Leende

Leende is ver in de omtrek zichtbaar door de markante Sint Petrus Banden kerk uit circa 1400, een laatgotische kruisbasiliek met een geweldige toren. Deze reuzengestalte is van heinde en verre te zien. In de buurt van het huidige Leende lagen in de Middeleeuwen al een aantal boerderijen die een oeroud bezit vormden van de Karolingische koningen. In de perceelvormen, zoals aangetroffen tijdens de eerste kadastrale metingen in 1832, is volgens deskundigen nog de Romeinse maatvoering terug te vinden. Omstreeks het jaar 1000 moet er al een voorganger van de huidige kerk gestaan hebben. De naam Leende komt wellicht van ‘Leijnde’ in de betekenis van een langwerpige straat. Omstreeks het jaar 1310 wordt het als een domein van het St. Lambertusconvent te Luik ‘Lendene’ genoemd. De heer van Heeze fungeerde toen als voogd. Die kreeg het later ook in leen van de hertog van Brabant, die de policy had om religieuze eigendommen over te nemen. Door het verschralen van de uitgestrekte heidevelden ontstonden er door de heersende westelijke winden grote zandverstuivingen. De boeren bouwden ter bescherming van hun akkers houtwallen. Daar waar door het wegstuivende zand de leemige ondergrond boven kwam, begon men vaak weer met het bewerken van die gronden. Dit zijn de zogenaamde ‘Kampjes’ die nu nog terug te vinden zijn in het landschap. Het gehucht Leenderstrijp heeft nog steeds de uitstraling van een authentiek boerengehucht.