Strijbosch, hier comparant sub 1, wegens geleverde sigaren  fl  84,30 

dezelfde wegens voor de boedel gedane voorschotten fl 282,--

dokter Lindner te Heeze wegens geleverde geneesmiddelen en verleende geneeskundige hulp                                    P.M.

F. van Bree, timmerman te Heeze               fl   53,32

P. van Gennip junior, smid te Heeze            fl  3,70

apotheker Van den Dries te Eindhoven        fl 44,53

J.B. Loots en zoon, koperslagers te Heeze  fl 28,97

notaris Schrijvers te Eindhoven                     P.M.

mej. Jeannette Henrietta Cecilia Geertruida Maria Ots, wegens geleend geld, pro resto    fl 100,35

- dat de comparant Jan Deelen, de erflater Antoon Deelen en mejuffr. Wilhelmina Deelen samen hebben beloofd aan de eerwaarde heer Berkers, professor te Weert, op zijn verzoek binnen 3 maanden van hem over te nemen één aandeel van fl 1.000,--  en twee oprichtersaandelen in de N.V. ,,de Vereulithe Company” tegen fl 1.000,-- per aandeel.

Jan Deelen verklaarde thans zeker te weten dat van de schuld aan de heer H. Vierdag van in totaal fl 5.000,-- niets was afgelost en dat het in de vorige akte genoemde postbewijs van een betaling van fl 1.000,-- diende als betaling van een andere schuld aan de heer Vierdag.

Voorts verklaarden de comparanten dat ten name van Anton Deelen met zijn minderjarige kinderen de nog te verdelen onroerende goederen onder Heeze, sectie C nrs. 1514, 1550, en sectie A nr.1543, dennenbos en bouwland, samen groot 2 ha. 68 are 30 centiare, met andere  vaste goederen in het openbaar zijn verkocht en dat de wettelijke levering daarvan nog niet heeft plaatsgehad. De getuigen waren deze keer weer Josephus Foederer, gemeentebode, en Johannes Lintermans, koetsier, beiden wonende te Geldrop.

[1] Van Asten tot Heeze. Familieboek Van Asten (Heeze 2001), blz. 56 en 123. Zie ook http://www.antenna.nl/daktari/deelen.htm, http://homewanadoo.nl/guus.delen en http://www.genealogieonline.nl/stamboom-van.reen.
[2] Zie voor hem het vervolg van dit artikel.
[3] Jean Coenen, Heeze, Geschiedenis van een schilderachtig dorp. (Heeze 1998), blz. 273.
[4] RHCe, op www.eindhoven.digitalestamboom.nl
[5] Coenen, a.w., blz. 304.
[6] Meierijsche Courant (MC) 24-8-1901.
[7]  Zie noot 4.
[8] Redactie Heemkronyk, Het gaat den boeren goed; ze trouwen nogal. (Heeze 2012), blz.25.
[9] Zie noot 4.
[10] Zie noot 6.
[11] MC 20-8-1901 en Boeren trouwen a.w., blz. 207.
[12] Coenen, a.w., blz. 355.
[13] Boeren trouwen, a.w., blz. 29,  meer hierover in Henk van Asten Ondernemend Heeze, 1900-1963 deel 2 (Heeze, te verschijnen in 2014).
[14]  http://www.rhc-eindhoven/zoek/7/+/bron/EHH.
[15] Akte nr.195 d.d. 6-11-1902, opgemaakt door notaris Mertens te Geldrop, met dank aan C.S. Smit.
[16] Koenen-Endepols, Verklarend handwoordenboek der Nederlandse Taal, 26e druk (Groningen 1966), blz. 201.
[17] Koenen-Endepols, a.w., blz.152.
[18] Koenen-Endepols, a.w., blz. 585
[19] Koenen-Endepols, a.w., blz. 826.
[20] Idem.
[21] Zie Henk van Asten, Ondernemend Heeze. De sigaren van de burgemeester’, in Heemkronyk, 52e jrg. nr.4, dec.2013, blz. 76-79.
[22] Boeren trouwen,  a.w., blz.239.
[23] Akte nr.197, d.d. 12-11-1902 notaris Mertens, Geldrop, met dank aan C.S. Smit.

 

Ga terug