Heeze

Het moderne Heeze wordt vanwege de mooie natuur wel de "Parel van Brabant" genoemd. In Heeze begint de Kleine Dommel, tot voor kort de Rul, uit een samenvloeiing van de Grote Aa en de Sterkselse Aa. Heeze is bekend vanwege zijn kasteel en de bossen daaromheen, waaronder de Herbertusbossen en de Strabrechtse Heide. In de Middeleeuwen bouwden de boeren hun boerderijen vrijwel altijd ten westen van de beekdalen, daar was de grond het vruchtbaarst. Zo zijn ook de dorpen Leende en Geldrop ontstaan. Door de verdroging in de late Middeleeuwen schoof Heeze op in de richting van de burcht Eymerick aan de beek. Vanaf circa 1860 tot 1940 was Heeze geliefd bij kunstschilders uit binnen en buitenland. In de snel veranderende samenleving van de 19e eeuw vormden kleine plattelandskernen een aantrekkelijke omgeving om afstand te nemen van de drukte van alledag. De kunstenaars zochten in de ongerepte natuur en de lokale bevolking inspiratie voor hun werk. Heeze was destijds een van de veel bezochte schildersdorpen in Nederland. Heeze genoot in de 19e eeuw namelijk bekendheid als herstellingsoord voor mensen met oogziekten. Dit dankzij het werk van dominee J.L.A. Kremer die van 1834 tot 1867 veel slechtzienden genas. Voor de maandenlange behandeling van de talrijke ooglijders was veel logiescapaciteit nodig en het dorp kende daarom toen al een paar hotels en diverse pensions. Zeer waarschijnlijk waren de allereerste schilders die Heeze bezochten patiënten van deze lokale wonderdokter.
Tegenwoordig is Heeze ook bekend vanwege een cultuurhistorische optocht op de laatste zondag in augustus: “De Brabantsedag”. Een fenomeen in Z/O Noord Brabant met een week lang cultuurhistorie van en over het vroegere hertogdom Brabant met als hoogtepunt een grandioze en spectaculaire optocht.